Printen

GS Ede Epiloog 01 – Canada Bezoekverslag

 

Redactie een in waarheid

18-10-14

 

Verschillende broeders uit onze zusterkerken in Canada, de Canadian Reformed Churches hebben bezoeken gebracht aan de vrijgemaakte generale synode te Ede 2014. Hoe zijn hun bevindingen geweest? Hoe beoordelen zij de besprekingen en genomen besluiten?  Het lijkt ons goed de komende tijd daarvan kennis te nemen. Immers 'vreemde ogen zien het scherpst'. Wellicht kan dat ons helpen in een evenwichtige taxatie van de gang van zaken op deze synode.

 

We beginnen met een bezoekverslag van een van de Canadese deputaten voor buitenlandse betrekkingen, br. G.J. Nordeman.


 

Verslag bezoek aan Synode Ede – buitenlandweek – 24-29 maart 2014

 

De meeste buitenlandse afgevaardigden kwamen in de loop van maandag de 24ste aan. Dit was op zichzelf niet zo eenvoudig als het kan klinken. Wat was het geval? Onder strenge veiligheidsmaatregelen kwamen namelijk op diezelfde dag 58 staatshoofden vanuit de hele wereld in Nederland aan voor een topbijeenkomst over nucleaire veiligheid. Luchthaven Schiphol was voor gewoon burgerreisverkeer gesloten. Ook waren verschillende wegen tussen Amsterdam en Den Haag afgesloten, wat weer voor verkeersopstoppingen zorgde en zo bij menigeen overbelaste zenuwen veroorzaakte, ook bij de organiserende commissie van de buitenlandweek van de Synode Ede van de Gereformeerde Kerken in Nederland (GKv). Ik was gelukkig al de vrijdag ervoor aangekomen en het meeste van deze opwinding ging daarom mijn neus voorbij.

We zijn dankbaar dat de Here alle aanwezigen onderweg genadig heeft bewaard.

Afgevaardigden van de United Reformed Church in Congo kregen in eerste instantie geen visa van de Nederlandse regering, maar later ontvingen ze toch alsnog toestemming om Nederland te bezoeken. De afgevaardigden van de Presbyterian Church van Uganda waren niet zo gelukkig en hun werd de toegang niet toegestaan. De afgevaardigden van de Nongu u Kristu u I Ser u shar Tar (NKST) in Nigeria stuurden het droevige bericht dat zij verhinderd waren te komen, omdat in één van hun dorpen meerdere gemeenteleden waren vermoord. Het bleek dat ik de enige afgevaardigde was die vanuit Noord Amerika aanwezig was. De OPC en de URCNA hadden besloten geen zusterkerkrelatie met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv) aan te gaan. De RCUS stuurde een brief waarin zij aangaven niet aanwezig te zullen zijn, maar zij zonden wel hun groeten.

 

De eerste avond konden we kennis maken met medeafgevaardigden. Ook waren we in de gelegenheid deputaten voor buitenlandse betrekkingen van de GKv (BBK) te ontmoeten. We werden op de hoogte gebracht van verschillende zaken die al op de synode van Ede waren besproken, zoals de Theologische Universiteit Kampen (TUK).

De Synode was bezig met de uiteindelijke versie van de herziene kerkorde. Waar deze kerkorde zelf al gedetailleerder is, zal daarnaast als bijlage een stel regelingen komen die richting wijzen in specifieke situaties. De kerkorde kan alleen maar onder strikte voorwaarden worden gewijzigd, maar de regelingen kunnen makkelijker worden veranderd. Verder valt op dat een decentralisatie de plaatselijke kerkenraden meer vrijheid geeft om verschillende zaken te implementeren en daarover te besluiten, zaken die voorheen onder het kerkverband vielen en in de kerkorde precies waren omschreven. Gezegd werd: “van een op regels gebaseerde naar een op principes gebaseerde benadering”.

 

Ik kreeg gelegenheid te spreken over de zorgen die we als CanRC afgevaardigden hebben over de richting waarin de GKv met interkerkelijke relaties gaan en over de bevoegdheden van de afgevaardigden. De Synode van Harderwijk 2011 bevestigde de aanname van deputaten BBK dat zij niet over synodebesluiten moeten spreken. Als zusterkerken zorgen hebben, moeten zij hiermee de GKv synodes rechtstreeks benaderen. De CanRC handelwijze is om deputaten te benoemen om tussen de synodes door voor de kerken te spreken en te handelen. De deputaten houden de kerken op de hoogte van hun activiteiten en rapporteren 6 maanden voorafgaand aan de volgende synode.

 

Op dinsdag 25 maart gingen we per bus naar de kerk van Ede-Zuid waar de synode werd gehouden. Hier hadden we een conferentie met de BBK. Br. Klaas Wezeman, voorzitter van de BBK, opende de vergadering. Ds. Piet Meijer ging voor in gebed en lezing van het Woord. Ds. Wim van der Schee gaf een introductie over Tweede doop & metterdaad ('de facto') onttrekking. De afgelopen jaren is binnen het kerkelijk leven in Nederland een stroming ontstaan die krachtig pleit voor volwassendoop. Een wezenlijke consequentie van deze ontwikkeling is dat ook binnen de GKv leden een tweede (volwassen) doop begeren buiten hun eigen gemeente. Kerkenraden die hiermee te maken krijgen, worden geconfronteerd met de vraag: hoe om te gaan met zulke leden? Moet deze tweede doop worden beschouwd als in feite ('de facto') een onttrekking aan iemands eigen gemeente? En zo niet, hoe moeten we met hen omgaan? Moeten zij onder tucht worden geplaatst, met als uiteindelijke mogelijke consequentie dat ze van het Koninkrijk van God worden buitengesloten? Dit onderwerp werd in algemene bespreking gegeven, waarbij de buitenlandse afgevaardigden verschillende meningen ten beste gaven.

 

Een tweede onderwerp dat door de BBK werd geïntroduceerd ging over de vraag hoe zij in de toekomst moeten omgaan met de groeiende lijst van zusterkerken en kerkelijke contacten wereldwijd. Zij stelden voor om volledige zusterkerkrelaties te beperken tot de ongeveer 32 kerkverbanden waarmee nu een zusterkerkrelatie bestaat. Met de andere (ongeveer 25) zouden zij dan door middel van deelname in netwerken, bijvoorbeeld International Conference of Reformed Churches (ICRC), contact willen blijven houden. Deze vormen van contact moeten dan regelmatig voor elk kerkverband worden geëvalueerd om te zien of zij voortgezet kunnen worden en nog waardevol zijn.

 

Na het eten was het laatste onderwerp de houding van BBK ten aanzien van het sturen van vrouwelijke afgevaardigden naar synodes van zusterkerken. Het was interessant om te merken dat verreweg de grootste meerderheid van de buitenlandse afgevaardigden tegen deze praktijk was.

Toen dit voorstel later in de week op de synode werd besproken, spraken opnieuw verscheidene afgevaardigden, waaronder ik zelf, om hier bezwaar tegen te maken. Terwijl de BBK sterk het gevoel had dat de zusterkerken de gewoontes van de GKv zouden moeten respecteren, reageerden sommige synodeafgevaardigden met de opmerking dat het voor de BBK gepaster zou zijn om rekening te houden met de wensen van de ontvangende kerken.

 

Ironisch genoeg werd deze dag door een vrouwelijk lid van de BBK afgesloten met Schriftlezing, een lange uiteenzetting over het gelezen gedeelte, en gebed. Verscheidene buitenlandse afgevaardigden waren hier niet blij mee en sommigen spraken van provocatie. Niet een prettig slot voor een overigens goede dag met besprekingen, waar, hoewel niet altijd eensgezindheid de boventoon voerde, toch de broederlijke harmonie overheerste.

 

Op woensdag 26 maart bracht de bus ons naar de stad Rotterdam. We werden getrakteerd op wat 'sightseeing' ervaringen, inclusief een lunch in de Euromast. Een paar Rotterdamse stadsgidsen wezen op verschillende bekende plekken en gaven uitgebreide toelichting op de geschiedenis van deze in veel opzichten unieke stad, die ook één van de grootste zeehavens ter wereld is.

's Avonds hebben we een aantal vertegenwoordigers van het deputaatschap Zending, Hulp en Toerusting (ZHT) ontmoet en van De Verre Naasten. Deze organisaties ondersteunen wereldwijd zending en noodhulp.

 

Donderdag 27 maart vervoerde de bus ons naar Kampen. Hier hebben we naar een aantal presentaties door verscheidene professoren en docenten van de Theologische Universiteit geluisterd:

Na elke presentatie was er gelegenheid om vragen te stellen.

 

's Avonds bezochten de buitenlandse afgevaardigden een eredienst die door de kerkenraad van Ede-Zuid was bijeengeroepen, samen met de gemeente van Ede-Noord, tijdens welke dienst het Avondmaal werd gevierd. Verschillende predikanten namen aan de dienst deel. Het liturgische deel van de dienst werd verzorgd door de plaatselijke predikant, Ds. J.M. van Leeuwen, de Schriftlezing door Ds. Daniel Kithongo (African Evangelical Presbyterian Church Kenia), de preek door Ds. Hiralal Solanki (Presbyterian Church of India).
Dit bleek een heel emotionele ervaring waar mensen vanuit meer dan 20 verschillende landen van over de hele wereld samen konden zijn in een eredienst en het Avondmaal vieren. Het zingen van het gezang 'De kerk van alle tijden kent slechts één vaste grond' gaf ook een diepere betekenis weer.

 

Vrijdag 28 maart was de dag waarop de buitenlandse afgevaardigden verwelkomd werden door en deel mochten nemen aan de Synode van Ede. Het rapport en de aanbevelingen van de deputaten voor contact met buitenlandse kerken (BBK) werden behandeld. De zaken waar hierboven aan werd gerefereerd (zusterkerkrelaties en contacten via netwerken, en zusters als officiële afgevaardigden naar synodes van zusterkerken) werden met een paar minimale wijzigingen door de synode aangenomen. Voor wat betreft zusters die worden afgevaardigd zei de synode dat de BBK rekening moest houden met plaatselijke praktijken.

 

In de loop van de dag spraken verschillende buitenlandse afgevaardigden de Synode toe, brachten groeten over en uitten in meerdere gevallen woorden van zorg over de richting waarin de GKv bezig zijn te gaan. Zorgen vooral over de schriftkritische benadering van de Bijbel en de hermeneutiek die tegenwoordig door de TUK wordt uitgedragen en waarvan de weerslag te zien is in het rapport van de deputaten Man/Vrouw in de Kerk (M/V).

Verscheidene synodeafgevaardigden gaven een reactie. De voorzitter van de Synode, Ds. P.L. Voorberg, wees op het grote aantal bezorgde uitspraken van zusterkerken wereldwijd. Hij zei dat de synode hier goede aandacht aan moest geven en ze niet achteloos ter zijde schuiven.

 

Zaterdag 29 maart werd de Synode voortgezet met meer discussies over het BBK rapport. Een afgevaardigde vroeg de voorzitter of het niet wenselijk zou zijn dat de synodeafgevaardigden meer rechtstreeks in gesprek met de buitenlandse afgevaardigden zouden gaan over de geuite zorgen. Na enige overweging informeerde de voorzitter later die dag de vergadering dat het moderamen had besloten dat op dat moment niet toe te staan, maar om eerst als synodeafgevaardigden de brieven met zorgen van de zusterkerken te bespreken.

 

Een ontroerend moment deed zich voor toen de afgevaardigde van Papua Indonesia Ds. Yan Richard Wambraw de groeten overbracht van de GGRI-Papua. Dit kerkverband was tot stand gekomen vanuit zendingswerk door GKv en CanRC zendelingen. Onze eigen Ds. H. Versteeg bezoekt nog steeds elke jaar deze zusterkerken. De GKv was drie jaar geleden op de synode van Harderwijk een zusterkerkrelatie aangegaan met de GGRI-Papua. Dit was de eerste keer dat hun afgevaardigden op een synode van de GKv aanwezig waren. Verrassend om getuige te zijn van Gods genade wanneer mensen, die niet zo lang geleden nog volledig geïsoleerd en in een heidense cultuur leefden, konden spreken over hun geloof en delen in de Christelijke gemeenschap van broeders en zusters vanuit de hele wereld.

 

's Middags, na afloop van de synode, hadden de twee afgevaardigden van onze Australische zusterkerken en ik gelegenheid de drie leden te ontmoeten van de adviserende commissie voor behandeling van de vermaanbrieven die onze kerken hadden gezonden. Ook waren de voorzitter en de eerste scriba van de synode en twee BBK deputaten aanwezig. We konden een heel goed en open gesprek hebben over de zorgen die we in deze brieven hadden omschreven. De Nederlandse broeders lieten oprechte belangstelling zien en stelden talloze vragen. Of het de gewenste resultaten zal hebben is afwachten. We zullen het in de handen van de Here laten.

 

Natuurlijk zou er veel meer te zeggen zijn over het bezoek aan de Synode van Ede. Terwijl sommige synodeafgevaardigden waarderende woorden spraken over de door ons geuite zorgen, heb ik de indruk dat de meerderheid van de afgevaardigden tevreden is met de richting die de kerken zijn ingeslagen. Met name de boodschap uit Kampen is heel duidelijk. We leven in andere tijden en om relevant te zijn in deze wereld moeten we ons aan de tijd waarin we leven aanpassen.

 

We kregen een warm en gastvrij onthaal van onze Nederlandse broeders en zusters. Maar ondanks momenten van goede kameraadschap konden we ook een sluipende vervreemding bemerken. Bij herhaling werd ons verzekerd dat de Nederlandse kerken trouw aan het Woord wensen te blijven en dat we als broeders en zusters elkaar moeten vertrouwen. Toch is het uit de overwegingen ter synode en uit persoonlijke reacties duidelijker geworden dat we verder uitelkaar aan het groeien zijn. We bidden dat de Here over onze zusterkerken waken wil en hen trouw doen blijven in een seculier en postmodern land.

 

Gerard J. Nordeman

 

Vertaling uit het Engels: R. Sollie-Sleijster