Printen

Feest van genade in Drachten 1

 

D.J. Bolt

19-11-11

 


In veel gereformeerde, evangelische en baptistenkerken wordt het project 'Feest van genade' uitgevoerd. Nadat het eerder plaatsvond in GKv Drachten-Nijenga, nu ook in het vrijgemaakte gemeenten van Drachten-Oost en Drachten-ZuidWest.
Feest van genade, verder afgekort als FvG, is een 'totaal' project dat veertig dagen en normaal zes weken aan een stuk duurt. Alle 'normale' activiteiten van de gemeente worden erbij betrokken. Er zijn themadiensten die de onderwerpen behandelen die door de bedenkers van het project, Aad Kamsteeg en Ronald Westerbeek zijn aangedragen in hun boek 'Feest van genade'. De mannen-, vrouwenverenigingen, andere studiegroepen en jeugdverenigingen moeten hun reguliere Bijbelstudies staken en hun agenda vullen met besprekingen van deze thema's. En aangezien deze bijeenkomst veelal een keer per veertien dagen plaatsvinden is het hele project in Drachten over zes maal twee weken, dus ongeveer drie maanden, uitgesmeerd.

 

Het is dus een totaal project. Iedereen wordt geacht er aan mee te doen. De gemeente is in groeigroepen geformeerd die veertiendaags bijeenkomen moeten komen. Het is de mannen- en vrouwenverenigingen toegestaan is hun eigen vergaderingen te blijven houden.
Voor jongeren werd speciaal materiaal ontwikkeld voor "prikkelende avonden die hen uitdagen om de weekthema's toe te passen op hun eigen leven". Ook voor de kindernevendiensten is het een en ander beschikbaar. Dit alles met handleidingen voor hen die het project moeten sturen.
De predikanten preken elke veertien dagen op basis van een van de opgegeven thema's in diensten die bij voorkeur een feestelijk karakter moeten krijgen met combo en muziekgroep. Met 's zondagavonds af en toe ondersteund door een praisebijeenkomst.

 

Maar de betrokkenheid is ook dagelijks en vraagt de totale inzet van de deelnemers. Per dag is er een inleidinkje op het thema in het projectboek. Een of meerdere teksten worden opgegeven op bestuderen. Er wordt gevraagd deze op je persoonlijk leven te betrekken. En vervolgens is er ook nog een min of meer voorgeschreven tekst die persoonlijk kan worden gebeden.  
Het zal veel tijd kosten, onderschat het niet, waarschuwt het boek. Daarom wordt ook gevraagd alle andere activiteiten binnen en buiten de kerk "even op een laag pitje te zetten".

 

Een website van CV/Koers waar de auteurs Kamsteeg en Westerbeek aan verbonden zijn of waren geeft additioneel materiaal. Zo kunnen ervaringen worden gelezen van gemeenten die dit project al achter de rug hebben, het instellen van gemeentegroeigroepen, inzicht verdiepende artikelen en zelfs preken.

 

Doel

 

Wat is nu het doel van dit allesomvattende gemeenteproject?

Het projectboek stelt dat het niet om gaat "dat je boek geïnteresseerd doorleest. Het boek is zelfs niet geschreven om je kennis over God te vergroten". Waarom dat het dan wel?

Het gaat erom dat deze veertig dagen (bij ons dus tachtig) "een bijzonder tijd worden waarin je er heel bewust voor kiest tot te laten dat God in je hart werkt en je leven vernieuwt". Het gaat er om dat je dat wilt. Als dat het geval is "dan blijven deze dagen niet zonder gevolgen". Je zult groeien in je geloof, Gods Geest zal in je worden uitgestort, je zult vernieuwd worden. Je zult in je leven "iets van de kwaliteit van het leven van onze Here Jezus laten zien".

Elke dag zul je de vrucht van de Heilige Geest tonen en de gezindheid van de Geest. Je krijgt van Hem de toerusting voor jouw plek en taak in de gemeente.

 

Na dit persoonlijke doel blijkt het project ook aan te sturen op de opdelingen van de gemeente in groeigroepen. Daarvoor maakt een uitgebreid Werkboek voor de groeigroepen deel uit van het projectboek. Uit het aanbevolen materiaal valt af te leiden dat de 'gewone' Bijbelstudiegroepen eigenlijk zouden moeten vervangen worden door deze groeigroepen. Het liefst zou men de gemeente in zijn totaliteit hierin volledig opdelen zodat een gemeente een 'verzameling van groeigroepen' wordt.

De groepen komen wekelijks bij elkaar om zich intensief van elkaars wel en wee op de hoogte te stellen, voor elkaar te bidden, hulp te verlenen en Bijbelstudie te doen.

Daarnaast kunnen "gebedstrio's" bestaande uit drie mannen of drie vrouwen, worden gevormd om heel specifieke noden en zonden voor elkaar te belijden en voor elkaar te bidden.

 

Missionair

 

Het project loopt uit op een uitgebreid pleidooi om "missionaire kerk" te worden. Een 'open' kerk waarin bij wijze van spreken ongelovigen graag over de drempel stappen en waarin alles gericht is op "de groei die van buiten komt". Daarom komt er in het voorjaar een nieuwe evangelisatieactiviteit aan die gestart gaat worden met een gemeentevergadering waarop een spreker van Centrum Dienstverlening Gereformeerde Kerken het woord zal voeren.
"Deze periode moet doorwerken" in de gemeente, zo stelt de organiserende commissie gemeenteopbouw.

 

Mooie doelen

 

Wie zou er iets op tegen kunnen hebben dat we met elkaar proberen ons geestelijke leven, ons leven met de HERE een krachtige impuls te geven? Proberen met elkaar tot vernieuwing te komen en de band met elkaar te versterken?

En bovendien ook de naaste proberen te bereiken met het evangelie. Dat is immers rechtstreekse opdracht van de Here Jezus.

Het valt niet te ontkennen dat we daar vaak schromelijk in te kort schieten. Terecht dat een kerkenraad zich overeenkomstig zijn opdracht inspant om de schapen die hem zijn toevertrouwd 'bij de les te houden'.

 

Tegelijk betekent dat niet dat met al die mooie doelen elke methodiek en alle aanbevolen materialen geheiligd zijn. Positief-kritische overweging is beslist noodzakelijk. Welke bronnen worden hier aangeboord? Waardoor komt het dat je soms een 'unheimisch' gevoel krijgt bij het verwerken van het gebodene? Waarom ontstond er toch een zekere onrust op de Bijbelstudieverenigingen over de inhoud van het projectboek? Zodanig zelfs dat in een preek gepoogd werd deze te neutraliseren?

 

Het is niet de bedoeling in volgende artikelen om het project minutieus af te kraken. Er wordt veel in aangeboden dat hartelijke instemming en overweging verdient. Maar toch ook om aan te wijzen waar richtingen worden gewezen die bedenkelijk zijn of niet passen bij ons gereformeerde belijden. En te proberen het positieve te behouden.

 

Wordt vervolgd.