Printen

GS Ede Verslag 17-503 – OOG TUK HKO

 

D.J. Bolt

24-01-15

 

De synode van Ede is juni 2014 provisorisch gesloten. Dat betekent dat de vergadering formeel beëindigd is maar alleen nog voor specifieke opdrachten of beslissingen weer bijeenkomt. Zo waren er dan vrijdag 16 en zaterdag 17 januari jl. opnieuw zittingen in het kerkgebouw van de GKv te Ede.

 

De agenda:

 

Vrijdag 16 januari 2015 – GS Ede Verslag 17-503 - OOG TUK HKO

- Ondersteuning Ontwikkeling Gemeenten OOG

- Deputaten Administratieve Ondersteuning [geen verslag]

- Commissie van Beroep in predikantszaken (comité)

- Theologische Universiteit (comité)

- Herziening Kerkorde

 

Zaterdag 17 januari 2015 – GS Ede Verslag 18-503 - Yachad F&B TUK

- Voorstel GKv Ommen-West m.b.t. evangelieverkondiging aan Joden

- Financiën & Beheer (gedeeltelijk comité)

- Ontvangst nieuwe docenten Systematische Theologie TUK

 


Vrijdag 16 januari 2015

 

Opening

 

De preses dr. P.L. Voorberg opent de vergadering op christelijke wijze.

Van de gemeente te Ede is een nieuwe voorzittershamer gekregen. Hij zal die met de nodige voorzichtigheid hanteren.

N.a.v. een aantal gedeelten uit de Schrift (Hebr.4:12, Jes.55:10,11, 2Tim.3:16, Rom.1:15) staat de preses stil bij de onrust die de laatste tijd in de wereld is ontstaan. Het nieuwe jaar is niet goed begonnen. Er zijn oorlogen en geruchten van oorlogen. Het is de mensheid niet gelukt de vrede te bewaren of te bereiken. Woorden van vrede en liefde halen weinig uit.

Tegelijk is daar de kerk die als kerntaak de verkondiging van het evangelie heeft. Die taak maakt ook dat de wereld nog steeds bestaat.

Het Woord zet ons soms met een schok stil, bevrijdt van verkeerde gedachten. Wetenschappers komen tot conclusies die allang uit de Schrift bekend konden zijn. Het Woord zal zijn effect niet missen, het keert niet leeg terug ook al zien we dat niet altijd. Dwalingen worden er mee ontmaskerd. Het heeft reddende kracht. Tegen de klimmende terreur is het Woord het sterkste wapen.

 

Speciaal welkom aan deputaten Ondersteuning Ontwikkeling Gemeenten (OOG):

- Br. J.M. van der Eijk

- Zr. Goeij-Van Dooren

- Br. J.F. Walinga

 

Memorabilia
 

De preses memoreert het wel en wee van verschillende synodeafgevaardigden en bij het werk betrokken deputaten.

Hij noemt met veel respect het werk van de brs. Stoit en Jonkman die de Acta klaar gemaakt hebben.

Verder is de naam van het deputaatschap SHOK gewijzigd in SHOCK: Studie deputaatschap heroriëntatie ondersteuning classes en kerken, classes is toegevoegd.

Er is een plan van aanpak van het deputaatschap M/V en ambt. Dat is ter kennisname en niet aangeleverd voor commentaar. De deputaten kunnen er mee aan het werk.

 

Empirische onderzoek M/V

 

Het deputaatschap M/V in de kerk wil € 20.000 voor een empirisch onderzoek naar de positie van de vrouw in de kerk door Praktijkcentrum. F&B adviseert positief omdat het voortkomt uit het eerdere besluit van de synode.

 

BESPREKING

 

Br. Poutsma

Het gaat om een studie voor positie van de vrouw in de kerk n.a.v. het synodebesluit over rol van man én vrouw in het ambt. Maar er ligt geen plan van aanpak. Aan het deputaatschap moet meegegeven worden dat het gaat om de rol van man en vrouw in hun samenhang, daar ging het in het besluit om.

 

De vergadering gaat zonder hoofdelijke stemming akkoord.

 

Strategische beleid Theologische Universiteit

 

Preses

Er is nog geen voorstel m.b.t. het strategische beleid t.a.v. de universiteit beschikbaar. De wel beschikbare stukken zullen eerst door de TUK en het moderamen worden bekeken. De generale synode van de CGK vergadert over deze zaak in februari. De stukken moeten vóór de zomer, eind mei/begin juni, door ons worden behandeld om het strategisch beleid vast te stellen. In die vergadering kan dan ook afscheid van de hoogleraren Te Velde, Kamphuis en Van der Pol worden genomen en een vervanger voor prof. Van der Pol benoemd. De generale synode wordt dus ook nu weer provisorisch gesloten. Het moderamen komt nog met een vergaderdatum.

 

BESPREKING

 

Ds. Van Wijnen

Is deze fase van TU zo ingewikkeld dat er twee maanden nodig zijn om goed na te denken en besluiten voor te bereiden?

 

Ds. Tigelaar

Waarom zijn er geen stukken?

 

Preses

Er is wel wat aangeleverd maar dat is niet besluitrijp. Het is te vaag voor een openbare zitting. Eventueel kan in een besloten zitting wat meer informatie worden gegeven.

 

Verantwoording correspondentie

 

Preses

We hebben als moderamen veel correspondentie gevoerd, o.a. over benoemingen, en daar u een algemene verantwoording van gegeven zonder in allerlei details te treden.
 

Verder is er een brief van ds. K. Folkersma e.a. om bepaalde punten opnieuw in behandeling te nemen. Dat kan niet. Opnieuw behandelen kan alleen door de generale synode van Meppel.

 

BESPREKING

 

Ds. Zomer

Ik heb inzage in de correspondentie gehad. Ik ben het eens met de mededeling dat het niet opnieuw op de agenda kan worden gezet hoewel ik dat wel zou willen. Ik heb spijt van mijn stem vóór het besluit tot eenwording met de NGK.

U zegt dat opnieuw bespreken 'niet mogelijk' is, niet 'niet wenselijk'. Maar dat hebben we eerder wél gedaan. Ds. Folkersma heeft dat aangedragen.

 

Ds. Van der Schee

Ik heb al eerder eens gezegd: je kan terugkomen op eerdere besluiten. Dat is zonder meer mogelijk, ook al is het buitengewoon onwijs. Het is in de vrijheid van de vergadering om daartoe te besluiten.

 

Ds. Buitendijk

Staat de synode achter publicaties van de preses en van scriba 2?

 

Schorsing voor moderamenoverleg

 

Preses

Het precedent dat ds. Zomer noemde betrof besluiten van de DKE. Het werk van DKE zou bemoeilijkt worden als bepaalde punten in de besluiten niet zouden worden aangepast. Daar kun je wat aan doen op een volgende vergadering. En dat is gebeurd om een weeffout te herstellen binnen hetzelfde proces van behandeling van DKE zaken. Maar het gaat nu om een afgerond besluit.

 

T.a.v. ds. Van der Schee: We hebben de synode al provisorisch gesloten. De synode is klaar, behalve een aantal specifieke punten dat nog over is.

 

De publicaties die ds. Buitendijk noemde betreft een publicatie van ds. Vreugdenhil als deputaat DKE. Dat is dus een zaak van het deputaatschap en niet van de synode.

En de publicatie over mijn uitspraken is door een site uit een particuliere correspondentie geplukt. Daar reageren we dus niet op.

 

Wil iemand hier nog over?

 

[Niemand]

 

Ondersteuning Ontwikkeling Gemeenten (OOG)

 

Er zijn drie zaken aan de orden:

 

- Eindverslag OOG 2014, zie Bijlage 1

- Voorstel financiering project

- Decharge

 

Deputaten – Br. J.M. van der Eijk

De afronding van het werk is gebeurd. Resterende taken waren: overdracht werkzaamheden Werkgroep Gemeentestichting aan deputaten Aanvullende Steun Missionaire Projecten (ASMP); een beslissing m.b.t. subsidie aan de City-kerk van Amsterdam (€ 5000); subsidiëring van een onderzoek van Tim Vreugdenhil naar levensvatbaarheid missionaire projecten en welke leerpunten zijn ervaren.

Er moet nog een accountantsrapportage over 2014 worden verkregen.

We zijn er trots op dat de afbouw van OOG is gebeurd met de middelen die ons zijn toevertrouwd. We zijn klaar voor decharge.

 

BESPREKING

 

Ds. Van Wijnen

Ik ben benieuwd naar het gesprek met Maastricht.

 

Br. Bomhof

Hoe staat het met de arbeidsrechtelijke zaken? Dat levert toch nog een onzekere financiële situatie op? Hoe kan die nu al op het jaar 2014 zijn afgeboekt?

 

Br. Kruse

Ik heb waardering en bewondering voor het werk van de deputaten.

Wat betreft de financiële afwikkeling 2014: er was € 350.000 beschikbaar gesteld maar nu is € 300.000 overgemaakt.

 

Deputaten OOG – Br. Van der Eijk

Er is aan het Praktijkcentrum € 350.000 bijgedragen. Daarna gaat het om €300.000 per jaar.

 

Deputaten OOG – Br. Walinga

Deputaten ASMP hebben voor een eerste oriëntatie overleg met Maastricht gehad. Daarbij is op een eerlijke manier het verleden op tafel gelegd. Er is duidelijk sprake van vertrouwen. Een nieuw projectplan is gemaakt. Eerst was OOG negatief maar het vindt nu dat er een goede oplossing voor Maastricht is. Er blijft in de toekomst gekeken worden naar de geldstroom naar dit project.

 

Deputaten OOG – Zr. De Goeij-Van Dooren

Er is nog de zorg voor één zieke werknemer, verder is alles arbeidsrechtelijk afgerond. Daarom is er nog in overleg met F&B een reservering voor twee jaar opgenomen. Het gaat daarbij om salaris, re-integratie, begeleiding en eventueel externe adviezen.

 

Preses

Aan de orde is een voorstel voor de financiering van een onderzoeksplan Ervaringen Missionaire Gemeentestichting [Zie Bijlage 2]. Wij beperken ons in de bespreking tot de grootte van het bedrag, € 18.000.

 

Deputaten OOG – Br. Van der Eijk

Het gaat om het ophalen van ervaringen van gemeentestichtingsprojecten en experimenten en die te delen met de kerken in het algemeen. De eerdere opdracht tot ontwikkeling van een gereformeerde identiteitsconceptie, dat in het budget tot 2014 was opgenomen maar nog niet is afgerond, is er aangekoppeld.

 

BESPREKING RONDE 1

 

Br. Poutsma

Het is een geweldig mooi plan. Maar wat ik niet begrijp is dat het niet gewoon door het PC gebeurt. We moeten ook focussen op effectiviteit. Waar is hier de legitimatie van de kosten?

 

Br. Halma

Als Poutsma. De kosten van beide projecten, € 36.000, zijn al onderdeel van het PC budget.

 

Br. Kruse

De synode heeft aan het PC een zevental taken opgedragen. Dit is er een van. Het is logisch deze van zijn budget van € 300.000 te bekostigen. Waarom wordt er nu weer extra geld gevraagd? Die extra gevraagde € 18.000 moet dus van de € 300.000 af.

 

Deputaten OOG – Br. Van der Eijk

Het gaat om twee projecten. De vorige synode wilde nagedacht hebben over de gereformeerde identiteit van missionaire initiatieven. Daar is aan begonnen maar het kon nog niet worden afgerond. Het is namelijk ingewikkeld. In begroting van 2014 was er voor gereserveerd maar er moet nog meer aan worden gedaan.

Deze synode wil lessen leren uit missionaire activiteiten. Daaraan zijn kosten verbonden. Van de twee nu gekoppelde projecten is al €18.000 betaald in 2014. Resteert dus nog €18.000.

De extra kosten zouden conceptueel ook prima van het PC quotum kunnen. Maar het onderzoek kost wel € 18.000. Dus een extra bedrag is nodig voor een extra project dat het PC uitvoert. Laten we het daarom niet van het quotum aftrekken en het voor deze keer nog gewoon zo doen.

 

BESPREKING RONDE 2

 

Br. Kruse

Ik ben wel graag vriendelijk en aardig maar vraag wel de verzekering dat deze redenering niet meer wordt gevolgd voor de andere taken die het PC heeft. Dus laten we maar genereus zijn voor deze keer.

 

Ds. Van der Schee

Het PC budget is op basis van de besluiten die we namen. Voor extra dingen die daar niet in staan kan pas extra geld beschikbaar worden gesteld als we daartoe besluiten. Tot dit project is later besloten.

Het is overigens niet zo logisch dat de deputaten hun onderzoek aan het PC uitbesteden. Zij zouden het ook zelf kunnen doen. Is die uitbesteding geen overkill? Zo'n grote opdracht is het toch niet?

 

Deputaten OOG – Br. Van der Eijk

Er komen niet meer verrassingen. Tenminste als de synode zo snel mogelijk sluit…

 

STEMMING

Besluit 8: Met algemene stemmen aangenomen.

Besluit 1 (decharge): Met algemene stemmen en applaus aangenomen.

 

Preses

OOG heeft vele jaren gefunctioneerd. Hun werk is nu afgesloten. Dat is een zeer bijzonder moment. De werkzaamheden waren zeer breed, zie de eindrapportage. Het is niet makkelijk geweest het Bureau Dienstverlening af te stoten.
Hartelijke dank voor de enorme inzet.

 

Van het PC is een werkbegroting en een rapportage van de voortgang van de ontwikkeling van het centrum verkregen. Daar kon kennis van worden genomen maar de bespreking ervan is aan de volgende synode, 2017 te Meppel.

 

Theologische Universiteit

 

Verantwoording stand van zaken en voordracht benoemingen docenten Systematisch Theologie

 

[Comité]

 

Na drie uren beraadslagen achter gesloten deuren geeft de synode het volgende persbericht uit.

 

PERSBERICHT

Hans Burger en Dolf te Velde benoemd tot universitair docent systematische theologie

EDE – De Generale Synode van de Gereformeerde Kerken in Nederland heeft dr. Hans Burger en dr. Dolf te Velde benoemd tot universitair docent systematische theologie aan de Theologische Universiteit in Kampen. Hun benoeming vindt plaats in de vacatures die ontstaan vanwege het emeritaat van prof. dr. Barend Kamphuis op 5 oktober 2015.

Dr. Hans Burger (1974) studeerde theologie in Kampen en Zürich en was werkzaam als assistent in opleiding aan de Theologische Universiteit en later als predikant in Franeker. In 2008 promoveerde hij bij prof. dr. Barend Kamphuis op de studie Being in Christ. A Biblical and Systematic Investigation in a Reformed Perspective. Vanaf 2011 werkte hij als postdoc en senior onderzoeker aan de Theologische Universiteit in Kampen. Afgelopen jaren leverde Burger een belangrijke bijdrage aan de hermeneutische bezinning binnen de Theologische Universiteit Kampen. Verder houdt hij zich bezig met de ontwikkeling van een gereformeerde Bijbelse theologie, onder meer op het terrein van de heilsleer. Recent publiceerde hij met Reinier Sonneveld Cruciaal: de verrassende betekenis van Jezus’ kruisiging. Burger is getrouwd en heeft drie kinderen.

Dr. Dolf te Velde (1974) studeerde theologie in Kampen en Grand Rapids (VS) en was aan de Theologische Universiteit werkzaam als assistent in opleiding, onderwijscoördinator en postdoc. Sinds 2007 is hij predikant van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) te Pijnacker-Nootdorp. In 2010 promoveerde hij bij prof. dr. Barend Kamphuis op Paths Beyond Tracing Out: The Connection of Method and Content in the Doctrine of God, een studie naar de godsleer in de gereformeerde scholastiek, bij Karl Barth en in de Utrechtse school. Als kenner van de oude gereformeerde theologie was hij tevens redacteur van het vorig jaar verschenen eerste deel van de wetenschappelijke editie van de Synopsis Purioris Theologiae, het zeventiende-eeuwse Leidse handboek voor gereformeerde theologie. Te Velde is getrouwd en heeft zes kinderen.

Beide docenten, van wie Burger per 1 februari in zijn nieuwe functie begint en Te Velde per 1 september, zijn door de synode benoemd voor onbepaalde tijd voor 0,7 fte. Het College van Bestuur van de Theologische Universiteit voegt hier een tijdelijke onderzoeksaanstelling van 0,1 fte aan toe, voor Burger aan de universiteit en voor Te Velde in een gezamenlijk onderzoeksproject met de Evangelische Theologisch Faculteit Leuven op het gebied van de oude gereformeerde theologie.

 

Herziening kerkorde

 

Deputaten

- Ds. K. Harmannij

- Ds. P. Niemeijer

- Br. P.T. Pel

- Prof. dr. M. te Velde

 

Preses

We heten deputaten Herziene Kerkorde hartelijk welkom. We waarderen hun soepelheid dat ze zijn gebleven ondanks de uitloop bij het vorige agendapunt van de vergadering.

Aan de orde zijn de voorstellen op pagina 9 en 10 van het Tweede aanvullende rapport deputaten herziening kerkorde [zie Bijlage 3] en de Aanvulling op het rapport HKO van het moderamen [zie Bijlage 4].

 

Deputaten – Ds. P. Niemeijer

Er moeten nog slechts enkele dingen worden geregeld. Het bindingsformulier moet worden vastgesteld. En er zijn nog wat aanvullingen.

 

Besluit 1

Verantwoordelijkheid voor publicatie en beheer van de kerkorde.

 

Ds. S.W. de Boer

Hoe ver gaat het inhoudelijke beheer van de kerkorde, de modellen en handreikingen?

 

Ds. Van der Schee

Hoe is de verhouding met deputaten generaal voor synodale publicaties zoals bijvoorbeeld kerkboeken?

 

Deputaten – Br. P.T. Pel

Op de website op www.gkv.nl/kerkorde is een knop toegevoegd waaronder de nieuwe KO staat. De deputaten dragen de verantwoordelijkheid voor de teksten die publiek worden gemaakt, dat zijn dus de originele teksten. Daaraan mag niet eigenmachtig worden toegevoegd of veranderd. Kerkrecht moet kenbaar zijn. Het recht moet op site kunnen kijken voor de juiste authentieke tekst. Een model heeft een andere status.

 

T.a.v. ds. Van der Schee: Het gaat hier specifiek over deputaten die verantwoordelijk zijn voor de authentieke teksten. Er zijn geen raakvlakken met de andere deputaten dan alleen dat de KO in het nieuwe kerkboek zal worden opgenomen.

 

STEMMING

Besluit 1: Met algemene stemmen aangenomen.

 

Besluiten 2 en 3

Tekst bindingsformulier [zie Bijlage 3/Conceptbesluiten HKO].

 

BESPREKING RONDE 1

 

Ds. Zomer

Dank voor aandacht die u aan ons amendement hebt gegeven dat eerder met staken van stemmen werd verworpen. Samengevat staat het er nu wel in.

Het 'op gepaste wijze' is nu verbeterd. En ook is toegelicht de wettige kring waarin verantwoord moet worden. Als kerken beslissen we over de moeite die iemand heeft.

Maar ik ben nog meer teleurgesteld dan in eerste termijn. Van dit formulier gaat een verkeerd signaal uit, het zal niet functioneren. Iemand zal zijn 'bezwaren ter beoordeling voorleggen aan kerkelijke vergaderingen'. Maar in het klimaat waarin we verkeren is het niet aangenaam om daaraan te voldoen.
Ik betreur het dat er niet sancties in zijn opgenomen, zoals in het oude formulier, terwijl dat wel volgens de Bijbel en in overeenstemming met het taalveld van de Bijbel is, zie b.v. 1Kor. 9. Het zal hen die afwijken van de Schrift slecht vergaan, zie Galaten 1. Denk aan de molensteen in Mattheüs 18, en ook aan Openbaring 22. Zijn we niet allemaal leugenaars?
De gemeente moet beschermd worden want er zijn leugenaars. Herders kunnen wolven worden die gemeente die met het bloed van Christus is gekocht, bedreigen. Biedt het nieuwe formulier wel voldoende bescherming? Ik overweeg tegen te stemmen om het oude formulier te handhaven.

 

Ds. Sytsma

Het gaat om een van de weinige formulieren die duizenden mensen zullen ondertekenen. Zo'n formulier moet geen toelichting vereisen. En dat is hier wel het geval.
Er staat 'wanneer we ervaren…' en dan worden drie verschillende woorden gebruikt: 'verschil', 'moeite', 'bezwaar'. Wat is de ruimte in deze synoniemen?

En 'moeite niet weggenomen': door wie dan, en in welke mate? De vorige versie van het formulier bood meer ruimte voor publieke bespreking. Hoe is het verlangen daarna hier verwoord?

'Dan zullen wij…' Maar je kunt er toch ook 'mee leven'?
Maak het eens praktisch. NGB art. 30 spreekt over ambtsdragers en sacramenten maar dat staat zo niet in de Schrift. Mag ik dat dan niet van de preekstoel zeggen? Maak het nu eens concreet.

 

Ds. S.W. de Boer

Ik ben heel blij met de veranderingen. Die zijn duidelijk verbeteringen. Gelukkig worden we afgezonken met een molensteen onverminderd het recht van appel …

 

Br. Verkade

Het meeste is al gezegd door ds. Zomer. Ik mis de sancties in het formulier. Terwijl dat normaal is, bijvoorbeeld ook in de maatschappij en het gezin. We missen dat duidelijk, ondanks alle geruststellende woorden. Ik overweeg ook tegen te stemmen om zo naar het oude formulier terug te keren.

 

Ds. Vreugdenhil

Ik vraag me af of het nu duidelijker is want we lazen het gelijk al verschillend. Ik lees het zo. Tot nu toe was het bij elk formeel bezwaar 'stop, niet leren eerst voorleggen'. Nu hoeft dat niet meer aan het begin, maar heel stuk verder op. 'Ervaren verschil' kan nu besproken worden. Maar wordt het bezwaar niet overgenomen dan moet je iets met een kerkelijke vergadering doen. Is dat ruimte die wordt bedoeld?

En 'als moeite niet kan worden weggenomen'? Hele generaties hebben helemaal geen 'moeiten'. Die denken heel anders dan de belijdenis. Dus 'moeite' komt dan ook niet toe aan 'worden weggenomen'.

 

Ds. Van der Schee

Ik heb bewondering voor deze exercitie. Die bewondering is dat de deputaten er in geslaagd zijn de sfeer van de belijdenis in het formulier te verwerken. In het oude formulier wordt de belijdenis niet als belijdenis gehanteerd maar als leerregels. Dat stempelt de hele sfeer. Echter de spanning tussen de leer en de werkelijkheid is niet op te lossen, dat is nog nooit gelukt. Er zijn twee mogelijkheden en je kiest het een of het ander. Het gaat niet om leerregels maar om de belijdenis van de kerk als een levend geheel. Daar zijn we met elkaar steeds mee bezig. Je belijdt bij je openbare geloofsbelijdenis 'wat hier geleerd wordt'. En als je dan iets hebt tegen bijvoorbeeld de kinderdoop, gaat dat niet tegen 'een stuk tekst' maar kom je mij tegen.

Het laatste stuk van het formulier geeft aan dat we een verantwoordingsplicht hebben als we verschil zien tussen het belijden en de Schrift. Dan blijf je in de sfeer en praat je er met elkaar over. Er kunnen sancties komen maar die staan niet van te voren vast en staan ook niet voorop. De tanden van de tijger staan in KO en niet in het formulier. Als we die sfeer houden dan gaat het een stuk beter in de kerken dan nu.

 

Deputaten – Ds. K. Harmannij

Dank u wel voor uw goede woorden.

Over de verschillende termen. 'Verschil': ik stem in met de gereformeerde belijdenis maar het is volgens mij iets anders dan daar in staat, ik heb de indruk dat de Schrift anders spreekt. Dan moet je dat aan de orde stellen. Dat is de grondslag. Er is een bepaalde moeite, open geformuleerd omdat het van alles kan zijn. Maar mogelijk kan die moeite in een gesprek worden weggenomen. Of je láát het maar bijvoorbeeld, zodat het probleem niet meer 'bestaat'.

Maar blijft de moeite dan moet je met je bezwaren naar de kerkelijke vergadering.

Het oud formulier miste elke nuance in afwijking van de leer. Bijvoorbeeld t.a.v. de zaak of diakenen bij de kerkenraad horen of niet. Met het nieuwe formulier willen we kleurverschil open houden.

In deze nieuwe versie t.o.v. die van juni zijn ook de kerkelijke vergaderingen meer in beeld. We laten ook niet op de bonnefooi freewheelen door de kerkvergadering maar te laten wachten tot je een keer komt: eerst daarmee spreken voordat je iets in de gemeente brengt. En ook niet alles in pure geheimzinnigheid en dan ineens 'boem hier zijn we'. De kerk kan een stootje hebben.

 

T.a.v. ds. Zomer: De kring waarin de moeite wordt besproken is beslist de kerk. Daar is het toezicht. Sancties zijn er wel degelijk: als je ondertekent, houd je je aan je woord. De tucht over ambtsdragers is geregeld in het nieuwe KO art. B21:
B21.1 Een predikant die een openbare of in ander opzicht ernstige zonde begaat, zijn ambt verwaarloost of misbruikt, in strijd handelt met het bindingsformulier dan wel het ambtelijk vermaan hardnekkig verwerpt, wordt door de kerkenraad geschorst.
B21.2 Het besluit tot schorsing behoeft de toestemming van de kerkenraad van de naburige kerk.

B21.3 Een schorsing geldt voor ten hoogste een periode van vier maanden.
B21.4 De kerkenraad beslist of na de schorsing afzetting van de predikant moet volgen. Dit besluit behoeft de goedkeuring van de classis.

Maar dit moet niet allemaal in het bindingsformulier. Haal daar het negatieve uit weg en het positieve dat we samen voor dezelfde leer staan, naar voren. Zijn er moeilijkheden dan is de KO duidelijk hoe er dan gehandeld gaat worden. De sancties zijn zeker niet onder tafel gemoffeld.

 

T.a.v. ds. Vreugdenhil en ds. Sytsma: Het oude formulier eiste dat moeiten en verschillen meteen aan een kerkelijke vergadering werden voorgelegd. We hebben nu wel ruimte om eerst over de moeiten te spreken. Tegelijk hebben we op uw verzoek wel weer de kerkelijke vergadering in beeld gebracht in het formulier.

 

Wat voorbeelden betreft, die kun je zelf wel invullen. Een voorbeeld is wat A. Kuyper deed t.a.v. bezwaren tegen NGB art. 36. Daar heeft hij eerst over gepubliceerd en daarna is het in de kerkelijke weg aan de orde gesteld. Door hem zelf? Was het volgens het oude formulier wel correct?
Dus in het nieuwe formulier is een zekere ruimte om er over te discussiëren maar kijk uit neem de belijdenis serieus en maak wel je handtekening waar. En als de belijdenis aangepast moet worden ga je naar de kerkelijke vergadering.

 

Deputaten – Br. Pel

In de KO worden de volgende sancties benoemd:

 

B21 schorsing en afzetting predikant
B21.1 Een predikant die een openbare of in ander opzicht ernstige zonde begaat, zijn ambt verwaarloost of misbruikt, in strijd handelt met het bindingsformulier dan wel het ambtelijk vermaan hardnekkig verwerpt, wordt door de kerkenraad geschorst.

 

B28 schorsing en afzetting ouderlingen en diakenen
B28.1 Een ouderling of diaken die een openbare of in ander opzicht ernstige zonde begaat, zijn ambt verwaarloost of misbruikt, in strijd handelt met het bindingsformulier dan wel de kerkelijke vermaning hardnekkig verwerpt, wordt door de kerkenraad geschorst.

 

Het nieuwe formulier kent drie blokjes: eerst de beloften, dan twee alinea's beginnend met 'wanneer'.

Tweede blokje is subjectief, de 'wij' (majesteitsmeervoud) vindt een moeite bij zichzelf en als hij deze niet zelf kan oplossen legt hij deze vóór aan de kerkelijke vergadering.

Derde blokje: als de kerkvergadering iets hoort van een broeder en zich afvraagt of dit wel past in de ruimte die we hebben dan is die vergadering de eerste om aan te verantwoorden.

 

BESPREKING RONDE 2

 

Ds. Zomer

Ik ben bang voor de tekst met die molensteen. Maar ik ben blij met de beantwoording en ga er in mee.

 

Ds. Vreugdenhil

Ik heb nog enige twijfel. Inhoudelijk zitten we op één lijn. Maar zou het toch niet nog iets duidelijker worden als de tweede regel iets wordt aangevuld?

 

Br. Kruse

Ik vraag me af, geïnspireerd door Vreugdenhil en Sytsma of de logica van de opeenvolgende zinnen wel zo dwingend is als wordt voorgesteld. Zinnen 1 en 4 zijn hoofdzinnen, 2 en 3 tussenzinnen. Zou er tekstueel toch niet het een en ander in de volgorde moeten worden omgegooid?

 

[Schorsing voor deputatenoverleg]

 

Deputaten – Ds. K. Harmannij

Wij zijn ds. Zomer zeer erkentelijk voor zijn instemming nu. Dankzij uw bezwaren tijdens de voorgaande behandeling hebben we de tekst kunnen verbeteren. Zo hebben we toegevoegd dat als het bezwaar blijft dat er dan naar de kerkelijke vergadering moet worden gegaan. Verder vinden we het beter om de tekst nu zo te laten en achten het niet verstandig om die nu nog geheel om te gooien.

 

AMENDEMENTEN

 

Geen.

 

STEMMING

Besluit 2 en 3: Met algemene stemmen aangenomen.

 

Preses

Dit is toch wel heel bijzonder gebeuren.

 

Besluiten 4 en 5

 

BESPREKING RONDE 1

 

Br. H.H. Bouma

Voor de kosten van de 'deputaten voor advies en bijstand aan classes' wordt de betreffende classis aangeslagen. Maar algemene kosten worden toch uit de algemene middelen betaald? Waarom hier de classis aangeslagen?

 

Br. Poutsma

Als er moeiten zijn tussen de predikant en zijn kerkenraad dan is het wat diffuus wanneer dit deputaatschap optreedt en wanneer het andere deputaatschap begeleiding en bemiddeling.

De bemensing van het deputaatschap is een hele uitdaging. Deze mensen hebben toerusting nodig en goede kennis van het kerkelijke leven en de KO. Komt er een centrale toerusting?

 

Ds. Vreugdenhil

Losmaking van een predikant en daaropvolgende beroepbaarstelling zijn gevoelige dingen. Ik ben blij met deputaten die wat op afstand staan. Hoe is de taakverdeling precies tussen de deputaatschappen en wanneer is advies en goedkeuring verplicht? Soms lijkt advies optioneel, een andere keer verplicht.
Hoe is een en ander in het overgangsrecht geregeld?

 

Deputaten – Br. Pel

De deputaten 'advies en bijstand aan classes' (ABC) zijn nodig voor de interimperiode. Daarmee beogen we te voorkomen dat we in een lacune terecht komen. Art. 49 deputaten zijn er niet meer want er is geen particuliere synode meer. Kern is dat de taak volgens art. 49 nog af en toe nodig is als een classis er om vraagt. Soms is dat voorgeschreven, soms op eigen verzoek.

 

Kosten worden in rekening gebracht aan de classis die het deputaatschap oproept voor door werkzaamheden in haar regio. Het zijn dus specifieke kosten voor die bepaalde klus.

Dit deputaatschap en het deputaatschap 'bemiddeling en begeleiding' (B&B) zullen elkaar niet bijten. Deputaten B&B is voor plaatselijke begeleiding en wordt daarvoor ingeroepen. Als het over zaken gaat die de classis raken zullen de ABC deputaten worden ingeschakeld. Werkzaamheden kunnen het best in overleg gebeuren.

 

Er komt toerusting. Dat is een taak van ons. Er is een scholingsprogramma in opbouw. Ook voor deputaten. Waarschijnlijk moet dit een permanent gebeuren worden.

 

Deputaten – Ds. K. Harmannij

T.a.v. ds. Vreugdenhil: Er kan ook vrijwillig een beroep op de ABC deputaten worden gedaan. Maar in andere gevallen is er een verplichting ze in te schakelen.

 

Deputaten – Prof. dr. M. Te Velde

'Op verzoek' in artikel 1 is afkomstig uit een oude instructie: dat is dus op afroep.

'Op verzoek' in artikel 2 is als er 'gedoe' is.

 

Ds. Vreugdenhil

Ik snap 1 en 2. Maar waarom dan nog 3? Laat 3 weg want dat valt onder 1.

 

Deputaten – Ds. K. Harmannij

3 valt niet onder 1. Onder 1 gaat het over de kerkenraad. Vandaar dat 3 apart staat.

 

AMENDEMENT

 

Ds. Tigelaar

De kosten voor het deputaatschap moeten t.l.v. de synode komen. Het zou bijvoorbeeld onrechtvaardig zijn als alle kosten van examens door een classis zouden moeten worden gedragen.

 

BESPREKING RONDE 2

 

Deputaten – Br. Pel

We kunnen daarin wel meevoelen.

 

Deputaten – Prof. Te Velde

Het betekent wel extra huiswerk m.b.t. F&B. Het gaat puur om reiskosten en dus niet om grote bedragen. Maar als er sprake is van langlopende conflicten dan geldt 'de vervuiler betaalt'. Over 3 jaar komt er een definitieve regeling.

 

Ds. Tigelaar

Ik trek mijn amendement in.

 

STEMMING

Besluit 4 en 5: Met algemene stemmen aangenomen.

 

Besluit 6

 

Ds. A. de Snoo is benoemd tot voorzitter van het deputaatschap.

 

Besluit 1 - Decharge

Met algemene stemmen en applaus aangenomen.

 

Preses

We hebben heel veel waardering voor dit enorme werk.

 

Sluiting

 

Ds. Vreugdenhil.

 


 

BIJLAGEN

 

Bijlage 1 - Eindverslag OOG 2014

 

Intro

Deputaten OOG beëindigen per 31 december 2014 hun werkzaamheden. Voor deputaten OOG stond het jaar 2014 dan ook in het kader van afwikkeling en overdracht van activiteiten. Zij hebben conform de besluiten van de GS Ede 2014 de afsluitende werkzaamheden afgerond voor 1 januari 2015. In het voorliggende rapport doen zij daarvan verslag aan deze synode.

 

Afwikkeling opheffing Centrum Dienstverlening

 

Personeel

Er is nog één personeelslid voor wie deputaten OOG verantwoordelijkheid dragen. Het ziet ernaar uit dat deze verantwoordelijkheid doorloopt tot na 31 december 2014. Mede op basis van extern juridisch advies is met deputaten F&B overeengekomen dat zij de verantwoordelijkheid van deputaten OOG overnemen na opheffing van het deputaatschap. De financiële lasten verbonden met deze verantwoordelijkheid zijn ten laste gebracht van het financiële boekjaar 2014.

 

De gemeenten

OOG ondersteunde het werk in de gemeenten door middel van diensten verleend door het Centrum Dienstverlening. Nu deputaten OOG hun werkzaamheden afsluiten per 31.12.14 en het Centrum Dienstverlening is opgeheven per 01.09.13 hebben het PC en OOG gezamenlijk de kerken geïnformeerd over de veranderingen als gevolg van de generaal synodale besluitvorming en de overdracht van de dienstverlening aan het PC.

 

Administratieve afsluiting

Alle lopende bankrekeningen worden vanaf 1 januari 2015 overgedragen aan F&B, de saldi per ultimo 2014 zijn verwerkt in de jaarcijfers. De bij de fiscus bekende loonbelastingnummers zijn geannuleerd. De websitenaam www.centrum-g.nl is niet meer actief; bij gebruik van deze webnaam wordt automatisch doorgelinkt naar het PC.

 

E&M

Het centrum Dienstverlening fungeerde als loket voor de inning van giften voor Stichting Evangelie & Moslims. Deze taak is in goed overleg met de Stichting overgedragen aan F&B.

 

Websites

Websites met een missionair en/of ondersteunend karakter zijn overgedragen aan de Luisterpost / Bralectah. De hieraan verbonden bijdrage aan de kosten is ten laste van het resultaat in 2014 gebracht.

 

Resterende OOG-taken

Er waren nog enkele taken van OOG die om nadere afstemming vroegen met toekomstige eigenaars.

 

Website homoindekerk

Over de website homoindekerk is overleg geweest met de directeur van het Praktijkcentrum. Er zijn finale afspraken gemaakt over de voortzetting van de website, de benoeming van de redactieleden en de financiële effecten.

 

Overdracht werkzaamheden Werkgroep Gemeentestichting

De werkzaamheden van de Werkgroep Gemeentestichting zullen worden voortgezet door de inmiddels benoemde deputaten Aanvullende Steun Missionaire Projecten. Tussen de werkgroep en het nieuwe deputaatschap is een goed overdrachtsoverleg geweest.

Gezamenlijk hebben deputaten ASMP en de Werkgroep Gemeentestichting een gesprek gevoerd met de kerk van Maastricht n.a.v. de besluitvorming van de generale synode en de ontwikkelingen in Maastricht.

 

Archief OOG

Over het archief van deputaten OOG is contact geweest met het ADC. Alle vergaderstukken zullen digitaal worden aangeleverd aan het ADC. Comiténotulen zullen voor een termijn van 12 jaar gesloten worden bewaard. Arbeidscontracten worden fysiek aangeleverd.

 

Subsidie CityKerk Amsterdam

Deputaten OOG hebben op voorstel van de Werkgroep Gemeentestichting ingestemd met het advies om voor het missionaire project CityKerk Amsterdam een eenmalige startsubsidie beschikbaar te stellen van € 5.000. Met de projectleiding is schriftelijk vastgelegd welke condities aan het verlenen van de startsubsidie verbonden zijn: het aanleveren van een rapport met leerpunten voor de kerken over het initiëren van missionaire activiteiten buiten een gemeentesetting. De rechten en verplichtingen worden per 1 januari 2015 overgedragen aan deputaten ASMP, die dan constructief-kritisch zullen meedenken over de kerkelijke inbedding van het project CityKerk Amsterdam.

 

Gereformeerde identiteit

Deputaten OOG hebben in 2014 aan het Praktijkcentrum een opdracht verleend en een budget van € 18.810 beschikbaar gesteld ten behoeve van de nadere invulling van het begrip gereformeerde identiteit en de toepassing ervan bij gemeentestichtingsprojecten (Opdracht GS 2011). Deze opdracht zal in 2015/2016 worden uitgevoerd door het PC, waarbij het nieuwe deputaatschap ASMP als opdrachtgever functioneert. Resultaten zullen worden gerapporteerd aan de volgende synode.

 

Ervaringen en experimenten missionaire projecten

In de instructie van het nieuw benoemde deputaatschap ASMP is opgenomen dat ASMP erop toeziet dat ervaringen opgedaan in projecten en experimenten via het Praktijkcentrum worden gedeeld met de kerken. GS dient nog een besluit te nemen over de financiële kant van deze opdracht. In een separaat document treft u daartoe een voorstel en de bijbehorende begroting aan.

 

G-bouw

Er bestaan reële plannen om het G-bouw in Zwolle te verkopen. Statutair is vastgelegd dat een batig saldo bij het opheffen van de Stichting zal worden verdeeld onder die Gereformeerde Organisaties welke in de vijf jaar voorafgaande aan de ontbinding huurder waren van de stichting naar rato van de door haar betaalde huur in deze 5 jaar. Een eventuele afhandeling van de verdeling van het resterende saldo is onder de aandacht van F&B gebracht.

 

Financiën

 

Financieel verslag 2013

Het financieel verslag 2013 en de controleverklaring van de onafhankelijke accountant is ter hand gesteld van deputaten F&B. De transitiekosten verbonden aan de opheffing van Centrum Dienstverlening zijn grotendeels ten laste van het jaar 2013 gebracht. Dit verklaart het negatieve exploitatieresultaat in 2013. Dit negatieve resultaat is in het jaar 2014 geheel “goedgemaakt”, door de lagere kosten verbonden aan uitvoering van de synodeopdrachten door het PC.

 

Afwikkeling Financiën 2014

In 2014 werd aan OOG, evenals in voorgaande twee jaren, € 595.100 ter beschikking gesteld. Deputaten OOG hebben voor de uitvoering van de aan hen gegeven opdrachten in 2014 € 350.000 beschikbaar gesteld aan het Praktijkcentrum. Voor de ondersteuning aan missionaire projecten werd in 2014 € 342.000 ter beschikking gesteld, waarvan € 260.000 is besteed.

Aan deputaten F&B is een geprognosticeerd financieel verslag over 2014 aangereikt; de financiële afhandeling zal via hen verlopen. Deputaten F&B is ook gevraagd of, ingeval er nog sprake zal blijken te zijn van uitstaande vorderingen of andere onvoorziene omstandigheden, zorg te dragen voor een goede afhandeling. Deputaten F&B hebben daarmee ingestemd.

 

Financiële terugblik over de periode 2009-2014

Het deputaatschap OOG heeft zes jaar bestaan. De twee grote activiteiten van dit deputaatschap waren het besturen van het Centrum Dienstverlening en het ondersteunen van missionaire projecten. De financiële stromen voor beide activiteiten zijn altijd gescheiden gehouden. De bijdrage van de gereformeerde kerken aan missionaire projecten bedroeg over de periode 2009 tot en met 2014 € 1.443.000, gemiddeld € 240.000 per jaar. Voor de overige opdrachten betrof de bijdrage van de kerken over deze jaren 3.169.000, gemiddeld € 528.000. Uit de toegevoegde bijlage blijkt ondermeer dat deputaten OOG binnen de aangegeven financiële ruimte voor de periode 2012-2014 de synodeopdrachten hebben uitgevoerd en het Centrum Dienstverlening hebben opgeheven zonder aanspraak te hoeven maken op de in 2012 aanwezige financiële reserves.

 

Conceptbesluittekst

 

Materiaal:

  1. eindverslag OOG 2014;
  2. aanvraag financiering onderzoeksplan Ervaringen Missionaire Gemeentestichting.

 

Besluit 8:

ter bekostiging van een onderzoek, voortvloeiend uit onderdeel b van de Instructie, aan deputaten aanvullende steun missionaire projecten een budget toe te kennen van maximaal € 18.000 voor de jaren 2015 en 2016.

 

Grond:

De instructie van het deputaatschap aanvullende steun missionaire projecten vraagt om nadere uitwerking wat betreft de financiële consequenties.

 

Nog te nemen besluit

 

Besluit 1:

deputaten ondersteuning ontwikkeling gemeenten decharge te verlenen.

 

Bijlage

Overzicht quotum OOG 2009 – 2014

 

Bijlage 2 – Financiering onderzoeksplan

 

Financiering Onderzoeksplan Ervaringen Missionaire Gemeentestichting

November 2014

 

De Generale Synode van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) 2014 heeft in haar instructie voor het deputaatschap aanvullende steun missionaire projecten (ASMP) het volgende opgenomen over de diensten van het Praktijkcentrum:

 

Besluit 2 (53-D-1)

Instructie deputaatschap Aanvullende steun missionaire projecten:

 

1. De generale synode te adviseren over de voortzetting van bestaande, aanvragen van nieuwe of uitbreiding van bestaande missionaire projecten;

2. Erop toezien dat de ervaring die wordt opgedaan in projecten en experimenten via het Praktijkcentrum wordt gedeeld met kerken in het algemeen; (nog besluit over eventuele financiën)

3. Toepassen van criteria voor toezicht op bestaande projecten: visie, identiteit, leiderschap/teamvorming, bereiken doelen, missionaire gerichtheid, financiën en plannen (uitvoeringsregeling hoofdstuk. 6.5);

[…]

Grond:

[b] Waardevolle ervaringen (van ‘lukken’ en ‘mislukken’) in projecten en experimenten zijn van belang voor de andere kerken, ook als zij in heel andere omstandigheden opereren

 

In het vetgedrukte gedeelte van de geciteerde opdracht ligt de kern van waar het onderzoeksplan over gaat. Het Praktijkcentrum wil aan deze opdracht van deputaten OOG inhoud geven door ervaringen van gemeentestichtingsprojecten en experimenten op te halen en te delen met de kerken in het algemeen. In lijn met eerdere synodebesluiten[1] is door deputaten OOG aan het Praktijkcentrum reeds de opdracht gegeven tot het ontwikkelen van een gereformeerde identiteitsconceptie, na het beëindigen van de werkzaamheden van deputaten OOG belegd bij deputaten ASMP. Er is voor gekozen tussen beide onderzoeken een koppeling tot stand te brengen: bij het onderzoek is de focus niet alleen gericht op het ophalen en ordenen van ervaringen, maar ook op effectiviteit en identiteit van de gemeentestichtingsprojecten.

Het doel van het gehele onderzoek is derhalve tweeledig:

1. het beschrijven van werkwijzen, effecten, ervaringen, en geleerde lessen van missionaire gemeentestichtingsprojecten;

2. het ontwikkelen van een gereformeerde identiteitsconceptie.

Het onderzoeksplan is aan deputaten OOG voorgelegd, die met de opzet en uitwerking hebben ingestemd. Deputaten OOG stellen u dan ook voor om ten behoeve van de uitvoering van het onderzoeksplan een budget ter beschikking te stellen ten bedrage van maximaal € 9.000 op jaarbasis over de komende twee jaar voor het eerste gedeelte van de onderzoeksdoelstelling (descriptieve deel). In de bijlage treft u een nadere specificatie.

Voor het tweede deel (ontwikkeling identiteitsconceptie) is door OOG reeds een budget toegekend.

 

BIJLAGE

 

PC rekent € 75 per uur.

Onderzoek ‘ervaringen missionaire gemeentestichting’ – najaar 2014-najaar 2016

 

activiteit uren Tijd
Uitwerken model Brouwer 10 nov.-dec. 2014
In kaart brengen, Informeren en contactleggen mgp’s 15  
Proef interviews 4x5 jan.- april 2015
Begeleiding studentonderzoek 40 jan-april 2015
Aanvullende gegevens ophalen 20 najaar 2015
Bundelen en bewerken gegevens 40 voorjaar 2016
Rapporteren synode 40 sept-okt 2016
Materiaal beschikbaar maken voor kerken 20 okt. nov. 2016
Overleg en vervolgactiviteiten 35 2015 en 2016
totaal 240

 

 

Bijlage 3 – Tweede aanvullende rapport HKO (deel)

 

[zie voor volledige rapport de website www.gkv.nl]

 

3. Generale regeling voor predikantszaken

 

In het rapport (najaar 2013) en het aanvullend rapport (mei 2014) van ons deputaatschap is een inventarisatie gegeven van de geldende generale regelingen en besluiten op het gebied van predikantszaken. Op 24 mei 2014 heeft de generale synode reeds besloten deze regelingen onder het overgangsrecht te brengen, zodat deze onder de herziene kerkorde vanaf 1 juli 2015 hun rechtskracht behouden.
Tijdens de vergadering van 24 mei 2014 kwam aan de orde of voor de vergadering van januari 2015 toch niet een voorstel voor de Generale regeling voor predikantszaken gedaan zou kunnen worden.

Ons deputaatschap is na 24 mei 2014 aan de slag gegaan. Er is een opzet voor de generale regeling gemaakt (inhoudsopgave). Op 4 oktober 2014 is die opzet en zijn de daarbij te hanteren uitgangspunten besproken in een overleg met afgevaardigden van het Steunpunt Kerkenwerk (SKW), de Vereniging VSE (VSE), de Predikantenvereniging (PV) en Deputaten bemiddeling en begeleiding (DBB). Geconcludeerd is dat de uitwerking in een generale regeling behoorlijk wat tijd en inspanning zal gaan kosten en dat regelmatig overleg met de ‘ketenpartners’ daarover van groot belang is. De regeling die ter vaststelling aan de generale synode zal worden voorgelegd moet een gezamenlijk en hoogwaardig product zijn. De generale regeling zal dan ook voorgelegd worden aan de generale synode van 2017.

 

Vanuit de kerken is de wens geuit een voorziening te treffen als bedoeld in artikel 49 KO1978, nu onder de herziene kerkorde deze taak van de deputaten van de particuliere synode ten behoeve van de classis komt te vervallen. Aan het voortbestaan van een dergelijke voorziening wordt gehecht. Een dergelijke voorziening zal nader overwogen worden bij de Generale regeling voor predikantszaken. Tot de vaststelling van deze generale regeling wordt aan de wens tegemoet gekomen door een tijdelijke voorziening te treffen. De generale synode dient daarvoor over gaan tot de instelling van een deputaatschap voor advies en bijstand aan classes (artikel 49 KO1978). In het aanvullend beleidsrapport is daarover reeds geadviseerd. Dit gedeelte wordt hieronder herhaald (de tekst is ingesprongen). [om layout redenen tussen horizontale lijnen, djb]

 


VOORZIENING DEPUTATEN ARTIKEL 49 KO-OUD

 

Inleiding

Artikel 49 KO1978 bevat de bepaling over de benoeming van deputaten door meerdere vergaderingen. Bepaald is onder meer:


“De particuliere synode zal bovendien deputaten benoemen die de classes moeten bijstaan in alle gevallen waarbij de kerkorde dit voorschrijft, en – op verzoek van de classes – bij bijzondere moeilijkheden.

Ook zullen zij, of enkele van hen, toezicht houden op de kerkelijke onderzoeken voor de beroepbaarstelling en de toelating tot het ambt van dienaar des Woords”.

 

Deze deputaten van de particuliere synode hebben dus drie taken:

  1. bijstand aan de classes in de gevallen die de kerkorde voorschrijft: artikel 9, 14, 15 en 79 KO; ook ten aanzien van artikel 13 verlenen deputaten bijstand;
  2. bijstand op verzoek van de classes bij bijzondere moeilijkheden;
  3. toezicht houden op de kerkelijke onderzoeken beroepbaarstelling en toelating tot het ambt.

In de herziene kerkorde zijn aan de particuliere synode nieuwe stijl slechts twee taken toebedeeld: de aanwijzing van de afgevaardigden naar de generale synode en het fungeren als beroepsinstantie binnen de kerkelijke rechtspraak. Met liquidatie van de particuliere synode oude stijl wordt de taak van deputaten artikel 49 KO beëindigd. De bemoeienis van de classis bij de uitvoering van de huidige artikelen 9, 13, 14, 15 en 79 KO is weliswaar terug te vinden in de herziene kerkorde. De herziene kerkorde voorziet echter niet in de betrokkenheid van boven-classicale deputaten. Dit geldt eveneens voor de hierboven onder ad 2 genoemde taak. Voor ad 3 geldt dat deze taak wel geregeld is in de Regeling kerkelijk onderzoek voor de beroepbaarstelling (BSO) en de Regeling kerkelijk onderzoek voor de toelating tot het ambt van dienaar van het Woord (TLO), zodat een voorziening op dit punt getroffen moet worden.

 

Bij de behandeling van Werkorde 3, die leidde tot de vaststelling van de herziene kerkorde in eerste lezing, is op de Generale Synode van Harderwijk uitgebreid stilgestaan bij de consequenties van een andere opzet van de particuliere synodes (artikel 26A van de Acta). Daarbij is ook het verdwijnen van deputaten artikel 49 KO aan de orde geweest. Door deputaten herziening kerkorde is aangegeven dat de deputaten artikel 49 KO vooral waarde hebben als mensen die ervaring hebben op hun gebied. Die ervaring kan ook op een andere manier ter beschikking komen. Daarvoor moet dan wel een instantie worden gecreëerd: “De functie van deputaten ad art. 49 KO (..) komt bij generale deputaten Predikantszaken (vergelijk de adviesfunctie van deputaten kerkelijke eenheid zoals in 2005 is besloten)” (Aanvullende acta, pagina 17).

 

Stand van zaken

Artikel B8 van de herziene kerkorde bepaalt dat er een generale regeling voor predikantszaken dient te komen. Bij het opstellen van deze regeling zal ook bezien moeten worden of er een generaal deputaatschap predikantszaken moet komen. Het ligt in de bedoeling de taken van de huidige deputaten artikel 49 KO dan op enigerlei wijze een plek te geven in deze generale regeling en bij dit deputaatschap.

 

Naar verwachting zal aan de Generale Synode van Ede nog geen generale regeling voor predikantszaken voorgelegd kunnen worden en zal een vervolgopdracht gegeven moeten worden om deze regeling te ontwerpen voor de volgende generale synode van 2017. De nu geldende regelingen op dit terrein zullen krachtens de bepalingen van het overgangsrecht onder de herziene kerkorde hun gelding gaan behouden. Dit betekent echter wel dat voor de voorziening van deputaten artikel 49 KO voor de periode vanaf de inwerkingtreding van de herziene kerkorde tot en met de besluitvorming op de volgende synode (een periode van naar verwachting zo’n twee jaar) een ‘noodverband’ gelegd moet worden om de taken van deze deputaten te behouden en elders te beleggen, namelijk op generaal niveau.

 

Nieuw generaal deputaatschap – taak

Voorgesteld wordt voor de periode vanaf de inwerkingtreding van de herziene kerkorde (is gelijk aan beëindiging particuliere synodes oude stijl) tot en met de besluitvorming op de volgende generale synode een tijdelijk deputaatschap voor advies en bijstand aan classes in het leven te roepen.

 

Dit deputaatschap krijgt drie taken:

  1. advies en bijstand aan de classes in die gevallen waarin de (herziene) kerkorde aan de classis in predikantszaken een besluitvormende bevoegdheid dan wel de bevoegdheid tot goedkeuring van een besluit van een kerkenraad toekent;
  2. advies en bijstand op verzoek van de classes bij bijzondere moeilijkheden;
  3. goedkeuring verlenen in het kader van het kerkelijk onderzoek voor de beroepbaarstelling (BSO) en voor de toelating tot het ambt van dienaar van het Woord (TLO), als bedoeld in artikel B11.1 en B11.2.

Bij de taak ad 1 gaat het om de volgende artikelen: B11.3, B14.3, B15.4, B17.2, B19, B20.4, B21.4 en B22.5. In deze artikelen neemt de classis zelf een besluit dan wel heeft zij een goedkeurende bevoegdheid ten aanzien van besluiten van een kerkenraad. In deze gevallen kan de classis voor advies en bijstand de generale deputaten inschakelen. Het is de classis die daartoe besluit. In voorkomende gevallen kan een generale regeling of generaal besluit (vallend onder het overgangsrecht) een verplichting tot inschakeling bevatten.

Bij een inschakeling van deputaten bij ad 2 is het van belang goed in te gaten te houden dat het hier vooral gaat om moeilijkheden betreffende de samenwerking van kerken onderling en/of met de classis. Ook hier geldt dat de classis besluit tot inschakeling van generale deputaten. Bij problemen tussen een kerkenraad en zijn predikant ligt er geen taak voor deze generale deputaten omdat daar de deputaten bemiddeling en begeleiding (oud: probleembehandeling) kunnen worden ingeschakeld. Daarnaast kunnen ook visitatoren een rol in dit verband spelen. Geschillen op dit vlak zullen vaak voortvloeien uit de artikelen genoemd bij ad 1, waarbij binnen de kerkelijke rechtspraak de commissie van beroep in predikantszaken bevoegd is om daarvan kennis te nemen.

 

Nieuw generaal deputaatschap – samenstelling

De leden van het generaal deputaatschap verlenen niet slechts procesmatige ondersteuning aan de classes bij de uitvoering van regelingen maar ondersteunen ook bij moeilijke situaties. Dit vraagt van deputaten dat zij, behalve dat zij op de hoogte zijn van de uit te voeren regelingen, ook de capaciteiten bezitten om te adviseren, te bemiddelen, te intermediëren.

 

Ons kerkverband telt 31 classes. Het deputaatschap dient voldoende leden te hebben om aan de behoefte van de classes te voldoen. Daarbij is een regionale spreiding van de deputaten over het land gewenst om het werk door lange reistijden niet te bemoeilijken. Bij de leden kan in de eerste plaats gedacht worden aan predikanten, maar er kan ook ruimte zijn voor emeritus-predikanten en ervaren (gewezen) ouderlingen.

 

Omdat vooralsnog sprake is van een tijdelijk deputaatschap tot aan de volgende generale synode wordt voorgesteld de huidige deputaten artikel 49 KO van de huidige negen particuliere synodes te vragen hun werkzaamheden na de liquidatie van de particuliere synode oude stijl in het nieuwe tijdelijke deputaatschap voort te zetten.

 

Instructie

Aan het tijdelijke deputaatschap dient een instructie te worden meegegeven waarvoor de volgende tekst wordt voorgesteld:

 

Instructie deputaten voor advies en bijstand aan classes

 

Artikel 1 Doelstelling

Het deputaatschap heeft als taak:

  1. Op verzoek van een classis advies te geven en/of bijstand te verlenen aan de classes in die gevallen waarin de kerkorde aan de classis in predikantszaken de besluitvormende bevoegdheid dan wel de bevoegdheid tot goedkeuring van een besluit van een kerkenraad verleent.
  2. Op verzoek van een classis advies te geven en bijstand te verlenen bij bijzondere moeilijkheden tussen kerken binnen die classis en/of tussen een kerk/kerken en de classis.
  3. Goedkeuring te verlenen in het kader van het kerkelijk onderzoek voor de beroepbaarstelling (BSO) en voor de toelating tot het ambt van dienaar van het Woord (TLO), als bedoeld in artikel B11.1 en B11.2 van de kerkorde.

 

Artikel 2 Samenstelling

Het deputaatschap bestaat uit ten minste achttien leden, waarvoor in eerste instantie door de generale synode worden aangewezen zij die de functie van deputaat artikel 49 KO1978 vervullen op het moment dat de (herziene) kerkorde in werking treedt. De particuliere synodes (oude stijl) dragen er zorg voor dat op het moment van inwerkingtreding van de kerkorde ten minste twee van haar deputaten voor deze taak zijn aangewezen.

De generale synode benoemt een voorzitter voor het deputaatschap.

In geval van een tussentijdse vacature is het deputaatschap bevoegd, zo nodig, om op voorstel van zijn voorzitter een nieuwe deputaat aan te wijzen.

 

Artikel 3 Werkwijze

  1. De voorzitter regelt de toedeling van de deputaten aan de classes en maakt deze toedeling aan de classes bekend.
  2. Deputaten kunnen niet optreden in de classis waarbinnen zij woonachtig zijn.
  3. Wanneer het advies en de bijstand van deputaten door een classis noodzakelijk wordt geacht of verplicht wordt voorgeschreven dan wordt namens de classis rechtstreeks met de toegedeelde deputaten contact opgenomen.
  4. Deputaten leggen desgewenst hun advies of instemming ten behoeve van de classis schriftelijk vast.

 

Artikel 4 Kosten

De aan de werkzaamheden van deputaten verbonden reis- en administratieve kosten worden door hen in rekening gebracht bij de classis waarvoor de werkzaamheden worden verricht.

 

Artikel 5 Onvoorziene situaties

In onvoorziene situaties beslist het deputaatschap op voorstel van zijn voorzitter


 

Conceptbesluiten:

  1. in te stellen een tijdelijk deputaatschap voor advies en bijstand aan classes;
  2. vast te stellen de ‘Instructie deputaten voor advies en bijstand aan classes’;
  3. te benoemen tot voorzitter van dit deputaatschap (naam te plaats);
  4. met het oog op artikel 2, lid 1 van de instructie de particuliere synodes per omgaande van dit besluit op de hoogte te brengen.

4. Werkprogramma deputaatschap kerkorde 2015-2017

 

Met de inwerkingtreding van de kerkorde per 1 juli 2015 zijn de werkzaamheden van het deputaatschap kerkorde rond de (herziene) kerkorde nog niet ten einde. Voor de generale synode 2017 dienen de volgende voorstellen te worden voorbereid:

  1. de Generale regeling voor predikantszaken, als bedoeld in artikel B8 van de kerkorde;
  2. de Generale regeling voor de kerkdiensten, als bedoeld in artikel C37.2 van de kerkorde;
  3. de Generale regeling voor het lidmaatschap, als bedoeld in artikel C43.2 van de kerkorde;
  4. een generale regeling tot uitwerking van de plicht tot geheimhouding, als bedoeld in artikel C49.3 van de kerkorde.

Door de generale synode is in haar vergadering van 24 mei 2014 reeds de opdracht aan het deputaatschap kerkorde voor de komende periode vastgesteld.

 

Conceptbesluiten HKO

 

aan de reeds vastgestelde opdracht aan nieuwe deputaten kerkorde toe te voegen:

  1. de verantwoordelijkheid te dragen voor de publicatie en het (inhoudelijk) beheer van de kerkorde, de generale regelingen en besluiten én de modellen en handreikingen op de website van de kerken, www.gkv.nl.
  2. in te stemmen met de tekst van het bindingsformulier als bedoeld in artikel B7 van de kerkorde (2014):
    “Wij, ondergetekenden, verklaren van harte in te stemmen met de leer van de Bijbel, zoals die door de Gereformeerde Kerken in Nederland wordt beleden in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels. Wij beloven de gemeente voor te gaan in het spreken en leven vanuit dit ene evangelie. Wij beloven de waarheid van Gods woord openlijk uit te dragen, en te handhaven tegenover misleidende denkbeelden die binnen de kerk of uit de wereld opkomen.
    Wanneer wij op een onderdeel van de leer verschil ervaren tussen de leer van de Bijbel en de inhoud van de genoemde belijdenisgeschriften, en onze moeite niet kan worden weggenomen, zullen wij onze bezwaren ter beoordeling voorleggen aan de kerkelijke vergaderingen.

    Wanneer er vragen rijzen over onze eigen opvattingen of gedragingen, zijn wij eveneens bereid om ons tegenover de kerkelijke vergaderingen te verantwoorden.
    Wij zullen ons in beide gevallen houden aan de aanwijzingen van de kerkelijke vergaderingen.”
  3. te bepalen dat dit bindingsformulier binnen de kerken zal worden ingevoerd met ingang van 1 juli 2015 en dat zij die op dat moment een ambt vervullen gebonden blijven aan het door hun ondertekende formulier als bedoeld in artikel 53 en 54 van de kerkorde 1978 (overgangsrecht);
  4. een tijdelijk deputaatschap voor advies en bijstand aan classes in te stellen;
  5. de ‘instructie deputaten voor advies en bijstand aan classes’ vast te stellen. [zie na 7.]
  6. te benoemen tot voorzitter van dit deputaatschap (naam te plaats);
  7. met het oog op artikel 2, lid 1 van de instructie de particuliere synodes per omgaande van dit besluit op de hoogte te brengen.

Instructie deputaten voor advies en bijstand aan classes

Artikel 1 Doelstelling

Het deputaatschap heeft als taak:

  1. Op verzoek van een classis advies te geven en/of bijstand te verlenen aan de classes in die gevallen waarin de kerkorde aan de classis in predikantszaken de besluitvormende bevoegdheid dan wel de bevoegdheid tot goedkeuring van een besluit van een kerkenraad verleent.
  2. Op verzoek van een classis advies te geven en bijstand te verlenen bij bijzondere moeilijkheden tussen kerken binnen die classis en/of tussen een kerk/kerken en de classis.
  3. Goedkeuring te verlenen in het kader van het kerkelijk onderzoek voor de beroepbaarstelling (BSO) en voor de toelating tot het ambt van dienaar van het Woord (TLO), als bedoeld in artikel B11.1 en B11.2 van de kerkorde.

Artikel 2 Samenstelling

  1. Het deputaatschap bestaat uit ten minste achttien leden, waarvoor in eerste instantie door de generale synode worden aangewezen zij die de functie van deputaat artikel 49 KO1978 vervullen op het moment dat de (herziene) kerkorde in werking treedt. De particuliere synodes (oude stijl) dragen er zorg voor dat op het moment van inwerkingtreding van de kerkorde ten minste twee van haar deputaten voor deze taak zijn aangewezen.
  2. De generale synode benoemt een voorzitter voor het deputaatschap.
  3. In geval van een tussentijdse vacature is het deputaatschap bevoegd, zo nodig, om op voorstel van zijn voorzitter een nieuwe deputaat aan te wijzen.

Artikel 3 Werkwijze

  1. De voorzitter regelt de toedeling van de deputaten aan de classes en maakt deze toedeling aan de classes bekend.
  2. Deputaten kunnen niet optreden in de classis waarbinnen zij woonachtig zijn.
  3. Wanneer het advies en de bijstand van deputaten door een classis noodzakelijk wordt geacht of verplicht wordt voorgeschreven dan wordt namens de classis rechtstreeks met de toegedeelde deputaten contact opgenomen.
  4. Deputaten leggen desgewenst hun advies of instemming ten behoeve van de classis schriftelijk vast.

Artikel 4 Kosten

De aan de werkzaamheden van deputaten verbonden reis- en administratieve kosten worden door hen in rekening gebracht bij de classis waarvoor de werkzaamheden worden verricht.

 

Artikel 5 Onvoorziene situaties

In onvoorziene situaties beslist het deputaatschap op voorstel van zijn voorzitter.


 

Bijlage 4- Aanvulling op rapport HKO

 

Aan: synode

Van: moderamen

Onderwerp: Aanvulling op rapport HKO

Datum: 29 december 2014

 

Bij de behandeling van de generale regelingen ontspon zich een discussie over de termen “samengevat” en “beleden” in het Bindingsformulier. Een amendement ter zake werd - bij staken van stemmen - verworpen, maar deputaten zegden desondanks toe hierop nog terug te komen. (zie Acta art. 3-12).

Het moderamen constateerde dat dit in het rapport niet is gebeurd. Desgevraagd reageerden deputaten als volgt:

 

Ja, we herinneren ons die discussie.

Ook klopt het (we doen dat vrijwel standaard) dat we de ruimte hebben gevraagd om als deputaten met een nieuwe redactie te komen voor het geval het amendement zou worden aanvaard.

Maar dat laatste is niet gebeurd. We herinneren ons niet dat we zouden hebben toegezegd om toch nog eens naar de kwestie te kijken. Het amendement is niet aanvaard en daarmee van tafel.

We zien daarom geen aanleiding om ons laatste rapport aan te vullen. Wat we wel kunnen doen, is nog eens uiteenzetten waarom we niet hebben gekozen voor 'samengevat' maar voor 'beleden', en waarom we ook nu nog achter die keuze blijven staan.

  1. Zoals het verslag aangeeft: de term 'samengevat' is niet onjuist. Sterker nog, in de nieuwe KO hebben we die term zelf opgevoerd, in het fundamentele artikel A1.2. Niemand hoeft dus te vrezen dat we in het Bindingsformulier die term bewust zouden hebben vermeden. Eerder moet je zeggen: het Bindingsformulier bouwt erop voort.
     
  2. Want A1.2 spreekt ook over 'aanvaarden' van de belijdenis. Als Gereformeerde Kerken hebben we die belijdenissen immers niet zelf geschreven. Ze komen uit de internationale kerkgemeenschap. Wij hebben ze aanvaard (vgl. voor dit gebruik van het woord ‘aanvaarden’ ook nog art. 9 NGB slot). Maar dat 'aanvaarden' mag geen koele ontvangst blijven: het is onze eigen belijdenis. Wij belijden! Dat is dus de term die gekozen is in het Bindingsformulier: de kerk is een belijdende gemeenschap.
     
  3. In ons rapport (met name de punten 19 en 20) hebben we al geschreven hoe belangrijk we het vinden dat de kerk zelf in beeld komt. Je bindt je niet slechts aan formules, maar aan levend geloof, beleden in een concrete kerkgemeenschap.
     
  4. Het amendement-Zomer zou daarom betekenen dat niet alleen het woord 'beleden' zou worden vervangen door 'samengevat', maar dat ook de woorden "door de Gereformeerde Kerken in Nederland" zouden moeten vervallen. Want die Gereformeerde Kerken zijn het niet die de leer van de Bijbel in de belijdenis hebben samengevat. Dat is in een grotere gemeenschap gebeurd. Maar die Gereformeerde Kerken zijn het wel die in deze geschriften nu zelf hun geloof willen belijden! Dat willen we graag laten staan. Het amendement-Zomer zou hierin een belangrijke verarming betekenen.
     
  5. We zouden nog kunnen overwegen om de tekst zo om te bouwen dat beide elementen erin worden verwerkt: zowel het 'samengevat' als het 'beleden door de kerken'. Het zou dan iets worden als "de leer van de Bijbel zoals die in de NGB etc. is samengevat, en als zodanig door de Geref. Kerken wordt beleden". De woorden "als zodanig" zijn daarbij benodigd om te voorkomen dat er een foute parallel ontstaat, alsof "de leer van de Bijbel" enerzijds is samengevat in NGB etc, en anderzijds door de kerken wordt beleden (dus zonder dat er een relatie hoeft te zijn tussen NGB etc. en de kerken zelf!). De tekst wordt er dan wel gecompliceerd door. En het is de vraag of elke ondertekenaar dit meteen doorziet. Bovendien is het niet nodig. Zoals hierboven aangeduid: de term 'samengevat' staat al in de funderende kerkorde. Het Bindingsformulier bouwt er op voort. Laat dat genoeg zijn.
  1. (Art. 3-12 Acta)
    Generale regeling bindingsformulier (B7)
    Afgevaardigden vragen zich o.a. af of het woord “gepast” wel voldoende zegt. Ook wordt gevraagd of er niet een wissel omgaat. Het moet gaan om de kudde die niet in verwarring gebracht mag worden. Er moet beschermd worden tegen de leugen. In het voorstel wordt een sanctie gemist. Verder wordt gepleit om ten aanzien van de belijdenis in plaats van “beleden” het woord “samengevat” te gebruiken. Want de belijdenis komt in alle delen overeen met de Schrift. Bezwaarden zien hier iets van een herleving van de “quia quatenus strijd” uit 19e eeuw.
    Deputaat ds. K. Harmannij vindt het woord “belijden” sterker dan het woord “samengevat”.
    Alle (nieuwe) regelingen worden samen met de nieuwe KO van kracht. Omdat in het voorgestelde bindingsformulier feitelijk niets nieuws gevraagd wordt, is het niet nodig dat zittende ambtsdragers opnieuw ondertekenen. De ondertekening is niet iets alleen van de kerkenraad, maar hij moet wel toezicht houden en ten overstaan van de kerkenraad moet verantwoording afgelegd worden. De gemeente moet hier wel van op de hoogte zijn.

    Ds. G. Zomer wil vasthouden aan het woord “samengevat” omdat het zijns inziens meer zegt. Hij dient daartoe een amendement in. Andere afgevaardigden zijn van mening dat dit lijkt op het vasthouden aan oude bewoordingen. Dat met de wijziging de bedoeling van het bindingsformulier wordt gerelativeerd wordt niet zo ervaren.
    Deputaat ds. K. Harmannij is niet tegen het woord “samengevat” maar heeft een praktisch probleem omdat de zin nu is gevormd rond het woord “belijden”. Deputaten vragen ruimte om na aanneming van het amendement de tekst opnieuw te redigeren en daarbij ook aandacht te besteden aan het “op gepaste wijze aan de orde stellen” van eventuele bedenkingen tegen de tekst van de belijdenis.

    Het amendement van ds. G. Zomer wordt met 18 stemmen tegen en 18 voor verworpen.
    De regeling wordt aangehouden. Deputaten zullen, ondanks het verwerpen van het amendement, met een nieuw voorstel komen, waarbij o.a. de formuleringen ‘gepast’ en ‘beleden’ opnieuw tegen het licht gehouden worden.

 



[1] GS 2011 (Acta art. 54): Besluit 3 Deputaten OOG

c. Het verzamelen en bewerken van gedane ervaringen en geleerde lessen vanuit gemeentestichtingsprojecten en dit materiaal ter beschikking te stellen aan de kerken; d. onderzoek naar alternatieven voor de bekostiging van gemeentestichtingsmethodieken.