Printen

Laat ons de rustdag wijden

 

N. van Dijk

03-10-15

 

‘De Banier’ (ledenmagazine van de SGP) heeft in het nummer van mei 2015 het thema ‘SGP en Zondagsrust’.

Op de jongerenpagina schrijft F. Hazeleger:

 

“Een gebod en tegelijk een grote zegen. Met die twee woorden wordt de rust op de dag des Heeren, wat SGP-jongeren betreft, getekend. De Westminster Catechismus stelt in vraag en antwoord 116 dat het vierde gebod van alle mensen de heiliging of afzondering van gezette tijden vereist. Uitdrukkelijk één hele dag in de week. Die dag moet geheel gewijd worden aan de publieke en private godsdienstoefeningen zowel in Woord als in daden.

Sinds lange tijd wordt de zondag in Nederland vooral als dag van recreatie gezien. Hiermee was het meest elementaire van de zondag al verdwenen, maar was er nog enige aandacht voor de notie van rust. Intussen wordt de zondag steeds meer ingezet voor commerciële belangen van grote winkelketens en voor de koopbehoeften van de consument. Wat SGP-jongeren betreft is er blijvende aandacht nodig voor de waarde van de wekelijkse rustdag. Laten we in de strijd tegen de commercialisering van de zondag niet verkoelen. In de gemeenteraden moet blijvend verzet geleverd worden tegen de verschraling van de zondag.

Het is belangrijk om in onze inbreng vooral de positieve gevolgen van de rustdag te benadrukken. Laten we pal staan om de samenleving niet slechts economisch te beschouwen. Dat is geen Bijbels mens- en wereldbeeld. Worden burn-outs en verstoorde verhoudingen in gezinnen niet in de hand gewerkt als er geen rustdag meer is? De oververmoeide samenleving smacht naar rust. Gods gebod is goed voor mens en samenleving. Aandacht voor rust, ‘christelijke handreiking aan de armen’ (HC antw. 103) en tijd voor de gemeente en het gezin zijn als een beker koud water in onze jachtige samenleving. Het is belangrijk dat we zo als christelijke minderheid openlijk tonen wat de zondag voor ons persoonlijk en als gezindte betekent.

Werkelijke zegen is er voor ons en voor Nederland echter alleen te verwachten wanneer in praktijk gebracht wordt wat Teellinck bijna vierhonderd jaar geleden uitdrukte als ‘den gantschen dach deur als feeste houden met den Heere onsen God’ “.