Artikel 31 hersteld? 1
D.J. Bolt
10-12-16
Vorig jaar 20 maart stuurde ik een 'Brandbrief', click hier, naar alle vrijgemaakt-gereformeerde kerkenraden over de zgn. Herziene Kerkorde, nu formeel Kerkorde 2014 geheten. In dit artikel gebruik ik nog steeds die eerste identificatie HKO van de vrijgemaakte kerkorde omdat die het meest de lading dekt in dit verhaal.
Wat was (is?) het probleem met deze HKO dat ik aan de orde stelde? M.i. werd het aloude bekende artikel 31 DKO principieel veranderd. Het oude artikel houdt in, kortgezegd, dat besluiten van meerdere vergaderingen voor 'vast en bondig' gehouden moeten worden tenzij bewezen dat ze in strijd zijn met Gods Woord (of de kerkorde zelf).
In de kerken, en juist in de GKvrijgemaakt!, heeft altijd gegolden dat als een kerkenraad voor zichzelf bewezen achtte dat een besluit van bijvoorbeeld een synode in strijd kwam met de Schrift, de raad dit natuurlijk niet uitvoerde. Wel was zo'n kerkenraad verplicht 'in de kerkelijke weg' revisie te vragen van de besluit.
Maar de inhoud van dit artikel 31 werd in de HKO zodanig veranderd dat kerkenraden (om het daartoe maar even te beperken) gedwongen konden worden besluiten van meerdere vergaderingen uit te voeren ondanks dat zij op grond van Gods Woord bezwaren hadden.
Die brief van maart vorig jaar riep 'brand' omdat per 1 juni 2015 de HKO van kracht zou worden in de GKv. Daarna werd het hele kerkverband geacht er kerkjuridisch aan gebonden te zijn. En dat betekende dat er geen weg meer terug was!
Immers, als een kerkenraad na 1 juni 2015 alsnog bezwaar zou aantekenen zou al het nieuwe 'art. 31' van de HKO tegen hem in stelling kunnen worden gebracht: 'Ondanks uw principiële bezwaren bent u er toch aan gehouden, ook u moet gewraakte besluiten uitvoeren. Zie voor details de Brandbrief zelf, click hier.
De zaak is uiterst actueel. Denk aan de zaak van 'de vrouw in het ambt' die we in de Brandbrief ook als voorbeeld gaven. Menselijkerwijs gesproken is dat een gelopen race in de GKv, gezien de rapporten aan de synode te Meppel en het bewerken van de publieke kerkopinie door deputaatschappen. Als we ons niet vergissen is er niet echt ruimte voor gemeenten en kerkenraden in de conceptbesluiten om vrouwen buiten de ambten te houden. Immers er wordt in het conceptbesluit 9 slechts gesproken over
'ruimte te geven aan gemeenten om zelf te kunnen afspreken op welke wijze en wanneer ze aan deze besluiten vorm willen geven.'
Dat is toch echt iets anders dan
'ruimte te geven aan gemeenten om zelf te kunnen afspreken óf ze aan deze besluiten vorm willen geven.'
Met het herziene kerkorde 'artikel 31' is de ruimte er in elk geval niet meer om vanuit Gods Woord 'nee' te zeggen tegen het introductiebesluit van de vrouw in de kerkenraadsbank en op de kansel.
Maar dit is maar één van de vele voorbeelden waaruit kan blijken hoe gevaarlijk de nieuwe opvattingen over de kerkorde is op dit punt.
Revisie van deputaten
De deputaten kerkorde waren 'not amused' met de Brandbrief. Ze zonden er gelijk een Brief aan de kerken inzake het oude artikel 31 KO achteraan.
Daarin kreeg ik er flink van langs. En in feite nu opnieuw. Want deze deputatenbrief van ds. P. Niemeijer en mr. dr. P.T. Pel is weer in extenso opgenomen bij een nieuw voorstel voor 'artikel 31' in de HKO, click hier, daarna click op DKO Kerkorde (07-11-2016), en zie pag. 58-60.
Proef de toon…
Een klein beetje onaardig is het ook wel dat de broeders de bestreden Brandbrief zelf, niet ook toevoegen. Dat zou toch wel zo netjes zijn geweest. Maar goed, de brief kan nog steeds op een in waarheid worden gevonden (trouwens daar ook de deputatenbrief), click hier.
Voor degenen die zich in deze materie verder willen verdiepen verwijs ik graag naar mijn uitgebreide commentaar op de bovengenoemde deputaten Brief aan de kerken inzake het oude artikel 31 KO en andere 'voorlichting'. Daaruit kan blijken hoezeer de HKO van het gereformeerde spoor doet ontsporen:
Ik was blij verrast en vol verwachting nu de deputaten alsnog zelf met een gereviseerd voorstel 'art. 31' aankomen. Kennelijk is het toch niet helemaal in orde met het HKO-artikel dat een hoeksteen in het gereformeerd kerkrecht vormt. Een 'brandende' vraag is natuurlijk of de aanpassing een werkelijke verbetering is die onze bezwaren wegneemt.
We zeggen onze bezwaren. Want de deputaten hebben gemerkt dat er toch wat onrust in de GKv is ontstaan over hun (en inmiddels dus inwerking getreden) 'art. 31'. Volgens hun rapport kwamen er 'opmerkingen' van diverse kanten' en ook
Door enkele kerkenraden werd een revisieverzoek aangekondigd op dit punt, te weten (in alfabetische volgorde) Ten Boer, Capelle a/d IJssel-N en Zuidwolde (Gr). Het betrof in alle drie gevallen een voorlopige aankondiging.
Het heeft de deputaten ertoe gebracht 'zich opnieuw met de thematiek bezig te houden'. Zoals gezegd, daar zijn we blij mee. Want het is beter ten halve gekeerd dan ten hele verdwaald.
Nieuw 'art. 31'
De aanduiding art. 31 is tot nu toe steeds tussen hoge komma's geplaatst. Dat is omdat de inhoud van het oude artikel in de HKO uitgewerkt is diverse artikelen en met een nieuwe vernummering. Maar het gaat m.n. over HKO art. F72.
De huidige redactie luidt:
F72 rechtskracht, inwerkingtreding en uitvoering
F72.1 Een besluit van een kerkelijke vergadering heeft bindende rechtskracht.
F72.2 Een besluit treedt direct in werking, tenzij het besluit zelf een andere termijn vermeldt.
F72.3 De kerkenraden dragen zorg voor de uitvoering van de besluiten van de meerdere vergaderingen.
F72.4 De uitvoering van een besluit kan niet van iemand worden verlangd, als dit hem persoonlijk in zijn geweten in strijd brengt met Gods Woord. De betrokkene dient bereid te zijn zich te verantwoorden volgens art. F73, F76 en F77.
Hét bezwaar hiertegen was dat een kerkenraad besluiten, van bijvoorbeeld synoden, onvoorwaardelijk moet uitvoeren, of het tegen het Woord ingaat of niet: F72.3 De kerkenraden dragen zorg voor de uitvoering van de besluiten van de meerdere vergaderingen, punt. En ja, kerkenraden in gewetensnood konden nog wel een beroep doen op de classis of díe misschien consideratie had. Of zoals mr. Pel het zei op de synode te Ede 2014: "Als een kerkenraad in de ultieme eindprocedure een besluit niet kan uitvoeren dan moet deze naar classis gaan met het probleem. Misschien kan er een modus vivendi worden gevonden". Maar zag zo'n vergadering geen modus vivendi, geen ruimte daarvoor, dan was het einde verhaal, dus uitvoeren!
Puur hiërarchisch kerkrecht waartegen onze vaderen zo'n zware strijd hebben moeten voeren en zoveel offers gebracht.
Maar goed, nu stellen de deputaten de volgende wijzigingen voor (rood en cursief):
F72.1 Een besluit van een kerkelijke vergadering heeft bindende rechtskracht.
F72.2 Een besluit treedt direct in werking, tenzij het besluit zelf een andere termijn vermeldt.
F72.3 De kerkenraden dragen zorg voor de uitvoering van de besluiten van de meerdere vergaderingen.
F72.4 Als een kerkenraad van oordeel is dat een besluit van de generale synode in strijd is met het Woord van God of de kerkorde en hij om die reden dat besluit niet kan uitvoeren, is hij gehouden tot het instellen van revisie volgens art. F81, met kennisgeving aan de classis. Met het oog op de gemeente kan de classis in de tussentijd adviezen of aanwijzingen geven.
F72.5 De uitvoering van een besluit kan niet van iemand, ambtsdrager of gemeentelid, worden verlangd, als dit hem persoonlijk in zijn geweten in strijd brengt met het Woord van God. De betrokkene dient bereid te zijn zich te verantwoorden volgens art. F73, F76 en F77.
Gewogen
De deputaten hebben 'zich ampel beraden' over dit wijzigingsvoorstel. Dat betekent, zeker met (kerk)juristen in het schap, en tegen de achtergrond van de fundamentele kritiek die er op dit punt is geoefend, dat elk lettertje is gewikt en gewogen.
Laten we het voorstel daarom eens nauwkeurig analyseren.
F72.4
Als dit de betekenis is van de revisie zijn we m.i. niets gevorderd in de goede richting met 'art. 31'. Daarom is er maar één goede oplossing wat mij betreft: schrap deze zin!
F72.5
Ook in lid 5 (is her-nummering van F72.4) is iets veranderd. De persoon die gewetensbezwaar kan hebben is nu gedefinieerd als een ambtsdrager of gemeentelid.
We gingen daar altijd al vanuit maar het kan geen kwaad om het nader te duiden. Voorlopig zien we ook niet meer categorieën mensen in de kerk: ze zijn altijd óf gemeentelid óf ambtsdrager, dus 'iemand', wie dan ook.
Oplossing
Naar mijn overtuiging zijn we met dit wijzigingsvoorstel niets opgeschoten. Integendeel, de voorgestelde wijziging suggereert herstel van de oude inhoud van het befaamde artikel 31 maar wat nu wordt voorgesteld is misleidend. Het verleent de classis formeel de bevoegdheid een dwingende aanwijzing te geven die de kerkenraad maar heeft op te volgen ook al gaat het naar zijn oordeel tegen Gods Woord in.
Als ik het goed zie dan komt dit revisieverzoek dus helemaal niet tegemoet aan de bezwaren maar fundeert en autoriseert het hiërarchisch handelen op basis van de aangepaste HKO.
Tegelijk is er een simpele oplossing mogelijk, zoals boven al aangegeven:
Klaar!
Geen recht voor kerkleden
Ondertussen mag het geen kerklid ontgaan dat de deputaten geen enkel voorstel doen om tegemoet te komen aan het tweede hoofdbezwaar tegen de HKO, namelijk dat 'gewone' kerkleden geen revisie kunnen verzoeken van besluiten van meerdere vergaderingen die tegen Gods Woord ingaan.
Ook dat zal dus nog aan de orde moeten komen op de synode van Meppel 2017.
Wordt vervolgd