Printen

Steile nekharen en kromme tenen 7

 

D.J. Bolt

04-03-17

 

Tegengas

 

Was er dan niemand in die zaal van de Nieuwe Kerk te Kampen met honderden aanwezigen waarvan minstens de helft uit vrijgemaakten bestond (Harinck hield even een mini-peiling) die probeerde inhoudelijk ook iets dieper van de achtergronden te laten zien?, vroegen we ons de vorige keer af. Niemand die een poging deed boven goedkoop en simplistisch sentiment uit te komen?
Ja, die was er, we kwamen hem in de discussies al eerder tegen: ds. G.E. Geerds (GKv). Tijdens de algemene discussie probeerde hij prof. Harinck te confronteren met de geest waaruit de Open Brief werd geboren. Hij zei:

 

Ds. G.E. Geerds

Geerds:

Mijn bezwaar was dat ds. Schoep [de eerste auteur van de Open Brief,  djb] zonder zijn naam te noemen, het hele betoog van J.C. Hoekendijk presenteerde op een studentencongres onder de noemer 'kerk-zijn in de twintigste eeuw'. Hij plaatste geen enkele kritische kanttekening. Hij presenteerde het gewoon als een interessante visie. Rookmaker, zijn gemeentelid, viel mij bij.

 

Het gaat mij om de relatie die de apostel Paulus voorstaat. Dan is het goed te letten op het slot van de Romeinenbrief. Het opmerkelijke hoofdstuk met al die groeten, daar komt die relatie indringend naar voren. En dan zegt hij in hoofdstuk 16 dat de scheuringen veroorzaakt worden door diegenen die afwijken van datgene dat overgeleverd is aan de gemeente. De moderne visie is wanneer iemand een breuk of scheuring constateert dat jij dan de oorzaak bent. Maar Paulus zegt, de breuk en scheuring wordt veroorzaakt door enig afwijken van wat overgeleverd is. Hij heeft dat ook genoemd in hoofdstuk 6:17.

Eerbiedig luisteren naar wat geschreven staat. Naar mijn overtuiging is dat de basis voor elkaar vinden, ja of nee. Bent u dat met mij eens?

 

Harinck

Hoekendijk. Dat was een slechte lezing van ds. Hoekendijk. Dan moet hij de kerk uit. (gelach).

 

Dat was alles. Alles! Een principiële bijdrage aan de discussie beloond en afgedaan met gein! Op z'n best stond discussieleider Harinck hier met de mond vol tanden. Maar eerder denken we dat Harinck weet hoe ráák Geerds opmerkingen waren en daarom zijn toevlucht zocht tot spot om zo een serieus antwoord te ontwijken. Want Geerds bijdrag ging wél 'ergens' over. Laten we maar even zien wat deze J.C. Hoekendijk voorstond. We citeren daarvoor uit de Beknopte Gereformeerde Dogmatiek[1]:

 

J.C. Hoekendijk. Bij hem komen wij in aanraking met een kijk op de kerk die bepaald wordt door haar situatie in een niet-christelijke wereld, zoals de zending en de evangelisatie daarmee te maken hebben. () Een functionele ecclesiologie vinden we vooral bij J.C. Hoekendijk (). Het gaat niet om de kerk maar om het Rijk en om de wereld. De kerk is een functie van het apostolaat.

J.C. Hoekendijk

Er moet een structuurverandering van de kerk komen, een indeling in categorieën, groepen en huisgemeenten in plaats van in parochies. Dan zullen confessionele/kerkelijke verschillen ook nauwelijks of in het geheel niet relevant zijn. Daar hoort een open communie bij. Met een beroep op Bonhoeffer poneert Hoekendijk de idee van de kerk die er voor anderen is (de pro-existentie van de kerk)17.

Door dit type van denken is de oecumenische beweging in sterke mate beïnvloed. Hoekendijk heeft trouwens mee de hand gehad in het rapport The Church for others, waarin staat dat de wereld de agenda van de kerk mag bepalen. Dat rapport had een grote invloed op de Assemblée van Uppsala (1968).

 

Er is in de ideeën van Hoekendijk iets dat velen aanspreekt. Hem staat een kerk voor ogen die niet statisch, maar dynamisch is, niet introvert, maar extravert. Men noemt dit een func­tionele ecclesiologie, maar het is bij Hoekendijk een functionalisme. De kerk gaat erin op, dat zij er is voor de wereld. Wat de Bijbel zegt over de gemeente als het vergaderde volk van God en het lichaam van Christus vinden we er niet in terug.

De zwakte van een dergelijke ecclesiologie is volgens Berkhof het schromelijk gebrek aan bijbels-theologische en dogmatische bezinning. Terecht zegt Berkhof, dat de relatie tot de Here de inspiratiebron, inhoud en maatstaf is van de toewending tot de wereld (C.G., 405).

 

We hebben expres een wat breder citaat genomen omdat dit zo ontmaskerend is voor de kerkelijke ontwikkelingen toen, maar ook voor nú. Je kunt zoveel noties er in haast één op één op verschillende symposium-voordrachten plakken. Zonder het hier breed uit te meten een paar duidingen die voor ieder waarneembaar zijn.

 

Koninkrijk, niet kerk

Je hoort het regelmatig: het gaat om Gods koninkrijk, niet om de kerk. Met bijna onverholen afschuw wordt door velen gesproken over de belijdenis van ware en valse kerk. Al dat gereformeerde gezanik over de kerk wordt volgaarne als kerkisme naar de prullenbak verwezen. Tot in afgescheiden kerken toe.
 

In de missionaire activiteiten van o.a. de GKv zie je die sterke betrokkenheid op de wereld onmiskenbaar terug. Kerkdiensten waarvan de agenda en het streven wordt geïnspireerd en gedicteerd door de wereld en zijn ideeën. Waarin de omgang met elkaar niet door geopenbaarde Bijbelse maatstaven wordt bepaald maar door emoties en gevoelens, vergelijk de Pop-up-'kerk' met zijn vloekende voorganger Rikko Voorberg.

 

Oecumenisme

En óf dus onze vaderen een open oog hadden voor de vals-oecumenische beweging! Zij wisten wat er omging in o.a. de Wereldraad van Kerken zoals die bijeenkwam in de Assemblée van Uppsala (1968!) waar mede de ideeën van Hoekendijk ingang vonden.

Het is tekenend dat Dietrich Bonhoeffer zo'n sterke invloed heeft in de huidige GKv, en (nog in wat mindere mate) in de CGK. Er zit een hele wereld van denken achter waarin de centrale gereformeerde leer omtrent Christus' kerk is verloren gegaan. In de 'wereldkerk' zullen confessionele/kerkelijke verschillen nauwelijks of in het geheel niet relevant zijn en er hoort een open communie bij, zegt Hoekendijk. We zien het praktijk worden in kerken als GKv en NGK. Vergelijk de discussies rond art. 60 KO-1978 en het aangaan van prof. Harinck aan de roomse mis (click hier).
Maar gereformeerden belijden dat deze kerk er niet is voor de wereld, niet daarin opgaat. Centraal staat de kerk met als Hoofd Jezus Christus. Vandaaruit gaat zijn Woord naar de wereld die wordt opgeroepen tot geloof, bekering en volgen.
 

Dynamiek van de kerk

Prof. dr. Klaas Schilder

In zijn toespraak refereert Van Langevelde voor de karakterisering van zijn 'wereldkerk' aan het dynamische karakter van de kerk zoals K. Schilder daar van sprak. Dat doet het natuurlijk goed, want deze naam klinkt nog steeds (zeker bij ouderen) gezaghebbend, zelfs voor half dichtgeslibde gereformeerde oren.
Inderdaad heeft deze grote voorganger het kerkvergaderende werk van Christus dynamisch genoemd. Maar híj bedoelde daarmee dat Christus' Geest niet mag worden opgesloten gedacht in zijn kerk maar dat Deze vrij is overal nieuw (kerkelijk) leven te verwekken. Daarom dient zijn kerk zich voortdurend de vraag te blijven stellen: zijn wij nog wel echt kerk van Christus?, én, waar wekt Hij nieuw leven? Conservatisme en verstarring zijn immers wezenlijke bedreigingen voor Gods volk als het niet open ogen en oren heeft voor het werk van de Geest?

Maar Van Langevelde heeft Schilders uitspraak hier ten onrechte gerefereerd. Hij had moeten verwijzen naar Hoekendijks dynamische kerk (zie het citaat boven) waarin de kerk opgaat in de wereld en de antithese is verdwenen.
 

Verwereldlijking

De gevolgen van de Hoekendijkse theologentheorie – en in zijn voetspoor de Open Brief ideologie zijn groot. Want we zien voor ogen wat die uitwerkt in de ongekende verwereldlijking van deze jaren, ook in kerken die nog steeds pretenderen gereformeerd te zijn en waar ook de afbraak van christelijk organisatieleven in het 'neo-Open Brief-klimaat' groeit[2].

Als God het niet verhoedt zullen we de gevolgen ervan merken in de besluiten die de begonnen generale synode van de GKv moet gaan nemen t.a.v. hoofdthema's als de vrouw in het ambt, homoseksuele relaties en verbintenis met de NGK. We signaleren dat juist in Kampen er een nauwe kerkelijke relatie tussen GKv en Nederlands gereformeerden tot stand is gekomen terwijl in de NGK homoseksuele relaties zijn aanvaard en die bewust niet meer tot tucht/afhouding Avondmaal leiden.[3] Vergelijk het slot van de toespraak van dr. Van Langevelde[4]!

 

Tenslotte

De oorspronkelijke betekenis van symposium is drinkgelag met tafelgesprekken. Later is het de benaming geworden van een wetenschappelijke bijeenkomst waar verschillende sprekers een onderwerp of een aantal verwante onderwerpen behandelen, met discussie van vakgenoten.

De lezer mag oordelen. In elk geval zou het goed zijn geweest als er een echte diepgaande bezinning had plaatsgevonden, daar aan de Broederweg. Dan waren we het misschien nog niet eens geworden, maar wel verder met elkaar gekomen.

 

Kamphuis' biografie

 

Negen jaar geleden stond er een interview met prof. Harinck in het ND. Dat gaf veel opschudding. Op deze site gaven we er ook aandacht aan[5].
De hoogleraar stelde o.m. dat hij prof. K. Schilder "op een bepaalde manier te beperkt" en "niet boeiend genoeg" vond om een biografie over hem te schrijven.

Wij prezen ons gelukkig dat hij dat niet wilde doen want

 

de opdracht om een biografie van deze grote gereformeerde voorganger te schrijven moet niet toevertrouwd worden aan een kille afstandelijke geschiedenisleraar. Daarvoor is ook geestelijke affiniteit nodig. En die wordt toch node gemist hier.
 

Opnieuw is er sprake van een biografie van een van de grote voorgangers van de vrijgemaakte kerken. Dr. Van Langevelde (62) die als onderzoeker van het ADC verbonden is, gaat de komende vier jaar aan een biografie over J. Kamphuis werken. De familie Kamphuis heeft daartoe toestemming gegeven en toegang tot de archieven van de overleden hoogleraar verleend.

Prof. J. Kamphuis

 

Wij zeggen het maar ronduit: we hebben er geen goede woorden voor. Hoe heeft men deze archieven beschikbaar kunnen stellen aan een econoom/historicus[6] die zo duidelijk blijk heeft gegeven géén geestelijk affiniteit te hebben met diepe drijfveren en motieven van de gereformeerde Kamphuis?
Het gaat mij niet om een beoordeling van wetenschappelijke kwaliteiten van Van Langevelde maar wel om zijn voorsortering en positie in de strijd van de zestiger

Van Langevelde en Harinck

jaren. We hebben laten zien hoe de wegen principieel uiteengaan in de beoordeling van wat er aan de hand was in de Vrijmaking: ging het om waarheid van de Schrift óf om twisten en veten? Van Langevelde staat hier diametraal tegenover hoogleraar Kamphuis. Hij lijkt geen antenne te hebben voor wat hem dreef. Ja, de strijd ging tegen een vrijmakingsideologie belijdt Van Langevelde al op een van de eerste bladzijden van zijn Veenhof-biografie In het klimaat van het absolute. En in Kampen verkondigde hij met blijdschap, zo zagen we, dat het Open Brief visioen van de 'wereldkerk' realiteit wordt in onze dagen. Er blijkt niets te zijn veranderd ten goede, integendeel.

Moet dan déze historicus in het ADC onder leiding van déze prof. Harinck[7] een biografie over Jakob Kamphuis schrijven?

 

Onbegrijpelijk[8]!

 

Wie staat

 

Wie denkt dat de strijd om de gereformeerde erfenis verleden tijd is heeft het mis. Oecumenisme heeft vandaag een enorme aantrekkingskracht. Denk bijvoorbeeld aan het verschijnsel Nationale Synode dat steeds meer kerkelijke eenheid zoekt over kerkgrenzen heen en dat bij een minimum belijdenis, waarbij zelfs het integrale Apostolicum al teveel van het goede is. Waar ook prof. B. Kamphuis (zoon van J.!) inhoudelijk bij betrokken is en zich sterk voor maakt…
'Breed' en ruim denken' als in de Open Brief, is voor velen aantrekkelijk en lijkt zo liefdevol[9]. Ware-kerk spreken en belijden wordt weg gescholden als kerkisme en het gereformeerd verleden weggezet als bijproduct van verzuiling waar we gelukkig overheen aan het groeien zijn. En het gaat gepaard met independentisme dat destijds zoveel kerkelijk leven verwoestte. Een giftige geest die weer opduikt in allerlei situaties.

 

Tot slot van deze serie.
In de Nieuwe Kerk werd een 'neo-wereldkerk' voorgestaan. Maar het is niet de kerk van de gereformeerde vaderen, niet een gereformeerde kerk. Daarom willen we er niet bij horen.
Tegelijk, laten kerken die menen te staan, toezien dat zij niet vallen.

 

NOTEN

[1] Dr. J. Van Genderen en dr. W.H. Velema, Beknopte Gereformeerde Dogmatiek, p629.

[2] Dr. G. Harinck:
"…Er is niemand die definiëren mag wat christelijk gedrag is. Dat zoeken we zelf uit, als individuen. Maar als er geen gedragscode of ethiek is die gedeeld wordt, valt de bodem weg onder christelijke organisaties, want die zijn tegen de dynamiek van het gedrag van individuen niet opgewassen. Misschien horen christelijke organisaties principieel gesproken bij een vorig bestel en moeten christenen zich niet langer organiseren en ieder voor zich uitzoeken wat waar en goed is."
(Column in het ND 04/02/17)

[3] Onderweg 21 jan 2017:
GKv (2) en NGK (1) in Kampen(!) is de weg vrij voor gemeenschappelijke diensten, kanselruil en avondmaalsvieringen. Classis verbood het aanvankelijk omdat NGK zogenaamde 'in liefde en trouw' samenlevende homoseksuelen aan het Avondmaal toelaat. Volgens de classis tast dat het fundament aan onder de door de drie gemeenten beleden 'eenheid in de erkenning en beleving van Gods Woord en van de regels die op grond daarvan voor het kerkelijke leven moeten gelden'.  PS verwierp dat weer.
Update 04/03/17: De classis Kampen heeft een appel bij de GS Meppel ingediend tegen het besluit van de PS. Er komt dus nog een vervolg.

[4] Van Langevelde:  "En nog even over het punt van homoseksualiteit. Ik wil benadrukken dat het punt juist is dat er een aantal mensen zijn die van harte God ootmoedig liefhebben maar die op dit punt vanuit de Schrift een andere conclusie trekken. En kunnen we dát aanvaarden? Dat dát het geval is, dáár pleit ik hartstochtelijke voor". Beloond met applaus.

[5] In Flits 31 – Hoogleraar en hoog mis, rubriek TU Kampen, click hier.

[6] Dr. Van Langevelde is opgeleid als econoom en geograaf. In 2001 promoveerde hij aan de Rijksuniversiteit Groningen op een proefschrift over de wederzijdse invloed van tweetaligheid en economische ontwikkeling binnen de provincie Friesland. Als projectonderzoeker van het Archief- en Documentatiecentrum te Kampen (directeur prof. dr. G. Harinck) en promoveerde in 2015 op In het klimaat van het absolute, het leven en werk van C. Veenhof.

[7] Hoe groot ook de kloof is tussen de denkwereld van J. Kamphuis en Harinck kan blijken uit een artikel van Harinck in Ad Valvas, het universiteitsblad van de VU, waarin hij pleit voor het behoud van de christelijke signatuur van de VU. Want redeneert Harinck, zo hebben mensen die religie als gave van God zien, aan de VU gelijk recht naast degenen die menen dat wetenschap louter op de rede is gebaseerd. „Relatief veel moslims kiezen voor de VU – waar anders krijgen ze de ruimte voor een debat over hun religieuze moeite met de evolutie? Bedenk eens dat de VU, anders dan bijvoorbeeld de UvA, gebedsruimten voor moslims inruimt. Ik denk dat ze deze vrijheid niet aan de rede danken, maar aan de christelijke signatuur van de VU.”

Het gaat om de christelijke traditie die vrijheid biedt: "Traditie heeft waarde, ook zonder meerderheidssteun. Ze stelt de geschiedenis present en is ons cultureel DNA. De VU-geschiedenis heeft veel te bieden: ze kent zwarte bladzijden die ons bij de les van vrijheid houden, maar biedt ook grootse pogingen om die vrijheid te realiseren."

(21/01/11 Reformatorisch Dagblad)

[8]Prof. dr. E.A. de Boer is ook bezig te neuzen in de archieven voor zijn onderzoek van de zestiger jaren. In een interview werd hem de vraag gesteld:
"Uw collega George Harinck zei onlangs dat de archieven van de hoofdrolspelers van destijds nauwelijks informatie geven. Ze lijken geschoond. Wat is uw ervaring?"
De Boer:
"Voor mijn onderzoek kon ik gebruikmaken van de archieven van D. Deddens, O.J. Douma en Joh. Francke. Het archief van D. Deddens bevat alleen maar uitnodigingen voor verjaardagen, dinertjes en trouwpartijen. Het archief van O.J. Douma uitsluitend knipsels. En het archief van Joh. Francke enorme lijsten met boeken die hij in de loop der tijd heeft aangeschaft en gelezen. Geen brieven, geen dagboeken, niets van dat alles. Het zijn waardeloze archieven. Het is niet mijn bedoeling om deze mannen tot de boosdoeners van destijds te verklaren. Ik wil hen begrijpen. Maar dat kan nu alleen door de kerkrechtelijke trajecten te volgen die zij gemeend hebben te moeten volgen, en die alleen in de acta terug te vinden zijn."
In zeker opzicht is dat natuurlijk jammer. Wij hechten ook aan eerlijke geschiedschrijving waarin veel feitenmateriaal wordt verwerkt. Maar gezien de ervaringen op het symposium is het misschien maar beter zo.

[9] Een aardig voorbeeld daarvan in een ingezonden in het ND van Otto Brands en Trudy Brands-Douma:
Voor ons was het heel bijzonder om het artikel te lezen over de regie achter de kerkscheuring van 1967 in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (ND-Gulliver 30 december). Bijzonder, omdat een achterneef van mijn vader, ds. Roel Brands, mede door de regie van de ooms van mijn vrouw, de broers Douma, destijds werd geschorst. Bijzonder, omdat nu – bijna vijftig jaar later – hier in Spakenburg de Nederlands Gereformeerde Kerk en de GKv elkaar over en weer hebben erkend en één zijn in het geloof. Bijzonder, omdat wij samen als Douma en Brands al 37 jaar samen gelukkig zijn. Met een beetje geven en nemen, vallen en opstaan en veel liefde voor elkaar lukt dat vrij aardig. Bijzonder, omdat wij de oproep in de Open Brief van 1966 om samen één te zijn in het geloof in Jezus Christus, volledig onderschrijven. Zijn regie stijgt ver boven de kerkmuren uit. Louter genade.
De geest van de Open Brief is nog steeds vaardig.