Printen

GS Meppel Verslag 12 – Vrouw in ambt 4

 

D.J. Bolt

24-06-17

 

De vorige dag, donderdag 15 juni, was aan het eind van de avondvergadering het fundamentele besluit gevallen het ambt van ouderling open te stellen voor vrouwen. Maar nu moest er verder worden gesproken over o.a. de vrouw als predikant. Zou de synode die consequentie ook trekken?

Opnieuw een uiterst belangrijke synodebespreking die bepalend is voor de toekomst van de GKv.

 

Een uitgebreid verslag van de beraadslagingen op vrijdag 16 juni 2017.
 


 

Vrouw in ambt

 

OPENING

 

De preses dr. M.H. Oosterhuis opent de vergadering op christelijke wijze.

 

DEPUTATENVOORSTEL BESLUIT 5

[Zie voor deputatenbesluiten 5-7 bijlage 1.]

 

Preses

Grond 4: laatste zin schrappen en daar grond uit Tegenvoorstel van Van Loon besluit 4/grond 5 toevoegen.

In grond 3 'mogelijk' toegevoegd.

Geldt dit ook voor besluit 7?

 

[Tegenvoorstel Van Loon c.s. besluit 4, zie bijlage 2,]

[Besluit 7, zie bijlage 1.]

 

Deputaten – ds. Wisselink

Ja, het besluit heeft dezelfde gronden.

Besluiten 6 en 7 zijn samengevoegd , er wordt nu gesproken over 'predikant'

 

Ds. Van Loon

De zwijgteksten laten veel onzekerheid. Ik deel wel de conclusie dat 1Kor. 11 en 14 geen absoluut verbod tot spreken bevat. Maar de teksten geven wel spanning. Het is belangrijk dat te laten zien.

 

Ds. Van Dijk

Het is met de moed der wanhoop dat ik hier nog sta. Ik had commentaar op de gronden bij het vorige besluit. Die heb ik nu ook. We gaan bij dit voorstel in het enkele spoor van de profetie. Maar daaruit volgt geen enkele terechte onderbouwing.

Je hebt sprekende zusters in OT. Maar kun je daar deze conclusies uit trekken, ook in ambtelijke zin? Preken heeft te maken met waar het in Zondag 31 over gaat: de bediening van de verzoening.

 

In grond 3 wordt 1Kor. 14:3 geduid. Maar in het rede-beleid daar gaat het om het verschil tussen in tongen spreken en profetie. Profetie is verstaanbaar voor andere mensen, dát is het argument. Echter in grond 3 wordt het tot een definitie van profetie gemaakt.
Ook is gezegd dat het in de gereformeerde traditie altijd zo is opgevat. Maar dit is niet eerder als pleidooi voor de vrouw in het ambt toegepast. Hoekstra, gereformeerde homiletiek, ziet profetie als verkondiging van het Woord door onmiddellijke ingeving. Dat is wat anders dan uitleg van het bestaande Woord. Dus in de traditie wordt er breder over profetie gesproken.

 

Ik ben blij met zinnetjes als 'dat het gezag van verkondigde Woord niet aan het geslacht gebonden is'. Preken is dienst van het Wóord. Maar de persoon doet er wel toe, anders ben je de visie op het ambt kwijt dan.

Grond 5 van Van Loons voorstel 4 is nu toegevoegd. Daar staat het vrij stevig over 1Kor. 11 en 14: 'in ieder geval is er geen absoluut verbod tot (s)preken'. Maar dat is kiezen van één lijn en dat zouden we toch niet vastleggen?

 

[Zie voor Van Loons voorstel bijlage 2.]

 

Ds. Dreschler

Ik ga nu alleen op het besluit in. Het besluit gaat in tegen Gods Woord. Dat Woord is niet veranderd, maar de cultuur. En wij zijn veranderd. Hoe moeten we dit uitleggen aan broeders en zusters? Ik mis de lijn die altijd geleerd is en nu nog geleerd mag worden.

 

Br. Heij

Vooraf: ik ben wél voor preekconsent, maar niet voor predikantschap van zusters. De gronden van besluit 2a zijn niet zo sterk dat ook de volmachten aan zusters kunnen worden toegekend. Daarom dien ik een tegenvoorstel voor besluit 7 in.

Dat had ik liever niet gedaan want ik wil het onderscheid tussen ouderling en predikant niet te groot maken. Er is echter toch verschil tussen volmachten. Daarom wordt bijvoorbeeld een predikant voor het leven bevestigd. Denk aan de sacramenten enzovoort.

Met het tegenvoorstel wil ik ook de discussie verdiepen hoe we tegen de ambten aankijken. En waar het eigenlijk om gaat. Dus duidelijk maken dat de vrouw in het ambt geen gelopen race is. Dat is belangrijk voor andere kerkgenootschappen als de CGK.

 

Ds. Roth

In feite is commentaar op dit besluit kritiek op het openstellen van het ouderlingschap van vrouwen. De predikant is medeouderling. De oudsten zien toe op werk van de predikant. Met besluit 4 heb je ook besloten tot openstelling van ambt van predikant. Het gaat mij om een consistente besluitvorming.

 

Ds. Koster

Ik kan hartelijk voor besluit stemmen, maar niet voor de gronden. Want er is geen gelijkheid tussen preek en profetie.

Met besluit 7 geloof ik dat de predikant een oudste is met een bijzondere taak. Dus als je tegen de vrouw in het ambt bent, dan dus ook geen vrouw in het predikantenambt.

 

Br. De Haan

Waarom worden in besluit 5 geen 'schriftuurlijke' gronden genoemd?

 

Ds. Harmannij

Waarom is in grond 4 de laatste zin vervallen? Gehoorzaamheid aan God zelf kom je steeds in de Schrift weer tegen. Mannen en vrouwen kunnen Gods wijsheid doorgeven. Dat is het mooie van de ambtsdienst, doorgeven van de boodschap van de Heere. Ieder die dat kan doen dwingt respect af.

 

De gronden onder besluit 5 en 7 zijn gelijk. We moeten iets verzinnen om niet twee keer die lappen tekst te vermelden.
Het is wel wat vreemd: preekbevoegdheid hebben maar geen predikant zijn. Als een ouderling een vrouw kan zijn, dan kan ze ook predikant zijn.

 

Deputaten - Zr. A. Haan

Bij de ambten gaat het steeds om dezelfde gronden. Oorspronkelijk hadden we een basisbesluit, gevolgd door deelbesluiten. Nu hebben we een eigen afweging bij de delen gevoegd.
Ja, principieel is een predikant ook een ouderling. Maar u kunt stemmen zoals u zelf wilt.

 

Deputaten - Ds. Wisselink

T.a.v. besluit 5 gronden 3 en 4 moeten we beseffen dat in gereformeerde traditie er verschillend mee is omgegaan en dat soms op een pijnlijke manier: zie de Statenvertaling.  De kanttekeningen t.a.v. 1Kor. 11 en 14 zijn niet consistent. Er is verlegenheid met deze hoofdstukken. De nooduitgang van 1Kor. 11 kan op twee manieren uitgelegd worden.

 

Preses

De deputaten hebben het recht vanuit hun eigen uitgangspunt dit toe te lichten.

 

Deputaten - Ds. Wisselink

Soms voel ik me ongemakkelijk onder de gereformeerde traditie.

 

Is grond 5 te stellig? Maar we moeten wel aangeven waarop het vrouwenpreekconsent rust. Je mag er ook andere motieven bij aangeven.
We zijn inderdaad veranderd. Negen jaar geleden was dit nog onbestaanbaar, maar nu krijgen we vrouwelijke ouderlingen en diakenen! Maar de basis is onveranderd. We vragen ons af wat God van ons vraagt. De grote woorden van vroeger zijn te groot. Nu gaat het om een kanttekening, of iets wat anders zeggen. Tegelijk is de oude lijn niet verboden. De uitdaging is nu er eerlijk over in gesprek te gaan. Daarvoor is een plenaire synodesessie niet de meest geschikte gelegenheid.

 

'Schriftuurlijk' zetten we er alsnog in.

 

De laatste zin is vervallen met de toevoeging van Van Loons grond. Het stukje zat er daar ook niet in.

 

Deputaten - Prof. E.A. de Boer

Ik wil vredestichtend spreken. Er is geen principieel verschil tussen ouderling en predikant. De CGK heeft zelfs principiële gelijkheid uítgesproken, en dat heeft grote invloed op de discussie gehad.

Het predikantenambt is een stand. Kijk naar de NT-weduwen, we vermoeden dat het bij hen om een soort diaconale inzetbaarheid ging. Of mogelijk een zorgtaak. Vergelijk het 'ware weduwen' criterium met de criteria voor oudsten. Weduwe-zijn is een stand, een levenspositie met een bijzondere toewijding, daarom niet meer trouwen. Het predikantschap heeft daar iets van, het is een levenskeuze. De predikant is dat fulltime om de in hem ontdekte gaven. Zie bijvoorbeeld ook art. 8 als het gaat om singuliere gaven - dat geldt overigens evenzeer voor de gewone route. Je bent beroepbaar en verplaatsbaar.
In de gereformeerde traditie hangt dat samen met de Woordverkondiging en de sacramentsbediening. Die zijn gekoppeld. Zo is het altijd geweest. Wel hebben wij altijd principieel gekozen voor de gelijkheid van ouderling en predikant, hij is mede-oudste zoals Petrus dat zegt in 1Petr. 5.

Het bijzondere in die stand is ook een continuïteit van de verkondiging in de eeuwen. Daarom wordt hij ook op een bijzondere manier bevestigd: voor het leven en in successie met zijn collegae.

Wij denken dat dat ook bij zusters kan, zie de 'stand van de ware weduwen'.

Dus: wijdt hier gerust twee besluiten aan.

 

Profetie en verkondiging verschillen al vanaf de reformatie. Verkondiging is uitlegging van de Schrift en een geïnspireerde toepassing. En toetsing aan de profetie hebben we nog altijd.

 

[Assessor neemt de leiding over]

 

[Tegenvoorstel Heij wordt gesteund.]

 

BESPREKING TEGENVOORSTEL HEIJ

 

Ds. Stolper

Het is een heel sympathiek voorstel. Maar we moeten niet ouderling en predikant uit elkaar trekken.

 

Ds. Balk

Ik kan me vinden in het verhaal van De Boer. Wat hij noemt zijn heel belangrijke dingen in de visie op het ambt.
Inderdaad is waar dat het geen gelopen race is, we hebben nog wel wat te doen.

Maar waar baseer je eigenlijk op dat je wel met preken de sleutels van het hemelrijk mag hanteren, dat is het belangrijkste gezag, maar waarom dan niet de sacramenten bedienen? Wil Heij een signaal geven dat vrouwen niet alles mogen, en daarmee de discussie opgang houden?

 

Br. Van der Tol

Ik steun het voorstel Heij, zie Hoekstra en Schilder over 1Kor. 14. Het ambt aller gelovigen van profeet, priester en koning (HC Zondag 12) wordt weer verward met het bijzonder ambt. Prediking is volmacht van de bediening der verzoening. Die oude lijn wordt op geen enkele manier meer gehonoreerd.

 

Deputaten - Zr. Haan

We raden het voorstel niet aan, het is niet in lijn met onze voorstellen. Er is ruimte voor mensen die nog niet zo ver zijn. En we willen ook vérder rechtdoen aan mensen die nog niet zover zijn. Daar zullen we het over hebben bij de implementatievoorstellen.

 

Br. Heij

Ik kan niet om besluit 5 heen. Toch ligt het bij besluit 7 anders. De KO beschrijft het ambt van predikant anders dan dat van ouderling. De predikant heeft iets extra's dat ouderlingen niet hebben. Je komt er niet met een 'stand'. Ook een ouderling geeft zich er voor. Sommigen besteden er een substantieel deel van hun tijd aan. Daaraan kan geen argument worden ontleend. Het gaat om verschillende taken. De predikant loopt voorop, is vaak het gezicht van de kerk. Er moeten dus wel heel sterke argumenten voor dit besluit zijn.

 

Gisteren gebruikten we voorzichtige woorden, als 'ruimte bieden' en niet de zwartwit lijn uit dit besluit. Als het om het ambt van predikant gaat dan moet je sterker argumenteren. Nu kunnen argumenten twee kanten opgaan. Dan is het wijs het predikantsambt niet open te stellen. Niet omdat er een principieel verschil is tussen beide dienaren van de Heer - beide zijn opzichter - maar er is wel een belangrijk gradueel verschil. Daarom kunnen vrouwen geen predikant worden.

 

STEMMING BESLUIT 5 DEPUTATEN
 

V27T03O02, aangenomen.

 

STEMMING BESLUIT 7 DEPUTATEN

 

V21T10O01, aangenomen.

 

VERKLARING BR. VAN DER TOL

 

Voorzitter,

Dank u wel dat ik deze verklaring mag afleggen. Ik doe dat met grote schroom. Ik twijfel namelijk op geen enkele manier aan de integriteit van mijn mede synodeleden.

U begrijpt: ik heb tegen deze besluiten gestemd, omdat deze mijns inziens lijnrecht ingaan tegen Gods Woord, de Schriften.

 

Tussen haken: Ik gun onze zusters al het goede en zal ze geen plek ontzeggen in de kerk. Behalve waar het om de bediening van de verzoening gaat en de bediening van de sleutels van het koninkrijk en daarmee dus het dragen van de eindverantwoordelijkheid. Dat heeft de HERE luid en duidelijk aan de man toebedeeld. De eenheid van en in de Schrift gebiedt ons dat gehoorzaam te aanvaarden, ook al zou je het anders willen. “Adam, waar ben je?”, vraagt de HERE en roept hem ter verantwoording over de puinhoop in zijn gezin.

 

Ik heb nog eens goed nagedacht over wat er gisteren en vandaag in onze vergaderingen is gebeurd. Eigenlijk is Gods eigen Woord vogelvrij verklaard door onze synode. Ik zeg dat met heel veel verdriet in mijn hart. Want we hebben maar niet een aantal besluiten genomen over man/vrouw en ambt. Wij hebben als synode in meerderheid uitgesproken dat er een nieuwe manier van Schriftlezen en Schriftverstaan is en dat hebben we gelegaliseerd.  Want nu zeggen we: het is niet helder. Wat er staat, staat er eigenlijk niet. Dus het mag ook anders. Er wordt in deze kring ook gezegd: Ja beide meningen zijn volstrekt legaal en passen binnen de bandbreedte van de Schrift. Alsof de HERE Zichzelf zou tegenspreken.

 

Vogelvrij zei ik.

We zitten in het Lutherjaar. 500 jaar Reformatie. Luther die ons leerde zingen (dat is dubbel bidden):

 

“Het WOORD, zij zullen het laten staan en niets daarbij bedenken.” (GKB 142/143)

 

Dat geldt niet alleen voor die tegenpartij, maar dat geldt ook voor onszelf:

 

“Het Woord, wij zullen het laten staan.” 

 

Maar dat hebben wij gisteren helaas niet gedaan. Wij hebben als synode er wel wat bij bedacht. Je kunt de bijbel anders lezen dan hij zich aandient. Vanaf nu kunnen we dus alles wat we niet helder vinden in de Schrift naar onze eigen maatstaven veranderen en aanpassen. Met deze besluiten hebben we mijns inziens Woord en Geest van elkaar losgemaakt en zelfs tegenover elkaar gesteld. Het Woord is dus vanaf nu vogelvrij. Maar Woord en Geest horen bij elkaar en mogen niet tegen elkaar uitgespeeld worden.

 

Ik zal die weg niet gaan. Want de HERE heeft het laatste woord. Als Hij zegt dat Hij dat niet wil hebben, door de mond van Paulus, dan zal ik me gehoorzaam voegen, ook al snijdt het in mijn en ons eigen vlees. Wees ervan overtuigd: ik had het ook graag anders gezien. Maar als Hij spreekt: Dan heb ik en hebben wij maar gehoorzaam te volgen.

2 Petrus 1 : 20, 21

 

“Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar door Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken.”

Daarom: evenals Petrus, spreekt ook Paulus duidelijke taal. En daar houd ik mij aan.

 

[Br. Jan Jarig van der Tol, afgevaardigde vanuit PS-Noord.]

 

Preses

Namens de vergadering: Ik prijs het dat je met reine lippen zegt wat je in je hart hebt. Dat betekent niet dat we instemmen met wat je zegt. We gaan hier nu niet publiek over discussiëren. Je houdt ons wel een spiegel voor om in te kijken. Is het waar dat we het geven van een andere inhoud aan Gods Woord hebben gelegaliseerd?

 

Preses

Laten we eerst met elkaar in gebed gaan.

 

Heer, in de hemel, Heer van uw kerk.

We buigen ons voor uw troon. Wij komen de besluiten m.b.t. de ambten aan uw voeten leggen. Heer ontferm u over ons. In alle dingen waarin we tekort zijn geschoten in de uitleg en toepassing van Gods Woord in kerkelijk en eigen leven. Wil ons werk toch laten bijdragen aan de komst van uw rijk en de bouw van uw kerk. Ontferm u over ons in deze vergadering.

En dat het niet geheel overeenkomstig het getuigenis van Jan Jarig mag zijn. Geef ons een geestelijk, ruimhartig en open houding om eerlijk in die spiegel te kijken. En als er reden is tot twijfel aan wat gedaan is, we dat dan ook in eerlijkheid belijden.

Ontferm u over onze kerken, er zal heel veel los komen over deze besluiten. Geef dat we  voor de nog te nemen besluiten een goede weg vinden. Om wat er aan beweging komt en in zorg en verontrusting tot uitdrukking komt, in goede banen te leiden. En ons te helpen bij de implementatie. Bewaar ons zo bij de eenheid die de Geest ons heeft gegeven. Help in het vervolg van deze vergadering en synode. In broederlijke harmonie u te dienen en elkaar te helpen.

Amen.

 

Preses

Er zijn tegengestelde emoties. Ik wil ruimte aan ieder geven zich te uiten maar daarbij wel voorkómen dat er discussie ontstaat.

De deputaten komen nog met een voorstel voor implementatie. Het is een opstap voor ieder van ons om er tot morgenmiddag over na te denken en zich ideeën te vormen. Morgenmiddag zullen we er dan een gezamenlijk gesprek over hebben.

 

Ds. G. Oosterhuis

Ik aarzel of het uiten moet in de plenaire vergadering en met de pers erbij. Het lijkt me niet wijs.

 

Ds. Van Dijk

Morgen ben ik er niet.

 

Preses

Zie je ervan af je hart te luchten?

 

Ds. Basoski

Laten we de besluiten laten bezinken. Ik kan niet gelijk overschakelen.

 

Deputaten – Zr. Haan/Prof. De Boer

We hebben behoefte u toe te spreken. Er is een lange weg gegaan. Na deze besluiten is er geen juichstemming. Wel hebben we elkaar als christenen gevonden.

 

We hebben consensus gezocht. Niet eenzijdig en vanuit heel verschillende posities. Ruimte genomen om elkaar te vinden. Al biddend en Gods Woord lezend. We zijn niet zomaar tot een eenstemmig advies gekomen. We hebben nagedacht over allerlei zaken als zwijgteksten en een specifiek zusterambt. Wat er nu ligt kunnen we allemaal dragen en daarom zijn wij eenstemmig. Maar dat betekent niet dat we altijd het unaniem eens waren.

 

We zien verdriet over de besluiten en de gronden, maar we zagen ook vrouwen die niet gekend werden. Het verdriet – we willen het niet uitpoetsen - is in Christus, te dragen.

 
Het was een lange vermoeiende dag. In een soms verwarrend proces. Niemand eindigt met een soort tevredenheid.

Toch, er is wat gebeurd. Bijzondere verantwoordelijkheid van vrouwen wordt bevestigd. Er is met grote meerderheid voor vrouwelijke diakenen, ouderlingen en predikanten, en preekconsent gestemd. Nu moeten we geduld bij de implementatie betrachten.

 

Deputaten – Ds. Wisselink

Er komt van Messelink een voorstel uit te spreken dat de besluiten nu in eerste lezing zijn vastgesteld en dat we de definitieve lezing in 2020 vaststellen, na evaluatie van de reacties, ook die uit het buitenland.

Wel zullen we in deze periode erin berusten als kerken eerder vrouwen bevestigen. Dus per 1 juli 2017 vrouwelijke diakenen en preekconsent aan vrouwen toestaan en met vrouwelijke ouderlingen en predikanten wachten tot 2020. Dus niet een houding van 'het moet en het zal', niet doordrammen maar samen de ruimte zoeken.

 

[Vervolg op zaterdag 17 juni 2017, zie GS Meppel Verslag 13 – Vrouw in ambt 5.]

 


Bijlagen

 

Bijlage 1 – Deputatenvoorstel besluiten 5 - 7

 

Besluit 5: 

uit te spreken dat behalve aan mannen ook aan vrouwen die daarvoor de gaven hebben ontvangen, preekconsent kan worden verleend en daartoe in artikel 3 van de generale regeling voor het verlenen van preekconsent, zoals vastgesteld door de generale synode van Harderwijk 2011-2012, Acta Bijlage 3.1, het woord ‘broeders’ te vervangen door ‘leden van de gemeente’ en de overige artikelen dienovereenkomstig aan te passende generale regeling preekbevoegdheid artikel 1 het woord “mannelijk” te laten vervallen

 

Gronden:

  1. Reeds in het OT is sprake van profetessen (Ex. 15:20,21; Recht. 4:4-7; 2 Kon. 22:14) of van profetisch optreden van vrouwen (1 Sam. 2:1-10). Ook in het NT, reeds voor de uitstorting van de Heilige Geest, lezen we over profetisch optreden van vrouwen. Te denken valt aan Maria en haar Magnificat (Luc. 1:46-55). Verder lezen we over de profetes Hanna, die zij aan zij met de profeet Simeon profeteerde ter gelegenheid van de voorstelling van Jezus in de tempel, en die de Heer ook dag en nacht in de tempel diende (Luc. 2:36-38).
  2. De vervulling van de Pinksterbelofte (Joël 3:1-2; Hand. 2:17-18) is dat zonen en dochters, ouderen en jongeren in de gave van de profetie delen. Het Nieuwe Testament tekent die werkelijkheid. De apostelen en de andere leerlingen, waaronder de vrouwen (Hand. 1:14) traden op de Pinksterdag,  gezalfd door de Heilige Geest op als Jezus’ getuigen (Hand. 1:8; 2:4-8). Ook op andere plaatsen is sprake van vrouwen die profeteren. (Hand. 21:8; 1 Kor. 11:4-5).
  3. De Schriftuurlijke duiding is dat ‘iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend’ (1 Kor. 14:3). Deze wijze waarop geprofeteerd wordt kan voor mannen en voor vrouwen gelden. 
  4. Het nieuwtestamentische profeteren is wat de inhoud betreft in de gereformeerde traditie opgevat als uitleg van de heilige Schrift en door de Geest geleid toepassen op het heden, en wel in de prediking. Het gezag van de prediking is zozeer gelijk aan het gezag van het verkondigde Woord dat het niet aan het geslacht van de prediker gebonden is.

Besluit 6:

uit te spreken dat naast mannen ook vrouwen die aan de vereisten voldoen, kunnen worden geroepen tot het ambt van predikant met een bijzondere taak conform artikel B10 van de kerkorde.

 

Grond:

De kerkelijke praktijk is al, dat vrouwen in onze kerken beroepshalve deelnemen aan het geven van theologisch onderwijs en aan de geestelijke verzorging. Dat zijn ambtelijke werkzaamheden, waarvoor een machtiging namens de gemeente door middel van een openlijke bevestiging wenselijk is.

 

Besluit 7: 

uit te spreken dat er Schriftuurlijke gronden zijn om naast mannen ook vrouwen te roepen tot de dienst van verkondiging en onderwijs en daarmee tot het ambt van predikant in een gemeente.

 

Gronden:

  1. Reeds in het OT is sprake van profetessen (Ex. 15:20,21; Recht. 4:4-7; 2 Kon. 22:14) of van profetisch optreden van vrouwen (1 Sam. 2:1-10). Ook in het NT, reeds voor de uitstorting van de Heilige Geest, lezen we over profetisch optreden van vrouwen. Te denken valt aan Maria en haar Magnificat (Luc. 1:46-55). Verder lezen we over de profetes Hanna, die zij aan zij met de profeet Simeon profeteerde ter gelegenheid van de voorstelling van Jezus in de tempel, en die de Heer ook dag en nacht in de tempel diende (Luc. 2:36-38).
  2. De vervulling van de Pinksterbelofte (Joël 3:1-2; Hand. 2:17-18) is dat zonen en dochters, ouderen en jongeren in de gave van de profetie delen. Het Nieuwe Testament tekent die werkelijkheid. De apostelen en de andere leerlingen, waaronder de vrouwen (Hand. 1:14) traden op de Pinksterdag door de zalving met de Heilige Geest op als Jezus’ getuigen (Hand. 1:8; 2:6-8). Ook op andere plaatsen is sprake van vrouwen die profeteren. (Hand. 21:8; 1 Kor. 11:4-5).
  3. De Schriftuurlijke duiding is dat ‘iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend’ (1 Kor. 14:3). Deze wijze waarop geprofeteerd wordt kan voor mannen en voor vrouwen gelden.
  4. Het nieuwtestamentische profeteren is wat de inhoud betreft in de gereformeerde traditie opgevat als uitleg van de heilige Schrift en door de Geest geleid toepassen op het heden, en wel in de prediking. Het gezag van de prediking is zozeer gelijk aan het gezag van het verkondigde Woord dat het in de Westerse cultuur niet aan het geslacht van de prediker gebonden is.
  5. Deputaten M/V en ambt hebben genoegzaam aannemelijk gemaakt dat het apostolisch voorschrift inzake zwijgen, resp. niet leren of gezag oefenen door vrouwen geen onbetwistbare grond is om in onze tijd en omstandigheden vrouwen categorisch uit te sluiten van het ambt van predikant zoals de Gereformeerde Kerken in Nederland dat kennen.

Bijlage 2 – Tegenvoorstel Van Loon c.s. besluit 4

 

Besluit 4:

uit te spreken dat behalve aan mannen ook aan vrouwen die daarvoor de gaven hebben ontvangen, preekconsent kan worden verleend en daartoe in de generale regeling preekbevoegdheid artikel 1 het woord “mannelijk” te laten vervallen.

 

Gronden:

  1. De vervulling van de Pinksterbelofte (Joël 3:1-2; Hand. 2:17-18) is dat zonen en dochters, ouderen en jongeren in de gave van de profetie delen. Het Nieuwe Testament tekent die werkelijkheid (Hand. 21:8; 1 Kor. 11:4-5).
  2. De Schriftuurlijke duiding is dat ‘iemand die profeteert spreekt tot mensen, en wat hij zegt is opbouwend, troostend en bemoedigend’ (1 Kor. 14:3). Deze wijze waarop geprofeteerd wordt kan voor mannen en voor vrouwen gelden.
  3. Het nieuwtestamentische profeteren is wat de inhoud betreft in de gereformeerde traditie opgevat als uitleg van de heilige Schrift en door de Geest geleid toepassen op het heden, en wel in de prediking.
  4. Omdat de eindverantwoordelijkheid over het in de gemeente bediende Woord blijft liggen bij de ouderlingen (1 Kor. 14:29) is er geen verhindering voor vrouwen om het Woord te bedienen.
  5. Hoewel er veel onzekerheid is rond de precieze uitleg van het apostolisch voorschrift inzake zwijgen, laat vergelijking van 1 Kor. 11 en 14 zien dat dit voorschrift in ieder geval niet opgevat kan worden als een absoluut verbod tot (s)preken in de eredienst.

Bijlage 3 – Tegenvoorstel Heij m.b.t. deputatenvoorstel 7

 

Besluit:

het ambt van predikant niet open te stellen voor vrouwen.

 

Grond:

De in besluit 2a als gronden genoemde bijbelse aanwijzingen zijn niet zo sterk dat op grond daarvan nu ook de volmachten die behoren bij het ambt van predikant aan de zusters kunnen worden toegekend.

 

[Dit voorstel kwam niet meer in stemming omdat het deputatenvoorstel werd aangenomen.]