Printen

Signalen 57

 

R. Sollie-Sleijster

18-11-2017

 

Zonder God weten we niets

RD 11/11/17

 

De Nederlands-Amerikaanse theoloog Cornelius van Til (1895-1987) heeft een boodschap voor christenen vandaag. Geboren in Grootegast overleed hij als emeritus hoogleraar theologie in Pennsylvania (VS). Hij kreeg vooral bekendheid als apologeet en wordt wel één van de meest originele apologeten van de twintigste eeuw genoemd.

Dr. M. Klaassen geeft ons een inkijkje in Van Tils overtuigingen.

 

Gekleurde bril

Van Til was ervan overtuigd dat elk mens zich in zijn visie op de werkelijkheid door vooronderstellingen laat leiden. In onze postmoderne tijd is dat gemeengoed. Hij was wat dat betreft zijn tijd dus ver vooruit. Zijn overtuiging was evenwel niet op postmoderne ideeën gegrond, maar op de Schrift. Volgens Van Til zijn er maar twee soorten mensen: zij die het verbond houden (covenant keepers) en zij die het verbond breken (covenant breakers). Ieder mens denkt vanuit een bepaald frame, waarin of God òf de mens centraal staat. We zijn allen van nature verbondsbrekers en willen daarom niet God, maar de mens als uitgangspunt hebben.

Van Tils methode benadert de werkelijkheid radicaal vanuit God. Zonder God is er geen kennis, wetenschap of moraal mogelijk.  Christelijk theïsme is het enige alternatief voor scepticisme en zonder geloof is geen enkel geloof of overtuiging mogelijk.

Alleen in Gods licht zien wij het licht (Ps. 36:10).

 

God centraal

Dit wordt wel de ‘presupppositionele’ visie genoemd. De christelijke apologeet moet zijn opponent laten zien dat bij elke andere wereldbeschouwing niet aan inconsistentie is te ontkomen. Claims op kennis, wetenschap en moraal zijn niet houdbaar zonder God. Kennis heeft namelijk twee componenten: geloof en waarheid.

Naturalisten claimen, ondanks ontkenning van Gods bestaan, wel kennis. Zij maken gebruik van de concepten geloof en waarheid, maar hebben daar geen basis voor. Wat waar is, moet je wetenschappelijk kunnen aantonen. Maar waarheid en geloof kun je niet op die manier aantonen.

Een tweede probleem van naturalisten is dat waarheid normativiteit veronderstelt. Het waarom daarvan bewijzen kunnen zij niet. Een christen kan dat wel. Iets is goed of fout, omdat het al dan niet overeenstemt met Gods karakter, met de logica en het principe van non-contradictie die in God zijn verankerd.  Hierdoor kan de naturalist in feite geen wetenschap bedrijven.

 

Atheïsme

De werkelijkheid is onverklaarbaar zonder God. Elk argument, elke dialoog en elk feit vooronderstelt het bestaan van God. Zelfs kun je Gods bestaan niet ontkennen zonder zijn bestaan te vooronderstellen. Van Til vergelijkt dit met lucht. Als je daarover discussieert of het wel of niet bestaat, kan dat alleen door tegelijk lucht in te ademen. Zo heeft zelfs een atheïst God nodig om te bewijzen dat Hij niet bestaat.

Of neem het probleem van het lijden. Alle ellende en lijden worden ingebracht als argument tegen God. Maar vanuit evolutionair perspectief zijn lijden, ziekte, pijn en dood inherent aan het leven.

Het is goed noch fout: de ‘struggle for life’ en de ‘ survival of the fittest’ zijn immers inherent aan het evolutieproces. Dat niet-gelovigen ziekte, lijden en pijn als kwaad beschouwen, kan alleen omdat ze onbewust werken met geleend kapitaal van het theïsme. Hun bewijs van het niet bestaan van God is een bewijs voor zijn bestaan en een aanwijzing dat ook zij besef van goed en kwaad hebben als gevolg van hun geschapen zijn door die God, die zij ontkennen.

Van Til kiest niet voor de verdediging, maar voor de aanval. Hij geeft christenen de instrumenten in handen om het bankroet van het denken zonder God aan te tonen.

 

Cirkelredenering?

Maar is dit geen cirkelredenering? Ja, maar dat geldt voor iedereen. Iedereen gaat uit van vooronderstellingen. De vraag is of je uitgaat van de juiste vooronderstellingen. Dat is alleen het geval als je uitgaat van de heerschappij van God en zijn Woord. Zogenaamde neutraliteit bestaat niet en daarom moeten christenen de ander op diens terrein opzoeken en de onjuistheid en onmogelijkheid van zijn claims op kennis en waarheid aantonen. Niet meegaan met de autonome mens, maar God als je uitgangspunt nemen. Alle dingen zijn uit Hem, door Hem en tot Hem, dus ook ons denken. Een ‘copernicaanse revolutie’ wordt het wel genoemd. We hebben bekering van ons denken nodig en zo kunnen we God niet alleen liefhebben met hart en ziel, maar ook met ons verstand. Dat is de blijvende betekenis van Van Til.

 

Eenzijdig beeld van ‘1967’

ND 09/11/17

 

Arend van Herwijnen mist wat in het artikel van Aad Kamsteeg ‘Feest, maar geen zand erover’ (ND 03/11/17). Kamsteeg geeft z.i. een erg eenzijdig beeld van de scheuring van de GKv in de jaren zestig. Wat Kamsteeg niet laat zien is dat vanaf de Vrijmaking ondermijnende krachten werkzaam waren: het blad Contact met zijn ‘vrijgevochten’ koers, de Bos-actie, die terugkeer naar de Geref. Kerken synodaal bepleitte, de scheldpartijen van sommige scribenten in Opbouw, het verzet tegen gereformeerd onderwijs en dito politiek, ds. Van der Ziel die tegen het besluit van zijn kerkenraad in toch samensprekingen aanging met de synodale kerk, publieke kritiek op onderdelen van de belijdenis. En ja, daar werd stevig op gereageerd. Daarenboven de Open Brief met zijn sterk kerk- en confessie-relativerende strekking.

Kamsteeg schrijft zelf terecht dat iedereen weet dat je gedrag in een vroegere tijd evenwichtig moet beoordelen en het historische en culturele kader van die tijd moet kennen. Maar dat is nu juist wat Van Herwijnen zo pijnlijk mist in het beeld dat Kamsteeg neerzet van die tijd.

 

Vergaderdag in Kampen bewijst: Spanning is nog niet weg in relatie GKv en NGK

RD 13/11/17

 

GKv en NGK vergaderen deze zaterdag voor het eerst samen op landelijk niveau.

De ochtend wordt gevuld met korte lezingen. ’s Middags stijgt de spanning. Vrijgemaakt gereformeerden en Nederlands gereformeerden zoeken wel naar eenheid, maar verschillen worden nog volop benadrukt. Hereniging is bespreekbaar, maar voor de scheur tussen beide kerken geheeld is, moet er nog heel wat water door de IJssel stromen. Zorgen van beide zijden komen naar voren.

 

De NGK broeders Kees van Es en Jaap Smit waarschuwen dat in een toekomstige fusiekerk kerkelijke regels niet mogen overheersen en dat in beide kerken broeders en zusters zijn die deze dag als een bedreiging ervaren. In vijftig jaar zijn we uit elkaar gegroeid, zo wordt gesteld. Die verschillen zijn niet zomaar weg te poetsen en bovendien liggen nieuwe scheuringen altijd op de loer.

 

Vanuit de GKv wijst broeder J.J. van der Tol erop dat het nog te vroeg is om kerkelijke eenheid tussen GKv en NGK na te streven. We moeten eerst in eigen huis orde op zaken stellen. GKv-synodes hebben nog onvoldoende rekening gehouden met bezwaren vanuit de kerken, zoals bijv. over de openstelling van de ambten voor vrouwen. Zijn gedachte is “dat het goed zou zijn om pijnpunten vooraf te bespreken, zodat we elkaar bij een open Bijbel vinden. Nu dat niet is gebeurd, is er sprake van een geforceerde eenheid en dus schijneenheid”.

 

In een gezamenlijke avondmaalsdienst belijden de aanwezigen met een gezamenlijk gebed door de Kamper predikanten Vanderbos (NGK) en Beute (GKv) schuld tegenover God voor zonden op kerkelijk gebied die een halve eeuw geleden leidden tot kerkscheuring.