Printen

Zondag op Sion

 

D.J. Bolt

05-05-12

 

Een oude wens ging in vervulling: een reis naar Egypte en Israël. Met een gezelschap onder leiding van ds. A.H. Driest en F. Hoogland reisden we als Israël duizenden jaren geleden, door de woestijn. Nou ja, nu wel in een moderne comfortabele touringcar en wat sneller dan veertig jaar. Maar toch, door een woestenij die niet veel zal verschillen van toen. Door de Sinaï naar de Horeb waar Mozes de universele wetten van de Here ontving. En vervolgens naar Israël. Langs de Dode Zee. Naar Jeruzalem. Lopen in Tiberias, varen op het meer van Galilea. Eindelijk de Jordaan eens werkelijk zien stromen uit zijn bronnen. De resten van Jerobeams eigenwillige godsdienst beklimmen in Dan. Op het gebergte Gilboa in de verte Endor zien liggen. En lopend door de ruïnes van Caesarea je verwonderen over de bouwwoede van Herodus de Grote. 
Teveel om op te noemen! 

 

We willen zo nu een dan een impressie bieden van de belevenissen op deze tocht. Misschien mag het stimuleren ook eens Israël te bezoeken. Een land waarvan haast elke steen vertelt over de heilige geschiedenis. Zo'n bezoek is geen voorwaarde voor het geloof maar het kan wel veel herkenning en verdieping geven bij Bijbellezen en –studie.  




Jeruzalem vanaf de Olijfberg gezien. Op de voorgrond talloze graven wachtend op de komst van de Messias.
 

Jeruzalem, zondag 19 maart 2012

 

Dag des Heren, opstandingsdag. Hier in Jeruzalem is de Jezus Christus opgestaan. En dat willen we vieren. Want we zijn geen moskeemoslims, geen shabbatjoden, maar opstandingschristenen. En daarom: hoe vrolijk gaan de stammen op. Nou ja, hoe blij gaan ze neerwaarts. Want de morgenbijeenkomst is in een ruimte, 'Kedem', diep onder hotel Leonardo. 

Nu zouden we ook de lift kunnen nemen. Maar dat is een sabbatslift. Niet dat we daar principiële bezwaren tegen hebben. Maar deze Shabbat Elevator stops on every Floor, zegt het bordje bij de schacht. Hoezo? Het is toch gebruikelijk dat een lift op elke etage stopt, niet? Stel je voor dat het anders was. Je zou er gestoord van worden als jouw kamer net lag op een verdieping waar hij niet stopte!

 

Even tussendoor, dat was wel het geval vele jaren geleden op het bedrijf waar ik werkte. Op oudejaarsavond waren de twee operators van de computerruimte wat melig. Was ook niks, iedereen zat thuis oliebollen te eten en zij moesten ponskaartenbakken voeren aan computers. Een van de operators kreeg een lumineus idee: we verwisselen draden achter die knoppies in de lift, kunnen we lachen.

Zo gezegd, zo gedaan. Het werkte goed, de lift deed volstrekt tegendraads. Nu wachten op het eerste slachtoffer.

Maar hun pech was dat juist die avond de hoogste baas van de afdeling, prof.dr. B. met zijn secondant een ronde deed door het bedrijf. De directeur kon maar niet op de gewenste verdieping aanlanden: drukte hij op 3, dan kwam hij op 1 terecht, en op 2 dan sjeesde de liftkooi naar 5.

Heeeel lollig!

Maar helaas werd de humor aan slechts één kant beleefd. En zo konden de mannen definitief thuis appelflappen gaan eten …

   

Terug naar shabbat lift. Die is nou typisch een voorbeeld van orthodox joods wetticisme. Want net zo min als de jood in Nederland op de sabbat een identiteitskaart mag dragen (geen lasten op de sabbat), zo zult gij dan ook niet op liftknopjes drukken, want dat is werken. Dus in strijd met het vierde gebod.

En precies daarvoor is die shabbat elevator uitgevonden. Op de sabbat gaat hij 24 uur lang van verdieping naar verdieping, stopt op elke verdieping, opent zijn deuren vanzelf, geeft gelegenheid in of uit te stappen, sluit automatisch de deuren weer en klimt op of daalt neer naar de volgende etage. In een grote kringloop.

Hoe slim!

 

Het Woord 1

 

Maar het duurt dus wel eindeloos. Daarom dalen we maar per pedes apostolorum (Matteus 10:5) af naar de samenkomst in de catacomben van Jeruzalem.

De samenkomst heeft het 'format' van een gewone kerkdienst. Niks toeters en bellen, beamers of bands. Gewoon zingen en preken. Een biddagpreek want de afgelopen week was daar in de bus door de Sinaï niets van gekomen natuurlijk.

 

 

 

De preek[1] gaat over Deuteronomium 8. Mozes die op de drempel van het beloofde land staat. Als het ware met tranen in de ogen het prachtige vruchtbare land  aanschouwt (wij hebben dat ook gezien!) en er om zijn eigen zonde toch niet in mag. Mozes houdt een indrukwekkende preek voor het volk.

 

Dominee Driest vat het Schriftgedeelte samen met Mozes leert het volk afhankelijkheid.

Wonderlijk: al die jaren door de woestijn waren hun schoenen niet versleten, geen blaar op hun voeten bij wijze van spreken, en altijd te eten, zelfs vlees. Zonder te werken!

Ze hebben geleerd afhankelijk te zijn van de Here. Hij heeft op bovennatuurlijke wijze gezorgd dat ze niets tekort kwamen. Hij staat immers boven de schepping? Als hij spreekt, dan is het er. Niks evolutie dus.

En dat is nog zo. Als het moet regent het eetwaren, vormen raven een luchtbrug op Gods bevel. Dus wachten op zijn Woord. Dat heeft Israël geleerd al die jaren in de woestenij.

Maar nu mogen zij in het nieuwe land gaan zaaien en oogsten. In afhankelijkheid. Want ook dan blijft het: Zoek eerst het Koninkrijk van God en alle andere dingen worden u toegeworpen.

 

We mogen genieten van Gods gaven, van de wonderen die Hij werkt. Het gevaar is dat we onze rijkdom losmaken van God. Dan gaat het goed mis. Niet voor niks is geldzucht de wortel van alle kwaad. Wat een ruzie en ellende komt daaruit voort. Wat een misbruik van de schepping, en uitbuiting door handel en bedrijf. Elke dag zien we de journaals er vol van.

Dit oude Jeruzalem vraagt om een nieuw Jeruzalem dat uit de hemel neerdaalt. Pas dan zal weer alles volmaakt goed worden. Daarheen zijn we op weg in afhankelijkheid. Die les is de winst van de woestijntocht. Die les is aan ons allemaal besteed.

Amen.

 

We zongen een lied van een nieuwe hemel en aarde[2]. Vol verlangen naar die wereld waarin we de Here in volmaaktheid zullen dienen. Waar alle tranen afgewist worden en geen rouw en huilen meer wordt gehoord. Een volmaakte wereld.

Daar zongen we van, diep onder de grond, gedempt door een gaatjesplafond.

Wel een plafond met repeterend zeven maal zeven gaatjes.

Volmaakt!

 

Gamaleël

 

Na de dienst zaten we aan de voeten van Gamaleël alias Israël Yarov, onze joodse gids. Hij was bereid vragen van ons te beantwoorden. En daar maakten we natuurlijk graag gebruik van. Een paar interessante halen we eruit.

 

Waarom dragen orthodoxe Joden van die lange lokken?

- Leviticus 19:27 zegt:  Gij zult de rand van uw hoofdhaar niet rond afscheren, en gij zult de rand van uw baard niet afsnijden. Welnu dat doen die Joden dus inderdaad niet. Het haar 'piekt' als het ware. En dat je God met kracht dient laat je zien door die lokken uitbundig te laten groeien. Geen minimalistisch gedoe dus.

In de straten zie je Joden in heel verschillende kleding. Maar dat heeft niet zozeer een godsdienstige betekenis. Het geeft meer aan waar men vandaan komt.

 

Waarom bewegen orthodoxe joden zich al buigend bij gebeden?

Dat komt voort uit de letterlijke opvatting van Deut 6:4-10: De Here liefhebben met … geheel uw kracht. Dat laten deze bidders met alle kracht zien door soms zeer intensieve bewegingen van hun lichamen.

 

 

 

Waarom dragen zij doosjes op hand en hoofd?

In de doosjes zit de wet van Mozes. Deze te binden aan hand en hoofd symboliseert dat doen en denken wordt beheerst door de wet, zie Deut. 6:8.

Op de rechter deurpost van elke hotelkamer zit op ooghoogte een mezoeza, een buisje bevestigd waarin een stukje perkament zit. De betekenis is: heilig dit huis, het is uw tempel. Het perkament geeft relevante Bijbelteksten weer.

Van 'mezoeza' is het nederlandse woord smoezen afgeleid.

 

Wat gebeurt er bij Bar Mitswa?

De jongen wordt op dertienjarige leeftijd zoon van het gebod. Hij is nu zelf verantwoordelijk onder de joodse wet en daarop aanspreekbaar. Vergelijk dat met belijdenis doen in protestantse kerken.

De jongen leest elke week een hoofdstuk uit de vijf boeken van Mozes die 52 hoofdstukken telt. Zo bewijst hij dat hij het Hebreeuws kan lezen en spreken. Dat hoeft hij niet uit het hoofd doen. Bar Mitswa gaat met veel feestelijkheid gepaard.

 

Is er ook een Bar Mitswa voor meisjes?

Er is een Joods gebed dat dankbaar uitspreekt niet als meisje geschapen te zijn. Dat is niet omdat een meisje of vrouw minderwaardig zou zijn maar omdat de wet meer voor mannen geldt dan voor vrouwen. De man is de uitverkorene. Hij wordt aan de geboden gebonden. Daarom komen er ook geen vrouwen in een orthodoxe synagoge.

Vergelijk dit met de wet die aan Israël werd gegeven, niet aan andere volken. Israël is daar dus aan gebonden en moet deze houden, andere volken niet.

Overigens bestaat in het meer liberale jodendom (o.a in Amerika) in familieverband wel zo'n gebeurtenis voor meisjes: Bat Mitswa. Die is een jaar eerder dan bij jongens, namelijk op twaalfjarige leeftijd

 

Hoeveel orthodoxe Joden wonen er in Israël?

In Jeruzalem woont 60% van de vrome Joden. Landelijk is dat 25-30%. Dat percentage neemt iets toe omdat orthodoxe Joden meer kinderen krijgen dan liberale en ongelovige Joden.

 

Kan de Joodse wijk worden bezocht?

Ja, dat kan. Maar splits jullie in groepjes van twee a drie personen, zodat er niet het gevoel van 'aapjes kijken' ontstaat. Bovendien is het raadzaam wel netjes gekleed te gaan, m.n. geldt dat voor vrouwen.

 

Hoe spreken Joden de naam Jahwe uit?

Het Hebreeuws kent geen klinkers. De naam JHWH wordt niet uitgesproken. Alleen één keer per jaar op Yom Kippur, grote verzoendag, als er vergeving van de zonden wordt gevraagd.

 

Wat is de positie van de vrouw in het Joodse gezin?

De vrouw is bij de schepping niet uit de voet van de man of uit zijn hoofd genomen maar uit zijn rib, bij zijn hart. Dat geeft aan dat man en vrouw van hetzelfde niveau, dus gelijkwaardig zijn.

Elke vrijdag als de man uit zijn werk thuiskomt gaan de lampen aan en zegt hij in een loflied op zijn vrouw dat zij de mooiste is. En als je dat maar lang genoeg doet, geloof je het ook …

De vrouw van Spreuken 31 wordt geprezen en haar man is bekend in de poort. Daar zit hij te koffiedrinken. De vrouw doet het werk. Zo is het nog bij de Bedoeïnen. Zij werkt, hij houdt de wacht in de opening van de tent en bewaakt het bezit.

 

Waarom hoeven orthodoxe Joden niet in militaire dienst en betalen ze geen belasting?

Orthodoxen zijn vrijgesteld van militaire dienst maar niet van belasting.

In de oorlog van 1948 heeft Ben Goerion 500 Talmoed-studenten vrijgesteld van de dienst om te bidden. De regel is gebleven. Maar inmiddels gaat het wel om 15.000 studenten.

 

Wandeling

 

Na gezellig koffiedrinken in het grote koepelvormige restaurant en het middageten gaan we wandelen in Jeruzalem.

 

 

 

Op de muren rondom de Oude Stad!

We beginnen bij de Jaffa poort. Ergens worden kaartjes gekocht, want de toegang blijkt not free te zijn.

 

 

 

Met veertig mensen in colonne op een vrij smalle hoge muur, is misschien niet zo handig. Daarom splitsen we ons in vier groepjes. Je kunt twee kanten op: linksom en rechtsom. We besluiten rechtsaf te slaan en tegen de klok in, de muur af te lopen. Helaas kun je niet helemaal rondom te stad lopen. 'Ergens' houdt het op: dichtbij  het tempelplein met de goud gekoepelde rotspunt en de Al-Aqsa moskee. Daar is de doorgang geblokkeerd.

 

 

 

 

 Prachtig deze wandeling. Hoog rijzen de muren op. Hoe moeilijk moet het zijn geweest voor allerlei vijanden de muur van deze stad, die al op een berg ligt (ongeveer 750m), ook nog eens stormenderhand in te nemen. Weliswaar is de huidige muur niet meer de originele van Jezus' dagen, de stad werd immers in 70 na Christus helemaal verwoest, en later opnieuw, toch kun je je wanen in Zijn dagen.

Allerlei Schriftplaatsen borrelen op:

 

Van afbraak en weerloosheid:

… al zijn muren hebt gij verbroken, zijn vestingen tot een puinhoop gemaakt (Ps 89:40);

En het leger der Chaldeeën, dat bij de bevelhebber van de lijfwacht was, haalde gezamenlijk al de muren rondom Jeruzalem neer(Jer 52:14).

 

Maar ook van bescherming en genade:

Doe wel aan Sion naar uw welbehagen, bouw de muren van Jeruzalem (Ps 51:18);

Vreemdelingen zullen uw muren herbouwen en hun koningen zullen u dienen, want in mijn toorn heb Ik u geslagen, maar in mijn welbehagen heb Ik Mij over u ontfermd (Jes 60:10).

 

En in overdrachtelijke zin:

Een stad met omvergehaalde muren, zo is iemand die zijn geest niet in bedwang heeft.

 

We klimmen en klauteren kilometers ver.

 

 

 

 

 

 

 

Het is niet gemakkelijk. Steile trappen, nauwe doorgangen, 'tegenliggers'.

 

 

 

 

 

En steeds is er dat machtige uitzicht. Op de Nieuwe Stad buiten de muren.

 

 

 

Al die wit-gele zandstenen gebouwen, die eigenlijk altijd een zekere bekoorlijke architectuur hebben. Wat zijn de magistraten te prijzen die in 1918 besloten dat er alleen met deze steensoort mocht worden gebouwd. Een stralend witte stad onder een blauwe hemel. In één woord: prachtig!

 

En op de oude stad met zijn eeuwenoude gebouwen. Met kerken en koepels. Met stegen en sloppen. Met al die culturen en klederdrachten.

 

 

 

Jeruzalem, hier liep dus eens onze Heiland, werd Hij gekruisigd en stond weer op. Over deze stad klaagde hij eens zo diep ontroer(en)d:

 

Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt, en stenigt, wie tot u gezonden zijn, hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, gelijk een hen haar kuikens onder haar vleugels vergadert, en gij hebt niet gewild. (Mt 23:37) 

 

Gij hebt niet gewild!

En wij?

 

Joodse wijk

 

We lopen inderdaad vast. Een hek verspert de doorgang. Een andere groep heeft ons inmiddels ingehaald. Hoe gaan we verder?

Een oefening in democratie op de muren van de tempelstad. Onze groep besluit de muur voor gezien te houden en te trachten Golgotha te vinden. Sommigen zijn daar al geweest en kiezen een ander traject.

We dalen de muur bij de Dung gate, de Mestpoort af.

 

 

 

De streep-stip lijn geeft onze wandeling aan.

 

Maar nu? Hoe komen we op Golgotha, de Hoofdschedelplaats, bij de Heilige Grafkerk of The Basilica of the holy Sepulchre?

Gelukkig beschikking we over een onduidelijk kaartje en van vragen word je wegwijs. Een taxichauffeur ziet geen business en verwijst dus naar een andere onwetende.

Maar beter is het zakendoen met een stel pelgrims.

 

 

 

 

We komen eruit en gaan de Habad op. Recht door de Joods wijk. We worden niet gemolesteerd. Kennelijk gedragen we ons voldoende netjes en zien de dames er redelijk zedelijk verantwoord uit.

 

 

 

Af en toe schuifelen wat zwarte bebaarde gezichten ons voorbij. Wat leeft daar achter die donkere ogen? Soms denk je, ja dat moet een echte Farizeeër zijn. Zo'n blik, intens, haast dwepend. Een blik die nooit een titel of jota van de wet zal ontgaan. Eigenlijk zou je de tijd moeten nemen en zo'n landgenoot van Christus uitnodigen om op een stoepje eens samen praten over wat hem drijft. Over zijn liefde tot de wet. Over de Messias en zijn komst. Over de toekomst van het Joods volk en zijn doodsvijanden.

Maar kom, we moeten verder.

 

De Arabische wijk

 

De Joodse, Armeense, Christelijke en Arabische wijken liggen pal tegen elkaar. Door een poort gaan we de bazaar van de Arabisch wijk binnen. Gelijk is het met ons rustdaggevoel gedaan. Want natuurlijk draait de business hier op volle toeren.

We zijn er niet helemaal zeker van of we nog op de goede weg zijn. Ik hurk neer bij de eigenaar van een van de honderden grotwinkeltjes waaruit de bazaar, in het Arabisch de Sook, bestaat. Ahaaa, you come from Holland! Meneer is ook eens in Amsterdam geweest: "Allemachtig prachtig". Ja ja, hij kent een aardig mondje Nederlands! Maar vertel ons liever of we op de goede weg zitten naar het Graf. We komen eruit, David Street, nog maar een klein eindje links en dan weer rechts. Thank you very much.

Ho, voor-wat-hoort-wat. De ladies moeten vooral toch wel even in zijn toko kijken. Want temidden van alle rommel is kennelijk zijn specialiteit dameshoeden. Ik waarschuw hem alvast dat they don't buy anything. Uiteindelijk is het nog steeds rustdag en ook al zijn we ver van huis, we eerbiedigen wel het Vierde Gebod. Aarzelend wordt wat rondgekeken.

Een van de dames heeft hoge nood. Kan misschien even…? Ja dat kan.

 

 

 

Maar nu is het helemaal business for business. En als de negotie stukloopt op kijken-kijken-niet-kopen blijkt de zakenman ook nog in het Nederlands te kunnen vloeken. Hoog tijd dus om deze verdorven omgeving te verlaten en heilige grond te gaan betreden.

 

Golgotha 

 

Op ons netvlies staan plaatjes uit de kinderbijbel. Een heuvel die met enige fantasie lijkt op de schedel van een kalende gepensioneerde. En drie kruisen, Jezus in het midden, de moordenaars aan weerzijden. Kunnen we misschien de gaten nog zien waar de schandhouten in hebben gestaan?

Ach.

 

Op deze heuvel, die als zodanig totaal niet meer herkenbaar is, klitten niet minder dan veertig 'denominaties' samen, verdeeld over dertig kerkgebouwen en kapellen. Als "druiven aan een tros", zei Israël Yarov. Toen er geen plaats meer was, is men zelfs kerken in twee verdiepingen gaan stapelen.
En door de enorme heilbegerigheid hier, ontstaan natuurlijk ook grote ruzies. Welke vierkante centimeter is van welke religie? Welk route mag vandaag ónze processie maken? Waar mogen wij de ladders zetten voor het onderhoud van ons kapelletje? Hoe voorkomen we dat onze allerheiligste attributen en relikwieën worden ontvreemd door het religieuze gajus van de overkant? Nog in 2008 moest de politie er aan te pas komen om vechtende priesters uit elkaar te krijgen …  

Daarom worden sinds enkele eeuwen de sleutels van de heiligdommen door twee moslimfamilies beheerd. Een ongelooflijk stukje praktische oecumene.

 

Allerheiligst dus.

Door het grote portaal met twee spitsbogen, nog vanuit de Kruisvaarderstijd, betreden we het gewijde centrale gebouw.

 

 

 

Het eerste dat opvalt is een grote liggende roodachtige marmeren plaat, de Steen der Balseming. Daar zou Jezus' lijk op zijn gebalsemd.

 

 

 

Pelgrims uit alle hoeken van de wereld buigen zich erover en kussen de steen, soms in minutenlange devotie. Bijbels, rozenkransen en souvenirs worden er opgelegd ter heiliging. 

 

Even verder is het een gedrang van jewelste bij de ingang van het eigenlijke graf. Een kubusvormige ingang, uitbundig versierd onder een machtige koepel, dekt het graf af.

 

 

 

De drommen pelgrims worden in bedwang gehouden door hekken. Een boze priester/monnik schreeuwt en duwt om ruimte te maken, de stoet van voorbijgangers bewaart kennelijk te weinig eerbiedige afstand tot de ingang. Per keer schuift een handvol bezoekers de onverlichte grafkapel in, vaak met kaars of fakkel. Het eigenlijke graf lig vijftien meter diep.

 

 

 

Plotseling wordt er ruim baan geforceerd. Een stoet van ongeveer twintig in het zwart geklede monniken met gelijkgekleurde hoofddeksels schrijdt al zingend de kerkruimte door om zich even verder in een van de vele hoeken van de kerkenklit op te stellen.

 

 

 

Geweldig zoals dat zingen toch altijd weer klinkt in die eeuwenoude gebouwen! Je zou zo mee willen jubelen. Wat missen we toch in veel van onze kerkschuren deze prachtige akoestiek die het zingen tot een feest maakt.

 

We dwalen nog wat rond. Tijden in de rij staan voor 'het heilige graf' is aan ons niet besteed. Integendeel, hoe langer hoe meer gaat de sfeer tegenstaan. Op een bovenverdieping knielend, ja anders lukt het niet, onder een zilveren plaats tasten naar holte waar het kruis van Jezus heeft gestaan? Nee, maar niet. Nodigt al dit gedoe werkelijk uit tot devotie? Deze herrie? Deze spirituele spaghetti van religiositeit?

Wat zou het geweldig zijn als de Golgotha-heuvel nog echt te zien was, onder de blauwe hemel, die eens gesloten werd in duisternis. Om diep in je ziel te overwegen dat machtige woord met universele betekenis dat hier geklonken heeft:

Het is volbracht!

Ook voor ons.

Ook voor mij.

 

We vertrekken uit het kerkencomplex en duiken weer het gewoel van de sook in. Ah, we kunnen even een variant van de Barmhartige Samaritaan spelen. Een Arabier probeert zijn overvol geladen winkelwagentje een trappenhellinkje op te slepen. Lukt niet, de wieltjes blijven maar haken achter de treden. Collega-concurrenten zijn als priesterlevieten even heel druk met andere dingen. We zetten onze schouders er maar even onder zonder dat ons gereformeerde geweten last heeft van het Sabbath Elevator syndroom.

 

 

Vesper

 

In de vlak bij het hotel gelegen Anglicaanse St. George Church is om zes uur een vesper. De kerk is de zetel van de Episcopaalse bisschop van Jeruzalem en het Midden-Oosten.

 


 

 

We dromen van prachtige Engelse koormuziek ondersteund door orgel. Kortom een mooie afsluiting van de wandeling door de 'Heilige Stad'.

 

Ach, het is een dienst met veel rituelen en tierelantijnen. Met een preek die het moderne levensgevoel aardig vertolkt. Wel een mooi orgel maar geen organist. Wel veel solozang van de voorganger maar geen koor.

Teleurgesteld en verkild tot op het bot verlaten we de steenkoude kerk.

 

Het Woord 2

 

Onze dominee/reisleider roept ons op tot een tweede samenkomst op deze zondag. In tegenstelling tot het afkalvend kerkbezoek in het vaderland is hier de bezetting 100%. En zo hoort het ook natuurlijk. We spreken af dat we de collecten bestemmen voor de Messias belijdende Jeruzalemse gemeente Kolba Midbar, die we eerder bezochten.

 

De Schriftlezing is Jeremia 1. De tekst hoofdstuk 1 de verzen 11 en 12:

 

En het woord van de HERE kwam tot mij: Wat ziet u, Jeremia? Ik zei: Ik zie een amandeltwijg. Daarop zei de HERE tegen mij: Dat hebt u goed gezien, want Ik waak over mijn woord om dat te doen.

 

Ja, bij het Catharina klooster bij de Horeb hadden we in een hoekje al een mooie amandelboom gezien met zijn prachtige witte bloesem.

 

 

 

Helaas beschikte de voorganger niet over een beamer om zo'n boom nog een keer op ons netvlies te projecteren. Maar daar had hij iets op gevonden. Vier reisgenoten met prachtig witte haardossen werden uitgenodigd om even te gaan staan. Als levende lekenboeken. Warempel bijna echte amandelbomenbloesems!

 

De knoppen en bloesems van deze bomen hebben veel betekenis. Ze zijn o.a. verwerkt in de menora, de zevenarmige kandelaar die o.a. voor de Knesset, het parlement in Jeruzalem staat.

De amandelboom bloeit als teken van de komende lente. De Here zegt: zoals deze uitbot, zo snel laat Ik mijn Woord uitkomen. Amandel betekent in het Hebreeuws ook waken. De Here waakt over zijn Woord. Hij doet wat Hij belooft, zie maar naar Sara en Zacharias.

 

Jeremia had geen mooie boodschap: het volk zou worden gedeporteerd. We kunnen de verschrikking van zoiets een beetje voorstellen na de Holocaust en ons bezoek aan Yad Vashem.

Het volk wil echter niet in de put gepraat worden en stopt er daarom Jeremia in. Maar zo laat God zijn knecht niet wegwerken. Ebimelech haalt hem er zorgzaam weer uit.

 

Gods Woord heeft altijd effect. Het breekt af wat ertegen ingaat. Het bouwt op wat er voor buigt. Het Woord komt naar ons toe in Christus, met Hem zijn we verbonden door een levende band. Zijn Woord heeft een woord voor elke levenssituatie. Christus waakt over ons met zijn Woord, als de Amandelwaakboom. Het Woord is het licht op de kandelaar. Zijn licht, niet het onze. Zeggenschap heeft het over ons hele leven.

 

We kunnen moeiten hebben met alle veranderingen in de kerk. Maar als de Here ons nu eens persoonlijk zou vragen: Waarom vind je dat goed of fout? Wat zouden we zeggen? 
We gaan samen de levensweg. Daarop kunnen we wel verschillend denken, teksten verschillend uitleggen. Maar het Woord blijft staan. De Here waakt daarover. Wij moeten Jezus navolgen zijn kruis opnemen ook als het Woord ons dwarsligt en als het tegenstand ontmoet.

Christus' Woord bouwt op en breekt af. Lof zij de Here die eenheid geeft in Jezus Christus.

Amen.

 

We mijmeren nog wat voort.

Ja, wat een rust kan en mag het geven als ondanks alle aanvallen op de betrouwbaarheid van het Woord, God waakt dat het niet verloren gaat. Er is geen punt en komma die niet zullen worden vervuld. Die zekerheid geeft ontspanning.

Tegelijk vraagt de Here ons ook zijn Woord te bewaren. Vervloekt is ieder die er wat bij of af doet. Gods Woord breekt veel in ons leven af als het niet goed is. Breekt ook kerken af die zijn Woord niet ongeschonden bewaren. Dat zien we in ons vaderland waar wekelijks kerkgebouwen worden gesloten, afgebroken, of tot warenhuizen of moskeeën verbouwd. God laat niet met zijn Woord sollen. Als zijn kinderen het niet bewaren dooft het licht en wordt de kandelaar verplaatst.

Ook dat is het woord van de amandelboom.

 

Op het eeuwenoude Sion zingen we van dat eeuwige Woord

 

Mensenzoon tussen de kandelaren,

Wortel Davids, Morgenster,

blijf uw kerk vergaderen, bewaren,

roep haar van nabij en ver.

Laat de luchters branden van uw klaarheid,

maak uw kerk tot pijler van de waarheid,

schuilplaats in de wildernis,

huis waarin uw vrede is. 




Pijler van de waarheid.

Dan is er Gods vrede.

Dat die vrede ook de harten van de inwoners van dit prachtige land met zijn bijzondere hoofdstad mag vervullen.

Ja, amen.

 

 



[1] Van deze en de andere geven we een eigen samenvatting.

[2] LvK 114.