Printen

Wat is er in de GKv aan de hand?

 

F.J. Bijzet

07-05-22

 

Als je probeert een beetje de stand van zaken op te maken van wat er momenteel allemaal in de GKv speelt, ga je je onwillekeurig ook afvragen: wanneer en hoe is dit begonnen? 

Ik geloof niet, wat op sites van de DGK en ook op die van ‘mijn’ gemeente, de GKN Hardenberg te lezen valt, dat het vanaf de GS Ommen in 1993 al begonnen is. De toen genomen besluiten zijn m.i. terugblikkend met een te donker gekleurde bril gelezen.

Nee, het viel me op in wat ik de laatste weken gelezen heb, dat meer dan één bezorgde schrijver de verschuiving heeft zien beginnen toen ook in de GKv, ook aan de Theologische Universiteit in Kampen, geluiden gingen klinken dat de hoorder een grotere rol zou moeten spelen in het preekproces. In het vinden en formuleren van de boodschap van de preek. De predikant zou zich tot dan toe te sterk geconcentreerd hebben op de tekst van de preek. Hij zou zich meer moeten verdiepen in wat de tekst met de moderne hoorder doet. In hoeverre de tekst nog relevant kan zijn voor mensen vandaag die in een heel andere cultuur leven dan de eerste hoorders.

 

Kernoorzaak

 

Prof. Dr. J. Douma schreef in zijn biografie[1] dat hij daar al rond 2001 tegenaan liep: ruim 20 jaar terug. In dat jaar ging prof. dr. J. van Bruggen met emeritaat. Hij zag de noodzaak om in zijn afscheidscollege deze zaak aan de orde te stellen[2]: moeten we inderdaad de kant op, dat de hoorder en lezer van Gods Woord in zekere zin de betekenis van wat er staat, maakt voor zijn eigen tijd en leefwereld?

Nee!

 

Een kleine 10 jaar later, in 2010, komt ook dr. H.J.C.C.J. Wilschut tot de conclusie dat hier z.i. het kernprobleem ligt.[3] Hij gebruikt inmiddels ook al sterkere woorden: in veel opzichten staat God niet langer in het middelpunt, maar de mens. In veel discussies is het niet meer de belangrijkste vraag: hoe wil de Heer het, wat zegt Hij in zijn Woord? Maar: wat zijn de behoeften van de mens? Hoe denkt hij erover? Wilschut ziet dit als een onmiskenbare vorm van secularisatie!

 

Ik kan ook nog naar een in zekere zin ‘buitenstaander’ verwijzen: dr. G.A. van de Brink, predikant in de Hersteld Hervormde Kerk en sinds 2020 als wetenschappelijk medewerker verbonden aan de Theologische Universiteit Apeldoorn. Toen docenten aan de TU Kampen in 2017 een boek uitgaven onder de titel Gereformeerde hermeneutiek vandaag, zag ook hij in een bespreking van dit boek hier het grote gevaar liggen:[4] de focus is verschoven van de door God aan ons overgeleverde tekst van de Bijbel naar wat de Bijbel doet met een mens. En dat wordt vervolgens al meer: naar wat de mens doet met de Bijbel.

 

Prediking

 

Als dit nu één (maar wel een belangrijke!) van de wortels van verandering is, ontdek dan wat hieruit allemaal voortgekomen is. Het ging de beleving van kerkdiensten beïnvloeden: een nieuwe generatie predikanten investeerde er veel in om hun preken voor de hoorder ‘pakkend’ te maken, maar het ging ten koste van gedegen exegese en diepgang. Ook de liturgie moest leuk en voor elk wat wils zijn.

Er kwam een eenzijdige nadruk op het verlost zijn. Het feit dat wij nog altijd een zondige aard hebben en elke dag opnieuw om vergeving moeten smeken, werd geleidelijk aan minder benadrukt, want hoorders knapten daarop af. Predikanten die het nog wel bleven doen, kwamen daardoor in de moeite. Hun werd, óók door kerkenraadsleden, verweten dat ze veel te veel nadruk op de zonde legden. “Preek ons de genade, dominee”. Alsof je die los van onze zondeschuld kunt preken.

Het gevolg: geen confronterende en appellerende prediking meer. Geen sterke oproep tot bekering meer.[5] Maar onder invloed van predikers uit de evangelische hoek een ‘feel good’ prediking. Een preek brengt niet meer in de crisis, bewerkt niet meer verslagenheid van hart.

Zo gingen preken en Bijbelstudie gingen meer ‘actuele onderwerpen’ behandelen, thema’s, i.p.v. Bijbelgedeelten en een consequente Catechismusprediking.

Natuurlijk! De Heidelbergse Catechismus begint in hoofdstuk 1 immers met een sterk benadrukken van onze ellende als gevolg van onze opstand tegen God, en van Gods toorn daarover. Daarvoor kon je toch de mensen niet meer in de kerk krijgen?. En al helemaal niet in een middagdienst!

 

Aanpassing erediensten

 

En ja, als dan de hoorder een prominente rol mag vervullen in de eredienst, dan moet je natuurlijk ook oog hebben voor mensen van buiten de gemeente. Dus: regelmatig laagdrempelige diensten. Als ik het me goed herinner begon dat bij de op de tv uitgezonden diensten: de predikant die halverwege de preek opeens met iemand ergens aan de weg staat te praten; een zuster uit de gemeente die tijdens de dienst op een bankje in de zon iets vertelt over te sterven van haar man; kinderen die tussendoor iets mogen inbrengen.[6]

Deze verschuiving werkte uiteraard ook door in de catechisaties. Te meer daar de predikanten steeds meer een aanzienlijk deel van de groepen overlieten aan ongeschoolde vrijwilligers. De nieuwe catechese methode: Follow Up droeg er aan bij: filmpjes, popliedjes, samen knutselen, een interview houden...

 

Vooral bij de bevestiging van huwelijken kun je veel buitenstaanders verwachten. Maar werd het dan niet tijd dat het huwelijksformulier eens een keer aangepast werd? De oproep aan de vrouw om ‘onderdanig aan de man’ te zijn kan in deze tijd echt niet meer, vond men.

Ook doopdiensten trekken vaak heel wat gasten. Maar zijn de eerste zinnen van het Doopsformulier in zo’n feestelijke dienst dan niet een hoogst onverstandige, ja, ongepaste binnenkomer? Ik heb de huidige voorganger in de GKv Emmen al vele malen aan de ouders horen vragen of ze geloven dat hun kind “geboren is in een wereld vol zonde en schuld....”. NB: de schuld en zonde zit in de wereld! Niet in het kind zelf?  De oude dwaling van Pelagius.

Bij al dit verschuivend denken is het ook niet vreemd dat er een groeiende capitulatie voor de evolutietheorie plaatsvond. Letterlijk lezen van Genesis 1 kun je in deze tijd toch niet meer verkopen?

 

Deze ‘mensmiddelpuntigheid (die typering geeft Dr. Wilschut[7]) heeft ook een ik-gerichtheid ten koste van de geméénschap der heiligen bewerkt. Dit uit zich o.m. in het wegblijven uit middagdienst (“IK heb daar geen behoefte meer aan”, “Van mij hoeft die tweede dienst niet”), en shoppen bij andere kerkgenootschappen. En wat ik als wel heel schokkend heb ervaren: een stel jongeren in Zwolle-Zuid mocht openbare geloofsbelijdenis doen bij één van hen in de tuin, met alleen een aantal door hen zelf gekozen vrienden en familieleden. Want: “ze hadden niet zoveel met al die anderen in de gemeente”! Let wel: de gemeente met wie ze van nu af sámen het Heilig Avondmaal begeerden te vieren.

 

Seksualiteit

 

En in dit nieuwe ‘licht’ kun men niet meer goed uit de voeten met waarschuwingen, vermaan, en bij geen bekering: tuchtoefening. Dat gebeurt nog maar sporadisch. Ongehuwd samenwonen, echtscheiding zonder dat er van overspel sprake is, hertrouwen daarna.... het zijn geaccepteerde zaken geworden.

 

Mensmiddelpuntigheid komt ook tot uiting in een anders omgaan met homoseksualiteit en geslachtsverandering. Niet Gods schepping, maar wat iemand  op dit moment (NB over een paar jaar kan dat heel anders zijn!) voelt is maatgevend geworden. Ik kan daar nu niet apart diep op ingaan, maar in mijn In bijdrage “Een nieuwe koers” (vorig jaar op eeninwaarheid.info geplaatst) kun je een overzicht vinden van hoe voorgangers in GKv inmiddels over homoseksueel samenleven denken. Wat ik toen schreef kan inmiddels al weer aangevuld worden met de besluiten van de GKv Utrecht Noordwest en Arnhem om homostellen kerkelijk te laten trouwen, waarna hun vorm van samenleven als een ook door onze God aanvaard huwelijk wordt gezien. 

 

Independentisme

 

Het lijkt een zijspoor, maar dat is het niet: de mensmiddelpuntigheid heeft ook geleid tot een independentistisch optreden van predikanten en kerkenraden. Als een predikant vindt dat iets moet kunnen, dóet hij het ‘gewoon’. Als kerkenraden moeite hebben met kerkelijke afspraken, vastgelegd in de Kerkorde en in synode-uitspraken, dan leggen ze die naast zich neer en gaan hun eigen gang. Zoals in de Nederlands Gereformeerde Kerken allang de praktijk is.

 

En die opgeëiste ruimte bewerkt dan weer een verlegging van kerkelijke grenzen. Ook de GKv wilden meedoen aan Nationale Synode, meewerken aan een nieuwe belijdenis waarin alle deelnemende ‘kerken’ zich kunnen vinden. Minder dan 12 artikelen bleven over!  Dr. van Bruggen: noemde die belijdenis een in feite ‘afbraakbelijdenis’:

 

God de Vader wordt niet meer “de Almachtige” genoemd. Over Jezus Christus, onze Heer, wordt gezegd dat Hij is “geboren uit Israël”. Nu is het zeker waar dat Jezus naar het vlees uit het huis van David is. Maar Hij is ontvangen uit de Heilige Geest en geboren uit de maagd Maria. Waarom ontbreekt die belijdenis hier? Van Christus wordt beleden dat Hij “is opgestaan”. Op de een of andere manier stemmen velen daar wel mee in (ook sommige joden). Maar het Apostolicum belijdt dat Jezus is opgestaan “op de derde dag”. Opvallend is dat de belijdenis van Christus’ hemelvaart en zijn zitten aan de rechterhand van de hemelse Vader geheel ontbreekt. In het derde deel van het Credo ontbreekt het belijden van “de vergeving van de zonden”. [nog een verwijzing toevoegen?]

 

In die lijn moet natuurlijk ook Zondag 30 HC vraag en antwoord 80 sneuvelen: je kunt het toch niet meer maken om de mis in de RK kerk “een vervloekte afgoderij” te noemen?

 

Theologische Universiteit Kampen

 

Aan de TUK werd dr. S. Paas benoemd. Hij trok in zijn dissertatie het “kleed van de schriftcriticus aan” om zo in het theologisch debat heel ver mee te kunnen gaan met zijn gesprekspartners (zoals dr. G. Kwakkel oordeelde). Maar Paas legde in zijn proefschrift verderop nergens dat kleed weer af (zoals dr. J. Douma opmerkte).

 

En volgende de dissertatie van dr. Koert van Bekkum, ook een docent aan de TUK, zouden we het wonder van de stilstaande zon en maan niet letterlijk hoeven nemen, want ”zon en maan waren in de beleving van de Kanaänieten in die tijd slechts symbolen van hun goden”. [8]

 

Vrouw in het ambt

 

De druk om alle ambten voor vrouwen open te stellen groeide in de jaren. Want ook in deze zaak blijkt de kernvraag te luiden: wat is aan de mens van deze tijd nog verkoopbaar? Het begon op de GS Amersfoort 2005.  Maar die toonde nog veel aarzeling. Toch had die niet de moed de zaak meteen principieel af te wijzen. Er werden slechts studiedeputaten benoemd.

De volgende Generale Synoden kwamen er steeds ook niet uit en schoven de zaak telkens via nieuwe deputaatschappen door. Tenslotte lag er op de synodetafel van Ede 2014 een deputatenrapport dat de ruimte zag om de Bijbel zo te lezen dat ook vrouwen in alle ambten kunnen dienen.

 

Hier kwam de nieuwe hoordergerichte manier van omgaan met de Bijbel heel duidelijk aan het licht in bespreking. In de Acta p.33 lezen we: 'Anderzijds wordt opgemerkt dat ook deputaten menen dat de Bijbel duidelijk is over het feit dat vrouwen alles mogen doen in de kerk behalve het vervullen van het (leer)ambt'. Maar waar vervolgens het probleem ligt, is het feit dat deze duidelijke boodschap van de bijbel ongemakkelijkheid, verlegenheid en ‘ongeloofwaardigheid (blz.19)’ veroorzaakt. Dit is een pastoraal toch reëel probleem, aldus deputaten. Kortom, geen theologisch, geen exegetisch of hermeneutisch probleem maar een pastoraal/toepassingsprobleem. Het uitgangspunt van deputaten lijkt hiermee te worden dat de ‘boodschap voor nu’ verlegenheid met zich mee brengt en dat er daarom voor een zekere harmonisering gezorgd moet worden.

Maar is enkel het ‘pastorale’ probleem van ongemak en verlegenheid niet een veel te magere basis om dan maar via de weg van de verschillende contexten het ongemak en de verlegenheid weg te nemen door Paulus iets anders te laten zeggen dan we vanuit de tekst horen?

 

Toch aarzelde deze GS nog wel om dit deputatenrapport aan te nemen en vroeg daarom advies hulp van 7 ‘zwaargewichten’, hoogleraren uit Kampen én Apeldoorn. Alle zeven wezen de argumentatie van deputaten af. Van Bruggen waarschuwde heel indringend. Hij wees op de “gestrande scheepswrakken” van de PKN en de Christian Reformed Churches in Amerika en Canada. Hij noemde die kerken “waarschuwende bakens” voor ons. GS besloot daarom uiteindelijk de conclusies van het deputatenrapport niet te aanvaarden, maar nog maar weer een opdracht tot verdere studie te geven.

Maar wat bij de voordeur nog afgewezen werd, liet men door achterdeur toch alvast binnen. De GS besloot namelijk m.b.t. de NGK: 'uit te spreken dat door de overeenstemming in de gesprekken over hermeneutiek de belemmering die er lag vanwege het besluit van de NGK om de ambten voor de zusters der gemeente open te stellen, is weggenomen'. Grond: 'Ondanks het verschil in praktische uitkomsten ten aanzien van de vrouw in het ambt, is gebleken dat we als kerken elkaar vertrouwen kunnen geven inzake de erkenning en aanvaarding van het gezag van de Heilige Schrift', (Acta p. 141).  

En dus besloot de GS de contacten met de NGK voort te zetten en over te gaan van gesprekken naar samensprekingen met het oog op kerkelijke eenheid

 

Koersverandering

 

In de volgende synode, de GS Meppel, kwam deze zaak in een stroomversnelling. Ook in deze synode kon het zoveelste deputatenrapport niet met doorslaggevende  argumenten ieder overtuigen dat Gods Woord vraagt, dat we echt ook voor vrouwen alle ambten open moeten stellen. Toen werd deze ontsnappingsroute gevonden: béide opvattingen (‘lijnen’, ‘visies’) zijn vanuit Gods Woord te verdedigen. Dus mogen we elkaar niet op één van beide vastpinnen, zoals tot nu toe wel gedaan werd.

Er kwam dus geen overtuigend Bijbels voorschrift, niet eindelijk de eyeopener dat we Gods Woord op dit punt altijd verkeerd begrepen hebben. Maar: je kunt met Gods Woord twee tegenover elkaar staande visies verdedigen. Dus: wég met 2 Korinthe 1:19.

 

Daarna ging het heel snel. De handen konden ineengeslagen worden met de NGK, er werd meteen ook maar een gezamenlijke avondmaalsviering georganiseerd (welke kerkenraad was daarvoor verantwoordelijk en hield toezicht op wie aangingen?! In de Instructies voor de samenroepende kerk staat hier niets over. Maar wie protesteerde er nog?).

Almatine Leene werd vanuit een kerkverband waarmee de GKv nooit een zusterkerkrelatie gehad hebben, beroepen en als 'een wonder van de Geest' het kerkverband binnengehaald. Ook al had ze nog kort te voren in een column in Dienst [9] verteld, hoe ze een huwelijk van een gemeentelid met een atheïst kerkelijk had bevestigd maar daarbij, op uitdrukkelijk verzoek van het bruidspaar, bewust Gods Naam niet had genoemd. Vorig jaar mocht deze vrouwelijke predikant als gastspreker optreden bij de opening van de lessen aan de TU Kampen …

 

Zusterkerken

 

Deze ontwikkelingen bleven niet onopgemerkt bij de buitenlandse zusterkerken. In de GS Harderwijk 2011 lagen er ernstige bezwaren en blijken bezorgdheid van verschillende vertegenwoordigers van die kerken op tafel. Ze vormden een onderstreping van bezwaren die vanuit de kerken gekomen waren.[10] Maar aan geen enkel bezwaar is tegemoet gekomen! De ingezette koers werd niet gecorrigeerd.

 

De schok over deze stroomversnelling was bij de buitenlandse zusterkerken groot: het leidde tot verbreking van de zusterkerkrelatie door de kerken in Australië, later ook in Canada, terwijl de kerken Zuid-Afrika de banden nog niet helemaal verbraken maar wel naar een laag pitje terugdraaiden. Ingrijpend was ook dat de GKv door de ICRC als lid geschorst werden. De Christelijke Gereformeerde Kerken draaiden het proces om tot een ineenschuiven van beide theologische opleidingen te komen –al in een gevorderd stadium - geschrokken terug.-

 

Omslag

 

De grote vraag was voor veel verontruste kerkleden toen: wat zou de volgende synode gaan doen? Zou GS Goes, geschrokken van deze reacties, tot bezinning komen?

Nee! Integendeel, men koos dezelfde voorzitter als in Meppel. En de stroomversnelling werd een waterval. De uitspraak: beide visies mogen naast elkaar bestaan, waartegen veel bezwaren gekomen waren, bleef gehandhaafd. Maar vooral de visie vóór vrouwen in alle ambten werd in een rapport van een synodecommissie nog eens extra verdedigd. Met de nieuwe manier van Bijbellezen, ook al wordt dat steeds weer heftig ontkend. Het is nu een synode-uitspraak dat sommige (hoeveel?) voorschriften in de apostolische brieven in onze tijd en cultuur niet meer toepasbaar zijn. En dat wij in zulke gevallen zelfs precies het omgekeerde mogen (moeten!) doen van wat Paulus voorschreef.

 

Eenwording met NGK

 

Het proces van eenwording met NGK is door GS Goes ook in de hoogste versnelling gezet. Alle obstakels zijn immers weggeruimd. Het meest door GKv die over vrijwel alles in de kerkstrijd rond 1967 het boetekleed aantrok en schuld beleed. De fouten en zonden zouden het meest aan onze kant gelegen hebben. Zelfs het wegzenden van ds Berend Schoep door de GS Amersfoort 1967 had nooit mogen plaatsvinden.

 

Er is een nieuw Ondertekeningsformulier voor ambtsdragers ingevoerd waarin geen binding aan de Drie Formulieren van Eenheid meer geëist wordt. Waarom ook nog, er wordt immers nu gewerkt aan een nieuwe belijdenis, die misschien zelfs niet meer dan een korte kernbelijdenis is. Dus straks wellicht geen drie formulieren van eenheid meer, maar een formulier veel ruimte biedt aan veel verschillende opvattingen afwijkend van de gereformeerde leer! En dat moet wel, zo is het argument, want veel ambtsdragers hebben weinig meer met de Drie Formulieren van Eenheid.

Zo is ook aansluiten bij de Nederlandse Raad van Kerken voor de hand liggend. Meer nog: waarom dan niet ook alvast op weg gegaan naar de Wereldraad van Kerken (zoals in een deputatenrapport op GS Goes al is voorgesteld). Als gereformeerde zusterkerken in de ICRC je schorsen omdat het gereformeerde karakter ondanks alle waarschuwingen verloren gaat, dan is zoeken naar bijpassende nieuwe kerkelijke vrienden vanzelfsprekend.

 

Gebed

 

Zo staat het er nu voor in de GKv. En wat opvalt: je hoort zo weinig principieel protest meer. Er zijn zo weinig kerkleden die  moeite doen om zich te verdiepen in wat er allemaal aan de hand is. Ieder doet maar wat goed is in eigen ogen.

Mensmiddelpuntig.

 

Laten we blijven bidden voor broeders en zusters om zicht op het loslaten van het gereformeerde spoor, zoals dat zich in de GKv voltrokken met alle gevolgen daarvan. En vragen om geloof, moed en kracht om daar mee te breken.

 

 

Dit artikel is een bewerkte versie van mijn referaat dat ik 24 maart 2022 te Leeuwarden heb gehouden op een bijeenkomst voor verontruste gereformeerden in de GKv.

 

NOTEN


[1] Jochem Douma, Onderweg. Autobiografie (Brevier Kampen 2019) p. 423 e.v.

[2] Dr. Jakob van Bruggen,  Een tekst om te preken. Afscheidscollege 20 seeptember 2001.

  Dit afscheidscollege is later voor een groot deel opgenomen in:  Dr. Jakob van Bruggen,  

  Het kompas van het Christendom (Kok Kampen  2002) p. 167 e.v.

[3] Dr. H.J.C.C.J. Wilschut, Afscheiding? Over oproepen om zich van de GKv af te scheiden

  (Van Berkum Graphics BV 2010)

[4] Dr. G.A. van den Brink, “Gereformeerde hermeneutiek vandaag” begint bij de mens.

   Recensie in het Reformatorisch Dagblad 28 september 2017

[5] Zo constateerde ook Dr. Jochem Douma, a.w. P. 428 onderaan

[6] In Handelingen 5:13 valt het op dat de Heilige Geest kort na Pinksteren in Jeruzalem de

  christelijke gemeente  bewust hóógdrempelig maakt, door de schokkende doodstraf die

  aan Ananias en  Saffira wordt voltrokken..

[7] Dr. H.J.C.C.J. Wilschut a.w. p. 41

[8] Zie Jochem Douma a.w. p. 425 en 426

[9] Dienst Toerusting van werkers in de kerk, 66e jaargang, nr. 4

[10]Zie ook Jochem Douma a.w. p. 430