Printen

Knikkende knieƫn of rechte ruggen 6

 

D.J. Bolt

04-06-22

 

Uit de stemmingen van de CGK-synode valt af te leiden dat ongeveer twee derde van de afgevaardigden (en van de kerken?) in de klassieke of orthodox gereformeerde koers wil volharden. Een toch wel grote groep lijkt echter grote affiniteit te hebben voor de richting waarin GKv en NGK zich bewegen: een nieuwe methode van Schriftuitleg waarin de Schrift voor de moderne vraagstukken als vrouw-in-ambt en homoseksualiteit nauwelijks of geen doorslaggevende betekenis meer heeft.

 

De vraag die we stelden in het vorige artikel was, hoe vooraanstaande theologen hierin staan. Immers deze voorgangers hebben grote invloed op de koers van de kerken. Het valt in de kerkgeschiedenis keer op keer te constateren dat zij hoofdverantwoordelijk zijn voor de richting waarin een kerkgemeenschap zich beweegt. Dat is plaatselijk zo, maar zeker ook landelijk. En vooral is de opleiding voor Dienaren van het Woord van buitengewoon groot belang. Is deze ingericht naar gereformeerde maatstaven en wordt er betrouwbaar onderwijs gegeven overeenkomstig de Schrift en de gereformeerde belijdenissen dan mag daarop een grote zegen voor de kerken worden verwacht die leidt tot Bijbelse koersvastheid en eensgezindheid in de kerken.

 

Om een antwoord te vinden op onze vraag hebben we enkele transscripties van de besprekingen op de GS van de CGK gemaakt, en wel van de uitgesproken preadviezen van de hoogleraren H.G.L. Peels en A. Huijgen t.a.v. de voorstellen van de synodecommissie die ging over deelnemen aan de zgn. Nationale Synode en de Raad van Kerken.

We geven hun preadviezen in extenso weer, en met enige vrijmoedig stellen we er vragen bij en geven we er commentaar op. Nadrukkelijk is het ons daarbij niet te doen om 'af te serveren' maar om helderheid te krijgen 'waar de CGK nu eigenlijk voor staan'. Een vraag die professoren Peels en Huijgen ook zelf expliciet aan de orde stellen.

In deze editie beperken we ons tot het preadvies van prof. Peels, in de volgende hopen we dat van prof. Huijgen onder de loep te nemen.

 

We hebben onze interferentie met de preadviezen ingesprongen weergegeven.

 

Synodepreses was weer ds. J.G. Schenau

 


 

Preadvies prof. dr. H.G.L. Peels

Uitgesproken op 19 april 2022

 

De preses memoreert dat prof. Peels al eerder een schriftelijk preadvies had uitgebracht t.a.v. deelname aan de Nationale Synode en de Raad van Kerken.  

 

Preses: Dat is al heel goed gelezen.

Prof. Peels: Dat bleek ook, dank u voorzitter.

Dat preadvies heb ik twee jaar geleden, ruim twee jaar geleden, uitgebracht, vlak voor mijn vertrek naar Engeland. Ik heb deze bespreking dus ook niet meer mee kunnen maken.

Ik moet u zeggen, we zijn nu ruim twee jaar verder, als ik mijn preadvies opnieuw zou schrijven dan zou ik het nog weer anders formuleren. Namelijk om een gevleugeld woord van onze synodale traditie te gebruiken, ik zou het nog met veel meer klem willen formuleren. Ik weet niet of daar gelegenheid voor is, br. voorzitter, ik zou er wel een paar dingen van willen zeggen.

Preses: Ga uw gang.

Prof. Peels: Ook op afstand heb ik natuurlijk wel geprobeerd u goed te volgen, de dingen liggen mij na aan het hart…

Preses: Als ik nog een vraag tussendoor mag stellen, uw vorige preadvies betrof zowel de Nationale Synode als de Raad van Kerken. Geldt dat nu ook weer?

Prof. Peels: Voor mij is het hetzelfde pakket. Maar als u zegt 'het gaat over de Nationale Synode' dan zal ik daar alleen over spreken, OK?

Preses: Ja, tenzij uw motieven zo overeenkomen dat u het in één keer kunt doen. Dan heb ik dat liever.

Prof. Peels: Ja kijk, het gaat mij helemaal niet alleen maar om participeren in deze of gene oecumenische beweging, het gaat me om een basale houding van onze kerken. Welke positie nemen we aan in dit land van ons, waarvan we anderhalve week geleden in de pers hebben kunnen lezen dat een groot deel van Nederland niet meer in God gelooft? En waarin we met z'n allen gewoon gemarginaliseerd worden. En waarin de dingen écht anders zijn dan in 1618/19 en 1834. Het water staat ons op heel veel manieren tot aan de lippen. Hebt u het jongste jaarboekje gelezen? Weer 700 van onze leden naar 'geen kerk'. Vorig jaar waren het 793, en zo gaat dat maar door! Dat zegt ons toch ontzettend veel? Waar staan we met elkaar als kerken voor? Wat doen we? Hoe stellen we ons op?

 

Inderdaad heel belangrijke vragen! Daar zou een diepte-analyse naar moeten worden uitgevoerd. Want hoe komt het dat al jaren het ledental van de CGK terugloopt, eveneens als dat van de GKv, die zelfs met meer dan 2000 per jaar! Om maar te zwijgen van de PKN die haar ledental jaarlijks met tussen 2,5 en 3% ziet teruglopen[1].
Natuurlijk gaat de sterke verwereldlijking in ons land ook orthodoxe deuren niet voorbij. Maar de Gereformeerde Gemeenten en de Hersteld Hervormde Kerk groeien, zij het gering. Heeft het misschien iets te maken met wat prof. Peels later in z'n advies noemt dat deze kerken 'niet werkelijk oecumenisch met andere kerken samen [willen] werken'?  

Zou de kerkverlating van de vele honderden CGK-ers te maken kunnen hebben met hun kerkelijke positie? En met een prediking die daarop geënt is?
Dus inderdaad, precies Peels vraag: 'Waar staan we met elkaar als kerken voor?'.  We spitsen onze oren om te proberen zijn antwoord in het vervolg van zijn betoog te vernemen.

 

Maar eerst iets anders dat ons opviel.

In Peels rijtje jaartallen ontbreekt er eentje dat voor CGK toch uitermate belangrijk is: 1892. Het jaartal markeert de zgn. Vereniging. In dat jaar vonden de Afgescheidenen van 1834 en de Nederduitsche Gereformeerde Kerken van 1886 elkaar en gingen samen verder als De Gereformeerde Kerken in Nederland. Maar enkele gemeenten scheurden zich los van hun broeders en zusters en ging hun eigen weg, als de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK).
CGK-leden memoreren graag dat zij nooit een scheuring in hun kerk hebben meegemaakt waarbij een nieuwe kerk ontstond. En terecht, daar kun je blij om zijn, want (onterechte) scheuringen zijn afschuwelijk. Maar is er wel voldoende besef dat de CGK zelf is voortgekomen uit een scheuring? En moet het niet tot zelfreflectie brengen dat in heel die lange historie sinds 1892 (dit jaar dus precies 130 jaar), de CGK herstel van de breuk met hun vroegere broeders en zusters altijd heeft afgehouden?

 

Ja, afgehouden. Zoals bekend kan zijn, heeft de GKv na de Vrijmaking volhardend en intensief gepoogd tot eenheid met de CGK te komen. Maar het grote formele struikelblok voor de CGK was de 'toe-eigening des heils' waarvan de Vrijgemaakten onvoldoende kennis zouden hebben en die niet in praktijk brengen. Maar toen in 2008 die belemmering na ruim honderd jaar sinds ontstaan van de CGK eindelijk niet meer houdbaar bleek, kwam er een ander voor in de plaats: eenwording met de GKv zouden de CGK 'niet kunnen dragen'. Zou mogelijk een scheuring in eigen gelederen kunnen veroorzaken. En zo bleef de situatie als sinds 1892.     

 

We leven in een tijd 'waarin de dingen écht anders zijn dan in 1618/19 en 1834', benadrukte prof. Peels. Onze concrete vraag aan hem zou zijn: geldt dat ook t.a.v. 1892? Concreter, zou hij bereid zijn om kerkelijke eenheid te zoeken met allen met hetzelfde kostbare gereformeerde geloof als hij?
Het vervolg van het preadvies stemt ons niet gerust.

 

Prof. Peels: In dat grote spanningsveld zou ik graag een goed woord willen doen voor de Nationale Synode. Als ik het meerderheidscommissierapport lees of dat van de deputaten die daarvan de meerderheid vormen, dan proef je daarin, ik denk dat u dat met mij eens kunt zijn, een voortdurend stuk zorg en angst. De zorg dat het zou gaan om een valse vorm van de oecumene, dat het zou gaan om gedwongen openstelling van kansels, om verantwoordelijkheid dragen voor besluiten waar je helemaal niet achter wil staan, en dergelijke. Nou die zorg en angst, die leidt tot onwil en die onwil leidt tot driewerf nee aan het slot van het meerderheidscommissierapport. En daar doorheen speelt dan ook voortdurend het misverstaan, ik noem het echt een misverstaan, dat het zou gaan om een vorm van echte afgedwongen eenheid van kerken.

 

Worden hier tegenstanders van deelname aan de Nationale Synode niet in een verkeerd daglicht gezet? Want nee natuurlijk, de Nationale Synode kan geen eenheid afdwingen, we leven niet in Afghanistan of China. Maar het gaat deze beweging wel degelijk om eenheid. We citeren uit de doelstelling van de stichting Nationale Synode:

 

a. De stichting heeft ten doel: Het bevorderen van de eenheid onder christenen door het houden van een of meerdere vergaderingen van een Nationale Synode; allereerst gaat het daarbij om het bevorderen van de eenheid van de christenen op het protestantse erf;
b. het bevorderen van een gezamenlijk getuigenis vanuit de christelijke boodschap in de Nederlandse samenleving, met name in het publieke domein;
c. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn

(art. 2).


En de Verklaring van Verbondenheid die meer dan 40(!) kerk- en geloofsgemeenschappen op 29 mei 2019 ondertekenden, begint met die prachtige kostbare woorden van de Heere Jezus:

 

'Ik bid niet alleen voor hen, maar voor allen die door hun verkondiging in mij geloven. Laat hen allen één zijn, Vader! Zoals u in mij bent en ik in u, laat hen zo ook in ons zijn, opdat de wereld gelooft dat u mij hebt gezonden. Johannes 17:20,21. Als wat ik doe niet van mijn Vader komt, geloof me dan niet, maar als dat wel het geval is, geloof dan tenminste wat ik doe. Dan zult u begrijpen dat de Vader in mij is, en dat ik in de Vader ben.' Johannes 10:37,38

 

Dat gaat toch over diepe éénheid, als tussen Vader en Zoon?! Daar gaat het toch niet om, als het alleen maar wat samenwerken betreft, bijvoorbeeld omdat de overheid wat advies van de gezamenlijke kerken wil hebben, zoals in coronatijd? Het gaat om de echte gemeenschap der heiligen, zoals die in de kerk bestaat en wordt beleefd. Voor díe eenheid hebben de 'kerken en geloofsgemeenschappen' ook hun handtekeningen gezet:

 

'Wij ondergetekenden, vertegenwoordigers en leden van protestantse kerken en geloofsgemeenschappen in Nederland, verklaren bij dezen plechtig dat wij ons aan elkaar verbonden weten. Wij zijn aan elkaar gegeven door onze Here Jezus Christus en daarom willen we elkaar ook niet meer loslaten.() Door het Woord van de Zoon van God zijn wij één, zoals de Vader in de Zoon is. En als wij doen wat van zijn Vader komt, herkennen wij dat in elkaar.' 

 

Die eenheid is kenmerk van het Lichaam van Christus. In elke echte christelijke kerk hoort het zo te worden beleden.

De Verklaring gaat nog verder. Want met de ondertekening heeft men 'een verbond voor het aangezicht van God' gesloten. Men ziet dat zelfs in het verlengde liggen van Gods verbond met Israël:

 

'Wij spreken uit dat wij elkaar liefhebben en op elkaar rekenen en dat wij bereid zijn elkaar te helpen. In het verleden hebben wij vaak langs elkaar heen geleefd. Wij leven nu in een totaal andere tijd, waarin christen-zijn betekent tot een minderheid in ons land te horen. Wij verootmoedigen ons en wij verklaren dat wij elkaar blijvend zullen zoeken.'
En concreet o.a.:

1 ‘Maar wat mij en mijn huis betreft, wij zullen de HERE dienen’ (Joz. 24: 15b). Dat willen wij als christenen nu ook gezamenlijk doen. Wij spreken dat uit door de ondertekening van deze verklaring
2 Wij komen de eerstkomende vijf jaar jaarlijks één dag als vertegenwoordigers van de kerken bij elkaar om de kerkelijke eenheid te bevorderen en te vieren. De eerste keer nodigt de Nationale Synode uit en geeft invulling aan deze ontmoetingsdag, daarna is de organisatie van deze dag de verantwoordelijkheid van de kerken zelf.

 

Onmiskenbaar: het gaat om kerkelijke eenheid. Wie het anders voorstelt, misleidt.

 

Prof. Peels: Maar het gaat echt om iets anders in de Nationale Synode. Mag ik u vragen wie van u is aanwezig geweest op een van de bijeenkomsten van de Nationale Synode van 2010, 2013, 2016, 2019? We hebben er vier gehad, wie van u was daar?

[Een aantal handen werd opgestoken.]  

Dat is wel een minieme minderheid van de synode! De meesten van u hebben niet de tranen gezien in de ogen van de secretaris van de gereformeerde bond die daar rondliep. De meesten van u hebben niet meegemaakt hoe die remonstrantse man brak in een kringgesprek waar we open spraken over wie de Heere Jezus Christus nu voor je is. De meesten van u hebben niet meegemaakt de vreugde van mensen uit immigrantenkerken die daar aanwezig waren, en die zeiden: nu mogen wij ook meespreken in de breedte van de kerken.

 

Is het wel eerlijk zó te werken met argumenten vanuit getoonde emoties? Immers van waaruit kwamen deze? En wat hadden ze te maken met de doelstelling van de Nationale Synode namelijk kerkelijke eenheid? Tranen zijn niet altijd doorslaggevend als het gaat over het leven voor de Heere, zoals Hebr. 12:17 schokkend bewijst.

 

Prof. Peels: Broeders, de Nationale Synode is een beweging van onderop. Het is niet geboren in kerkelijke vergaderingen, het is geboren vanuit het besef dat wij in Nederland in een andere situatie zitten dan drie of vier eeuwen geleden, en dat we elkaar zo hard nodig hebben. Het is geboren vanuit het besef dat op een camping zomers mensen bijeenkomen van alle mogelijke gezindten, dwars door elkaar heen, baptist en PKN en GerGem. Alles door elkaar en samen een kerk houden.

 

We begrijpen dit niet, zeker in het licht van het voorgaande. 'Kerk houden', op een camping? En dat met allerlei mensen die de 'CGK thuis' buiten de kerkdeur houdt? Een overweging als deze moet toch wel tot verwarring leiden, en bij gereformeerden bevreemden die onomwonden hun belijdenis  als betrouwbare samenvatting van Gods Woord aanvaarden?
 

Prof. Peels: Het is geboren uit een besef dat op de werkvloer van een fabriek christenen uit heel diverse kerken samenkomen en een gebedskring houden om intens te bidden voor een geseculariseerde context. Het is geboren uit een besef dat in alle mogelijke gremia en instellingen in onze samenleving als christenen elkaar zoeken, dat we elkaar zo hard nodig hebben, dwars over en door kerkmuren heen. Dat besef, alom vinden christenen elkaar. En u vindt ze ook: die baptist die oprecht spreekt over de Heere Jezus Christus en zijn liefde voor de Heiland. U vindt ze ook in de rooms-katholiek die getuigt van het werk des Heeren in zijn leven. Het gaat dwars door de kerkmuren heen en om structuren heen.

 

We willen beslist niet bestrijden dat baptisten en roomsen oprecht kunnen spreken over Christus en dat ze werk van Gods Geest in hun leven kunnen zien. Maar de vraag is, wat dit voor die 'dwarse' kerkmuren betekent. Staan die kerkmuren er terecht, of dienen we ze neer te halen? En dat onder leiding van de Nationale Synode? Dát is de vraag.

 

Prof. Peels: Dat is wat anders dan het zoeken of forceren van kerkelijke eenheid natuurlijk. Kijk dat, laten we heel helder zijn, dat is niet mogelijk. Wij staan voor onze identiteit. Onze gereformeerde belijdenisgeschriften die zijn ons van harte lief, die willen we volgen. Dat is de structuur van onze theologie, van onze spiritualiteit en dergelijke. En dan zoek je eenheid met hen die daar het meest nabij zijn. Maar dan zoek je niet alleen maar dan verlang je er naar, exact wat dr. Loonstra zei, dat diepe verlangen. Dat grote hartzeer van Paulus, hè: ik heb een voortdurend hartzeer en dan had hij het over de breuk tussen Jodendom en christendom, tussen synagoge en kerk. Dát is pas een breuk en hij had daar voortdurend hartzeer over. Nou, ik weet niet hoe u het voelt maar ik heb voortdurend hartzeer over de grote gebrokenheid van de kerken en christenen in ons land. Ik herinner me nog goed dat ik als student het boekje las van 'Tien keer gereformeerd' en de een na de andere gereformeerde had er een mooi verhaal bij: Quis non fieret, wie zou niet wenen? Ja, ik denk, wat voor soort tranen waren dat precies 'wie zou niet wenen'? En de zaak gaat door en we zijn nog meer verscheurd geraakt. En 1967 is er bijgekomen, en 2004 is er bijgekomen. En op wat voor punt staan wij nu eigenlijk als synode op dit moment? Waar zijn we in vredesnaam mee bezig?

 

Hier komen we o.i. bij de kern van Peels betoog. Zijn grote verdriet om de verdeeldheid van kerken en gelovigen in ons land, delen we. Het is niet te verantwoorden voor Christus dat zij die het gereformeerde geloof aanhangen en bewaren, zich in hun eigen 'denominatie' onbekommerd isoleren. Daar kun je om huilen. En om dicht bij ons eigen 'huis' te blijven, Quis non fieret, als het gaat om nog steeds uitblijvende concrete eenwording van DGK en GKN. Hoewel daar, tussen haakjes, hoop gloort!

Maar, onze vraag aan prof. Peels is, huilt hij om dat besluit van 2008 waarbij de GKv opnieuw buiten gemeenschap met de CGK werd gehouden? En is dát ook voor hem een aansporing om het advies van ds. Van der Zwan van harte te ondersteunen? We komen er nog op.

 

Prof. Peels: Nou, vanuit dat grondbesef: wij hebben in Nederland twee gremia waar je als kerken in de breedte elkaar kunt ontmoeten, een vorm van samenwerking kunt beproeven richting de overheid, meer gezamenlijk kunt spreken en het getuigenis van de Naam boven alle naam in samenleving kunt bevorderen. En ja, wie weet, sommige kerken willen misschien ook één worden. Is dat bezwaarlijk? Als ze elkaar zoeken en vinden is eenwording van de kerken - ook als ze niet gereformeerd zijn - zo bezwaarlijk? We zijn al zo verdeeld! In dit verband vond ik in het meerderheidscommissierapport de suggestie ook, ja, zo póver ergens. Aan de ene kant broeders, ze menen het allemaal, broeder Van der Zwan, we zijn broeders van elkaar, we kennen mekaar van hart tot hart, we menen het en zoeken het goede voor onze kerken. Eerst zegt de meerderheidscommissie: ja hoor eens, de overheid luistert toch nauwelijks naar de Raad van Kerken, en even later komt de meerderheidscommissie met het voorstel voor de oprichting van een eigen raadje voor kerken. Alsof daar wel naar geluisterd zou worden. En dat zijn alleen maar de gelijkgezinden.

 

Néén, niet 'wie weet willen sommige kerken ook wel één worden': het is de doelstelling van de Nationale Synode. Eenheid ook met kerken waarmee dat, als je het gereformeerde geloof serieus neemt, gewoon niet kan. Dáár richten Van der Zwan en de meerderheid van de synodecommissie zich tegen, zo hebben we begrepen.

Opnieuw probeert prof. Peels hier o.i. de zaak waar het om gaat te bagatelliseren tot een 'koude' samenwerking. Een soort adviesorgaan richting overheid. Maar boven toonden we al aan dat de Nationale Synode een veel hoger doel nastreeft: 'Protestanten aller kerken verenigt u'. En in het wat verdere verschiet lonkt zelfs rooms.

 

Prof. Peels: Broeders, ik moet zeggen, ik heb dat genoemd armoe troef. We weten heel goed dat het niet in het DNA van de Gereformeerde Gemeenten zit en minder ook in dat van de HHK om werkelijk oecumenisch met andere kerken samen te werken. Ze zijn beiden afgescheiden in meer dan één opzicht. Dat is met onze CGK altijd anders geweest.

Wij stonden in het midden van de gereformeerde gezindte! En zo hebben we ons willen opstellen met onze vleugels. Met onze vleugels die elkaar altijd weer op een bepaalde manier vonden en verder optrokken. En de kerken dichtten ons mildheid toe en dergelijke. Ja mooi, maar we vonden het samen en we hebben ons opgesteld altijd in het midden van de samenleving. Uit het midden van onze CGK zijn er talloze mensen geweest die zich in alle mogelijke gremia en instellingen in het land  hebben ingezet vanuit onze kerken Zeer breed, en zo was onze opstelling ook altijd. Ik refereer maar weer eens aan de publicaties van wijlen dominee J.H. Velema wat hij daarover schreef. Kijk dan eens waar we vandaag staan. Hoeveel karikaturen doen onder ons de ronde.

 

Eerlijk gezegd krijgen we hier als toehorende buitenstaander wat gemengde gevoelens bij. We komen er ook gelijk maar mee voor de draad.

Is deze kwalificatie van de eigen kerkgemeenschap toch niet een zekere vorm van hoogmoedig spreken: wij die in het middelpunt van de 'gereformeerde gezindte' staan; wij kunnen altijd leven met vleugels (die vrijgemaakten niet bijvoorbeeld, denk aan 1967, en ook de hersteld hervormden in 2004); wij konden elkaar altijd weer vinden en samen optrekken (vergeet gesloten kansels); wij hebben ons land voorzien van talloze door ons opgeleide bekwame krachten; wij waren breed (vergelijk dat met die benauwde 'ware kerk vrijgemaakten' van vroeger); en iedereen prees ons omdat wij zo mild waren. 

Als we dit terecht zo taxeren, lijkt ons dat een gevaarlijke houding. Want dit past toch niet in de kerk van Christus? Net zo min als het op de borst slaan met 'wij zijn ware kerk', het klassieke vermeende verwijt aan vroegere vrijgemaakten. We voelen in Peels zeggen ook iets van: láát ons centraal, 'in het midden van de gereformeerde gezindte' staan, door ieder bewonderd. En laat ons vandaaruit 'samenwerken' kan niet schelen met wie, van GerGem tot vrijzinnig. Maar leave us alone, op onze eigen gevleugelde plek.

 

Onze vraag is: waar is het besef van katholiciteit van Christus' kerk? Het diepe hartzeer dat treurt om de kerkelijke verdeeldheid echter daar niet bij blijft staan maar vervolgens hartstochtelijk de eenheid zoekt die Christus wil: eenheid in waarheid, naar Joh. 17.
Dat betekent o.i. een andere blikrichting dan hier wordt geadviseerd.

 

Prof. Peels: Ik zie in de PKN de laatste 15 jaar ook beweging, een klein beetje maar, toch weer richting orthodoxie. De vrijzinnigheid heeft uiteindelijk geen kinderen, die sterft toch weer uit. De rapporten die zijn aangenomen binnen de PKN, die liegen er niet om. Daar zijn hele mooie dingen bij waar je blij mee kan zijn. Waar onze vroede vaderen in 1834 ook heel erg blij mee waren geweest toen.

 

Vrijzinnigheid sterft uit, meent prof. Peels. Maar líjkt dat niet maar zo? Hoe kan het dat die sinds 1834 ook nu nog in de PKN springlevend is? Zou het met vrijzinnigheid niet zijn als een mos op het dak. Ja, van onderen sterft het af, maar tegelijk groeit het van boven weer verder aan. Komt kerkelijk gesproken, de aanwas van vrijzinnigheid niet door afval van orthodoxe gelovigen?
 

We weten niet op welke mooie rapporten prof. Peels doelt. Wat we wel zien is een bepaalde ontwikkeling in de PKN/gereformeerde bond die grote zorgen baart. Deze bond die tot doel had de PKN weer terug te brengen tot de gereformeerde wortels lijkt nu zelf langzaam maar zeker daarvan los te raken.

Twee voorbeelden.

Prof. dr. Gijsbert van den Brink,  hoogleraar aan de Vrije Universiteit/faculteit Godgeleerdheid, schreef het boek En de aarde bracht voort. En ook het boekje Oer. Beide laten zien hoe het geloof in de schepping naar Genesis 1,2 is vervangen door de evolutie ideologie[2].
Ander voorbeeld. Enige tijd geleden verscheen uit de achterban van de PKN/GB, het boekje Geschapen om te regeren, in gesprek over vrouw en ambt (2021), geschreven door dr. R. Plomp. Daarin komt hij op nieuw-hermeneutische wijze tot de conclusie dat het kerkelijk ambt vrouwen niet moet worden onthouden. Het boekje wordt aanbevolen door emeritus prof. dr. J. Hoek (PThU), ook een 'bonder'. En ook aanbevolen door A. Leene, de eerste vrouwelijke vrijgemaakte domina. 

Wij hebben zo het vermoeden dat 'onze vroede vaderen' bepaald niet blij zouden zijn geweest met deze ontwikkeling, net zo min als dr. P. de Vries (HHK) die sprak van 'een buitengewoon teleurstellend boekje over de vrouw in het ambt', 19 mei 2022[3]. En het stelt ook bepaald niet gerust dat dr. Plomp een 'goed en prettig gesprek met het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond heeft gehad' waarvan hij zei: 'Ik ben benieuwd hoe de GB dit gesprek verder vorm gaat geven, en heb de indruk dat ze de urgentie voelen om dat te doen, ook vanwege ontwikkelingen 'binnen de Bond'.

 

Als je dit naast elkaar legt: 'een beweging, een klein beetje maar, toch weer richting orthodoxie' en 'ontwikkelingen binnen de Bond' is er dan veel reden tot Peels optimisme? Of is er sprake van aangroei van nieuwe vrijzinnigheid?

 

Prof. Peels: En dan de evangelische de pinkster-, de pentecostale kerken, je proeft daar het verlangen, het wordt ook geuit, naar een diepere bredere mooiere theologie, meer orthodox.

En dan die driekwart miljoen migranten-christenen bijna 1.000.000 zeggen ze. Wat voor contacten hebben wij met ze? En ze wonen links en rechts onder ons. Van die mensen komen christenen uit alle delen van de wereld. Ja, de drie formulieren van eenheid kennen ze niet van ons. Tuurlijk niet, ze zijn niet gereformeerd. Ze zijn wel christenen. En ze noemen de naam van de Heere Jezus Christus en ze bidden tot de drie enige God. En ze begraven hun doden in de hope op de grote dag die komt. En dan zouden wij ons van die beweging terugtrekken op ons eigen kerkelijk eiland met gelijkgezinden met Gereformeerde Gemeenten, HHK en een beetje anderen erbij met wie we het goed eens kunnen worden? Ja, ik noem dat nu echt letterlijk een kerkelijke brexit: je terugtrekken op het eiland van wat voor jou goed voelt, waar jij het het meest mee eens bent. Maar dan ben je dus intussen wel al die anderen, de meerderheid, de ruime meerderheid van de kerken in Nederland, kwijt.

 

Maar is dit wel een valide redenering? Want de CGK is toch geen 'kerkelijk eiland van gelijkgezinden', maar een diep verdeelde kerk. Nog net hiervoor roemde prof. Peels zijn kerken een gemeenschap met 'vleugels' die het onderling zo fundamenteel oneens zijn dat zelfs kansels voor elkaar zijn gesloten. Een kerk die eenheid met andere gereformeerde kerken afwees omdat de kerk dat intern niet kan 'dragen'. Waar synodebesluiten m.b.t. vrouw-in-ambt werden genomen maar waarvan de inkt nog nauwelijks droog is of gemeenten lappen die aan hun laars en gaan gewoon haar eigen gang (CGK Zwolle, Lelystad).  

 

'Kerkelijke brexit'. Wat bedoelt prof. Peels? We hebben er een poosje tegen aangekeken en menen het te begrijpen. Gezien vanuit 'het midden van de gereformeerde gezindte' waarin naar alle kanten kon worden gebogen en prettige relaties opgebouwd, denk aan de zgn. samenwerkingsgemeenten van CGK met GKv/ NGK en zelfs PKN, is weigeren van deelname aan de Nationale Synode een exit, een vertrek uit dat plezierige hoog geroemde verdraagzame centrum. Afwijzen van het Nationale Synode 'verbond' zal dan ook bepaald niet worden gewaardeerd! Zo min als de EU dat deed over de UK brexit.

 

Als deze interpretatie van het preadvies juist is, vragen we ons af wat het kerkbegrip van prof. Peel c.s. is, wat is bepalend voor kerkzijn? Inderdaad de vraag weer, 'waar staan deze kerken voor'. Voor een alom gewaardeerde deelname aan een comfortabele oecumene waarin een ieder gelooft wat hij wil als het maar niet te ver buiten Nicea gaat. Óf voor een oecumene waarin de Heilige Schrift naar de samenvatting van de gereformeerde belijdenissen de unieke zeggenschap heeft.  

 

Prof. Peels: Broeders, ons is veel gegeven in de CGK en dat mogen we ook delen met anderen. Laten we ook eens over onze roeping nadenken. Wat hebben we niet ontvangen allemaal wat we vermogen delen! Als je in dit soort verbanden als de Raad van Kerken of de Nationale Synode daarover kunt spreken, willen we dan per se niet de 'Verklaring van Verbondenheid' ondertekenen omdat die ons te ver gaat, en om de waarheid enzovoorts? Ik las in het meerderheidsrapport ook een antwoord. De Heilige Schrift en de gereformeerde belijdenisgeschriften functioneren niet als basis voor dit samenwerkingsverband. De belijdenisgeschriften, nee natuurlijk niet, die kennen ze niet eens. Als het ging om eenwording van kerken dan had je een groot probleem. Maar daar gaat het vooraleerst niet om - voor sommigen wel, prima, prima - maar het gaat ons primair om samenwerking: schouder aan schouder staan, en het getuigenis van Christus uit laten gaan naar deze samenleving. En dan heb je als minikerkjes met z'n allen zo hard nodig om naast elkaar te staan. En dan wordt er gezegd de Heilige Schrift is niet de basis daarvan. Dit vind ik een aantijging, ik weet niet waar dat vandaan komt maar dan neem je wel heel grote woorden in de mond als je dat durft te zeggen! De Nationale Synode is gebaseerd op de Schrift en de belijdenis van Nicea.

 

Opnieuw, nee het gaat de Nationale Synode niet om 'samenwerking' maar om 'kerkelijke eenheid'. Wellicht mag je daarbij (voorlopig nog) best je eigen particuliere 'kerkeilandje' koesteren. Als je maar deel gaat uitmaken van dat 'verbond' moet je uiteraard niet voortdurend dwarsliggen, dat past niet bij schouder-aan-schouderen.

 

We begrijpen niet dat prof. Peels meent dat hij als gereformeerd man de strijd tegen 'de boze machten' van secularisatie en verwildering in ons land 'schouder aan schouder' kan voeren met het gezelschap dat de Verklaring kon ondertekenen. Dat moet je water in de wijn doen. Dan moet je zwijgen over of je akkoord verklaren met, noem maar wat, een vrijpostige omgang met de Schrift, de moderne ethische opvattingen over homo'huwelijken', zelfbeschikking over gender, gelijkheid, positie van vrouwen, etc.

 

En, waarom toch zo minachtend gedaan over 'minikerkjes'? Ja, terecht als zo'n kerkje parmantig en sektarisch zichzelf verklaart tot de enige en unieke ware kerk en niet willen weten van katholiciteit, terecht! Maar als dat minikerkje 'door het woeden van de hele wereld, soms een tijdlang zeer klein en ogenschijnlijk verdwenen is, maar toch 'door God staande wordt gehouden', art. 27 NGB, dan is daar toch niets mis mee en moeten we niet over jammeren over gebrek aan invloed en aanzien?

 

Prof. Peels: Broeders, wat ik maar wil zeggen: willen we persé niet de Verklaring van Verbondenheid, de meerderheid wil dat niet, uit angst? Nou, dan maar niet, maar het sluit niet het meeleven met de beweging van de Nationale Synode uit. Zijn we er bang voor dat door deelname we medeverantwoordelijk worden voor besluiten? Je kunt dat uitstekend markeren en zeggen: 'Wat jullie zeggen, prima doe maar, daar ik doe niet aan mee'. Je hebt je eigen zelfstandigheid en je eigen verantwoordelijkheid je eigen identiteit, en dat kun je markeren en daarvoor opkomen en altijd laten horen. Maar dan bén je er erbíj, dan kun je je laten leren door anderen, en jij kunt van de rijkdommen die je zelf gekregen hebt uitdelen. Daar gaat het nou precies met die hele beweging van de Nationale Synode om.

 

Het klinkt heel dapper maar zo werkt het naar onze overtuiging niet. Zeker, er kunnen 'fijne' gesprekken worden gevoerd. Maar het klimaat laat niet toe 'de gereformeerde verworvenheden' aan de orde te stellen. Noem maar wat, als gepoogd zou worden remonstranten te overtuigen dat hun ketterijen in 1618/19 terecht zijn veroordeeld. Integendeel, we zagen reeds dat dezen al hun 'Vijf artikelen tegen de contraremonstranten' klaar hebben. En dat het gaat om hun pijn en verdriet dat 'er nog altijd is om wat destijds gebeurde'. Dat zal moeten worden erkend en weggenomen. Met belijdenis van schuld…

 

Tot slot, zou in alle overwegingen ook niet mee moeten worden genomen het seculariserende effect van dat 'schouder-aan-schouderen'. Het relativerende effect van pogingen tot christelijke eenheid 'dwars over en dwars door kerkmuren heen', zoals prof. Peels het graag wil. Brengt dat jongeren tot schoudersophalen over het geloof dat in de kerk wordt beleden maar in de praktische 'samenwerking en -leven' niet of nauwelijks een rol blijkt te spelen. Net als op die camping en in die fabriek. Dat leidt misschien wel tot de veelgehoorde belijdenis van 'eenheid in de Naam van Christus'. Maar waar verder ieder doet en belijdt wat goed is in zijn ogen en warm voelt in z'n hart. Zou dáár ook niet een grondoorzaak kunnen liggen van het vertrek van honderden naar 'geen-kerk'?
 

Naar onze overtuiging gaat het in de beweging van de Nationale Synode toch echt om een andere eenheid dan Jezus heeft bedoeld in Joh. 17.    

 

Prof. Peels: En daarom broeders wil ik u dringend adviseren om níet het rapport van de meerderheidscommissie te aanvaarden.

Dank u.

 


 

We hopen in de volgende editie het preadvies van prof. dr. A. Huijgen te publiceren en dat ook nader te beschouwen.

 

Wordt vervolgd

 

 

NOTEN



[1] Onderstaande tabel komt uit de statistische Jaarbrief 2017 van de PKN. De ledentalstijging in 2011 heeft te maken met een verandering in het methode van registreren.

 

[2] Zie voor het boek Oer, de artikelen op deze site: Oerlelijk of Wondermooi, click hier en Oer nader bekeken, click hier.

[3] Click hier.