Printen

Synodeverslag week 15 - Kerk en Eenheid 2

D.J. Bolt
07-05-11

Ter tafel liggen 15 conceptbesluiten voorgesteld door de Deputaten Kerkelijke Eenheid (DKE) samen met een rapport van de synodecommissie Fryslân (DKE):

De vetgedrukte besprekingen worden in deze aflevering verslagen.
Zie Bijlage 1 voor de conceptbesluiten.


BESLUITEN 9-11, 14, 15

BESPREKING RONDE 1

Commissie – Ds. Prins

Besluit 15b: 'mogelijk' wordt 'wenselijk'.

Br. Mars
Ik ben blij met de opdrachtverruiming.
Via de Raad van Kerken (besluit 15) kom je plaatselijk met veel mensen in aanraking.
Waarom niet ruimte geven als waarnemer deel te nemen? Men is nergens aan gebonden. Als Joh. 17 een grond is moeten we dan nog drie jaar met dit besluit wachten?

Br. Wendt
We hebben er al eerder over gesproken of de taken van de deputaten al of niet gericht moeten zijn op kerkelijke eenheid. Mijn ambitie voor de Nationale Synode is niet groot omdat daar geen kerkelijke eenheid uit voorkomt. Maar het andere aspect is wel een oproep naar de Nederlandse samenleving. Het is een belangrijk iets om daaraan mee te doen. Ik denk wel dat je goed in de gaten moet houden dat er grenzen zijn. Als er strijd is met de waarheid dan kan het niet. We moeten ergens uitspreken dat het dan ophoudt.

Ds. Oostland
In besluit 14 zie ik enig verschil tussen de tekst van de deputaten en hoe het nu is geformuleerd. Dat de deputaten binnen de opdracht van Zwolle-Zuid zijn gebleven zie je niet terug in dit besluit. We hebben de opdracht nu ook expliciet verruimd. Daarom kan het niet met deze grond, het is een nieuw element t.o.v. Zwolle-Zuid.

De brief van de Raad van Kerken verruimde de mogelijkheid tot kerkelijke eenheid. Wat de Raad van Kerken wil en wij willen spoort echter niet met elkaar.

Ds. Pos
Ik was niet gelukkig met de deputaten, die weliswaar niet formeel maar toch wel de indruk gaven namens onze kerken bezig te zijn. Echter we kunnen nu beter vooruit kijken, wat we gaan doen.
Wie de deelnemers waren was een groot geheim. Hoe is men tot die selectie gekomen?
Deputaten verantwoorden zich in het rapport dat zij "met vrijmoedigheid de uitnodiging hebben aangenomen". Het komt als een schot voor de boeg over. Maar eerder was toch de vraag: 'kan je dit wel maken'? Eerder een afweging?

Ik begrijp besluit 14.3a niet zo.

Het gevoel is dat met besluit14.3b een blanco cheque is gegeven. Dan moet je toch eerst op de hoogte zijn van het doel en de uitwerking?

Wat de associatie met de Raad van Kerken betreft, er zijn weinig harde en concrete gronden om die in een opdracht om te zetten. De grond "het is belangrijk te streven naar" is niet een sterk argument. Wat is nou het nut ervan voor onze kerken? Ik kan me daar wel iets bij voorstellen maar dan moet het ook onder woorden worden gebracht.

Ds. Van Dijk
Het materiaal m.b.t. de Nationale Synode vermeldt brieven van Ten Boer [zie bijlage 2] en Bunschoten-Oost1. Er is weinig inhoudelijk op deze brieven met bijlagen ingegaan. Terwijl daarin stevige taal wordt gesproken als "bewust credo minimaal gehouden", etc. Ingaan op hun argumenten ontbreekt wat.
Besluit 2 impliceert dat nu deelname aan de Nationale Synode mogelijk is. Die mogelijkheid was er dus niet. Dus moeten de bezwaren van de kerken worden toegestemd. Daarover komt een amendement.

Br. Ziedses des Plantes
Op de Nationale Synode waren de deelnemers geen officiële afgevaardigden namens de GKv. Dat heeft de Nationale Synode zelf gezegd. Dus waren ze op persoonlijke titel. Dan hoeven wij daarover ook niet te oordelen. Dus kan besluit 14.1 weg met zijn bijbehorende grond.

Ds. Trimp
Onze deelname aan de Nationale Synode heeft velen verrast binnen en buiten de kerken. Dat had te maken hoe we bekend staan. Dit deden wij niet, wij waren heel afschermend. Zijn dit dan nog de vrijgemaakte kerken? Het gaf heel wat commotie. Het bevreemdt me dat daar met geen woord over gerept wordt in het aanvullende rapport want het is een novum. Dat moet toch worden verantwoord? In 2002 gingen we schoorvoetend deelnemen aan het COGG en evalueren dat nog steeds. Dus nu met Nationale Synode moet je wel iets uitleggen. Dat is veel te weinig gebeurd. Je moet je inhoudelijk verantwoorden voor deze verschuiving. Ondanks dat slechts twee kerken verantwoording vragen van het beleid.
Kijk naar de toekomst. Waarom dan niet evalueren? We geven toch geen blanco cheque? De volgende synode moet de pijnpunten gaan evalueren, zich afvragen 'waar doen we goed aan'?

Ds. Gunnink
In aansluiting bij ds. Van Dijk en ds. Trimp is wat mij opvalt, dat bij de reactie op brieven van kerken - ik denk in het bijzonder aan de brieven van Bunschoten-Oost1 - dat noch deputaten, noch de 'commissie Friesland' werkelijk ingaat op wat er gevraagd, c.q. naar voren gebracht wordt.
Ik denk aan het niet gebruiken van Nicea en wel het hanteren van het ‘Credo’. Aan de exegese van Johannes 17 (ik kom daar nog op terug). Aan de PKN in het licht van artikel 27, 28 en 29 NGB. De uitgebreide, mijns inziens gefundeerde, bezwaren van de kerk te Bunschoten-Oost worden niet daadwerkelijk behandeld, er wordt niet op ingegaan, er komt geen inhoudelijke reactie. Het enige wat gesteld wordt, is -in mijn woorden- 'wij, deputaten (hierin gesteund door de commissie Friesland), wij vinden dat wij het goed gedaan hebben en goed doen'. Nergens wordt de vraag naar de waarheid van de Schriften die uitgebreid spreken over betrouwbare leer en dwaling gesteld, laat staan beantwoord.

Ik stel deze dingen van te voren aan de orde, want het lijkt er op, dat het niet daadwerkelijk ingaan op de zaken en op de ingebrachte bezwaren en kritiek, zoals ik in alle eerlijkheid meen te kunnen constateren, geaccepteerd wordt, ja, de manier is, waarop zaken worden gedaan.
Ik maak daar ernstig bezwaar tegen.
Zo neem je namelijk op zekere manier afscheid van elkaar. Er mag nog wel iets gezegd worden, natuurlijk wel, er mag zelfs wel kritiek gegeven worden, maar dan moet het daar ook bij blijven. Wie het ergens niet mee eens is, heeft z’n zegje mogen doen, en dat moet genoeg zijn. Ik vind dat 'de kerk van Jezus Christus onwaardig'. Wanneer de synode deze gang van zaken -al dan niet stilzwijgend- volgt, vraag ik mij af, waar en waarvoor wij hier met elkaar bezig zijn. Wanneer er zelfs geen poging wordt gedaan om elkaar te bereiken, kun je niet ontkomen aan de vraag: 'wíllen wij elkaar nog wel bereiken?'
Ik meen dit te moeten zeggen om in elk geval met mijn eigen geweten in het reine te blijven. Ik merk deze dingen op vanuit een hartelijke liefde tot de Heere Christus en Zijn gemeenten.

Inzake besluit 14 en de opmerkingen van de commissie Friesland het volgende.
Allereerst wat betreft de dingen die de commissie schrijft onder punt 3 op blz. 1. Het lijkt me het aanbrengen van een rookgordijn, wanneer de deputaten het buiten beeld zijn van de zgn. nationale synode op de GS Zwolle-Zuid 2008, gebruiken voor de opmerking: "terecht dat de GKv-delegatie niet officieel was afgevaardigd enz.". M.i. speelt de zaak van officieel en niet-officieel geen rol: degenen die de zgn. synode hebben bijgewoond, deden dat in hoedanigheid van lid van één der Gereformeerde kerken en waren op die manier vertegenwoordigers van de GKv.
Verder: afwezigheid was goed te verklaren geweest: 1. Er lag geen opdracht en het paste niet binnen het kader van de DKE-opdracht; 2. De opzet van de zgn. synode spoorde niet met de confessionele basis van de GKv.

Wanneer de commissie stelt, dat bijwonen niet het dirécte doel van kerkelijke eenheid was, slaan de broeders de spijker op de kop: het indirecte doel is namelijk wél die kerkelijke eenheid, in 2018 indien mogelijk, of iets wat daar op lijkt.

Zowel deputaten als de commissie zeggen: de Waarheid (liefst met hoofdletter) is geen geweld aangedaan, is niet in geding. Dat staat te bezien. Want het Credo moest er komen en Nicea, de oude belijdenis, kon er niet zijn, vanwege o.m. de belijdenis van de Godheid van onze Heer, Jezus Christus. Is dan de Waarheid, inderdaad met hoofdletter, is dan Jezus Christus en Zijn reddingswerk, niet in geding? Nee, niemand heeft dat Credo hoeven te ondertekenen, maar het was wel een hartelijk en spontaan geloofsgetuigenis, blz. 34, en een woord, dat appelleert, troost biedt en perspectief geeft.

En het gaat om 'de kerken', zonder enig onderscheid, elke kerk is welkom, waarbij de zaak van de waarheid en het blijven bij de waarheid niet van belang is. Een belijdenisgeschrift als de NGB zou grote problemen hebben opgeleverd. Is dan de waarheid niet in geding?

En wanneer deputaten zeggen, blz. 6 van het Aanvullend rapport: De kracht van de nationale synode was, dat deze niet gericht was op eenheid in de zin van één christelijke kerk, maar op het gezamenlijke dat je als christenen gezamenlijk hebt: het geloof in de ene Heer Jezus Christus, gaat het dan niet meer om het geloof in de Christus des Schriften? Gaat het dan niet meer over de waarheid van het Woord en de opdracht tot het handhaven van díe waarheid?

De slotverklaring stelt: "Vanuit de vaste overtuiging dat wat ons verbindt meer is dan wat ons scheidt, gingen wij deze dagen in Dordrecht het onderlinge geloofsgesprek aan over de kerkmuren heen." Naar ik begrepen heb, zijn de deputaten het hiermee eens. Maar dat kan toch niet anders betekenen dan dat de verschillen met bijvoorbeeld de PKN alleen maar iets van ondergeschikt belang zijn, dat we het dus niet meer hebben over waarheid en dwaling, maar over verschil in visie e.d. Dan wordt hier ontkend, dat het het Woord van de Heer van de kerk is, dat scheiding maakt, o.a. met de PKN, voor 30% orthodox, als ik het RD mag geloven, wat betekent: voor 70% niet-orthodox. Als het allemaal maar van minder belang is, die redenen tot scheiding, laten we onszelf dan opheffen.

Waarom confronteren deputaten en commissie zich niet (nee, dat ligt niet met een brief op de tafel van de synode, maar het is wel geschreven!) met wat door de hoogleraren Van Bruggen en Douma naar voren is gebracht? Waarom gaan deputaten en commissie niet wérkelijk de confrontatie aan met wat door Bunschoten-Oost naar voren wordt gebracht en wat wel ligt op de tafel van de synode?

Kerkelijke gescheidenheid werd in het verleden vanwege de waarheid van het Woord, gezien als 'de Heere wil het'. Is het nu: 'de Heere wil het', ten koste van diezelfde waarheid?

Wanneer de synode Besluit 14 neemt, dan neemt ze een besluit, waarin zonder enig argument deelname wordt goedgekeurd en, weer zonder enig argument, bezwaren worden afgewezen. Want de geschreven woorden zijn geen grond, maar een oordeel.
Wat is het ons waard? Binnen de kerken de zaak op scherp zetten en buiten de kerk onze geloofsgenoten hebben?

Tenslotte over besluit 15:
- grond 1: wat betekent "lijken"?
- grond 2: feiten zijn geen grond.
- grond 3: klinkt vroom, maar wat betekent deze grond in feite?

Ds. Ophoff

Er komt een voorstel van mij. Ondanks de hevigheid van het gesprek, die we konden we verwachten, is dit wel een kernmoment op onze synode. Er is verdeeldheid in de kerken op dit punt. We zitten er verschillend in. Ik beleef het gesprek als iets dat ons opscherpt.
Deputaten en commissie hebben zich van de brieven afgemaakt. Er moet op andere wijze rechtgedaan worden aan deze brieven. De verwijzing erin naar NGB 27-29 begrijp ik maar zie dat we daar niet zo veel verder mee komen. Onze tijd is heel anders. Er zijn ook heel positieve ontwikkelingen in de PKN. Een benadering waarin men aan het gezag van de Schrift wil vasthouden en dat laat doorwerken. Er is ook veel meer oren naar wat door ons en anderen wordt gezegd over de christelijke leer.

Ik vind het goed dat ze hebben deelgenomen. Neem de signaaltekst, die begint alleen al met de woorden over onze Verlosser. Dat is geen platte tekst, vrijzinnigen kunnen deze zo niet spreken. Dit stelt al een scheiding. Er is maar niet in vage termen gesproken, niet toegedekt. Voor de aanpak van allerlei vragen is als bron Jezus Christus genoemd zoals wij hem in de Bijbel leren kennen. Dus het gesprek heeft een stevige bodem om op basis daarvan elkaar aan te spreken.

We zijn in de loop van de tijd veranderd, opener geworden t.o.v. van andere kerken. Vroeger waren we bijvoorbeeld niet aanwezig bij een oecumenische huwelijkssluiting van het koningshuis. Het gaat soms om kleine dingen maar het is wel onderdeel van een proces waarin we oog hebben gekregen voor ontwikkelingen buiten ons.
Maar de deputaten zijn wel verplicht zich breder te verantwoorden voor hun stap en in te gaan op de tegenargumentatie. Of het nu een officiële deelname was of niet, maakt eigenlijk niet uit.
Ik ben een beetje benauwd om een tekst nu even in elkaar te zetten. Daarom dien ik een prealabel voorstel in om de deputaten gelegenheid te geven een nadere verantwoording van de participatie aan de Nationale Synode te formuleren.

Br. Judels
Deputaten kerkelijke eenheid rapporteren in hun aanvullend rapport over hun deelname aan de Nationale Synode in december 2010. Er is deelgenomen door deputaten kerkelijke eenheid en door een aantal leden op persoonlijke titel. Deputaten menen hiermee binnen de opdracht te zijn gebleven, die de GS Zwolle Zuid hun heeft gegeven. In hun verantwoording zijn hiervoor 3 aspecten te lezen:

  1. de GKv mag niet achterblijven;
  2. als drijfveer geldt het gebed van de onze Heer Jezus Christus voor de eenheid (Joh.17);
  3. verwijzing naar de inleidende formulering bij beide regelingen voor kerkelijk contact (GS Amersfoort-Centrum 2005).

Deelname beoordelen de deputaten positief en zij stellen de synode o.a. voor namens de kerken deel te nemen aan een volgende Nationale Synode.

Dit voorstel kan ik niet overnemen. Ik zal proberen uit te leggen waarom niet.
Sinds onze kerken zijn ontstaan in 1944 is op landelijk niveau tenminste drie keer contact geweest met de gereformeerd synodale kerken, thans PKN. Die kerken hebben drie keer geprobeerd om met ons in gesprek te komen. Wij hebben dat drie keer heel bewust en duidelijk afgewezen. Ik doel hier op de uitspraken van de GS Assen 1961, Hoogeveen 1970 en Leeuwarden 1990.
Onze voorganger, de synode van Assen in 1961 heeft zich uitvoerig bezig gehouden met een verzoek van de GS Utrecht 1959/60 van de "zich noemende Gereformeerde Kerken in Nederland". Dit betrof de vraag of "beide kerken, uitgaande van de Drie Formulieren van Enigheid voor de toekomst niet weer een gemeenschappelijke weg zouden kunnen vinden."
Onze voorganger heeft in 1961 dit verzoek afgewezen. De materie was toen dermate actueel en de druk om tot een soort van gesprek te komen was zo groot dat de GS Assen besloot om in een open brief uitvoerig en gedocumenteerd toelichting te geven op het "nee". De gevraagde contact oefening werd o.a. afgewezen omdat de oorzaak van de breuk in 1944 niet is weggenomen. Ook de tuchtmaatregelen en de schorsing van ambtsdragers zijn niet teniet gedaan. Eén citaat uit deze brief van precies 50 jaar geleden:

"WAT TE DOEN?
Nu wordt gevraagd of in het huidige tijdsgewricht, onder de klem van de omstandigheden, waarin de westerse Christenheid zich bevindt, geen Christelijke roeping is al het onrecht en de dwaasheid der schorsingen enz. met ,,de mantel der liefde" te bedekken en vervolgens toch op het verzoek tot Contactoefening in te gaan. Zeker leert de Schrift, aangedaan onrecht moet vergeven worden indien het daarover zou gaan, dan zelfs dat er zeventig maal zeven maal vergeven moet worden, indien iemand komt met de betuiging: het is mij leed, ik heb berouw. Maar wanneer niemand zegt: ik heb berouw, wat dan? Het gaat hier echter om iets geheel anders: de Here heeft, wat in de veertiger jaren ten kwade werd gedacht, door ontzetting uit de ambten enz. voor- velen ten goede gewend. Hij opende de weg, om, niet gehinderd door hiërarchische macht van synoden het Woord te bedienen. En van deze „weg" mogen de Gereformeerde kerken niet zomaar op eigen gelegenheid afwijken."

In 1967 stuurde de gereformeerd synodale synode ons opnieuw een brief met de mededeling van het besluit tot het uitspreken van een schuldbelijdenis ten aanzien van het conflict van 1944 en volgende jaren en verzoekt om te komen tot een vorm van contact.
Hierop heeft onze GS Hoogeveen 1969/70 met een brief afwijzend gereageerd. Ik citeer de slotregel uit die brief:

"Daarom roepen wij u toe: keert weder tot de HERE en tot de leer, dienst en tucht, welke naar Zijn Woord zijn.
Indien u, wat wij u smeken, terugkeert. beloven wij u aanstonds bereid te zijn de weg der vereniging met u te betreden. gelijk wij ook in de 'Acte van Vrijmaking of Wederkeer' en in besluiten van voorgaande synoden hebben verklaard."

Vervolgens kijken we naar een uitspraak van de GS Leeuwarden 1990. Opnieuw was een brief van de gereformeerd synodale synode binnengekomen; zij betuigden droefheid over hun aandeel in de scheur.."
Een kort citaat uit het antwoord van GS Leeuwarden:

"Maar intussen staat uw spreken over de zorg van uw kerken voor de zuiverheid van de leer in het verleden in schrille tegenstelling tot de ruimte die zij tegenwoordig bieden aan theorieën inzake de Schrift de belijdenis en de kerkregering die volkomen in strijd zijn met wat de Gereformeerde Kerken sinds de Reformatie hebben beleden en gehandhaafd"

Na de GS Leeuwarden is geen officiële correspondentie meer geweest. Mogelijk hebben de gereformeerd synodalen zo'n 20 jaar geleden gedacht: "Ach, als ooit in Nederland een Nationale Synode wordt gehouden, komt alles goed."
 
Wat wil ik hiermee duidelijk maken?
Sinds 1944 hanteren wij als kerken een duidelijke beleidslijn om alleen op basis van de Schrift en de drie Formulieren van eenheid serieus met andere kerken om te gaan en onze opdracht tot eenheid te verstaan.
Dit is door meerdere synodes uitgesproken.
Ergens in de tijd is echter stilletjes een wissel omgezet en in de praktijk blijken nu contacten met andere kerken, zoals de huidige PKN plaatselijk mogelijk. Kerkgrenzen vervagen steeds meer. Het meedoen aan de Nationale Synode is een forse stap in een proces, waarin meer over kerkgrenzen heen wordt samengewerkt.
Het rapport van de commissie Friesland signaleert dit ook trefzeker:

"Vroeger gold het ‘alles of niets’ (je zoekt kerkelijke eenheid, of je doet helemaal niets)."

Terug naar de informatie van deputaten over de Nationale Synode.
In hun aanvullend rapport geven zij aan dat "in gesprekken en toespraken rechtzinnigheid de boventoon voerde". Blijkbaar zijn er dus verschillende toonsoorten.
Deputaten signaleren echter ook vrijzinnigheid in de PKN en soms zelfs "zeer ergerlijke". Zo in hun antwoord op mijn vraag 2 in de informatieve ronde i.v.m. gesprek met Raad van Kerken.

Natuurlijk heeft deelname aan een Nationale Synode niet hetzelfde gewicht als kerkelijk samen spreken. Het doel zal vooralsnog ook niet hetzelfde zijn. Wel zijn belangrijke elementen hiervan hetzelfde. Te denken valt aan:

Tijden en omstandigheden kunnen veranderen. Assen 1961 sprak ook over het "tijdsgewricht". Het kan zelfs zijn dat we ooit worden gedwongen als christenen in Europa elkaar nog meer op te zoeken en te ondersteunen.
Maar wij moeten eerst met elkaar eerlijk over de verschillen hebben doorgesproken. Dit geldt met des te meer klem voor de kerk, waarmee wij vóór 1944 één waren.
Zolang dit niet is gebeurd, vindt steeds plaats waarvoor deputaten juist waarschuwen in hun grond 2, nl. het bagatelliseren van bestaande verschillen tussen de kerkgemeenschappen.
Namens de kerken die wij hier vertegenwoordigen deelnemen aan de volgende Nationale Synode is opnieuw een stap verder in een proces, waarin in toenemende mate over kerkgrenzen heen wordt samengewerkt en - mogelijk onbewust - verschillen worden toegedekt.
Wij zullen eerst antwoord moeten vinden op vragen, zoals: Wanneer is kerkelijke samenwerking kerkelijke eenheid en wanneer nog niet? Op basis van wat? Met welke kerken en op welk terrein kunnen we samenwerken en waar ligt dan de grens? Past dit zowel in het huidig tijdsgewricht als in gehoorzaamheid aan de Schriften en in overeenstemming met de belijdenissen en zo ja, hoe?

Ik pleit daarom tegen deelname en voor consolidatie van het genoemde proces en voor eerst in onderlinge eenheid het principiële gehalte en de praktische gevolgen hiervan goed door te spreken.
Concreet betekent dit dat, in het geval dat deze GS deputaten zou opdragen als kerken deel te nemen aan een vorm van Nationale Synode, wij als GS een verkeerd signaal afgeven.

Ds. Feijen
Commissie stelt voor deelname aan de Nationale Synode goed te keuren. Toch ligt er wel een moeilijk punt: het gebruik van NGB art. 29, zie ook de brieven. Als je de afgevaardigden zou vragen dan zouden ze óók met die belijdenis instemmen. Hoe kan het dat voor- en tegenstanders zich daar tegelijk op beroepen? Kan dat situatie afhankelijk? Zolang als we daar niet méér over praten gaan we niet diep genoeg.
Moeten we niet een spa dieper dan praten over een gang naar de Nationale Synode. En het verleden verantwoorden? Dat zou me een lief ding waard zijn. We zijn met grote zaken bezig.

DKE – Ds. Van Zuijlekom
Er wordt op verschillende manieren over de Nationale Synode gedacht. Gebruikmaken van de uitnodiging paste bij de ontwikkelingen in kerkelijke eenheid. De uitnodiging kwam via een wat ingewikkelde weg: via ds. De Snoo, deputaten hoge overheid en vervolgens naar DKE.
Belangrijk is dat de Nationale Synode geen synode was maar een protestants forum, een vergadering waarin mensen uit allerlei kerken aanwezig waren. Het was een laagdrempelige ontmoeting waarin alleen gesprekken plaats vonden en geen besluiten werden genomen.

Een belangrijke rol was weggelegd voor het Credo. In de toelichting daarop is duidelijk gemaakt dat het niet een geloofsbelijdenis bedoelde te zijn die in plaats komt van onze geloofsbelijdenis, of waaraan we gebonden zijn. Maar de bedoeling was aan te geven wat je intenties zijn, waar je staat. Als je elkaar zo ontmoet dan formuleer je iets en ontdek je dat je elkaar op veel punten kunt vinden. En dan kijkt je hoever je elkaar bent kwijtgeraakt. Het is teveel gezegd, en ook niet eerlijk, als je zegt dat het Credo i.p.v. Nicea is gekomen. De waarheid is niet tegen eenheid uitgespeeld. Dat is ook expliciet aan de orde geweest. Je kunt in liefde met elkaar omgaan terwijl je vasthoudt aan de waarheid. Dan ervaar je ook verbondenheid. Er waren niet veel vrijzinnigen. Wel enigen. In het gesprek met hen merk je dat de geesten gaan scheiden.

Ónze gesprekken over kerkelijke eenheid worden gevoerd met een smaldeel van kerkelijk Nederland. Niet met bijvoorbeeld immigrantenkerken. Daar krijg je oog voor op zo'n synode. Met hen spreken over de katholiciteit van de kerk ligt nu wat buiten ons gezichtsveld maar we moeten er wel oog voor hebben.

We beseffen dat we in onze verantwoording wel erg kort door de bocht zijn gegaan. Maar dat kwam doordat wij het idee hadden dat het bijwonen van de Nationale Synode paste binnen onze instructie. We willen daarom een verantwoording maken in samenwerking met de commissie.

Commissie – Ds. Prins
We willen uitleggen hoe we als commissie er naar hebben gekeken. We kwamen snel tot het oordeel dat deelname ligt in de lijn van ons handelen t.o.v. andere kerken de laatste jaren. We hebben het niet gezien als een breuk daarmee. Zeker niet t.o.v. de laatste jaren. We hebben een ruime opdracht aan deputaten gegeven. De commissie zag er weinig heil om omstandig uit te leggen dat het handelen van de deputaten precies in hun instructie past. We kozen voor de opvatting dat het past in die lijn van Zwolle-Zuid.

De opvatting in de brieven klopt niet. Dan zou het ook zijn uitgelegd aan de kerken. We hebben ons er niet van afgemaakt maar kijken er anders tegen aan. Daarom hebben we ook geen zin in bespreking van de Signaal-tekst.

Laten we inderdaad de bezwaren maar inhoudelijk gaan bespreken. We staan achter het voorstel van de deputaten.

Ds. Ophoff
In mijn voorstel is nu ook de Raad van Kerken betrokken.

Ds. Feijen
Ik wil toch nog vragen stellen.

[Hier wordt ter synode de bespreking van deze besluiten onderbroken met een bespreking van de contacten met de CGK. Een verslag daarvan is te vinden in 'Synodeverslag week 15 - Kerk en Eenheid 3' in de rubriek Synodeverslagen op deze site].

ORDEVOORSTEL DS. OPHOFF [zie bijlage 3]

Ds. Ophoff
Het voorstel houdt in dat een nadere toelichting wordt gevraagd op de deelname aan Nationale Synode en ook op de deelname aan de Raad van Kerken. Met daarbij gronden in de besluiten. De huidige deputaten verantwoording is erg kort en gaat niet in op de bezwaren in de brieven en bezwaren die ook breder leven.
Die bredere verantwoording betekent niet dat nu al een goedkeuring is gegeven. De betere onderbouwing is belangrijk m.h.o. de komende discussie.

Ds. Feijen
Ik steun het voorstel en zijn bedoeling van harte. De geluiden die we horen zijn belangrijk, er moet een gesprek worden gevoerd. We moeten ons bewust zijn van veranderingen en geen ruimte laten aan beschuldigingen dat aan de bezwaren voorbij is gegaan.

Br. De Vries
Bijzonder wijs voorstel. Daar moeten we tijd voor nemen.

Br. Van Dixhoorn
Helemaal eens mee. Ook omdat het uitgelegd moet worden aan kerkleden. We moeten spreken over veranderingen in onze kerken.

Br. Ziedzes des Plantes
Als er gesproken wordt over 'deelname’ aan de Nationale Synode, houdt dat ook toekomstige deelname in?

Br. Wendt
Grond 1 wel is cru geformuleerd, markante wending, als een bocht van zoveel graden. Moet worden geherformuleerd.

Br. Bondt
Eens met Feijen en De Vries

Ds. Trimp
De voorzitter van de deputaten heeft het tekort al aangegeven. Daarom is niet zo’n zwaar voorstel nodig. Grond 2 daar gaat het om. M.n. gaat het om de Nationale Synode, niet Raad van Kerken. Het is een beetje zwaar aangezet.

Br. Feenstra
Graag nadere informatie over 'markante wending. Nu ís het anders maar hoe ver kijken we terug, tien, twintig jaar? Nader invullen.

Ds. Feenstra
Mee eens met bredere verantwoording. Maar het is onbillijk aan paar deputaten te vragen om de wending van de kerken te verantwoorden. Het zou ook uit kunnen lopen op een Open Brief met een verklaring van de stand van zaken in de kerken.

Br. Greving
In het verlengde hiervan ook een reactie op de brieven te maken. Dat hoort hierbij.

Ds. Ophoff
Doel van voorstel is het gesprek op deze synode. Daar kan uitgebreide argumentatie bij helpen. Ben bereid grond 1 te laten vervallen.

Preses
Dat is wijs om te doen, zodat het wat minder zwaar wordt. Anders geeft het aanleiding tot grootse gedachten. Het gaat om de Nationale Synode zowel over de afgelopen als de toekomende.

STEMMING

Besluit (zonder grond 1) aanvaard met voor 35, onthouding 1.

BESLUITEN 9-11 - COGG

BESPREKING RONDE 2


Geen gebruik van gemaakt.

STEMMING

9-11 gezamenlijk aanvaard met algemene stemmen.

DKE – Ds. Zuijlekom
Ds. A.J. Minnema is moderamenlid van het COGG geworden.


------------------------------------------------------------------------------


BIJLAGEN

Bijlage 1 - Conceptbesluiten DKE

Revisie

Materiaal:

  1. brief van de Gereformeerde Kerk te Bedum d.d. 1 februari 2010, waarin revisie gevraagd wordt van de besluiten van de GS Middelburg 1933 en Ommen 1993 inzake het bijwonen van officiële gebeurtenissen in andere kerkgenootschappen;
  2. brief van de Gereformeerde Kerk te Wezep d.d. 29 december 2010, met eenzelfde verzoek als onder 2; de Gereformeerde Kerken te Bergschenhoek, Putten en Zaamslag hebben zich bij dit verzoek aangesloten.

Besluit 5:

  1. in te stemmen met het verzoek van de Gereformeerde Kerken te Bedum en Wezep;
  2. de uitspraak van de GS Middelburg 1933 (Acta, art. 245-1) en die van de GS Ommen 1993 (Acta, art. 67-2) ter zake van het bijwonen van een officiële gebeurtenis in een kerk waarmee geen contact is gericht op kerkelijke eenheid, vervallen te verklaren.

Gronden:

  1. het is in overeenstemming met de grondregel van ons kerkrecht dat meerdere vergaderingen zich alleen bezighouden met zaken die in mindere vergaderingen niet kunnen worden afgehandeld. Het verdient daarom de voorkeur om aan de vrijheid van de kerken over te laten om in eigen verantwoordelijkheid te bepalen in welke gevallen een vertegenwoordiging wordt gestuurd;
  2. aanwezigheid in een eredienst staat niet gelijk aan deelname aan en instemming met (alle onderdelen van) deze dienst;
  3. het aannemen van een uitnodiging voor een officiële gebeurtenis in een kerk waarmee we niet in gesprek zijn, komt de goede naam van de gemeente van Christus ten goede. Bovendien is het versturen en honoreren van een uitnodiging niet meer dan een zaak van goed fatsoen.


Participatie Contact Orgaan voor de Gereformeerde Gezindte (COGG)

Materiaal:
rapport van DKE

Besluit 9:

te blijven participeren in het COGG op basis van de doelen die de Generale Synode Zuidhorn 2002-2003 heeft vastgesteld (Acta, art. 130-2) en op deze manier mee te werken aan een verdere uitbouw en verdieping van het COGG als platform voor gereformeerde belijders.

Grond:

het is mogelijk om de doelen die de GS Zuidhorn 2002-2003 stelde na te streven binnen het kader van het COGG.

Besluit 10:

aan DKE op te dragen uit hun midden tenminste drie personen aan te wijzen die de Gereformeerde Kerken vertegenwoordigen in het COGG.

Grond:

participatie in het COGG past binnen de taakstelling van DKE. Het is daarom logisch dat de vertegenwoordiging in het COGG vanuit DKE bemand wordt, conform opdracht en mandaat van de synode.

Besluit 11:

de deelname in het COGG in de periode tot de volgende synode te evalueren en daarover te rapporteren aan de synode.

Grond:

participatie in het COGG dient voor elke synode geëvalueerd te worden. Op basis van rapportage door DKE besluit de synode tot deelname voor een volgende periode.

Nationale synode

Materiaal:

rapport van DKE;

  1. aanvullend rapport van DKE;
  2. brief van de Stuurgroep Nationale Synode d.d. 17 juni 2010, waarin de GKv worden uitgenodigd deel te nemen aan de Nationale Synode | Protestants Forum te Dordrecht, december 2010;
  3. brief van de Gereformeerde Kerk te Ten Boer d.d. 3 januari 2011, waarin bezwaar gemaakt wordt tegen de deelname aan de Nationale Synode; [zie bijlage 2]
  4. brief van de Gereformeerde Kerk te Bunschoten-Oost d.d. 13 februari 2011, met eenzelfde bezwaar als onder 4.

 Besluit 14:

  1. de deelname van DKE aan de Nationale Synode | Protestants Forum te Dordrecht 2010 goed te keuren;
  2. de bezwaren van de Gereformeerde Kerken te Ten Boer en Bunschoten-Oost tegen deelname aan de Nationale Synode niet toe te stemmen;
  3. deputaten op te dragen:  
    1. alert te zijn op ontwikkelingen rond de Nationale Synode, ook wat betreft de inhoudelijke kant: het geloof naar het Woord van God zoals we dat als kerken belijden;
    2. een afvaardiging samen te stellen om namens de kerken deel te nemen aan een volgende Nationale Synode;
    3. aan de volgende GS rapport uit te brengen van hun beleid in dezen.

Grond:

het is belangrijk te streven naar samenwerking die kerkelijke eenheid als doel heeft, maar daarnaast is het van belang contacten te onderhouden die die pretentie niet hebben. Van dit laatste kan zowel naar andere kerken als naar buiten een positief signaal uitgaan. Beide kunnen worden gezien als invulling van de opdracht en de belofte uit Johannes 17, elk op eigen niveau.


Raad van Kerken (RvK)

Materiaal:
rapport van DKE

Besluit 15:
deputaten op te dragen:

  1. zo mogelijk samen met CGK en NGK de mogelijkheden tot associatie met de RvK in Nederland te onderzoeken;
  2. hierover de eerstvolgende GS te rapporteren en tevens te adviseren of een associatie mogelijk is.

Gronden:

  1. de wijzigingen in de statuten van de RvK en de gewijzigde opstelling van de RvK lijken toenadering minder dan voorheen in de weg te staan;
  2. op lokaal niveau wordt op grote schaal deelgenomen aan plaatselijk interkerkelijk overleg;
  3. het is belangrijk te streven naar samenwerking die kerkelijke eenheid als doel heeft en daarnaast is het van belang contacten te onderhouden die die pretentie niet hebben. Van dit laatste kan zowel naar andere kerken als naar buiten een positief signaal uitgaan. Beide kunnen worden gezien als invulling van de opdracht en de belofte uit Johannes 17, elk op eigen niveau. 

Slot (samenstelling nieuw deputaatschap, financiën)


Bijlage 2 - Brief GKv Ten Boer
Zie Besluit 11/Materiaal 4.

Generale Synode van Harderwijk
Postbus 770
3800 AT AMERSFOORT
Ten Boer, 27 December 2010

Weleerwaarde en eerwaarde broeders,

De raad te Ten Boer heeft via de pers kennis genomen van de deelname van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt, via ds. A. de Snoo en deputaten Kerkelijke Eenheid en anderen aan de zogenaamde Nationale Synode. Deputaten hadden unaniem tot het gaan naar deze Synode besloten. Zie het Nederlands Dagblad, d.d. 10.10.10.

De kerkeraad wil ernstig bezwaar maken tegen deze deelname. De opdracht van de Deputaten luidt namelijk o.m. ‘landelijke ontwikkelingen bijhouden, zo nodig nader verkennen en daarop actief reageren.’ Dat is wat anders dan ‘actief deelnemen aan’. Van hun besluit leggen deputaten in hun rapport aan de GS geen verantwoording af.

De kerkeraad te Ten Boer heeft hierover grote zorgen, want

  1. Het ging op deze zogenaamde synode niet om het doorspreken om te komen tot een eenheid op basis van de waarheid van de Schriften.
  2. Tot de deelnemende kerkgenootschappen behoorden er velen die met de artikelen 27-29 helaas te typeren zijn als valse / ontrouwe kerken. Op basis van de Schrift is het niet onze opdracht om met hen samen op te trekken in het ene lichaam van Christus. O.m. de PKN laat de dwaalleer toe en breekt daarmee de eenheid van HC ZONDAG 21. Een eenheid, die er alleen in het geloof mag en kan zijn.
  3. Het Credo, opgesteld voor de zogenaamde Nationale Synode laat essentiële geloofswaarheden, zoals door ons beleden in de Drie Formulieren van Eenheid, weg, o.m. de almacht van God, de maagdelijke geboorte, de Schriftuurlijke leer van de verzoening, de Godheid van Jezus Christus, het oordeel over levenden en doden, en andere zaken.

De kerkeraad verzoekt daarom de Generale Synode uit te spreken:

Deputaten Kerkelijke Eenheid hebben ten onrechte als officiële vertegenwoordigers van de Gereformeerde Kerken meegewerkt aan de zogenaamde Nationale Synode te Dordrecht 2010.

Gronden:

  1. De opdracht tot deelname aan een dergelijke bijeenkomst was niet aan deputaten gegeven. De kerken worden hiermee voor een voldongen feit gesteld.
  2. Deputaten kunnen, als belijders van de zes belijdenisgeschriften, niet meedoen aan een bijeenkomst, waar Schrift en belijdenissen niet voluit worden gehonoreerd.
  3. Deputaten horen metterdaad te handhaven wat in artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis wordt beleden over ware en valse kerk.
  4. Deputaten voeren, zonder zich daarover te verantwoorden een ander beleid dan tot dusver gevoerd is.
  5. Dit doen van deputaten heeft de tegenstellingen binnen de GKv verder doen toenemen.

Met broedergroeten,
w.g. namens de kerkenraad met diakenen


Bijlage 3 - Ordevoorstel ds. J. Ophoff

De synode nam het volgende ordevoorstel aan:

"deputaten op te dragen een nadere verantwoording te geven van hun deelname aan de Nationale Synode en hun voorstel inzake de Raad van Kerken.

Grond:

de verantwoording van deputaten in hun rapport is kort en gaat onvoldoende in op bezwaren die zijn ingebracht".

------------------------------------------------------------------------------

NOOT

1        Helaas werd geen toestemming verkregen de brief van GKv Bunschoten-Oost hier te publiceren. Daardoor is het niet goed mogelijk de bezwaren er in en de bespreking ervan op de synode, te overwegen.