Printen

Synodeverslag week 21 - Ondersteuning Ontwikkeling Gemeenten/Gemeentestichting

D.J. Bolt
04-06-11

Op 28-05-11 werd de bespreking van het werk van het deputaatschap Ondersteuning Ontwikkeling Gemeenten (OOG) voortgezet. Nu was het onderdeel gemeentestichting aan de orde. Aan de bespreking werd deelgenomen door de brs. J.M. van der Eijk, zr. J. de Goey-Van Dooren, ds. K. van den Geest en directeur van het Centrum Dienstverlening br. H.Th. Cramer.

OOG is een fusie van de vroegere deputaatschappen SGO, DTEG, ASE en Depin. De steunpunten van deze nieuwe organisatie en betrokkenen bij de uitvoering werken onder de naam Centrum Dienstverlening Gereformeerde Kerken.

Het gemeentestichting deel van OOG werd vroeger ASE, 'Aanvullende Steun Evangeliserende gemeenten' genoemd.

 

OOG/Gemeentestichting

 

Zie conceptvoorstellen in bijlage 1, commissietoelichting in bijlage 2.

 

Preses

De steunaanvraag van GKv Maastricht wordt vanmorgen behandeld door de Particuliere Synode van het Zuiden. We zullen het resultaat daarvan afwachten.

 

OOG – Br. J.M. van der Eijk

Ds. K. van den Geest komt later.

 

Ik wil eerst wat inleidende opmerkingen maken. Er is veel aandacht in de GKv voor het uitdragen van het evangelie. Denk aan outreach, aandacht voor studenten, werk onder  moslims, gemeentestichting. Twee initiatieven vragen aanvullende steun. Het is slechts een subset van alle activiteiten maar ze vergen wel bijzondere aandacht. Er zijn ook twee nieuwe projecten.

Gemeenten zijn eigenaar van hun project en worden door de classes en particuliere synoden (PS) ondersteund. Deputaten zien toe dat de gelden worden besteed waarvoor ze bestemd zijn. Daarbij gaat het niet alleen om projectbegeleiding maar ook om inhoudelijke zaken. Deputaten verzamelen waarden van meetpunten, letten op aspecten die in orde moeten zijn. Zie de rapporten voor die elementen. Daarmee worden projecten de spiegel voor gehouden.

 

We zijn ook met andere zaken bezig. Er wordt verder nagedacht over de methoden van gemeentestichting. Daarvoor hebben we het Studie en Adviescentrum. We doen aan kadervorming. Er zijn geruchten dat OOG zich daarbij zou isoleren. Maar we willen het samen doen met de TU en de GH en niet eigen capaciteit zoeken. Er is een gemeenschappelijke verantwoordelijkheid van deputaten, TU en GH.

 

Tweede punt is de vraag of OOG verantwoordelijkheid kan nemen voor projecten die tussen twee synoden ontstaan. Dan zou er geen tijd verloren behoeven te gaan. De synode beslist op hoofdlijnen, maar allerlei praktijkbeslissingen kunnen snel door deputaten worden genomen.

 

Hulpbehoevende kerken ontvangen steun naar art 11 KO. Ontstaat er na beëindiging van een project automatisch een art. 11 gemeente als er onvoldoende middelen zijn? Daar moeten we goed naar kijken. Hoe actief kan de instroom en uitstroom zijn? Wij zijn van mening dat er binnen een bepaald kader uit een financieel reservoir geput zou moeten kunnen worden. Daarbij zijn project en hulpbehoevende gemeente als het ware twee communicerende vaten wat de ondersteuning betreft.

 

OOG – Zr. J. de Goey-Van Dooren

Het oudste project is Gent, daar blijft steun nodig.

In 1994 ontstond Venlo. Zwolle-Zuid heeft de steun afgebouwd. Nu is art. 11 steun aangevraagd. De preekplek van Roermond is nog niet uitgegroeid.

In 2004 werd aan Maastricht steun verleend, het project wordt uitgebreid en heeft een landelijke uitstraling. Bergen op Zoom kreeg een eigen kerkgebouw. Bergen op Zoom ontving in 2011 geen steun meer. De classis Zutphen steunt Lichtenvoorde. De Aker in Amsterdam is een onderdeel van het Amstelproject. Stroom gaat uit van de Oosterparkkerk

 

Er ontstaat ruimte voor nieuwe projecten, twee nieuwe projecten staan op stapel. Het was niet erg duidelijk wanneer steun moet worden afgebouwd als een project doorgaat als kerkgemeenschap, Daar zijn nu criteria voor opgesteld.

Er wordt geëxperimenteerd met 'multi' groepen in Amsterdam 

In al deze activiteiten met gereformeerde identiteit gaat het om Christus die het middelpunt is en waarvoor de Bijbel het uitgangspunt vormt. Zien de kerken ze als hun gezamenlijke verantwoordelijkheid? [1]

 

OOG – Br. Van der Eijk

Het uitgangspunt van PS Zuiden is dat het project Maastricht lange tijd wordt voortgezet. Zodra een project daar klaar is wordt het afgerond en kan eventueel weer een nieuw project starten.

 

Commissie – Ds. Leeftink

Art. 11 en ASE zijn geen communicerende vaten. Art. 11 ligt bij gemeente en classis. Hier is ASE aan de orde. Wel moet er een oplossing gevonden worden nadat een project is afgebouwd. Maar dat is niet primair een zaak van OOG/ASE.

 

BESPREKING RONDE 1

 

Br. Feenstra

Deputaten zijn bestookt met vele kritische vragen. Er zijn nu beoordelingscriteria voor lopende en nieuwe projecten. Maar ik ben nog niet helemaal content met de ontvangen antwoorden. De situatie van nu is een gegeven. Er is al veel duidelijkheid gekomen over hoe projecten af te bouwen. Maar ik blijf kritisch op de beoordelingmethode. Zijn de criteria wel voor iedereen duidelijk?

M.i. mist die duidelijkheid. Het gaat mij niet om de identiteit te beoordelen, het gaat alleen om het proces. Hoe denkt u dat te kunnen verbeteren?

 

Met het rapporteren in openbaarheid komt inherent imagoschade mee door het functioneren van bepaalde personen. Hoe kunnen we dat  zoveel mogelijk voorkomen? De oplossing om niet meer te rapporteren is te gemakkelijk. Graag meer oog hiervoor.

 

Br. Post

Er is een uitgebreide set van criteria waarmee projecten kunnen worden beoordeeld. T.o.v. van drie jaar geleden is mijn gevoel dat er heel veel vooruitgang is geboekt. Maar ik heb nog wel kritische opmerkingen en wil me aansluiten bij Feenstra.
Aanvullend vraag ik: hoe verbinden we consequenties aan de beoordeling? Bijvoorbeeld: Lichtenvoorde heeft een negatieve beoordeling ontvangen en krijgt toch maximale steun. Hoe kan dat?

Het afbouwen van projecten moet beheerst gebeuren in overleg met art. 11 deputaten en F&B zodat automatisch doorsluizen voorkomen wordt. Welke afgebouwde projecten, denk met name aan De Aker en Bergen op Zoom, brengen welk risico mee?

 

Besluit 4b betekent een behoorlijke verschuiving van het beleid. Is het niet verstandiger  op dit moment dit te beperken? Wat zo worden de mogelijkheden eigenlijk oneindig. Het is moeilijk om steun te verlenen aan zo’n ongelimiteerd voorstel.

 

Besluit 4 grond 3: Als je het letterlijk neemt zal het zo zelden het geval zijn. Beter is te stellen dat er overleg in alle gevallen zal plaatsvinden.

 

In de instructie wordt gesproken van: "gestelde kaders" [6e]. Om welke zaken gaat het hier precies?

 

Ds. Oostland

Ik heb waardering voor het werk met de achterliggende zaken. Er staan mooi dingen in de deputatenrapport. Ik zeg dit niet pro forma.

Wel heb ik wat vragen en aarzelingen, m.n. als het gaat over de identiteit zoals ik daar over in de toelichting van de commissie Drenthe lees. Er staat

 

Ook mag niet vergeten worden, dat het doel van alle zending en evangelisatie is, dat mensen voor het eerst of opnieuw tot Christus gebracht worden. Als er dan een nieuwe gemeente ontstaat, kan die niet van de ene op de andere dag perfect gereformeerd zijn.

 

Toch moet toch in deze activiteiten duidelijk zijn dat het gaat om gereformeerd-zijn. Dat mag niet in het vage blijven. Het gaat om gereformeerde kerken, de gereformeerde identiteit.

In het aanvullende deputatenrapport wordt op pag. 3 voor De Aker gesproken over een 'tussenoplossing'? Hoe ziet die er uit? Wat zijn dan de scenario’s? Wat is de rol van het kerkverband? Wat is onze rol als synode daarin? Het zwaartepunt zou in de classis liggen. Hoe wordt de identiteit daar geborgd? In de informatieronde werd het niet helemaal helder. Ik wil daar graag meer over horen.


Op pag. 12 gaat het over de rollen. Over de rol van de classis: die "kan gevraagd worden…". Dat kan beter vervangen worden door "de classis denkt mee…."

 

Een gewetensvraag over De Aker als tussenoplossing. Als nu je terugkijkt naar het proces dan kun je constateren: zó is het gegaan, maar de vraag is wat hebben we daar van geleerd?

 

Ds. Van Dijk

Ik heb waardering voor het werk van de deputaten.

Besluit 3a geeft aan wat de opdracht van Zwolle-Zuid was. Dat houdt ook beoordeling en bewaking van de identiteit van projecten in. In principe kunnen wij in onze positie daarom terughoudend zijn. Maar als die bewaking ergens anders niet zijn plek vindt? Wij zitten wel aan de geldkraan maar hebben toch ook een rol in bewaking van de identiteit.

 

Moeten we nieuwe projecten bij OOG neerleggen? Beter van niet, laten we waken tegen overhaaste projecten. De periode tussen twee synoden is minder dan drie jaar, misschien straks nog korter. Laat daarom de beoordeling bij synoden blijven.

Besluit 4 grond 2 overtuigt dus niet. Het is een sprong in het duister, zo komt het over.

 

Wat de overgang naar GS 11 in de cursieve tekst van de commissietoelichting betreft, de steun uit de OOG-kas moet niet versneld maar vertraagd worden afgebouwd. Laat gemeentestichting zijn eigenheid behouden. Daarbij ben ik niet gecharmeerd van de escape om steun te blijven behouden door bij afbouw nieuwe projecten op te starten. Hoe kunnen deputaten dat voorkomen?

 

Br. Mars

Ik heb twee vragen.

De Aker. Als deze gemeenschap met het geld van de kerk wordt gefinancierd, mogen we dan ook loyaliteit jegens het kerkverband verwachten?

Wat Amersfoort betreft: er moet een hartelijke begeerte zijn bij het kerkverband te willen behoren. Daar zit mijn moeite. Ik mis wederkerigheid.

 

F&B heeft uitgesproken dat de financiën op orde zijn. Er is veel te doen over GS 11 en ASE. Allebei hebben ze hun specifieke verantwoordelijkheid. Als er problemen zijn dan moet de regeling worden aangepast. Classis en PS kunnen dat oplossen.

ASE zou GS11 willen oprekken. Daar wil ik meer over horen van deputaten.

 

Ds. Scherff

Over de identiteitskwestie heb ik dezelfde vragen als Oostland en Mars.

 

Br. Van Dixhoorn

Ik ben blij met de handleiding voor financiële steun.

Er is aandacht voor de identiteit van  lopende projecten. Maar ik mis dat bij de aanvraag van nieuwe projecten. Zowel de classis als ook deputaten moeten wel kijken of het ook daar goed wordt geborgd.

 

We krijgen meer en meer te maken met projecten die vanuit meerdere kerken worden gesteund, vergelijk Gent. Zijn daar ook criteria voor?

 

De PS Zuiden heeft zojuist tot een nieuw project in Maastricht besloten. Dat is mooi. De vraag aan deputaten is: hoe gaat dat met de financiering? Is het een piramidale of andere financiering? Er zal een structurele bijdrage nodig zijn want het gaat om een huisgemeente. Hoe is dan de terminering van het project geregeld?

 

Ds. Ophoff

Ik heb net als Oostland moeite met de commissietoelichting. Bijvoorbeeld in bewoordingen als "niet perfect gereformeerd zijn" en "vage kerkelijke achtergrond hebben". Ik vind het jammer dat dit soort teksten is opgenomen. Het versterkt de negatieve visie op kerkplanting. We moeten rekening houden met mensen die een heel andere achtergrond hebben. Er is een wisselwerking tussen dat soort gemeenten en bestaande gemeenten. Dat kunnen we leren van b.v. Maastricht.

 

Besluit 4b spreekt van "extra aandacht voor identiteit". Gaat het daar om nieuwe projecten? Waarom is extra aandacht voor dit punt nodig? Voor nieuwe projecten kijken we toch naar álle aspecten.

 

Besluit 9 is bijna onleesbaar. En waarvoor is ook hier weer die aandacht voor identiteit nodig? Dit zaait verwarring. 

 

Wat betreft de visie op de classis, we moeten op de synode heel kort over gemeentestichting spreken en het verder overlaten ter beoordeling van de classes. Zij moeten ook naar die andere aspecten kijken. Daar moet verantwoording worden afgelegd. Als een classis dat niet ziet zitten, omdat er bijvoorbeeld moeite is met het management, dan moet op classisniveau ondersteuning plaatsvinden, eventueel met hulp van andere classes. Het kan lastig zijn, zoals bijvoorbeeld in de classis Amsterdam, maar daar hoort het wel thuis en niet hier.

 

Art 11 en OOG/ASE. We geven projecten een aantal jaren, het zouden ook meer dan 6 jaar kunnen zijn. Maar dan ook evalueren en afbouwen. Dus niet naar art. 11 doorsluizen, dan alleen als er heel goede redenen voor zijn. We moeten hier een beslissing nemen om het van nu af zo te doen.

 

Ds. Pos

Ik word nog wel eens afgevaardigd naar de classis A'dam en moet dus terughoudend zijn. De inhoudelijke beoordeling gebeurt primair door de moederkerk, de classis en de PS. Maar de classis is vaak hiervoor niet toegerust. Het hangt ook af van het inzicht dat in de zaak te verkrijgen valt. Experimenteren is een onderdeel van het proces. De ontwikkelingen gaan razendsnel, je kan er ook niet bovenop zitten.

Ik ben blij met regeling aanvullende steun. De classis doet onderzoek naar de identiteit, tegelijk is goed dat OOG dat ook doet. Er zijn dus drie polen, het project, de classis en deputaten die moeten samenwerken. Als dat goed ontvangen wordt, is  er een goede controle.

 

Ds. Gunnink

Ik wil aansluiten bij de opmerkingen over identiteit. Als het in de zending zo zou zijn gegaan als in De Aker dan waren de zendelingen zeker in de moeite gekomen.

Ik zal een paar amendementen indienen om zaken rond Schrift en belijdenis duidelijker te krijgen.

 

Preses

Welkom aan F&B leden, ds. K. van den Geest en andere belangstellenden.

[de vergadering werd eerder onderbroken voor de lunch]

 

OOG - Br. Van der Eijk

Het is plezierig de uitsproken waardering te horen.

Ds. Van den Geest zal een korte inleiding houden over identiteit.

Er zal verder gesproken worden over de criteria, het handboek, aanvullende steun en interactie OOG en de classes.

 

OOG - Ds. K. van den Geest

Eerst in het algemeen over gemeentestichting.
Op 19 mei stond er een foto in het ND van een dame in een spirituele sessie. Ze was in aanbidding, in contact met een boom. Daar heeft gemeentestichting van alles mee te maken. Het tekent de kloof tussen de bestaande gemeente en een nieuwe gemeente.

Gemeentestichting is een mission initiative dat leidt tot een nieuwe gemeente. Dat gebeurt door kerkplanters uit de kerken. Zij stichten nieuwe gemeenschappen binnen subculturele doelgroepen. Er is een afstand tussen de kerk en die cultuur. Mensen in die subcultuur kun je niet integreren in de kerk. Mensen komen niet naar de kerk. Maar je kunt je wel begeven in de cultuur van zo’n doelgroep. Dat is een nieuwe missionaire ontwikkeling. Daarbij worden nieuwe wegen gezocht want er is nog maar gering missionair bewustzijn. Die nieuwe wegen zijn niet onomstreden (zie ook Handboek) maar de bezwaren zijn voornamelijk pragmatisch. Vanuit de Schrift en vanuit de liefde zoekt de kerk zoekt steeds naar effectieve manieren om mensen met het evangelie te bereiken. Bestaande kerken kunnen voldoende missionaire capaciteit ontwikkelen. Maar vaak is er meer discussie dan dat activiteiten om echt kerk te zijn, ontwikkeld worden. Terwijl dat toch de core business is: kerk van Chrístus zijn.

De enige methodieken die aansloegen zijn de alfa -cursus en de relatie-evangelisatie. Maar ook daardoor zullen veel mensen niet de weg naar de kerk vinden. Dat komt vooral door culturele barrières met bijvoorbeeld Yuppen en Tokkies. Daarom begeven we ons midden in hun cultuur en leefwereld. De kerken moeten deze methode omarmen anders worden zij geïsoleerd van grote lagen van de bevolking. En met deze visie vertrouwen op Gods Geest. Daarbij niet te spoedig willen voldoen aan de gereformeerde identiteit. Er is een grote mate aan loyaliteit. Bemoediging is steeds is weer nodig.

Er zal steeds meer marginalisatie zijn van de kerk. De dilemma's in missionaire omgeving zullen ook steeds meer de bestaande kerken gaan beheersen. Het belang moet worden ingezien van de verkondiging van het evangelie in een volstrekt geseculariseerde omgeving.

 

De Aker heeft een partnership relatie met moedergemeente A'dam-ZuidWest. Wat is daarvan het eindbeeld?, zo is de vraag. Dat eindbeeld is in ontwikkeling. Ik ben er als adviseur bij betrokken. Ook zijn er enkele andere deskundigen bij gehaald, o.a. ds. Harmannij. We zijn bezig hoe we vorm kunnen geven aan het verband van De Aker en GKv. Van beide kanten is er de wens om dat te hebben. De Aker was eerst een deelgemeente van ZuidWest maar dat bleek niet te functioneren. In de aanvang was niet duidelijk wie de eigenaar van het project was. Het begon met een groep mensen, begon met gemeenschapsvorming. Er kwamen mensen uit verschillende kerken, evangelischen o.a. Dan is de vraag, ga je de relatie afbouwen of uitbouwen? Er is gekozen voor uitbouwen. Gaandeweg kwam er meer duidelijkheid. Daarbij golden niet allerlei criteria. Maar we hebben wel een bepaalde geschiedenis waar we een boodschap aan hebben. Doel is te komen tot een wisselwerking tussen De Aker en de GKv. De Aker staat daarbij geheel open voor wat we  als GKv te bieden hebben.

 

Inhoudelijke toetsing van de projecten door mindere vergaderingen als classis en PS is voldoende. Daar  is voldoende deskundigheid, expertise en draagvlak om te begeleiden. Voorbeeld: De Stadhartkerk/Stroom heeft recent gekozen voor een veel duidelijker vorm van begeleiden want ze zijn de afgelopen jaren te weinig gevolgd waardoor er afstand groeide. De classiskerken keken ook nogal kritisch mee, i.p.v. mee te denken. Als er voldoende credits worden verleend, en het gevoel ontstaat loyaal gesteund te worden, komt er wisselwerking. Ik hoop dat we dat heel bewust zoeken.

De classis kan instemmen met nieuwe projecten, zij kunnen experts inhuren, gebruik maken van het Centrum van OOG.

Ik wil onderstrepen wat Ophoff zei. Het is uitermate belangrijk dat we beseffen dat we deze projecten nodig hebben. Kerken zonder instroom van de wereld zullen het contact met de eigen mensen verliezen. Alleen zo zullen ze hun eigen jeugd nog leren kennen. Want die stellen de vragen. Een broeder zei: Op de Bijbelcursus mocht ik alle vragen stellen, maar daarna werd ik geacht mee te gaan met de cultuur van de gemeente. Dat brengt een vorm van eenzaamheid voor nieuwe gelovigen. Het is wijsheid om nieuwe gelovigen hun vragen te laten stellen die ook jongeren stellen en tevens in onze harten leven. Daar moeten we eerlijk mee omgaan. Dan is er groei in Christus.

 

OOG - Br. Van der Eijk

Wat is precies de bedoeling van de beoordeling van projecten? Niet om rapportcijfers te geven. Het zijn reflecties van ervaringen, ze geven aan waar je op moet letten. Je kunt er projecten een spiegel mee voorhouden. Dat is een inschattingsverschil met Feenstra die vraagt of we toch niet stártende projecten moeten beoordelen. Want zo gaat het niet helemaal, afgezien van het feit dat er geen honderden aanvragen zijn. Het gaat meer in de zin van: Heb je gedacht aan dit en aan dat. In de praktijk is het veel meer een interactie, een middel om te verbeteren. We moeten de methodiek niet overvragen.

 

Br. Feenstra spreekt over imagoschade. Dat is niet beoogd natuurlijk. Het gaat ook niet om een spiegel voor individuele mensen maar steeds aandacht voor zaken. Dus geen beoordeling van personen. We zijn ons daarbij bewust van een afbraakrisico.

 

Beoordelingen en criteria, het levert lastige dilemma’s. Het gaat om het checken van de besteding van geld en over advisering. Dingen lopen door elkaar heen en dat maakt het lastig. Daarom het advies om een studiecentrum in te richten. Daar kunnen ook andere adviseurs bij betrokken worden. Maar in de praktische vormgeving moet er wel een scheiding blijven tussen controle en advies.

 

Ds. Oostland spreekt over het toespelen van de bal. De verantwoordelijkheid ligt echt bij de classis en PS. Daarbij kan ook een rol door het Centrum worden gespeeld. Het gaat niet om het schuiven van vragen maar om ondersteuning van eerst verantwoordelijken.

 

OOG – Zr. De Goey-Van Dooren

We hebben de stand van zaken opgemaakt. Tegelijk ontstaan er nieuwe methodieken. Daardoor is  beoordeling dynamisch.

Br. Van Dixhoorn willen de criteria toepassen bij nieuwe projecten. Maar bij een nieuwe gemeente heb je te maken met veel verschillende mensen, die je moet inbedden in de gemeente. Identiteit krijgt aandacht in de loop van de tijd.

Een handleiding voor het geval meerdere kerken bij gemeentestichting zijn betrokken, tot nu toe heeft zich dat nog niet voorgedaan. Zodra dat wel het geval is zullen we daar aandacht aan schenken.

 

Voor de rol van de classis zullen we de tekst aanpassen.

 

Br. Van Dixhoorn over het piramidale stelsel. Dat wordt in Maastricht toegepast. Bij nieuwe aanvragen geldt dat de landelijke bijdrage nooit hoger kan zijn dan die uit het piramidale stelsel. Daarbij wordt een stichtingsgemeente als een nieuwe gemeente beschouwd.

 

OOG - Br. H.Th. Cramer

Wat aanvullende steun betreft, bij afbouw is wel steun nodig, m.n. voor de betrokken predikant. Maar de gemeente moet wel zijn eigen broek ophouden. Wij kunnen dat niet oplossen. Daar moeten classis en PS bij worden betrokken.

Er moet hier beleidsontwikkeling plaatsvinden want we kunnen geen permanente steun verlenen. We zijn met tientallen gemeenten in contact, hoe moeten we hier dan uit komen? Er liggen beleids- en afstemmingsvragen. Wij komen daar nu niet uit maar moeten die de komende jaren goed doorpraten met elkaar. De conclusie voor ons is dat er nu niet een simpele oplossing is te bedenken.

 

OOG – Zr. De Goey-Van Dooren

Welke gemeenten lopen risico bij beëindiging van de steun? Bergen op Zoom in toekomst mogelijk. Voor nieuwe projecten willen we wat anders omgaan met de inzet van gemeentestichtingwerkers. Zij worden niet meer full time ingezet. Gedeeltelijk in de seculiere modder staan helpt ook voeling te houden met maatschappelijke ontwikkelingen.

 

OOG – Br. Van der Eijk

Beoordeling geeft aanleiding tot nadenken binnen de projecten zelf, het werkt als een spiegel. Bijvoorbeeld Lichtenvoorde: door meer gebruik te maken van mensen die daar wonen kan er zonder veel betaalde krachten meer worden gedaan.

 

Vertraagd afbouwen van een project is in een missionaire omgeving door een zekere mate van onvoorspelbaarheid wel lastig. We moeten er oog voor hebben dat dingen soms anders lopen dan we willen en dat we daarom soms langer met een project moeten vervolgen. Maar we moeten ook durven zeggen dat we aan het eind van een project zijn gekomen. En dan maar niet doorgaan omdat het anders elders ondersteuning moet zoeken. Er is een keer aan begonnen, het moet ook een keer eindigen.

 

Commissie – Br. De Groot

In nieuwe gemeenten gaat het vaak om mensen met een andere kerkelijke achtergrond. Wíj kunnen we 100% gereformeerd zijn, zulke mensen dat vaak nog niet. Zo’n gemeente is niet gelijk 100% van wat wij er van verwachten. Tegelijk moeten we hierbij betrekken dat Paulus weliswaar lovende woorden sprak over gemeenten maar ze tegelijk toch echt tot de orde riep.

 

Commissie – Ds. Leeftink

Besluit 4b vraagt extra aandacht voor de identiteit. Daar is Ophoff het niet meer eens. Maar er zijn concrete vragen over sommige gemeenschappen. We blijven erbij dat de gereformeerde identiteit bepalend is. Daarbij kan een zwakke leiding toch gereformeerd zijn en mag er geworsteld worden met vragen over identiteit. Dat is goed als het maar vanuit een positieve insteek gebeurt.

 

Wat GS11 betreft, we zijn het niet eens met Van Dijk, dus wel afbouwen. Als er problemen komen dan zijn daar het kerkverband, de classis en de PS.

 

De besluiten zouden wat moeilijke woorden bevatten? Als je wat ingewerkt bent weet je wat er mee wordt bedoeld.

 

Van Dixhoorn vraagt waarom er geen aandacht is voor identiteit bij de aanvraag van nieuwe projecten. Maar dat is er wel. Daarom is punt f van de instructie ook wenselijk.

 

GS11 heeft betrekking op de uitvoering, is niet beleidsbepalend. Dat is F&B.
In 6b van de instructie gaat het om een afbouwproject. Aan het eind ervan kan de situatie dan met GS11 worden besproken. En zo ontstaat er expertise.

 

Ds. Oostland

Op het punt van de identiteit zou ik nog graag een extra ronde willen hebben.

 

Preses

We moeten nu wel de beslissende ronde ingaan. Dus nu ook eventueel amendementen indienen.

 

[er worden in de nu volgende lunchpauze verschillende amendementen ingediend]

 

Preses

Ik heb de volgende amendementen:

 

 

Ds. Gunnink

Gaat mij om de identiteit. Die is mij niet echt helder. Ik probeer met mijn amendementen op besluit 3 hier duidelijkheid over te krijgen.

 

Br. Bakker

Wij hebben hen ook nodig, hun vragen zijn ook de onze. Daarom een brief ter bemoediging.

 

Ds. Van Dijk

Besluit 4b moet vervallen willen we als synode het in de hand houden. De identiteit wordt geborgd als we de beoordeling van nieuwe projecten bij de synode blijven. De vertraging die dat oplevert heeft ook zijn voordelen. De heldere criteria van OOG kan de synode ook beoordelen. Straks vergaderen synoden wellicht elke 2 jaar.

 

Ds. Ophoff

Het gaat om het slot van besluit 4b dus om de aanvang van nieuwe projecten. Er moet niet zoveel aandacht aan de gereformeerde identiteit worden besteed, het staat ook al in besluit 9f. We moeten de huidige discussies hierover niet overschatten.

 

Er zijn twee nieuwe gronden onder besluit 4. De eerste zin van grond 2 is aardig herschreven. Je kunt dit gewoon aan deputaten delegeren, zij kunnen zelf op basis van de criteria een beslissing nemen.

Grond 3 wil wat zeggen over de beëindiging van projecten. Dat moeten we hier niet afbakenen. Grond 4 zegt als dat er een reëel perspectief wordt geboden dan niet afbouwen. In het andere geval dat zorgvuldig doen m.h.o. op de voorganger, etc. Dat kan lokaal geregeld worden, dat hoeven we niet op de synode doen.

 

Preses

Gronden 3 en 4 onder besluit 4? Waarom niet besluit 4c en 4d?

 

Br. Feenstra

In de criteria zit nog te veel ruimte voor een subjectieve beoordeling. Van belang voor een project en betrokkenen zijn zaken als: Is er een duidelijke leiderschapsstructuur, wat is de financiële structuur, etc. Deputaten moeten daar nog verder induiken.

 

BESPREKING RONDE 2

 

Ds. Oostland

Hetgeen ds. Van den Geest over vertrouwen etc. zegt is waardevol, dank daarvoor, maar de vragen rondom identiteit hebben we nog niet echt doorgesproken met elkaar. Daarom opnieuw vragen aan deputaten. De handleiding is geschreven voor deputaten, maar wat mag je van de classis verwachten? Er zou een extra paragraaf toegevoegd moeten worden van, 'wat verwacht je van elkaar?' Geef dat concreet aan. Kijk daarbij goed naar verantwoordelijkheden.

Ds. Gunnink wil besluit 3b aanscherpen. Maar gaan we niet als synode daarin niet te ver, en is dit wel de aanvulling die ons verder helpt?

 

Ds. Feijen

Ik herken veel in wat Van den Geest zei, het wij-zij denken. Daarom is dat amendement met die bloemetjesbrief goed.
We zijn hier nog niet over uitgedacht. De zaken zijn niet voldoende doordacht en bediscussieerd. Daar is wel behoefte aan. Ik betreur het als we vergadertechnisch een beslissing nemen terwijl we zouden moeten doorpraten.

 

Ds. Van Dijk

De formulering van het tekstuele amendement van Gunnink is wat ongelukkig.

Vergadertechnisch punt: ik ben voor 4a maar tegen 4b. Is dat bij de stemming uit elkaar te halen?

 

Ds. Ophoff

In de analyse van Van den Geest kan ik me vinden.

De rol van de classis blijft wat in de lucht hangen. In de classis kun je de zaken goed doorspreken. Daar kun je elkaar echt ontmoeten, ondanks dat daar best lastige verhoudingen kunnen ontstaan. Toch moeten we vasthouden aan het gereformeerde principe de nadruk op 'plaatselijk' te leggen. Voor het oplossen van problemen kan daar het best extra hulp worden gezocht. Belangrijk daarbij is een onafhankelijke voorzitter. Want het is van heel grote betekenis dit soort kerkplantingsprojecten goed te begeleiden.

 

Br. Van Dixhoorn

Zijn de amendementen van Mars/Ophoff/Post wel nodig? Afbouw start als er sprake is van instituering van een zelfstandige gemeente. Dan is het een project met een zelfstandig voortbestaan.

 

Het amendement van Bakker moeten we aannemen, en niet alleen opdat het sympathiek is. Als we die brief afschieten zou dat heel erg zijn.

 

Br. Bakker

We moeten de zaken in samenhang bekijken. Als er sprake is van zwak besef van leiderschap maar wel met grote drive dan kun je mogelijk verkeerd uitkomen. Leiders heb je in soorten en maten: slim en dom, ijverig en lui. Als de combinatie lui en dom is dan moet je er niet aan beginnen, bij de rest wel.

 

Preses

Tijdsdruk is niet altijd slecht. Identiteit is voldoende onder aandacht van deputaten gebracht. Het komt steeds weer naar voren als een punt van aandacht. Het aanscherpen van teksten helpt daarin niet mee. De deputaten maken er al behoorlijk werk van.

De problemen raken we niet met amendementen kwijt, daarvoor zijn te groot en te breed.

 

OOG – Br. Van der Eijk

We gaan stellig spreken over identiteit de komende tijd. We hebben nu een paar belangrijke aanwijzingen gekregen. We hebben een centrum om de discussie op gang te brengen, om die te ondersteunen. In 2014 zullen we de synode dienen met een stuk om hier een goed gesprek over te voeren. Ik voel me schuldig dat het er nu niet al is.

 

Verder sluiten we ons bij de commissie Drenthe aan.

 

Commissie - Ds. Leeftink

Het amendement Bakker hebben wij overgenomen, ook deputaten. Dat geldt ook voor

het amendement van het gelegenheidstrio Mars/Ophoff/Post.

Het criterium identiteit zou te veel nadruk krijgen omdat het ook al in de instructie staat. Maar voor nieuwe projecten is het niet verkeerd het te benadrukken.
Het andere amendement van het trio gaat over de financiën, maar dat staat ook al in de instructie. De extra nadruk aanvaarden we kennelijk wel.

Het amendement van Gunnink: het staat er eigenlijk al maar we hebben geen bezwaar er tegen.

Ook het amendement Feenstra is OK.

 

Commissie - Br. Aartsen

Het terrein is vrij onbekend. Met de voorstellen van deputaten worden veel zaken dicht getimmerd. Maar het gaat er om zaken beleidsmatig vast te leggen zodat er ruimte blijft voor dingen die komen. Ook moet er vertrouwen zijn in deputaten. Die hebben vele jaren deskundig gewerkt. De commissie pleit er voor bij de stemming vertrouwen in de deputaten te laten zien. En vertrouwen te hebben op God.

 

Ds. Gunnink

Het tekstuele amendement vervalt, het tweede, over de toevoeging in besluit 3b, wil ik handhaven.

 

Van Dijk

Ik trek mijn amendement in.

 

Ds. Ophoff

Leeftink heeft het over een gelegenheidstrio, mijn vingers jeuken. De toelichting in 4c en 4d vormt echt een aanvulling op besluit 9.6.

De strekking van 4c is te zorgen voor een zorgvuldige afbouw als er geen reëel perspectief is.

 

Br. Feenstra

Deputaten zijn al bezig zijn met wat er in het amendement staat.

 

OOG - Br. Van der Eijk

U kunt er van op aan dat we er aandacht aan geven.

 

STEMMING

 

[Zie voor door de commissie en deputaten aangepaste voorstellen met amendementen bijlage 3]

 

Besluit 3

- Amendement Gunnink ('Schrift en belijdenis' toevoegen): verworpen V14T17O4

- Besluit: aanvaard VaT0O0 (= met algemene stemmen)

 

Besluit 4

- Amendement Bakker ('brief sturen'): aanvaard V33T0O2

- Amendement Mars/Ophoff/Post (‘extra aandacht’ schrappen): verworpen V14T19O2

- Amendement Mars/Ophoff/Post (4c,d toevoegen): aanvaard V26T7O2

- Amendement Mars/Ophoff/Post (nieuwe grond 2): aanvaard V32T1O2

- Amendement Van Dijk (4b schrappen): verworpen V2T29O4

- Besluit 4a: aanvaard VaT0O0

- Besluit 4 rest: V33T0O2

 

Besluit 9

VaT0O0

 

Besluit 10

VaT0O0

 

Besluit 1

VaT0O0

 

Preses

We komen hier in directe aanraking met de samenleving. We moeten verder  doordenken wat gereformeerde belijndheid betekent voor het missionaire werk.

 

[De preses sprak nog een korte bemoediging tot de deputaten. Hij sloot af met:

Jezus Christus, Zoon van God, vergadert zijn kerk door zijn Woord en Geest.]

 

 

NOTEN

 

[1] Door slechte verstaanbaarheid kon niet alles worden verwerkt. Het overzicht dat door deze deputaat werd geboden kan in detail worden gevonden in het 'Rapport deputaten ondersteuning ontwikkeling gemeenten', zie www.gkv.nl synode.

 

 

Bijlagen


Bijlage 1
- Conceptvoorstellen

 

28 mei 2011 Rapportage projecten Gemeentestichting

                   Besluiten 1, 4, 5, 10b

                   Besluit 9 - instructie 6

 

Besluiten deputaten ondersteuning ontwikkeling gemeenten (OOG) - gemeentestichting

 

Materiaal:

  1. rapport Deputaten OOG;
  2. rapport Deputaten OOG; rapportage projecten gemeentestichting;
  3. financiële paragraaf OOG/Centrum Dienstverlening (13.01.2011);
  4. regeling aanvullende steun bij Gemeentestichting (Handleiding) (31.03.2011);
  5. advies deputaten OOG steunaanvragen Maastricht, Stadshartkerk en Stroom (18.04.2011).

 

(decharge)

 

Besluit 1:

deputaten decharge te verlenen onder hartelijke dank voor het vele werk van de afgelopen drie jaar.

 

(voorstellen)

 

Besluit 2:

in te stemmen met de instelling van een Advies- en Studiecentrum Gemeentegroei, onder verantwoordelijkheid van deputaten OOG, voor de ondersteuning van de samenhang in beleid m.b.t. gemeenteopbouw, gemeentegroei en gemeentestichting.

 

TOELICHTING (komt niet in de Acta)

Met instemming van deputaten is de tweede helft van dit besluit geschrapt en onder besluit 3 ondergebracht.

 

(opdrachten)

 

Besluit 3:

deputaten op te dragen o.a. door middel van het Advies- en Studiecentrum Gemeentegroei in ieder geval aandacht te besteden aan:

 

  1. de opdracht van de Generale Synode van Zwolle-Zuid 2008 om gemeentestichting als methodiek verder te ontwikkelen en te evalueren en aan de volgende synode rapporteren of genoemde methodieken Bijbels verantwoord zijn;
  2. b.    nadere invulling van het begrip ‘gereformeerde identiteit’ en het bevorderen van het gebruik van deze nadere invulling bij  bestaande en nieuwe gemeentestichtingsprojecten;
  3. c.    het verzamelen en bewerken van gedane ervaringen en geleerde lessen vanuit de gemeentestichtingsprojecten en dit materiaal ter beschikking stellen aan de kerken;
  4. d.    onderzoek naar alternatieven voor de bekostiging van gemeentestichtingsprojecten.

 

Besluit 4:

 

  1. de komende drie jaar aanvullende steun beschikbaar te stellen voor de missionaire projecten De Aker, Gent, Lichtenvoorde, Maastricht en Venlo binnen de door GS vastgestelde financiële kaders, de vastgestelde criteria  en de overeengekomen afspraken met de projecten, alsmede aan door de GS Harderwijk ondersteunde nieuwe projecten in Maastricht (Kruispuntkerk), Amsterdam (Stroom) en Amstelveen (Stadshartkerk);
  2. de toekenning van aanvullende steun aan nieuwe missionaire projecten tussen twee generale synodes te delegeren aan deputaten OOG, binnen de vastgestelde criteria en het beschikbare budget en in nauw overleg met deputaten F&B en deputaten GS11, en daarbij extra aandacht te besteden aan de gereformeerde identiteit van de projecten.

 

Gronden:

  1. het toekennen van aanvullende steun brengt ook met zich mee dat de synode via haar deputaten OOG een eigen inhoudelijke afweging mag maken over de wijze waarop de gemeentestichtingsprojecten functioneren;
  2. het getermineerd beschikbaar stellen van financiële middelen voor nieuwe innovatieve kerkplantingsprojecten impliceert dat een synode de uitkomst van zo’n project niet van te voren kan bepalen. De beslissing bij aanvang van een project kan daarom ook, met goed functionerende criteria, aan deputaten OOG gedelegeerd worden;
  3. nauw overleg met deputaten F&B en deputaten GS11 is nodig om te voorkomen dat gemeentestichtingsprojecten die na verloop van tijd niet meer in aanmerking komen voor ondersteuning via OOG,  vervolgens voor hetzelfde bedrag ondersteuning ontvangen uit de landelijke GS11-kas voor hulpbehoevende kerken.

 

(instructie)

 

Besluit 9:

ten behoeve van de werkzaamheden van deputaten de volgende instructie vast te stellen:

 

Instructie deputaatschap ondersteuning ontwikkeling gemeenten

 

6. Missionaire projecten

 

TOELICHTING (komt niet in de Acta)

Voor paginaverwijzing: zie Rapport OOG – rapportage projecten gemeentestichting

Voor hoofdstukverwijzingen: zie de Regeling aanvullende steun bij Gemeentestichting

Vanwege voorbereiding en bespreking op synode hier alleen als toelichting op de besluitvorming. In definitieve tekst geen verwijzingen

 

  1. toepassen van de criteria voor toezicht op bestaande projecten: visie, identiteit, leiderschap/ teamvorming, bereiken doelen, missionaire gerichtheid, financiën en plannen (zie hfst. 4.5/zie pag. 5);
  2. toepassen van de criteria voor de aanvullende steunverlening: piramidale stelsel, maximering jaarlijkse bijdrage, duur van de steunverlening, besteding vrijvallende ruimte, kortdurende ondersteuning gemeenten (zie hfst. 5.1./zie pag. 18 en 23);
  3. toepassen van de criteria voor toekenning van aanvullende steun aan nieuwe projecten: meerjarenplanning (hfst. 4.2),  draagvlak, doelstelling, leiderschap, verantwoordelijkheden, haalbaarheid, inzet op zelfstandigheid, randvoorwaarden, afwegingen (hfst. 4.3), gevolgde procedure (hfst. 4.4);
  4. afleggen van een jaarlijkse verantwoording door deputaten OOG aan deputaten F&B over de toekenning van projectbudgetten, op basis van de vastgestelde uitgangspunten voor de beoordeling van de financiële verslaggeving van de projecten (zie verder pag. 23/24);
  5. in nauwe samenwerking met deputaten GS11 en deputaten F&B binnen de gestelde kaders oplossingen zoeken voor concrete afstemmingsvraagstukken m.b.t.  ondersteuning van gemeentestichtingsprojecten die deel worden van het reguliere kerkverband en daarmee binnen de verantwoordelijkheid van GS11 komen te  vallen.
  6. waar nodig handhaven van de gereformeerde identiteit als belangrijk criterium bij de ondersteuning van bestaande en nieuwe gemeentestichtingsprojecten;

 

(budget)

 

Besluit 10:

  1. deputaten OOG Op te dragen bovengenoemde werkzaamheden te verrichten binnen een jaarbudget   dat is vastgesteld op € 595.100,-- voor de periode 2012-2014;
  2. ter bekostiging van de door het landelijk kerkverband ondersteunde missionaire projecten, genoemd onder besluit 4, jaarlijks een bedrag van maximaal € 342.000 vast te stellen voor de periode 2012-2014.

 


Bijlage 2 - Toelichting commissie Drenthe

Korte toelichting commissie Drenthe op de voorstellen OOG-gemeentestichting

 

De voorstellen van deputaten OOG m.b.t. gemeentestichtingsprojecten zijn kort en krachtig. De achterliggende informatie is te vinden in het 2e rapport van deputaten OOG over de projecten, in de Regeling aanvullende steun bij Gemeentestichting en in het AANVULLEND DOCUMENT INFORMATIEVE VRAGEN OOG dat op 5 maart bij de beantwoording van de informatieve vragen is toegezonden.

 

Er zijn een paar punten waar we aandacht voor willen vragen.

 

  1. Gezien de vragen die door synodeleden gesteld zijn, lijkt het ons een goede zaak om in een aanvullend besluit een aantal punten te noemen, waar deputaten via het Advies- en Studiecentrum Gemeentegroei  in ieder geval aandacht aan moeten besteden in de komende periode. Dat betreft dan in elk geval het beoordelen en verder ontwikkelen van methodieken voor gemeentestichting die bijbels verantwoord zijn. We stellen daarom voor  deze opdracht van Zwolle-Zuid alsnog van besluit 2 naar besluit 3 te transporteren. 
    Bovendien vinden we het wenselijk, dat het niet alleen bij het beoordelen en ontwikkelen van methodieken blijft, maar dat ook concreet een vinger aan de pols gehouden wordt als het om de gereformeerde identiteit van bestaande en evt. nieuwe gemeentestichtingsprojecten gaat.
    Motivatie hierbij is, dat als het kerkverband via de generale synode steun verleend, het ook een bepaalde mate van controle mag ontvangen op het verantwoord besteden van de toegekende gelden.
    Daarbij dient wel beseft te worden, dat de inhoudelijke beoordeling van gemeentestichtingsprojecten primair plaats vindt door moederkerk, classis en PS. De verantwoordelijkheid die de GS in dezen via haar deputaten heeft, is dus beperkt. Daarom worden nieuwe en bestaande projecten inhoudelijk ook in z’n algemeenheid door deputaten OOG beoordeeld.Ook mag niet vergeten worden, dat het doel van alle zending en evangelisatie is, dat mensen voor het eerst of opnieuw tot Christus gebracht worden. Als er dan een nieuwe gemeente ontstaat, kan die niet van de ene op de andere dag perfect gereformeerd zijn. Het feit dat veel toestromende mensen in de projecten een meer of minder vage kerkelijke achtergrond hebben, maakt het er niet altijd eenvoudiger op. Ieder heeft zijn eigen specifieke achtergrond. Het is een grote kunst om een groep tot een eenheid te vormen, die één van denken en doen is. Als moederkerk, classis, PS en GS zullen we ook het nodige geduld moeten kunnen opbrengen. De gemeente van Korinte was ook niet direct 100 % gereformeerd. Maar Paulus ging na lovende woorden toch niet zachtzinnig te werk, zoals de brieven getuigen.
    Wanneer, zoals de PS Holland Noord uitspreekt, projecten zich hartelijk willen houden aan de belijdenisgeschriften, kunnen kritische vragen vanuit de GS als controlerende instantie voor het gevoel van de werkers in het veld wat bemoeizuchtig overkomen. Het is goed om te beseffen dat hier twee kanten aan zitten. Je kunt van bovenaf te veel willen regelen inzake identiteit,  maar je kunt, door bepaalde (ongelukkige) keuzes die je binnen een project maakt, het er ook naar maken dat controlerende organen er met de neus bovenop (moeten) zitten. 
  2. Deputaten OOG zien alsnog af van een verplichte afdracht van 8% door de projecten aan OOG vanwege de inzet van het Centrum Dienstverlening. Wanneer de projecten een beroep doen op het Centrum, moet dit uit hun eigen begroting komen. 
  3. Deputaten OOG vragen de synode om in de komende jaren nieuwe projecten te mogen gaan steunen, overeenkomstig de vastgestelde criteria en voor zover het toegekende budget dat toelaat. Als commissie Drenthe adviseren wij daarover positief, omdat nieuwe projecten dan niet tot de volgende synode hoeven te wachten voordat ze landelijke steun kunnen ontvangen. Wanneer er geen nieuwe aanvragen komen, valt de financiële ruimte die hiervoor gereserveerd is, terug aan de centrale kas van F&B.  Mocht de synode toch de beslissing aan zich (en daarmee aan haar opvolgster) willen houden, dan is het niet nodig om hiervoor financiële ruimte te reserveren. Overigens is de maximale bestemmingsreserve voor gemeentestichtingsprojecten in goed overleg met F&B vastgesteld op € 300.000. Verwacht wordt dat dit maximum in 2011 bereikt wordt. Deze bestemmingsreserve heeft het karakter van een calamiteitenreserve en  zal met ingang van  1 januari 2012 door F&B beheerd worden. 
  4. Van belang is ook, dat er goede afstemming plaats vindt met deputaten F&B en deputaten GS11. De steun aan gemeentestichtingsprojecten wordt nu immers standaard na een aantal jaren afgebouwd. Dat betekent een kans op toename van de steun die via GS11 aan hulpbehoevend kerken verleend moet worden.Deputaten F&B vinden dat daar een reëel risico aan zit en wil daarom het liefst dat de totale lasten van projecten gemeentestichting OOG + steun art. 11 voor afgebouwde steun aan projecten in de komende jaren niet zullen stijgen.Als commissie Drenthe vinden delen we deze gedachte niet. GS11-steun en OOG-steun kun je niet beschouwen als twee communicerende vaten die samen te allen tijde op hetzelfde maximumbedrag mogen uitkomen.  We zouden niet graag uitspreken, dat GS11-steun aan een project waarvan de steun wordt afgebouwd, per definitie  verrekend wordt met de steun aan andere / nieuwe gemeentestichtingsprojecten. Dan overheerst het zakelijke, financiële  aspect over de geestelijke vreugde dat ergens in het land een project zich heeft ontwikkeld tot een ‘gewone’ gemeente die deel wil worden van het reguliere kerkverband, maar die  daarbij nog niet financieel (geheel) zelfstandig  is en daarom in aanmerking komt voor GS11-steun.Het zou wel de moeite van het overwegen waard zijn, om in geval van GS11-steun in de afbouwperiode te bekijken, of de steun uit de OOG-kas niet versneld kan worden afgebouwd, zodat  deze nieuwe ‘gewone’ gemeente zo spoedig mogelijk geheel door GS11 ondersteund wordt. Daarom willen we in de instructie onder besluit 9.6.e graag opgenomen zien, dat de desbetreffende deputaten (OOG, F&B, GS11) in dezen nauw met elkaar samenwerken. 
  5. Hieronder vindt u de financiële ondersteuning per project van 2009 t/m 2014. De penningmeester van OOG, zr. De Goeij, zal hier nog een toelichting op geven.

 

 

 

Advies aan OOG t.b.v. GS2011 Harderwijk

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Advies OOG: Aanvullende steun GGG

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

2009

2010

2011

 

2012

2013

2014

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Gent

 

136.875

92.500

95.000

 

90.000

84.500

79.000

 

 

Venlo

 

 36.000

30.000

24.000

 

18.000

12.000

6.000

 

 

Maastricht

lopend

 50.000

40.000

30.000

 

20.000

10.000

0

 

 

 

nieuw

 

 

 

 

15.000

25.000

35.000

 

 

Amsterdam – de Aker

 35.000

57.500

60.000

 

48.000

36.000

24.000

 

 

Bergen op Zoom

 27.500

28.500

30.000

 

 

 

 

 

 

Lichtenvoorde

 40.000

41.500

43.000

 

55.000

55.000

55.000

 

 

Amsterdam – Stroom

 55.000

57.500

60.000

 

45.000

45.000

45.000

 

 

Amstelveen – Stadshartkerk

 

 

 

 

37.000

45.000

37.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

ruimte nieuwe projecten

 

 

 

 

14.000

29.500

61.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

380.375

347.500

342.000

 

342.000

342.000

342.000

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

                                                               

19 mei 2011 - Commissie Drenthe

 

 

Bijlage 3 - Aangepaste voorstellen met amendementen

 

Wordt later toegevoegd.