Printen

Flits 28 - Het ijsje van Luiten

D.J. Bolt
16-02-07


In de De Reformatie[1] schreef ds. B. Luiten een hoofdartikel over de wetslezing in onze erediensten. Hij reageerde daarmee op een artikel van dr. A.N. Hendriks in Nader Bekeken[2].
Ds. Luiten vindt dat artikel "fraai en leerzaam" en hij "stemt van harte met Hendriks in" .
Maar vervolgens komen er wel drie pagina's kritiek. Kritiek op de slotopmerkingen die  dr. Hendriks maakt aan het eind van zijn artikel. Om te begrijpen wat het probleem is, kopiëren we Hendriks opmerkingen hier. Hij schreef[3]:

"1. Het is mijn stellige overtuiging dat de Tien Geboden hun plaats moeten hou­den in de dienst op de zondagmorgen. Deze dienst is de eerste op de dag waarop de Here zijn volk bijzonder wil ontmoeten. De tweede kerkdienst is een vervolg op de eerste en heeft dan ook van oudsher een ander karakter gehad. 
2. De lezing van de Tien Geboden kan mijns inziens niet vervangen worden door schriftgedeelten uit het Nieuwe Testament. Deze gedeelten hebben niet dat bijzondere en eigene van de Tien Woorden. De laatste zijn echt de verbondsoorkonde, die geldigheid heeft be­houden en naar ons toekomt als' de wet van Christus'. Wanneer de kerkdienst staat in het kader van het verbond waarin de Here met zijn volk wil om­gaan, past het de verbondsoorkonde te horen, die zegt wie God wil zijn voor zijn volk en hoe Hij beslag legt op dat volk.
3. Ik meen dat het ongepast is eigenge­maakte parafrases in plaats van de tekst van de Tien Woorden de gemeente voor te houden. We hebben in de Tien Woorden te doen met een oorkonde die nota bene God zelf geschreven heeft. Uit eerbied voor Hem past het ons daar met onze variaties en concretiseringen van af te blijven. Val de Here niet in de rede, maar verkondig eerbiedig wat Hij nog altijd tot zijn volk zegt! De concretise­ring komt bovendien ruim aan bod in de catechismusprediking over de zonda­gen 34-44.
4. Ik zou Calvijn niet willen volgen in het zingen van de Decaloog. Bij Calvijn verving de gezongen Decaloog het 'Groot Gloria' uit de roomse mis. Hij zag haar dus als een lofprijzing. Ik ben het meer eens met A. Kuyper, die het zingen van de wet 'een misgreep' noemt. De Tien Geboden moeten in de kerkdienst afgekondigd worden, ze zijn woorden van de Here tot zijn volk en helemaal niet woorden die de ge­meente tot God of tot elkaar zegt. De lof van de wet kan gezongen worden (vgl. Ps. 119), maar dan nadat de ge­meente de Tien Geboden heeft gehoord."

Inderdaad, fraai en leerzaam.
Maar ds. Luiten heeft er grote moeite mee. Het gaat m.n. over de punten 2 en 3. Want Luiten produceert wél eigengemaakte parafrases van de Tien Geboden en gebruikt die in de kerkdiensten. Het is kennelijk nogal aangekomen dat dr. Hendriks dat "niet passend" noemt. En dat typeert als "in de rede vallen van de Here" . We dienen van de "oorkonde" van het verbond af te blijven, zo vindt hij.
Dáár stemmen wíj van harte mee in.
Maar Luiten dus niet.

We willen in deze Flits wat nader op deze zaak ingaan. Niet om dr. Hendriks te verdedigen. Want daarvoor heeft hij ons niet nodig. Maar omdat we al eerder deze zaak aan de orde stelden. Namelijk in Flits 17 - De wet en de waslijn.[4]We willen er n.a.v. de artikelen van deze predikanten nog een paar opmerkingen aan toevoegen. Want de zaak leeft wel. Dat is geen wonder. De bezoekers van onze erediensten worden er regelmatig mee geconfronteerd. Het is dus belangrijk om er over na te denken. We zullen daarbij niet breed Luitens argumentatie weerleggen. Wellicht doet Hendriks dat nog eens. Maar we willen wel op één aspect in het bijzonder wijzen. Namelijk hoe betrouwbaar zijn 'eigenmaakte' verwoordingen van de Tien Geboden.

Voorbeelden

Ds. Luiten heeft zijn eigengemaakte versie van de Tien Geboden, die "heel wat collega's digitaal hebben opgevraagd om die ook aan hun gemeente te laten horen" . Maar er zijn er meer die dat gedaan hebben. Ook prof. C.J. de Ruijter heeft er eentje gemaakt. We laten de teksten nu allebei volgen om zo duidelijk te maken waarover we het precies hebben.
Luitens versie luidt aldus:

"Ik ben de Here, Ik sluit mijn verbond met u.
Ik heb u in Jezus Christus verlost. Ik wil dat u in vrijheid met Mij omgaat.
1. Mij alleen zult u liefhebben, vertrouwen en gehoorzamen.
Van niets of niemand in de wereld zult u een afgod maken.
2. U zult van Mij geen eigen voorstelling maken.
In Jezus Christus heb Ik laten zien wie Ik ben.
Zie Mij in Hem en getuig van Hem.
3. Draag mijn naam dankbaar en vol vertrouwen.
Misbruik mijn naam niet, want dan kom je aan Mij.
4. Vier de dag van Jezus' opstanding als de dag van verlossing en blijdschap.
Leef uit de zondag al de dagen van de week.
5. Uw ouders, eer hen als uw vader en uw moeder die Ik u gaf.
Uw kinderen, zie hen als mijn kinderen die Ik aan uw zorg heb toevertrouwd.
6. U zult uw naaste laten delen in mijn liefde. Ook hij is door Mij geschapen.
Zijn leven mag u niet aantasten en vernietigen, ook niet door woorden.
7. Het huwelijk is door Mij ingesteld. Daarin zult u elkaar trouw zijn zoals Ik u
trouw ben. Mannen en vrouwen, jongens en meisjes zullen elkaar respecteren
en buiten het huwelijk geen seksuele relatie aangaan.
8. De aarde is van Mij met alles wat erin is. Uw bezit is tijdelijk, u mag het
gebruiken als u daar eerlijk mee omgaat. U kunt niet Mij en tegelijk het geld
dienen. U zult de armen helpen.
9. Uw ja zij ja en uw nee nee. Als u over uw naaste spreekt, zult u oprecht en
betrouwbaar zijn. U moet er op uit zijn de naam van uw naaste te
beschermen.
10. Er mag in uw hart geen jaloezie opkomen. Ik Zelf wil u alles geven wat u
nodig hebt. Wees niet bezorgd.

samenvatting
U zult Mij, de Here uw God, uw Verlosser, liefhebben met heel uw hart en met
heel uw verstand en met al uw kracht. En u zult uw naaste liefhebben als u
zelf."

Prof. De Ruijter maakte er het volgende van:

In Christus spreekt God je aan:
Ik ben de Heer je God.
Ik heb je bevrijd uit de slavernij van de zonde.
Ik heb je vrijgekocht van de duivel.
Ik wil jouw God zijn.
1. Ga niet naar een ander Ik heb je lief
2. Eer mij niet op jouw manier Mijn manier geeft vrijheid
3. Misbruik mijn naam niet Mijn naam redt jouw leven
4. Gebruik mijn dag goed Dit is de dag van ons samen
5. Respecteer je vader en moeder Door hen leer je mij kennen
6. Kom niet aan het leven van een ander Ik bescherm het jouwe toch ook
7. Bewaar het geheim van man en vrouw Ik maak hen één in mij
8. Neem niet wat van een a(A)nder is Ik zorg toch voor je
9. Wees trouw in wat je zegt Zo heb je mij ook leren kennen
10.Wees niet jaloers Ik vervul het verlangen van je hart

Er zijn veel meer versies. Afgelopen zondag hoorden we weer een nieuwe. Waar die vandaan kwam? Misschien had de dominee hem zelf verzonnen. Maar de trend is duidelijk: we parafraseren er wat op los met de Tien Geboden. Zeker als er sprake is van een jongeren-, kinder-, thema- of speciale dienst, dan breekt de creativiteit los.
Het gaat soms nog verder. In onze vakantie afgelopen zomer ervoeren we dat men het zich ook permitteert om alléén de bekende samenvatting van de wet die de Here Jezus heeft gegeven[5], te lezen. Daar kwamen de Tien Verbondswoorden uit Exodus of Deuteronomium helemaal niet meer aan te pas[6]? Hopelijk is dit slechts incidenteel geweest.

Trouwens als we het nu toch over parafraseren hebben. Sommige predikanten hebben de vervelende gewoonte om tijdens de Schriftlezing alvast commentaar te geven op de tekst. Als een soort minipreekjes tussendoor. Zeker nu in veel gemeenten de NBV is ingevoerd kan dat tussendoor leiden tot goed- of afkeurende opmerkingen over de tekst. Men doet dat natuurlijk met goede bedoelingen maar het leidt de aandacht erg af van wat het Woord zelf zegt. Eigenlijk dus net zo als Hendriks t.a.v. de wet zegt: De Here in de rede vallen en dus oneerbiedig.
Bovendien is het o.i. liturgisch niet juist. De Schriftlezing als onderdeel van een eredienst is geen mix van bijbelteksten en toelichting. Verklaring, toelichting en toepassing komen in de preek aan de orde. Daar kan ook eventueel de tekst worden geparafraseerd als dat passend is.

Een vergelijking

Nu verdedigt ds. Luiten zijn handelen met de Tien Geboden door te stellen dat de broeders en zusters in de gemeente eigenlijk de oorspronkelijke geboden niet meer begrijpen. En het dus nodig is dat de predikant de wet in nieuwtestamentische zetting voordraagt. Anders worden de mensen m.n. de jongeren op het verkeerde been gezet. En hij licht dat toe aan de hand van het vierde gebod.

Er was eens, memoreert Luiten, een politicus "die enorme beroering veroorzaakte in zijn achterban doordat hij zou hebben gezegd dat hij op zondag wel een ijsje zou kunnen kopen." [7] Een "beroering, die een hoog sabbatsgehalte had" , volgens Luiten (cursief djb). Ja, "vele reacties gaven er blijk van, dat het de mensen ontgaan was dat de sabbat in haar oudtestamentische gedaante is vervuld." En "zulk gebrek aan inzicht in de ontwikkeling van het vierde gebod" heeft "enorme gevolgen" .

Hoe komt zo'n desastreus gebrek aan inzicht? Dat kun je de mensen niet kwalijk nemen, vindt Luiten. Want als ze nou toch van het vierde gebod "alleen maar de oorspronkelijke, oudtestamentische tekst horen" dan is het toch niet vreemd dat de mensen de zondag voor de sabbat aanzien? En dat deze woorden over de sabbat rechtstreeks op de zondag van toepassing worden geacht?"
Ja, de gevolgen zijn "enorm" . Luiten constateert dat nog steeds "velen verontrust zijn door de gedachte dat de zondag hierin anders zou zijn dan de sabbat. (?) In de harten zit vooral dat "je niet mag werken (en dus ook geen ijsje kopen)."In zijn woonplaats "functioneert een opnieuw vrijgemaakte gemeente, die haar bestaansrecht voor een niet gering deel baseert op de onvervulde oudtestamentische sabbat" [8].
Er zit dus meer achter dat 'parafraseren' dan simpelweg uitleggen wat er staat. Ds. Luiten wil veel meer: namelijk zijn interpretatie van vervullingen en nieuwtestamentische licht verwerken in de geboden.
En daarvan zagen we boven het concrete resultaat.

Jammer dat Luiten in De Reformatie vervolgens niet zelf de vergelijking maakt tussen het goddelijke vierde gebod en zijn parafrase ervan. Want dan hadden de lezers helder kunnen zien wat er gebeurt als iemand zijn eigen ideeën loslaat op de tekst van de wet van de Here.
Maar in plaats daarvan schakelt Luiten over naar zijn parafrase van het zevende gebod. Die parafrase is nodig omdat de jongeren anders niet meer begrijpen dat het "Gij zult niet echtbreken" ook te maken heeft met sex vóór het huwelijk. Vandaar de speciale appendix bij het zevende gebod, zie boven.
Nou vinden we dat op z'n minst wat overdreven. Want toen wij nog jong waren en in de Sturm und Drang periode zaten wisten wij drommels goed dat het zevende gebod alles te maken had met de omgang tussen jongens en meisjes. En dat er grenzen waren die je niet mocht overschrijden omdat de Here in het zevende gebod vraagt om een heilig leven. Als er één gebod was waarvan je als jongere wist hoe moeilijk het was om die in de omgang met elkaar eerlijk voor God te houden, dan was het dat gebod wel (samen met het tiende). Daar werd je niet mis te verstaan aan herinnerd als een afkondiging werd gedaan van "zonde tegen het zevende gebod" bijvoorbeeld.
We kunnen ons niet voorstellen dat onze jongeren (en niet alleen zij) zo naïef zijn, juist in deze tijd waar de schroom t.a.v. sexualiteit gemillimeterd is.

Maar goed, we laten het zevende gebod maar even voor wat het is en willen wat nader naar de parafraseringen van het vierde gebod kijken. Dát gaf toch vooral zoveel problemen door het gebrek aan inzicht bij de kerkmensen volgens ds. Luiten? Laten we Gods vierde gebod maar eens vergelijken met boven weergegeven omgetaalde versies daarvan.

De HERE schrijft met zijn vinger op de stenen tafel:[9]
Gedenk de sabbatdag, dat gij die heiligt.
Zes dagen zult gij arbeiden en al uw werk doen;
Maar de zevende dag is de sabbat van de HERE, uw God; dan zult gij geen  werk doen, gij, noch uw zoon, noch uw dochter, noch uw dienstknecht,  noch uw dienstmaagd, noch uw vee, noch uw vreemdeling, die in uw poorten is;
Want in zes dagen heeft de HERE de hemel en de aarde gemaakt, de zee  en al wat daarin is, en Hij rustte op de zevende dag; daarom zegende de HERE de sabbatdag, en heiligde die.

Ds. B. Luiten:
Vier de dag van Jezus' opstanding als de dag van verlossing en blijdschap.
Leef uit de zondag al de dagen van de week.

Prof. De Ruijter:
Gebruik mijn dag goed Dit is de dag van ons samen.

Eigenlijk is het ongelooflijk wat hier gebeurt. De hele eigenlijke tekst van het vierde gebod is vrijwel weggeparafraseerd! Of misschien moet je zeggen: weggeïnterpreteerd! Want ieder die de discussies in de kerken over het vierde gebod en de besluitvorming op de laatste synoden heeft gevolgd ziet hier de doorwerking daarvan. Doorwerking van de Handreiking Zondag, Heerlijke dag.
Wég met elke referentie aan het heiligen van en rusten op de dag van de Here. Geen spoor meer van de grootse verbinding van onze rustdag met Gods rusten na de schepping. Alles ausradiert. Wat overblijft is een samenraapsel van enige noties die afgeleid zijn van nieuwtestamentische gegevens over de sabbat en selecties uit de HC zondag 38.
Ds. Luiten beweert in zijn De Reformatie artikel dat "zij letterlijke aanhalingen uit de Bijbel en uit de Catechismus bevat. Wij beschikken immers in HC zondag 34-44 over een prachtige parafrase van de wet, die wij samen hebben aanvaard en die dus boven alle verdenking verheven mag zijn" .
Voor diegenen die de tekst van HC 38 niet zo in hun hoofd hebben zitten, geven we hem hier maar even:

Ten eerste dat gezorgd wordt voor het in stand houden van de dienst des Woords en van de scholen, en dat ik vooral op de sabbat, dat is op de rustdag, trouw tot Gods gemeente zal komen om Gods Woord te horen, de sacramenten te gebruiken, God de Here publiek aan te roepen en de armen christelijke barmhartigheid te bewijzen.
Ten tweede dat ik al de dagen van mijn leven mijn slechte werken nalaat, de Here door zijn Geest in mij laat werken, en zo de eeuwige sabbat in dit leven begin.


Inderdaad ruikt, hier en daar, de tekst van Luiten er een beetje naar. Maar ieder die zijn tekst en de catechismus vergelijkt, ziet hoe rigoreus hij aan het snoeien is geweest. Hoe selectief ook. Tot er een slap aftreksel is overgebleven dat past bij de synodale besluiten en Handreiking vierde gebod.
Het is in elk geval duidelijk dat een predikant het negende gebod overtreedt als hij de voorlezing van Luitens wet durft te beginnen met "Toen sprak God al deze woorden" .[10]
En dan hebben we het nog niet gehad over de versie van prof. De Ruijter waarin je net zo goed zou kunnen denken aan een dagje-uit voor de hele gemeente.

Daarom: dr. Hendriks schoot in de roos toen hij door het geknutsel aan de Tien Geboden de eerbied voor de HERE in geding zag. Inderdaad, val de HERE niet in de rede. Blijf af van zijn Woorden die zo'n geweldige rol spelen in de liefdesverhouding tussen Hem en zijn volk levend in het verbond[11]. Laat staan wat er staat. Wij willen horen wat de vinger van God schreef, altijd weer. En niet selecties van predikanten of professoren.
 
Luisteren en begrijpen

Nu is een belangrijk argument van ds. Luiten dat de hedendaagse kerkganger de wet niet meer begrijpt. De jeugd kan sex voor het huwelijk niet meer verbinden met het zevende gebod, rijke mensen begrijpen hun overtreden van het achtste gebod niet en de tekst van het vierde gebod geeft slechts verouderde oudtestamentische voorlichting. En dus moet er minstens "eens in de maand" de bij-de-tijdse versie worden gelezen.
Maar zoals we bij het zevende gebod al aangaven, hedendaagse christenen zijn toch niet dom? Zij horen toch ongeveer eens per jaar (volgens de KO) de geboden langskomen? Waarin er alle gelegenheid is om de verdieping van inzicht die de Here Jezus gaf in b.v. de Bergrede, intensief te bepreken? En als dat in een studentenstad als Zwolle niet voldoende is, dan is er toch niets op tegen om dat vaker te doen? Hoe vaak hebben wij bijvoorbeeld in Apeldoorn niet preken gehoord tegen het stappen van jongeren op zaterdagavond waardoor de zondagmorgendienst in gedrang kwam. Je hoeft toch zo'n actuele zonde tegen het vierde gebod niet in de vrieskist te laten tot de betreffende catechismuszondag weer op het psalmbord staat? Daarvoor is het ook helemaal niet nodig om de eigenhandige tekst van God te vertimmeren. Als je een bepaald gebod in de schijnwerpers wilt zetten dan is er bijvoorbeeld weinig op tegen om na de voorlezing van de wet een specifieke catechismuszondag te lezen of een actualisering uit te spreken.

Maar heeft Luiten eigenlijk niet een beetje gelijk dat je niet week-in-week-uit de originele tekst van het vierde gebod kunt lezen omdat daar zo'n "vertaalslag" voor nodig is die het 'gewone' kerklid niet mee kan maken?

Nu komen we bij het eigenlijke punt. Want de vraag is: Moet die "vertaalslag" wel worden gemaakt? Want persoonlijk zitten we elke zondag weer eerbiedig te luisteren naar het vierde gebod. En we voelen ons direct aangesproken. Maar even kort door de bocht: gedenken en heiligen, zes dagen gewerkt, deze rustdag niet werken, niemand onnodig voor je laten werken. We trekken het ons gewoon aan. En bedenken hoe vaak ons hart arglistig is om tegen ieder van deze aspecten te zondigen. Of tegen een aantal verdiepingspunten in de catechismus. Stof te over om schuld te belijden. Om vergeving voor te vragen en te ontvangen.
Maar inderdaad, als je een geestelijke salto moet maken om te conformeren aan synodebesluiten waar 'ijsjes-eten-op-zondag' tot een wetticistische probleemstelling is geworden, dan heb je het moeilijk met de originele tekst van het vierde gebod. Als het vierde gebod gebiedt om je werk in zes dagen te doen maar de synode zegt dat dat niet tot het gebod behoort, wordt luisteren wel lastig. Zoveel geestelijke lenigheid bezitten veel mensen niet. Voor hen is het daarom veelal zoiets geworden: 'Het vierde gebod geldt niet meer, je moet alleen nog naar de kerk komen, en zelfs dát heeft de kerk zelf bepaald, zeker die tweede keer'.
En zo is de eerbied voor dit Woord aan het verdwijnen. Totdat volstaan wordt met de liefde-samenvatting van Gods Wet.

Het is duidelijk dat er veel meer aan de hand is dan een 'toelichtinkje' op de Tien Geboden. Ds. Luiten meent met zijn omtaling dat er noodzakelijk "helderder" licht gaat schijnen over "de oorspronkelijke oorkonde" van het verbond. Zijn maandelijkse parafrase is nodig om Gods eigengeschreven wet te illumineren.
Maar naar ons gevoelen wordt daarmee, paradoxaal genoeg, het kostelijke goud van Ps. 19 verdonkerd.

Het is aardig om in dit kader Luitens vierde gebod te vergelijken met een andere omtaling door een van onze predikanten, namelijk van ds. E. Brink. De volledig versie van zijn Tien Geboden vindt u in de Bijlage.
We lichten daar het vierde gebod weer uit. Dat luidt bij ds. Brink als volgt:

"Gedenk de rustdag door die te heiligen, zoals de Here, uw God, u geboden heeft. Zes dagen hebt u om al uw werk te doen. Maar de eerste dag van de week is een aan de Here, uw God, gewijde dag. U zult rust gunnen aan het personeel dat van u afhankelijk is, zelfs aan de vreemdeling die bij u woont. U zult de natuur als Gods schepping eren en niet uitputten. God zelf rustte en genoot na de voltooiing van zijn scheppingswerk.
Want u zult in de samenkomst van Gods volk gedenken dat Jezus Christus, onze Heer, op de eerste dag van de week is opgestaan uit de dood. Daarom zegende en heiligde God de rustdag als de dag van de Heer voor zijn gemeente in de wereld die op weg is naar de nieuwe schepping" .

Vergelijk je deze versie met die van Luiten, laat staan die van De Ruijter, dan blijkt Brinks eerbied voor de oorspronkelijke tekst. Wel voegt hij wel nieuwtestamentische noties toe maar laat de uitdrukkelijke inhoud van het Sinaïtisch wet staan.
Dat maakt het verschil.
Het maakt bij voorbeeld voldoende helder waarom Luitens omtaalwerk niet acceptabel is.
Wens

Misschien mogen we aan het slot nog een vernieuwende wens doen.
Er is m.b.t. de voorlezing van Gods Wet iets wat ons liturgisch al jaren dwars zit. In onze erediensten zijn er momenten van bijzondere heiligheid. Waarop we ons rechtstreeks voor de HERE weten te staan. Namelijk op die momenten waarop Hij ons aanspreekt: bij het Votum, de slotzegen en bij de Wet. Terecht gaan we dan staan.
Maar het wonderlijke is dat dat "uit eerbied voor de Here gaan staan" , naar onze waarneming veelal alleen bij de eerste twee gebeurtenissen gebeurt[12]. Niet bij de voorlezing van de wet. Dat is toch eigenlijk heel vreemd?
Graag zouden wij daarom het pleit willen voeren om ook te gaan staan bij het lezen van de Wet. God spreekt immers rechtstreeks tot ons? Dan is er toch alle reden om een eerbiedige houding 'te demonstreren'?
Maar, we willen dan wel de originele wet van onze Verbondsgod horen!


                                                        --------

BIJLAGE

Een omtaling van de Tien Geboden door ds. E. Brink.

Ik ben de Here uw God, die mijn volk Israël uit de slavernij van Egypte bevrijd heb en die in Jezus Christus u uit de macht van de boze heb verlost.

1. Maak geen dingen uit de schepping tot uw god, maar u mag Mij ? Vader, Zoon en Geest, de enige ware God ? kennen en u met heel uw hart alleen aan Mij toevertrouwen.

2. Vereer Mij niet op een andere manier dan Ik in mijn levende Woord bevolen heb. Buig u alleen voor Mij neer, dien Mij in het beeld van Jezus Christus. Want Ik, de Here, ben een God die zich laat gelden, ook wanneer u Mij verwerpt. De ongerechtigheid van de ouders werkt door in de kinderen, de klein- en achterkleinkinderen na hen. Wanneer Ik die ongerechtigheid bij hen vind, zal Ik die straffen. Maar ik bewijs barmhartigheid tot in het verste geslacht van hen die Mij liefhebben en mijn geboden onderhouden.

3. Gebruik de naam van de Here, uw God, vrijmoedig, maar nooit zonder eerbied. Want Hij zal degene die zijn naam misbruikt, niet ongestraft laten.

4. Gedenk de rustdag door die te heiligen, zoals de Here, uw God, u geboden heeft. Zes dagen hebt u om al uw werk te doen. Maar de eerste dag van de week is een aan de Here, uw God, gewijde dag. U zult rust gunnen aan het personeel dat van u afhankelijk is, zelfs aan de vreemdeling die bij u woont. U zult de natuur als Gods schepping eren en niet uitputten. God zelf rustte en genoot na de voltooiing van zijn scheppingswerk.

Want u zult in de samenkomst van Gods volk gedenken dat Jezus Christus, onze Heer, op de eerste dag van de week is opgestaan uit de dood. Daarom zegende en heiligde God de rustdag als de dag van de Heer voor zijn gemeente in de wereld die op weg is naar de nieuwe schepping.

5. Kinderen, heb ontzag voor je ouders, want zo vraagt de Here Jezus het van je. Gods gebod en zijn belofte gelden voor het hele leven: eer je vader en je moeder; dan zal het je goed gaan en zul je lang leven op aarde.

6. Sta niemand naar het leven. Koester evenmin haat tegen uw naaste. Heb uw naaste lief als uzelf heb zelfs uw vijanden lief. Wees erop uit u met uw naaste te verzoenen.

7. Pleeg geen echtbreuk, maar houdt het huwelijk heilig. Getrouwd en ongetrouwd moet u uw lichaam en ziel als tempel van de Heilige Geest zuiver bewaren.

8. Steel niet, maar werk trouw om ook de behoeftige medemens te kunnen helpen. Wees niet gierig of hebzuchtig. Verkwist uw geld niet, maar wees een goede rentmeester over het bezit dat God aan u toevertrouwd heeft.

9. Treed niet als vals getuige op tegen uw naaste, maar de waarheid liefhebben in woord en daad. Liegen en bedriegen is typisch werk van de satan.

10. Zet uw zinnen niet op het huis van uw naaste, evenmin op zijn vrouw, zijn personeel of zijn bezit; op niets dat hem toebehoort. Wees dankbaar voor wat God u gaf.

Kortom, heb de Here, uw God, lief met heel uw hart, ziel, verstand en kracht. Dat is het eerste en grote gebod. Het tweede even belangrijk: heb uw naaste medemens lief als uzelf.


[1] De Reformatie, 82/14, 13 januari 2007, De afkondiging van de tien geboden.

[2] Nader Bekeken, 13/12, december 2006, De Tien Geboden in onze kerkdienst.

[3] De noten zijn weggelaten.

[4] Zie rubriek In de Pers, 24 maart 2006.

[5] Mat. 22:37-40.

[6] GKv Sneek.

[7] Dr. K. Veling, fractieleider van de ChristenUnie destijds, vond het inderdaad niet zo'n probleem dat iemand op zondag een ijsje kocht. Veel orthodoxe gereformeerden begrepen dat niet. Er ontstond een fikse discussie in de kerken. Terecht. Maar deze discussie is voor degenen die zich de Handreiking van de laatstgehouden synode eigen hebben gemaakt waarschijnlijk iets om glimlachend op terug te kijken.
Overigens zal het binnen de ChristenUnie met de eerbiediging van de zondagsrust naar het vierde gebod nu wel snel een afgedane zaak zijn gezien de toevloed van Rooms-Katholieken die zoals bekend er geen enkel probleem mee hebben als de Italiaan op zondag langs komt. 

[8] Het is weer Luitens oneerlijke voorstelling van de redenen waarom er daar in een Gereformeerde Kerk bestaat waarvan de broeders en zusters het niet meer konden uithouden in de GKv. Ds. Luiten kan en moet zo langzamerhand weten uit de vele publicaties dat deze gemeente zich heeft vrijgemaakt uit het GKv verband om tal van deformatorische verschijnselen in dat verband. Bepaald niet alleen om het wegparafraseren van betekenissen van het vierde gebod.

[9] Ex. 20:8-11. "Met zijn vinger" : Ex. 31:18, Deut. 9:10.

[10] Ex. 20:1.

[11] Vergelijk b.v. Joh. 14:15, 21 etc.

[12] Soms gebeurt het wel, b.v. in de GKv te Nijmegen en Waddinxveen