Printen

NBV, de groeten! (2)

D.J. Bolt
01-12-07

  "die in afwijking van het onderwijs dat gij ontvangen hebt, de onenigheden en de verleidingen veroorzaken en mijdt hen" 16:17.

 Hoe is dit te rijmen?
Een mogelijke verklaring.

Kerkenraad en gemeente

Ik zou een lans willen breken voor de volgende gedachte1. Zou het niet kunnen zijn dat hoofdstuk 16 specifiek gericht is aan de oudsten, zeg maar de kerkenraad van de gemeente te Rome? Dat de structuur van de brief dus is: hoofdstuk 1-15 'een preek' rechtstreeks aan de gemeente, terwijl hoofdstuk 16 de kerkenraad meer in het bijzonder aanspreekt? Dus zo ongeveer2:

Aan de gemeente (hoofdstuk 1-15)

Groet
Hoofdinhoud
Zegen En de God des vredes zij met u allen. Amen (15:33)

Aan de oudsten (hoofdstuk 16)

Ontvang en help Febe
Groeten
Let op de querulanten
Bemoediging van de oudsten
Zegen De genade van onze Here Jezus Christus zij met u allen. Amen (16:20)

Lofprijzing


Nu kan het genoemde probleem geheel opgelost worden: de verzen 17-18 spreken over de gemeente en vers 19 is gericht op de oudsten!
En ook verder vallen er 'puzzelstukjes' op hun plek. Bijvoorbeeld het feit dat er twee zegenbeden in de brief voorkomen. Met de eerste in 15:33 wordt de 'preek' aan de gemeente afgesloten; met de tweede de boodschap aan de 'kerkenraad', 16:20.
Het is dan ook heel begrijpelijk dat Paulus zich allereerst richt tot de raad van de kerk om Febe (waarschijnlijk de brengster van de brief) in zijn hoede aan te bevelen. De brief zal toch ook op een bepaald adres zijn bezorgd? Niet bij een willekeurig gemeentelid maar bij wijze van spreken bij 'scriba' die hem op de eerstvolgende 'kerkenraadsvergadering' zal hebben voorgelezen, wellicht in aanwezigheid van 'de postbode'.

Tegelijk krijgt de door prof. Van Bruggen aangeduide grote betekenis van de groet een nog dieper reliëf. Immers het zijn juist de oudsten die tot taak hebben te waken over de rechte leer en levenswandel. Daarbij passen wonderwel groeten waarin vermaan besloten ligt tot acceptatie van Paulus' medewerkers die 'zijn' evangelie in Rome hebben gebracht.

Natuurlijk hoeft dat niet te betekenen dat het aanhangsel geheim was. En dat de gemeente dat niet mocht lezen. Net zo goed als wij nu bij bevestigingen van ambtsdragers aanwezig zijn en het vermaan aan hun adres ook aanhoren.

Structuur van het aanhangsel

Bij nadere beschouwing heeft hoofdstuk 16 zo een verrassend systematische structuur. Ik geef de hoofdzaak daarvan weer.

ROMEINEN 16 [aan de oudsten]

Ontvang en help Febe
Ik beveel Febe, onze zuster, tevens dienares der gemeente te Kenchreeen, bij u aan,
2 dat gij haar ontvangt in de Here op een wijze, de heiligen waardig, en haar bijstaat, indien zij u in het een of ander mocht nodig hebben.

Groeten aan Paulus' medewerkers in Rome (1)
Groet Prisca en Aquila, mijn medearbeiders in Christus Jezus?
Groet insgelijks de gemeente bij hen aan huis.
Groet Maria, iemand, die zich veel moeite voor u heeft gegeven...
Groet Andronikus en Junias, mijn stamgenoten en medegevangenen, mannen onder de apostelen in aanzien, die reeds voor mij in Christus geweest zijn?
?
Groet elkander met de heilige kus.

Groeten van alle gemeenten aan de Romeinen (16b)
U groeten al de gemeenten van Christus.

Waarschuwing tegen valse lieden in de gemeente (17,18)
Maar ik vermaan u, broeders, dat gij hen in het oog houdt, die, in afwijking van het onderwijs, dat gij hebt ontvangen, de onenigheden en de verleidingen veroorzaken, en mijdt hen?

Bemoediging en vermaan aan de oudsten (19)
Want uw gehoorzaamheid is bij allen bekend geworden. Over u verblijd ik mij dus, doch ik wil, dat gij niet alleen wijs zijt tot het goede, maar ook onbesmet van het kwade.
De God nu des vredes zal weldra de satan onder uw voeten vertreden De genade van onze Here Jezus zij met u!.

Zegen (20)
De genade van onze Here Jezus Christus zij met u allen. Amen.

Groeten van Paulus' naaste medewerkers
(21)
Mijn medearbeider Timoteus en mijn stamgenoten Lucius, Jason en Sosipater, groeten u.
Ik, Tertius, die de brief op schrift gebracht heb, groet u in de Here.
?

Lofprijzing
Hem nu, die bij machte is u te versterken (naar mijn evangelie en de prediking van Jezus Christus, naar de openbaring van het geheimenis, eeuwenlang verzwegen,
?.
Hem, de alleen wijze God, zij, door Jezus Christus, de heerlijkheid in alle eeuwigheid! Amen.


De Nieuwe Bijbelvertaling

De titel van dit artikel doet vermoeden dat ook de nieuwe bijbelvertaling (NBV) iets te maken heeft met bovengenoemde raadsels en vraagstukken. Dat is ook zo, want het hoofdstuk wordt door de NBV voor mij althans nog met extra moeilijkheden belast. Een paar opmerkingen.

Andronikus en Junia(s)

Het is opmerkelijk hoe vaak in de commentaar van prof. Van Bruggen vertalingen zoals die in de NBV voorkomen worden afgewezen of van de nodige kritiek worden voorzien. Dat loopt in de tientallen plaatsen. Ook in ons hoofdstuk is dat het geval3. Ik geef een voorbeeld, vers 16:7:

STATENVERTALING
Groet Andronikus en Junias, mijn magen, en mijn medegevangenen, welke vermaard zijn onder de apostelen, die ook voor mij in Christus geweest zijn.
NBG51
Groet Andronikus en Junias, mijn stamgenoten en medegevangenen, mannen onder de apostelen in aanzien, die reeds voor mij in Christus geweest zijn.
NBV
Groet Andronikus en Junia, mijn volksgenoten die met mij in de gevangenis hebben gezeten, die als apostelen veel aanzien genieten en die eerder dan ik één met Christus zijn geworden.

Let op de namen! Want Junias is een mannennaam, Junia die van een vrouw. Het verschilt in de Nederlandse Bijbelvertalingen maar één lettertje. Maar met groot gevolg. Want in de NBV is Junias/Junia ineens een vrouwelijke apostel geworden. Andronikus en Junia die als apostelen veel aanzien genieten. Als dat zo is kunnen we ons verzet tegen vrouwelijke ambtsdragers wel opgeven, lijkt me.

Is het onterecht dat in de NBV de vrouwelijke naam is ingevoerd? Prof. Van Bruggen vindt van niet. De naam Junia (vrouw dus) "is veel aannemelijker". Het is wellicht een echtpaar geweest, net als Prisca en Pricilla. Dus toch een vrouwelijke apostel?
Nee, commentariëert prof. Van Bruggen, de NBV vertaalt hier verkeerd4. Want de tekst zegt niet dat zij "als apostelen" veel aanzien genieten maar dat zij vermaard zijn "in de kring van de apostelen". Zo kan een koster in de kring van organisten vermaard zijn (of berucht?) terwijl hij niet zelf organist is. Prof. Van Bruggen vindt overigens de uitdrukking "op zichzelf niet doorslaggevend" maar de hoogleraar laat door Schrift-met-Schrift vergelijking zien dat Paulus niet rekent met vrouwelijke apostelen5. Maar die methode zal waarschijnlijk teveel gevraagd zijn geweest in het NBV-vertaalproject.

Het raadsel en de NBV

In de NBV wordt het Griekse adelfoi6 vaak vertaald met "broeders en zusters" waar de oudere vertalingen alleen met 'broeders' weergeven. Men noemt dat inclusief vertalen. Want de zusters horen er natuurlijk bij. Ook zij worden in de Schrift aangesproken immers?7 
Dat is hier en daar beste spannend. Want wordt er op sommige plaatsen ook niet impliciet met de 'broeder&zusters'-vertaling bijvoorbeeld taken gekoppeld die zusters niet toekomen?
Je kunt je dat o.m. afvragen bij 1Kor.14:26:

Broeders en zusters, wat betekent dit voor uw samenkomsten? Wanneer u samenkomt draagt iedereen wel iets bij: een lied, een onderwijzing, een openbaring, een uiting in klanktaal of de uitleg daarvan. Laat alles tot opbouw van de gemeente zijn.

En
Jak 3:1 Broeders en zusters, u moet niet allemaal leraar willen zijn. U weet dat ons leraren een strenger oordeel te wachten staat.

Maar ook 'mijn' exege van Romeinen 16 wordt dan problematisch. Want als dit hoofdstuk specifiek gericht is aan de oudsten heeft de NBV van vers 17 wel weer grote consequenties:

Ro 16:17 Ik spoor u aan, broeders en zusters, op te passen voor degenen die tweedracht zaaien en anderen in de weg staan, en die daarmee ingaan tegen alles wat u hebt geleerd. Ga hun uit de weg.

Broeders en zusters? Dus ook vrouwelijk kerkenraadsleden? Dat kan niet als je tenminste gelooft dat de Here heeft geopenbaard dat het regeerambt voorbehouden is aan broeders. Zo zie je dat door een bepaalde vertaling (die niet hoeft!) plausibele verklaringen kunnen worden geblokkeerd. Vertalen is bepaald niet neutraal. Misschien moet je wel zeggen: juist niet neutraal. Is het daarom niet beter dat vertalingen van Gods Woord worden gemaakt door christenen die onder aanroeping van de Here en de leiding van de Heilige Geest dit belangrijke werk van Gods Kerk doen? Daar mag je uiteindelijk toch meer zegen (betrouwbaarheid) van verwachten dan van ongelovige vertalers, hoe technisch deskundig verder ook? Natuurlijk moet hun kennis niet worden genegeerd. Maar beslissende stem behoren toch zij te hebben die zich weten geleid door Gods Geest8.

Ik concludeer, ook uit andere waarnemingen9, dat de NBV ondanks het prettige Nederlands in zijn geheel toch niet genoeg betrouwbaar is om daaruit te weten te komen wat de Here ons precies heeft geopenbaard. De CGK-synode heeft deze week zelfs de NBV "met klem ontraden voor gebruik in erediensten! Het lijkt me zeer wenselijk dat er in elk geval een uitgebreide 'update' komt waarin ook veel van de zaken die prof. Van Bruggen heeft aangedragen worden verwerkt. Maar het is de vraag of men daartoe bereid is. De hoogleraar was immers al betrokken bij het project? Toen heeft men blijkbaar niet (voldoende) naar hem geluisterd. Zou dat over een aantal jaren dan wel het geval zijn?

Velen zien uit naar de herziene, gemoderniseerde statenvertaling. Daar zijn al veel-belovende proeven van op internet beschikbaar.10
Kunnen we daar in de toekomst misschien beter mee uit de voeten?

Slot


NOTEN

1 Het is natuurlijk helemaal niet ondenkbaar dat deze verklaring in de geschiedenis van de exegese al eens eerder is geopperd. Misschien zelfs wel afgewezen? Ik hoor het graag en zal dat dan vermelden in een 'update' bij dit artikel.
2 Deze gedachte wordt ook (wat) gevoed door de opmerking het 8ste Excurs van Van Bruggens commentaar: "Volgens sommigen moet echter op dit punt [hoofdstuk 16 een integraal deel van de Romeinenbrief, djb] een vraagteken worden achter de teksttraditie omdat er sporen zouden zijn ven een oude breuklijn [!, djb] tussen 1-15 en 16.
3 Prof. van Bruggen plaatst in hoofdstuk 16 kritische opmerkingen bij de verzen 3-5, 7, 17. Wel moet hierbij worden opgemerkt dat zijn kritiek daarbij niet alleen de NBV betreft.
4 a.w. p231.
5 1Kor. 9:5.
6 De griekse tekst luidt:


Het online Griekse lexicon geeft deze vertaalmogelijkheden van adelfoi:
adelfoV,n ad-el-fos'}
1) a brother, whether born of the same two parents or only of the same father or mother 2) having the same national ancestor, belonging to the same people, or countryman 3) any fellow or man 4) a fellow believer, united to another by the bond of affection 5) an associate in employment or office 6) brethren in Christ 6a) his brothers by blood 6b) all men 6c) apostles 6d) Christians, as those who are exalted to the same heavenly place.
Er lijkt mij dus geen enkele reden aanwezig om hier niet te kiezen voor broeders.
7 Het is natuurlijk wel de vraag of je dan ook niet consequent moet zijn en de aanspraak moet uitbreiden tot broeders en zuster, jongens en meisjes (kinderen, jongens en meiden?), zoals diverse predikanten al doen aan het begin van de dienst en de preek. Maar zelf zou ik graag weer terug willen naar het broeders en het aan de lezer en de prediker overlaten uit de contekst te concluderen wanneer daar ook zusters en kinderen bij moeten worden gedacht/betrokken. Dus laat staan wat er staat zodat de gelovige zelf zijn conclusie mag trekken en niet bij voorbaat op het mogelijke verkeerde been van de vertaler/interpretator wordt gezet.
8 Wat dat betreft is het weldadig te lezen in de Verantwoording van de uitgave Het Nieuwe Testament, in de herziening van de Statenvertaling: "Vertalen, ook het vertalen van de Bijbel, is geen louter technisch en neutraal werk. Ieder die zich zet aan het vertalen van de ene taal in de andere moet keuzes maken: In hoeverre moet de brontaal of de doeltaal doorslaggevend zijn voor de verwoording? Valt de keuze uit en gunste van een meer plechtige of een vlot leesbare tekst? Op grond van welk principe worden onontkoombare keuzes gemaakt die de diepste geloofsovertuiging raken?". De vertalers delen de overtuiging van de Statenvertalers die erkenden dat "de Bijbel het door de Heilige Geest geïnspireerde en daarom onfeilbare Woord van God is".
9 Ik zeg het zo omdat ik helaas kennis van de grondtalen mis en daarom op hele en halve deskundigen moet afgaan. Maar uit vele discussies en kritiek merk ik dat ook hun strijd nog niet uitgewoed is. Zie b.v. de ingezondens in het ND van drs. K. Wieringa, dr. S. Paas e.a. Volg ook de strijd op de CGK-synode rond de invoering van de NBV in de erediensten.
10 Zie www.herzienestatenvertaling.nl. Het Nieuwe Testament is compleet beschikbaar alsmede een aantal Oud-Testamentische boeken.