Printen

Een gesprek op het Kerkplein (deel 3)

D.J. Bolt
16-06-06

We ontmoeten de evangelisch-charismatische meneer Pinkster. Er ontspon zich een aardig gesprek tussen een stralende evangelicaal en een vierkante calvinist. We willen de essenties daarvan met u delen en wel op de volgende manier.
Eerst geven we weer wat meneer Pinkster te berde brengt. Daarna openen we de Schrift.Tenslotte geven we onze opponent een gereformeerd antwoord.
Die antwoorden moeten overigens niet worden opgevat en beoordeeld als strakke dogmatische bewijzen van gereformeerde opvattingen. Over niet al te lange tijd hopen we andere publicaties het licht laten zien waarin dieper op charismatische en evangelische leringen zal worden ingegaan. Onderstaande dialoogjes zijn meer 'uit het leven gegrepen' gesprekjes zoals je die zomaar moet voeren in familie- of kerkelijke omgeving. Ze proberen de essenties te geven van waar het in ons gereformeerde geloof en leven om draait in de confrontatie met pinster-gedachtengoed.
Misschien kunnen ze worden gebruikt als basis voor nadere bijbelstudie.

 

Meneer Pinkster:

Jullie denken wel dat de Heilige Geest in je werkt maar ik vraag me het af. 'k Heb een vrijgemaakte kennis en die zei dat er erg veel op jullie gereformeerde scholen werd gevloekt. Volgens jullie catechismus in zondag 36 is dit zo ongeveer het ergste wat een christen kan doen. Daarom sturen sommige vrijgemaakten, naar ik heb gehoord, hun kinderen naar evangelische scholen want daar wordt niet gevloekt. Hoe zit het dan met jullie heiliging volgens het formulier dat jullie braaf bij elke doop weer voorlezen: Want de Heilige Geest eigent ons toe wat wij in Christus hebben, namelijk de afwassing van onze zonden en de dagelijkse vernieuwing van ons leven? Zo zullen wij tenslotte volkomen rein in het eeuwige leven een plaats ontvangen temidden van de gemeente der uitverkorenen? Waar blijkt de dagelijkse vernieuwing van jullie leven, komen jullie wel verder?

De bijbel open:

- Corinthe: gemeente van geroepen heiligen! Rijk in Christus. Geen enkele genadegave mist. Zullen onberispelijk zijn op de dag van Jezus Christus. 1 Cor 1:1-9
- Er zijn twisten! Er is een ongelooflijke hoererij, opschepperij. 1 Cor 1:10-17; 1 Cor 5
- Samenkomsten niet tot zegen; scheuringen; verdeeldheid; minachting. 1 Cor 11
- Ze maakten een rommeltje van de erediensten. 1 Cor 14:26-40
- Luc 18:10 Twee mensen gingen op naar de tempel om te bidden; de een was een Farizeeer de ander een tollenaar. De Farizeeer stond en bad dit bij zichzelf: O God, ik dank U, dat ik niet zo ben als de andere mensen, rovers, onrechtvaardigen, echtbrekers, of ook als deze tollenaar; De tollenaar stond van verre en wilde zelfs zijn ogen niet opheffen naar de hemel, maar hij sloeg zich op de borst en zeide: O God, wees mij, zondaar, genadig!
- Rom 7:21 Zo vind ik dan deze regel: als ik het goede wens te doen, is het kwade bij mij aanwezig; want naar de inwendige mens verlustig ik mij in de wet Gods, maar in mijn leden zie ik een andere wet, die strijd voert tegen de wet van mijn verstand en mij tot krijgsgevangene maakt van de wet der zonde, die in mijn leden is. Ik, ellendig mens! Wie zal mij verlossen uit het lichaam dezes doods? Gode zij dank door Jezus Christus, onze Here!

Een antwoord:

U roert een pijnlijk punt aan, meneer Pinkster. Het is inderdaad heel erg als er gevloekt wordt. Zeker als dat door gereformeerde christenen gebeurt die het zo goed kunnen weten. Dit kwaad kan niet genoeg worden bestreden.
Nu zou ik een paar dingen kunnen aanvoeren. In de eerste plaats wordt er ook op evangelische scholen gevloekt. Verder las ik in het Nederlands Dagblad van 5 mei 2000 dat er meer misbruik, van fraude tot verkrachting, is bij evangelischen en charismatischen. En ik zou daaruit de tegenvraag kunnen stellen: Hoe staat het nu met de heiliging door de Geest in uw kringen, meneer Pinkster? Toch moeten we niet zo met elkaar omgaan. Als het ware (in hoogmoed) elkaar de loef proberen af te steken in (on)heiligheid: "wij zijn gelukkig niet als jullie" .
De gemeente van Corinthe was in veel opzichten een opmerkelijke gemeente. Veel bijzondere gaven en verschijnselen èn een gemeente waarin veel ernstige zonden voorkwamen. En toch een gemeente van geroepen heiligen. Hoe is het mogelijk! Het antwoord is simpel: de gemeente is geen volk van God omdat ze uit zichzelf heilig is, maar omdat ze het van de verzoening door het bloed van Christus verwacht. Daar gaat het om.
Dat is bepaald geen dooddoener om ernstige zonden als vloeken, diefstal en sexuele zonden maar op zijn beloop te laten. Juist het tegenovergestelde: strijden tegen de zonde in en om je heen. Je zult je leven lang daarmee te kampen hebben: strijd, struikelen, vallen en weer opstaan door de kracht van de Heilige Geest. Wat is het fijn dat zelfs Paulus, die in onze ogen toch minstens een halve heilige is, deze strijd ook in zijn leven kende zoals hij daarover zo openhartig heeft geschreven in Rom 7. Dat bemoedigt ons om onze strijd voort te zetten.
De strijd is ook geboden. Want in het verbond van God met ons is er ook zijn dreiging. Als wij niet willen leven naar zijn wil en ons dagelijks bekeren dan komt er een moment dat Hij ons uitspuugt (Openb 3:16).

Meneer Pinkster:

Jullie zeggen dat je wedergeboren bent maar waaruit blijkt de doop met de Heilige Geest dan? Daar spreekt de Bijbel toch heel duidelijk over:
Luc 3:16 antwoordde Johannes en zeide tot allen: Ik doop u met water, doch Hij komt, die sterker is dan ik, wiens schoenriem ik niet waardig ben los te maken; die zal u dopen met de Heilige Geest en met vuur. Joh 1:33 En ik kende Hem niet, maar Hij, die mij gezonden had om te dopen met water, die had tot mij gezegd: Op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven, deze is het, die met de heilige Geest doopt. Joh 20:22 En na dit gezegd te hebben, blies Hij op hen en zeide tot hen: Ontvangt de Heilige Geest. Ac 1:5 Want Johannes doopte met water, maar gij zult met de heilige Geest gedoopt worden, niet vele dagen na deze.
En in Handelingen ? Ac 19:6 En toen Paulus hun de handen oplegde, kwam de Heilige Geest over hen, en zij spraken in tongen en profeteerden.
Heeft er wel iemand van jullie dit gehad? Jullie willen toch heel dicht bij de Bijbel leven?

De bijbel open:

- Hand 2:38 En Petrus antwoordde hun: Bekeert u en een ieder van u late zich dopen op de naam van Jezus Christus, tot vergeving van uw zonden, en gij zult de gave des Heiligen Geestes ontvangen.
- Hand 8:14 Toen nu de apostelen te Jeruzalem hoorden, dat Samaria het woord Gods had aanvaard, zonden zij tot hen Petrus en Johannes, die, daar aangekomen, voor hen baden, dat zij de Heilige Geest mochten ontvangen. Want deze was nog over niemand van hen gekomen, maar zij waren alleen gedoopt in de naam van de Here Jezus. Toen legden zij hun de handen op en zij ontvingen de Heilige Geest.
- Hand 10:43 Van Hem getuigen alle profeten, dat een ieder, die in Hem gelooft, vergeving van zonden ontvangt door zijn naam. Terwijl Petrus deze woorden nog sprak, viel de Heilige Geest op allen, die het woord hoorden. ? Zou iemand het water kunnen weren, om dezen te dopen, die evenals wij de Heilige Geest hebben ontvangen?
- Rom 8:9 Gij daarentegen zijt niet in het vlees, maar in de Geest, althans, indien de Geest Gods in u woont. Indien iemand echter de Geest van Christus niet heeft, die behoort Hem niet toe.
- 1Cor 12:3 Daarom maak ik u bekend, dat niemand, door de Geest Gods sprekende zegt: Vervloekt is Jezus; en dat niemand kan zeggen: Jezus is Here, dan door de Heilige Geest.
- 1Cor 12:13 want door één Geest zijn wij allen tot een lichaam gedoopt, hetzij Joden, hetzij Grieken, hetzij slaven, hetzij vrijen, en allen zijn wij met één Geest gedrenkt.
- 1Cor 12:30 Hebben soms allen gaven van genezing? Spreken soms allen in tongen? Vertolken zij soms allen?
- Hebr 2:4 terwijl ook God getuigenis daaraan geeft door tekenen en wonderen en velerlei krachten en door de Heilige Geest toe te delen naar zijn wil.

Een antwoord:

Het is een groot misverstand dat gereformeerde christenen niet met de Heilige Geest gedoopt zouden zijn. Naar Handelingen 2:38 (zie boven) geloven wij dat een mens als hij of zij zich bekeert de Heilige Geest ontvangt. Zo gebeurt dat ook in de jonge christelijke kerk. Na een 'preek' van de apostelen bekeren heidenen zich (Cornelius, Samaritanen, Efeziërs) en dan valt, al of niet na handoplegging, de Heilige Geest op hen hetgeen soms gepaard gaat met spreken in andere talen.
Hoe kun je trouwens de naam van de Here Jezus belijden en de Geest niet hebben?

Het ontvangen van de Heilige Geest valt dus steeds samen met de bekering. Er is maar één uitzondering beschreven in Handelingen en dat is wanneer er Samaritanen tot geloof komen. Daarbij moet betrokken worden de specifieke 'zendingssituatie' waarin voor het eerst ook bekeerde heidenen bij het volk van God gingen behoren. Een schokkende wending voor de christen-joden. Het lijkt er op alsof de Here het de christen-joden expliciet heeft willen illustreren door tekenen en wonderen dat de Heilige Geest ook voor de christenen-uit-de-heidenen was. Daar mocht geen misverstand meer over zijn.

Het spreken in tongen en profeteren zijn verschijnselen die met het vervuld zijn of worden van de Heilige Geest zo nu en dan gepaard gingen maar beslist niet altijd (Hand 4:8, 31, 7:55, 9:17; 11:24; 13:9, 52).
Niet iedereen had de gave van de talen. Zouden deze mensen dan niet de Heilige Geest in zich hebben? Dat zou toch wel heel erg in tegenspraak zijn met wat Petrus zegt in Hand 2:38.
In onze kerken wordt niet in tongen gesproken, althans niet publiek. De reden daarvan is bij de beantwoording van uw eerste vragen gegeven, zie Een gesprek op het Kerkplein (deel 1).