Printen

Buiten het Woord om?

 

R. Sollie-Sleijster

02-11-13

 

Het is wellicht zinvol in deze tijd waarin allerlei discussie ontstaan is over de Bijbel en zijn concrete betekenis, te herinneren aan een boek dat tien jaar geleden verscheen: Woord op schrift. Het valt nauwelijks te ontkennen dat het zijn invloed heeft gehad op de ontwikkelingen in de GKv van de afgelopen jaren. M.n. ook voor onze jongeren is het belangrijk om m.n. de bijdrage van prof.dr. A.L.Th. de Bruijne daarin, nog eens voor het voetlicht te halen. In de concrete situatie waarin de kerken zich nu bevinden valt veel van zijn invloed te herkennen.

Prof. De Bruijnes bijdrage De Bijbel in beeld bestaat uit een drietal onderdelen:

 

1. Hermeneutiek en metaforie

2. Er wordt verteld; er is geschied

3. Navolging en verbeeldingskracht


Deze onderdelen gaan respectievelijk over de schepping,  geschiedenis en de ethiek.

 

Het is nu ruim 10 jaar geleden dat dit boek werd gepubliceerd.

Destijds was het een spraakmakend boek. Niet zo vreemd, want het wierp meer vragen op dan het antwoorden gaf. Min of meer kon je het nog beschouwen als een soort theologische proefballon. Vragen werden gesteld: wat bedoelt De Bruijne met metaforen?; is het mogelijk dat de bijbelschrijver bewust gebruik heeft gemaakt van beeldspraak, maar dat wij dat niet opmerken, zoals De Bruijne stelt?; wordt het Schriftgezag op deze manier niet aangetast? Antwoorden werden gegeven hoewel niet veel.

Vervolgens werden bezwaren geuit, ernstige bezwaren[1]!  Uiteindelijk hebben die tot niets geleid. Althans niet tot een herroepen van gedane uitspraken door prof. De Bruijne. Ook niet tot tuchtmaatregelen. Inhoudelijk werden de bezwaren zelfs op geen enkele synode besproken. De curatoren, de toezichthouders van de TU, hadden wel een gesprek met hem. Zij gaven De Bruijne alle ruimte. De synode oordeelde dat zij (de curatoren) hun werk goed hadden gedaan. Alle beroep werd áfgewezen.

 

Verbeeld Schriftgezag
 

Wat mij nu bij herlezing van deze bijdrage van De Bruijne opviel, is dat zo veel zaken die destijds naar voren werden gebracht, vandaag de dag in de praktijk van ons kerkelijk en persoonlijk leven terug te vinden zijn. Wijde perspectieven werden geopend door de nieuwe manier waarop de gemeente, de geloofsgemeenschap, met Gods Woord mocht, of volgens De Bruijne zelfs behoorde, om te gaan.

 

Eén van de centrale gedachten die we hier tegenkomen is dat in de bijbel niet alles voorgeschreven staat. Dat is natuurlijk in zijn algemeenheid waar, maar de hoogleraar stelde ook:

Wat gebeurt hier?

Het verhaal van de bijbel moeten we ons eigen maken. Niet meer zozeer met ons verstand, zeg maar rationeel, maar meer met onze eigen verbeeldingskracht, gaven en creativiteit. Binnen de verhalen komen wel voorbeelden tot ons en die zijn ook wel leerzaam, maar wij leven nú en moeten nú onze weg zoeken. Het gezag over alles in ons denken, spreken en handelen wordt verschoven van de Schrift naar onszelf en naar onze geloofsgemeenschap.

Weliswaar moeten we nog goed naar de Bijbel luisteren (ook al is daar veel tijd- en plaatsbepaald, dus wel aanpassen), maar samen en persoonlijk moeten wij onze creativiteit en gaven inzetten om de goede weg te zoeken en te vinden.

En dan natuurlijk die ook nog gaan...

 

Ethiek

 

Maar vinden we op deze manier wel die goede weg in allerlei  ethische keuzes? Dat wil zeggen keuzes tussen goed óf verkeerd handelen?.

Wij leven in een wereld die door de zondeval is gebroken. Geen mens en geen geloofsgemeenschap zoekt van zichzelf nog het goede. Daarom hebben we juist elke dag bekering nodig en Gods Woord om ons de weg te wijzen. Wanneer we de zekerheid nu verschuiven van Gods vaste Woord naar onszelf en de gemeente, hoe gemakkelijk zullen we dan niet kunnen wegdwalen van de goede weg?

Wat wij als gereformeerde christenen belijden is dat alléén Gods Woord ons de goede weg kan wijzen! Daarom hebben we ons immers ook gebonden aan de leer van de Schrift zoals die is samengevat in de drie formulieren van enigheid (éénheid!); om zo boven alles Gods eigen Woord in ons leven ons de weg te laten wijzen! Hoe zuiver spreken deze drie formulieren, de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels Gods Woord na, helder en duidelijk, in zijn geheel en in zijn samenhang!

 

Laten we nu eens kijken naar 'de wijde perspectieven' die opengaan als we ons aan de gedachten van De Bruijne gewonnen zouden geven. Wat kunnen we dan verwachten? Of wat zien we eigenlijk ook al om ons heen gebeuren?:

 Als deze zaken spelen in onze gereformeerde context en ontvangen geen eenduidig en helder antwoord meer.

 

Geschiedenis en schepping

 

We hebben nu naar de meer ethische kant gekeken. Maar er zijn nog twee gebieden waar de ideeën van De Bruijne grote invloed (kunnen) uitoefenen. Dat is op het gebied van wat de Bijbel vertelt over de geschiedenis en over de schepping.

Natuurlijk is daar al heel lang heel veel over gezegd en geschreven. Maar kenmerkend voor gereformeerde christenen is (was?) dat wordt beleden, dat ook in de beschrijving van de schepping en van de geschiedenis van Israël Gods Woord, de Bijbel, waarheid spreekt. Door de Heilige Geest geleid hebben de bijbelschrijvers gesproken en geschreven. Daarom heeft het gezag boven elk ander boek. Daarom geloven wij ook alles wat daarin staat.


Maar als we de ideeën Woord op schrift volgen kunnen we dan nog vertrouwen op de Bijbel? Is het wel werkelijk waar wat daar geschreven staat en heeft het concreet gezag voor ons?

Of is veel van wat daar staat metafoor, beeldspraak? Of metaforisch bedoeld? En wie bepaalt wat dan wel en wat niet metaforisch is?

Is het scheppingsverhaal metaforisch? Is de geschiedenis van Israel geheel  of gedeeltelijk beeldspraak? Niet werkelijk dus, maar bij wijze van spreken, om voor ons in mensentaal duidelijk te maken wat van boven, van God, komt?

En vinden we metaforen alleen in het Oude Testament of ook in het Nieuwe?

Ja, wat houden we nog over van de Bijbel? Blijft er nog wat van over? En wat dan?

 

Ernstige vragen

 

Dit zijn ernstige vragen.

Voor dit leven en voor ons toekomstige eeuwige leven.

Wie voor deze vragen wegloopt en denkt dat ze niet belangrijk zijn, houdt zichzelf voor de gek!

Deze vragen zijn wél belangrijk! En ze vragen van ieder van ons een antwoord!

Of je nu professor bent of scholier, huisvader of -moeder, oud of jong, rijk of arm, knap of niet.

Geloven we bijvoorbeeld nog dat God de hemel en de aarde in zes dagen heeft geschapen en daarna rustte op de zevende dag? Dat wij daarom ook rusten op de zondag, dag van Christus’ opstanding uit de doden? Niet werken op die dag, geen huiswerk maken, maar trouw de kerkdiensten bijwonen? Ja, er een feestdag van maken omdat we zo blij en dankbaar zijn dat we van genade mogen leven en juist daarom ook naar zijn geboden willen leven, uit dankbaarheid. Geloven we nog dat onze Hemelse Vader ons als Zijn kinderen heeft aangenomen en daarom elke dag voor ons zorgt? Zoals Hij ook voor zijn volk Israël steeds heeft willen zorgen? En geloven we dat Israëls geschiedenis zoals die beschreven staat in onze Bijbel ook echt zo is gebeurd?

 

Goede antwoorden

 

Laten we niet weglopen voor deze vragen, maar ze onder ogen zien, erover nadenken. Niet buiten het Woord om maar bij het licht van de Schrift. Dat kan studie vragen, energie en tijd. Maar dat is het dubbel en dwars waard!

Geve de Here dat we zo tot de goede antwoorden mogen komen en de strijd willen aangaan met alles wat ons bij Hem vandaan probeert te krijgen, met name door twijfel aan (delen van) Zijn Woord te voeden.

 

 



[1] Zie o.a. de serie artikelen Hermeneutiek en Metaforie van drs. A. Capellen op de site www.eeninwaarheid.nl, rubriek Rond de Schrift en het bezwaarschrift dat deze auteur richtte aan de synode van Zwolle-Zuid 2008, te vinden in de rubriek TU Kampen op dezelfde site.