Printen

GS Ede Verslag 09-420/Samenwonen

 

D.J. Bolt
31-05-14

 

Op vrijdag 16/05/14 stond opnieuw Huwelijk en samenlevingsvormen op de agenda. Eerder, 14/03/14, kon dit onderwerp nog niet worden afgerond, zie verslag GS Ede Verslag 03-411/RKO RvA PB.

 


 

Huwelijk en samenlevingsvormen

 

Deputaten/adviseurs H&E en RKO: Prof. dr. A.L.Th. de Bruijne, br. G.J. van Middelkoop, ds. J.B. de Rijke

Synodecommissie: ds. S.W. de Boer, br. Halma

 

Besluiten

 

Besluiten:

  1. in reactie op het verzoek van deputaten aan de Generale Synode om aan te geven of de daarin ontwikkelde denklijnen een goede richting wijzen of niet, daarover nog geen uitspraak te doen;
  2. het deputaatschap RKO samen met het deputaatschap H&E opdracht te geven om te onderzoeken of er bij andere kerken bereidheid is om gezamenlijk deze zaak te bestuderen en tot een breed gedragen besluit te komen, en daarover aan de volgende synode te rapporteren;
  3. uit te spreken dat voor het huwelijk als “een totale levensgemeenschap van één man en één vrouw, aangegaan voor het leven en formeel bekrachtigd” in de huidige maatschappij het Burgerlijk huwelijk de meest passende vorm is; 
  4. de kerkenraden aan te bevelen het rapport-onderdeel over de ‘bijbelse uitgangspunten’ te verwerken in hun onderwijs en toerusting van gemeenteleden.

Gronden:

  1. deputaten vonden elkaar niet bij twee centrale aspecten van de in het studierapport ontwikkelde denklijnen:
    1. de invoering van een ‘huwelijk in bijbelse zin’ naast het in de wet vastgelegde ‘burgerlijk huwelijk’ en de andere wettelijke relatievormen ‘geregistreerd partnerschap’ en ‘samenlevingscontract’;
    2. de conclusie dat het verschil tussen Burgerlijk huwelijk en Geregistreerd partnerschap niet langer als principieel van karakter kan worden beschouwd,

      en oordeelden zelf dat dit visieverschil tot voortgaande bezinning zou moeten leiden;
       
  2. het studierapport biedt een verantwoorde omschrijving van het spreken van de Bijbel over het huwelijk, een in grote lijnen overtuigende analyse van de realiteit van het samenwonen en van de verschillende wettelijke vormen maar biedt nog onvoldoende om te kunnen beslissen of de kerken zich in een eigen regelgeving rond kerkelijke erkenning en bevestiging van een huwelijk voortaan moeten richten naar een eigen Bijbelse huwelijksdefinitie in plaats van uit te gaan van het bestaande Burgerlijk huwelijk;
     
  3. deputaten wijzen terecht op het feit dat overleg met andere kerken nodig is bij een dermate centraal onderwerp als de omgang met het burgerlijk huwelijk en de plaats die de kerk inneemt bij het aangaan van huwelijken door haar leden;
     
  4. het studierapport bevat waardevolle inzichten en richtlijnen voor de pastorale en kerkrechtelijke praktijk.

BESPREKING RONDE 1

 

Commissie – Ds. S.W. de Boer

Er zijn nu nieuwe voorstellen. Daarin wordt aangegeven een en ander samen te willen doen met andere kerken zonder dat op voorhand te specificeren.

V.w.b. vragen van PS Friesland stellen we voor uit te spreken dat het burgerlijk huwelijk de meest passende vorm is.

Er is gekeken of er wat meer onderdelen uit het rapport zijn te halen. Maar er waren bezwaren tegen aanvullende eisen.

De Raad van Advies heeft wat moeite met de nieuwe voorstellen, zij vinden die een verslechtering.

 

Br. H.H. Bouma

Besluit b. Indien die bereidheid er niet is, dan niets meer te doen?

 

Ds. W.L. de Graaff

Kan me er in grote lijnen in vinden. Staat besluit c - burgerlijke huwelijk is nog steeds meest passende vorm - los van verdere bezinning?

 

Ds. L.W. de Graaff

Ik ben heel blij met dit voorstel. Een paar opmerkingen.
Besluit a: tekst loopt niet zo goed.

Besluit b: huwelijk meest passende vorm, dus ook andere vormen kunnen. Wat is nog precies het verschil tussen het burgerlijk huwelijk met Geregistreerd Partnerschap (GP). Wat moeten we met een GP aan? Wat als de ene kerkenraad het zus benadert en de ander zo? We zitten nog met de vraag van GS Harderwijk. Wat zeggen we over juridische vastgelegde relaties? Is het toch niet zinvol de kerken een richting te wijzen m.b.t. GP? Ik kom daarom met een amendement.

 

Ds. Van den Geest

Ik wil in dezelfde zin spreken. Een meer richtinggevende uitspraak is nodig anders laten we de plaatselijke kerken maar voortmodderen. Met soms een eenzijdige benadering van  censuur en afhouden Heilige Avondmaal, enzovoort.


Het lukt niet dit met andere kerken te doen, dat duurt 5 à 10 jaar. Maar dan zijn de dingen allang geaccepteerd en gemeengoed. Bovendien is er goede studie en expertise in eigen huis.

 

Br. Poutsma

Besluit c: Waarom hier een definiëring van het huwelijk? 'Passende vorm' is goed want dan zijn plaatselijke kerken verantwoordelijk.

 

Ds. Sytsma

We hebben de deputaten heel veel vragen gesteld maar er zijn geen antwoorden gegeven nog.

 

Besluit d. Ik wil een amendement indienen dat positief verwijst naar onderdeel 6 van het rapport, achtergronden. Vaak is er een bepaalde kramp bij samenwonen: of niets doen of afhouden Avondmaal.

 

Commissie – Ds. De Boer

Er is bereidheid om met andere kerken hierover te praten. Mogelijk kunnen we iets samen doen. Er staat 'in de huidige maatschappij'. Het voorstel is dus niet in beton gegoten maar een momentopname. GP kan in diverse landen problemen geven, wordt niet erkend. Nu kan alleen nog het huwelijk worden bevestigd.

 

'Meest passende vorm', dat is wat we besluiten. Het is sterk afhankelijk van de invulling. Niet alles wat afwijkt van het burgerlijk huwelijk is zonde. Maar het is wel de meest passende vorm. Een uitspraak over GP heeft ook weer consequenties.

 

Het is aardig om de definitie van het huwelijk maar mee te nemen. Is adequaat en in overeenstemming met het rapport. Meldt dat dan ook maar.

 

Deputaten – Prof. De Bruijne

Ik heb waardering voor het commissiewerk en ben het eens met de deputaten H&E. Wel betreur ik dat zo zuinig gesproken wordt over samenwerking met andere kerken. Als die niet willen is er niets. Een betere opdracht is nodig.

 

De vraag van Friesland, 'hoe moeten we met die andere vormen omgaan' wordt echter niet beantwoord. De kerken vragen iets meer namelijk als je niet burgerlijk getrouwd bent ben je dan dus een zondaar?

 

Voor de gang van de discussie heb ik geen openstaande vragen die eerst nog beantwoord moeten worden.

 

AMENDEMENTEN

 

Br. H.H. Bouma

Punt b: 'een besluit' wordt 'voorstel voor een besluit'.

 

Ds. Sytsma

Toevoegen aan d:de kerkenraden aan te bevelen het rapport-onderdeel over de

‘bijbelse uitgangspunten’ te verwerken in hun onderwijs en toerusting van gemeenteleden en het rapport-onderdeel over ‘Achtergronden van het moderne samenwonen’ te gebruiken bij hun pastoraat aan gemeenteleden die samenwonen.

 

Ds. Van der Schee

Het is een diepgeworteld misverstand dat iets juridisch formeel moet zijn. Het is meer, inhoudelijk en publiek rechtsgeldig bekrachtigd.

Daarom in c invoegen het woord rechtsgeldig vóór het woord 'aangegaan'; 

 

Ds. L.W. de Graaff

Toevoegen: d. in afwachting van een definitief besluit inzake de verschillende samenlevingsvormen de kerkenraden op te roepen erop toe te zien dat bij het aangaan van een geregistreerd partnerschap de betreffende man en vrouw elkaar trouw beloven voor het leven;

(huidig d wordt e)

 

BESPREKING RONDE 2

 

Deputaten – Br. G.J. van Middelkoop

In de formuleringen komen nog wat aanpassingen. Er zijn nog verschillende elementen in het rapport om over na te denken. Gelukkig is het niet in de doperse zin geformuleerd.

 

Ds. L.W. de Graaf

We juichen GP niet toe maar in de gronden geven we ook niet meer een principieel verschil met het burgerlijk huwelijk aan. Dat is een vingerwijzing voor de kerkenraden. Bij een GP moeten wel wederzijds beloften worden gedaan.

Kan een GP niet bevestigd worden?

Huwelijk bevestiging zonder huwelijk is strafbaar. Maar inmiddels zijn er voorbeelden, Zoetermeer, Hattem dat het wél kan.

 

Br. Poutsma

Heeft de commissie de voorstellen met de deputaten besproken?

 

Ds. Vreugdenhil

We moeten exacter formuleren. Verbintenissen moeten wel bekrachtigd worden. Jammer als dat zou gaan ontbreken.

 

Ds. Buitendijk

Amendement  Bouma is overbodig

 

Br. Bouma

Er staat niet dat de synode een besluit moet nemen.

 

Commissie – Ds. De Boer

Amendement H.H. Bouma: Het gaat niet alleen om bereidheid, maar ook om gelijk verder gaan. Dat is de bedoeling van onze formulering.

 

Amendement Sytsma overgenomen.

 

Amendement Van der Schee overgenomen.

 

Amendement L.W. de Graaff: Op zich hebben we er geen moeite mee. We twijfelen nog over de kerkelijke bevestiging van een GP, of dat strikt genomen rechtsgeldig is. Nog eens bekijken.

 

STEMMING

Am Bouma: O00V03, verworpen

Besluit (incl. amendement De Graaff), met algemene stemmen aangenomen.

 

Besluit 1

het door de Raad van Advies inzake huwelijk en echtscheiding gevoerde beleid goed te keuren en deputaten onder dank voor hun verrichte werk te dechargeren.

 

Met algemene stemmen en applaus aangenomen.

 

Commissie – Ds. De Boer

Als we terugkijken was het beter geweest dat er mondeling contact gezocht was met de deputaten Raad van Advies.

 

Bijlagen

 

Bijlage - H&E–RKO: Huwelijk en samenlevingsvormen

 

Aanvullend rapport commissie

 

Inleiding

Na de bespreking op 14 maart van het studierapport “Huwelijk en Samenlevingsvormen” is de behandeling verdaagd en heeft de commissie opdracht gekregen om de vervolgbespreking voor te bereiden.

De commissie heeft zich bezonnen op de voorstellen en de in de bespreking naar voren gebrachte vragen en bezwaren.

De meest springende punten die hieruit naar voren komen zijn:

  1. de verhouding tussen kerk en overheid;
  2. de noodzaak om in onderhavige zaken alleen als kerken gezamenlijk op te treden;
  3. de taxatie van de verschillen tussen het BH (Burgerlijk huwelijk) en het GP (geregistreerd partnerschap);
  4. de ruimte voor eigen overtuiging van kerken inzake het huwelijk en hiermee annex: de versterking van deze overtuiging bij de kerkleden.

Overwegingen

De denklijn van deputaten beweegt zich in de richting van een eigen regelgeving door de kerken voordat tot erkenning (door die kerken) van door de overheid gesloten huwelijken kan worden overgegaan.

De commissie geeft u de volgende punten ter overweging:

  1. De kerk heeft altijd de overheid als dienares van God erkend.
  2. De kerk heeft, ongeacht de mate waarin de overheid het Bijbelse ethos m.b.t. het huwelijk in de overheidswetgeving honoreert, de ruimte om haar eigen overtuiging inzake het huwelijk te belijden en, zeker intern, te bewaren.
  3. Wanneer kerken bepaalde publieke zaken willen regelen, dan is het noodzakelijk om dat gezamenlijk te doen.
  4. De verschillen tussen BH en GP zijn sinds 1 april 2014 nog kleiner geworden vanwege de volgende wetswijzigingen:
    1. Het kind geboren uit de vrouwelijke geregistreerde partner tijdens haar geregistreerd partnerschap heeft haar mannelijk geregistreerd partner als wettelijk vader.
    2. Het verbod voor mannelijke echtgenoten tijdens hun huwelijk kinderen te erkennen welke zijn geboren uit een andere vrouw dan hun wettige echtgenote wordt opgeheven.
    3. (Bedoelde andere vrouw mag dan niet gehuwd zijn met een andere man of geregistreerd partner van een man).
  5. Toerusting van gemeenteleden op het punt van de betekenis van het huwelijk zoals God dat heeft bedoeld wordt niet bevorderd door regelgeving. Daar is toerusting en onderwijs nodig.
  6. Als de verschillen tussen BH en GP inderdaad gradueel zijn geworden, dan is de vraag waarom gemeenteleden zouden kiezen voor het GP een vraag die zij moeten beantwoorden.

Voorstellen

De commissie wil daarom de volgende voorstellen doen:

[amendementen zijn er in aangegeven, djb]

 

Materiaal

Studierapport “Huwelijk en Samenlevingsvormen”, bijlage bij de rapporten van de Raad van Advies inzake Huwelijk en echtscheiding en deputaten relatie kerk en overheid.

 

Besluiten: unaniem

  1. in reactie op het verzoek van deputaten aan de Generale Synode om aan te geven of de daarin ontwikkelde denklijnen een goede richting wijzen of niet, daarover nog geen uitspraak te doen;
  2. het deputaatschap RKO samen met het deputaatschap H&E opdracht te geven om te onderzoeken of er bij andere kerken bereidheid is om gezamenlijk deze zaak te bestuderen en tot een breed gedragen besluit te komen, en daarover aan de volgende synode te rapporteren;
  3. uit te spreken dat voor het huwelijk als “een totale levensgemeenschap van één man en één vrouw, aangegaan voor het leven en formeel bekrachtigd” in de huidige maatschappij het Burgerlijk huwelijk de meest passende vorm is; 
  4. de kerkenraden aan te bevelen het rapport-onderdeel over de ‘bijbelse uitgangspunten’ te verwerken in hun onderwijs en toerusting van gemeenteleden.

H.H. Bouma: OV3T30

Ad b: “voorstel tot een besluit”

 

W.v.d. Schee (overgenomen)

Ad c: uit te spreken dat voor het huwelijk als een totale levensgemeenschap van één man en één vrouw, rechtsgeldig aangegaan voor het leven, in de huidige maatschappij het Burgerlijk huwelijk de meest passende vorm is; 

 

Sytsma (overgenomen)

Ad toevoegen aan d. de kerkenraden aan te bevelen het rapport-onderdeel over de

‘bijbelse uitgangspunten’ te verwerken in hun onderwijs en toerusting van gemeenteleden en het rapport-onderdeel over ‘Achtergronden van het moderne samenwonen’ te gebruiken bij hun pastoraat aan gemeenteleden die samenwonen

 

L.W. de Graaff (overgenomen)

d.       in afwachting van een definitief besluit inzake de verschillende samenlevingsvormen de kerkenraden op te roepen erop toe te zien dat bij het aangaan van een geregistreerd partnerschap de betreffende man en vrouw elkaar trouw beloven voor het leven;

(huidig d wordt e)

 

Gronden:

  1. deputaten vonden elkaar niet bij twee centrale aspecten van de in het studierapport ontwikkelde denklijnen:
    1. de invoering van een ‘huwelijk in bijbelse zin’ naast het in de wet vastgelegde ‘burgerlijk huwelijk’ en de andere wettelijke relatievormen ‘geregistreerd partnerschap’ en ‘samenlevingscontract’;
    2. de conclusie dat het verschil tussen Burgerlijk huwelijk en Geregistreerd partnerschap niet langer als principieel van karakter kan worden beschouwd,

en oordeelden zelf dat dit visieverschil tot voortgaande bezinning zou moeten leiden;

  1. het studierapport biedt een verantwoorde omschrijving van het spreken van de Bijbel over het huwelijk, een in grote lijnen overtuigende analyse van de realiteit van het samenwonen en van de verschillende wettelijke vormen maar biedt nog onvoldoende om te kunnen beslissen of de kerken zich in een eigen regelgeving rond kerkelijke erkenning en bevestiging van een huwelijk voortaan moeten richten naar een eigen Bijbelse huwelijksdefinitie in plaats van uit te gaan van het bestaande Burgerlijk huwelijk;
  2. deputaten wijzen terecht op het feit dat overleg met andere kerken nodig is bij een dermate centraal onderwerp als de omgang met het burgerlijk huwelijk en de plaats die de kerk inneemt bij het aangaan van huwelijken door haar leden;
  3. het studierapport bevat waardevolle inzichten en richtlijnen voor de pastorale en kerkrechtelijke praktijk.