Printen

GS Ede – Impressie 08

 

D.J. Bolt

28-06-14

 

Op 9 mei en 23 mei jl. vonden de eerste besprekingen plaats van de werkzaamheden en voorstellen van de deputaten Liturgie & Kerkmuziek. Deze eindigden met het belangrijke besluit

 

het 'Liedboek – Zingen en bidden in huis en kerk' te aanvaarden voor gebruik in de kerken'.

 

De GKv heeft daarmee een nieuw liedboek aanvaard en is in één klap 1016 liederen 'rijker' geworden. Maar kun je je afvragen, wat betekent nu aanvaarden? Is het voortaan verplicht om dit boek te gebruiken? Is het de nieuwe vrijgemaakte standaard misschien waaraan alles moet worden afgemeten qua muzikale en poëtische stijl en schriftuurlijke inhoud? En waar de kerken zich aan hebben te houden in de erediensten?

Het is een beetje wonderlijk besluit. Want even daarvoor had de synode fundamenteel gebroken met de hele geschiedenis van de kerkliedtraditie in deze kerken. Zij besloot immers

 

de verantwoordelijkheid voor de liedkeuze in erediensten over te laten aan de plaatselijke kerkenraden;

 

Dus is de vraag gerechtvaardigd, waarom moet de synode (de kerken samen) dan nog een uitspraak over een bepaald liederenboek doen als de gemeenten, kerkenraden en predikanten geheel zelf wel bepalen waaruit ze zingen? Of dat nu liederen van de talloze opwekkingsbundels, zingend geloven, liedboek oud of nieuw is, of de kakelverse liederen uit de zaterdagse editie van het Nederlands Dagblad zijn. Of kunnen we verwachten dat we op volgende synoden deze ook gaan aanvaarden als er vrijgemaakte deputaten aan hebben meegewerkt en er misschien producten uit 'eigen kring' in zijn terechtgekomen?

Nu, dat zal zeker de bedoeling niet zijn. Maar waarom dan wel een uitspraak t.a.v. het Nieuwe Liedboek (NLB)?

 

Je zag in de besprekingen op de synode een sterke drang om ons als GKv te profileren als kerken die aanhaken bij de brede oecumene. We willen erbij horen! Ons ook scharen achter 'de oecumenische protestantse standaard', zoals het NLB jubelend werd getypeerd. We moeten ophouden in 'ons eigen kleine kringetje', 'ons vrijgemaakte wereldje' te denken, kon je horen. Weg dus met alles wat nog riekt naar het gereformeerde verleden. En dáár is zo'n protestantse/evangelische/vrijzinnige liedbundel nu bij uitstek een voertuig voor. Zo leer je zingend protestants geloven.

Inderdaad was het helemaal niet meer nodig dat de synode dit besluit nam, de kerken mochten toch al helemaal hun eigen gang gaan. Maar het besluit bedoelde de breed-oecumenische standaardvlag op de GKv-toren te planten. En daar was alle support en laaiende enthousiasme voor op deze synode.

 

Gereformeerd Kerkboek

 

Maar we hadden toch ook nog zoiets als een gereformeerd kerkboek (GKB)? Nu, daar ging de vervolgsynodebespreking op zaterdag 9 juni over. Want wat moet er dan in zo'n eigen vrijgemaakt kerkboek naast de 1016 liederen in het NLB? Het werd een stevige discussie. En ook een heel ingewikkelde, met lijstjes van liederen die er wel en die er niet in moesten, gezangen die in het huidige GKB staan maar niet in het NLB en omgekeerd, liederen die de deputaten onder de maat vinden maar synodeleden er perse wél in wilden hebben. Het ging om muzikaliteit, dichterlijkheid, schriftuurlijkheid, deputatendeskundigheid, omvang, kosten, tijdschema's, enquêteuitslagen, aannemings- of afkeuringspercentages, en ga zo maar door. Het werd zo lastig dat zelfs geïnvolveerde synodeleden af en toe het processpoor bijster waren. We hebben het daarom opgegeven om hier een gedetailleerd verslag van te maken zoals we tot nu toe gewend waren en volstaan daarom deze keer met wat krenten uit de discussiepap. De uiteindelijk aangenomen voorstellen laten we zien in de bijlage.

 

Eigenlijk was de belangrijkste kwestie die een groot deel van de bespreking beheerste, de vraag wat moet de functionaliteit van ons nieuwe kerkboek zijn? Waar willen we het voor gebruiken in onze kerken?

Er tekenden zich twee stromingen af.

De eerste stroming wilde een kerkboek dat onze gereformeerde identiteit weerspiegelt. Het kerkboek bevat dan naast de psalmen, belijdenisgeschriften, gebeden en liturgische formulieren ook een ruime selectie aan gezangen. Het kan worden gebruikt in de erediensten en in tal van andere bijeenkomsten als gemeentevergaderingen, kerkenraden, verenigingen, pastorale bezoeken, etc. Er zijn voldoende gezangen in opgenomen zodat bij allerlei gelegenheden als kerkelijke feestdagen, huwelijkssamenkomsten, begrafenissen, etc. in de behoefte aan liederen kan worden voorzien. Kortom, het kerkboek heeft een min of meer zelfstandig en compleet karakter. Het biedt een basis aan liederen die het kerkvolk zich eigen zou moeten maken. Naast de psalmen zijn dít de liederen die wij en onze kinderen kennen en uit het hoofd leren. Zo groeit er gezamenlijkheid in de lof aan God.

Daarnaast kan aanvullend gebruik worden gemaakt van andere liedbronnen zoals het NLB, opwekking, etc., voor zover dat in het 'profiel' of de ligging van de plaatselijk gemeente past. Dat er 'dubbelingen' (een lied in het GKB staat ook in het NLB) vóórkomen is inherent aan deze keuze maar wordt niet als probleem gezien.

 

De andere stroming was fel tegen deze insteek. Zij beschouwt het pas aanvaarde nieuwe liedboek als de primaire bron van liederen. Daar hebben we ons immers aan gecommitteerd? In het GKB moeten naast de eerder genoemde niet-lied onderdelen, alleen nog díe gezangen worden opgenomen die niet in het NLB staan en die we toch wel willen houden. Ronduit werd gesteld dat een minderheid in onze kerken die het NLB niet wil invoeren in de erediensten, niet moet worden gefaciliteerd. Dat moet je zeker niet stimuleren door een GKB met een 'ruime' set aan liederen, zei men. Het GKB mag dus alleen aanvullend zijn op het NLB.

 

Het zal inmiddels wellicht niet meer verbazen dat deze laatste stroming het pleit beslecht heeft. Dat heeft aanzienlijke gevolgen.

Van de ongeveer 180 gezangen die ons 'oude' kerkboek telde zijn er nog slechts 74 over. Onder meer een heel rijtje bekende en geliefde gezangen is geknipt:

Maar nog veel meer. Een willekeurig greep uit het inhoudsregister. Verdwenen zijn

en ga zo maar door.

Vindt de synode al deze gezangen niet meer acceptabel? Nee, dat is het punt niet. Soms inderdaad niet, zoals bijvoorbeeld Klein, klein kindje, maar veel meer omdat verschillende liederen wel in het NLB kunnen worden gevonden. Dan hoeven ze dus niet in het nieuwe kerkboek?

Het zal duidelijk zijn dat op deze wijze een kreupel kerkboek ontstaat. De kerken die volledig koersen op het NLB zullen het nieuwe GKB links laten liggen. En degenen die weinig met het NLB ophebben raken steeds weer gefrustreerd omdat geliefde en (eeuwenoude) klassiekers eruit geschrapt zijn. Kortom, het product dat nu ontstaat is een misbaksel, excusez le mot.

 

Dat wordt niet goed gemaakt doordat de deputaten toch nog weer wat ándere liederen toevoegen. Zo zijn er 13 liederen uit het oude liedboek geselecteerd. Deze liederen komen niet (meer) in het NLB voor (waarom niet eigenlijk?) maar kennelijk vinden de deputaten ze zo belangrijk dat ze in het nieuwe GKB moeten. En het zíjn ook veelal mooie liederen, vaak schriftberijmingen.

Bovendien worden er daarnaast nog 17 liederen uit diverse bronnen opgenomen waarvan meer dan helft van deputaat zr. R. Borkent.

Opmerkelijk is ook de toevoeging van vier zgn. Psalmen voor Nu. Waarom deze kleine selectie? Waarom de kerken niet gewoon zelf uit het repertoire van deze muziekbeweging laten kiezen zoals de kerken ook naar eigen smaak maar uit het NLB en opwekking moeten selecteren? Of zit hier de drive achter om popmuzikaliteit te introduceren en te promoten?

 

Hoe heeft de synode dit toch kunnen laten passeren! Het basale antwoord werd hierboven al gegeven: de meerderheid van de synode is gefocusseerd op het nieuwe liedboek. Dat moet van ons worden. Een volwaardig eigen kerkboek staat dat in de weg.

 

Maar er is nog een praktische reden waarom de samenstelling van het nieuwe GKB zo ongelukkig is verlopen. Want de meerderheid van de synode was helemaal niet voor verwijdering van zoveel geliefde liederen. Waarom dan zo'n slachtpartij?
Ook hier speelt het deputaatschap weer een grote rol. Want zíj hebben de voorstellen gedaan voor het strippen en aanvullen van de liederen. Daarvan af te wijken werd niet oorbaar geacht door vele synodeleden. Zij waren immers de deskundigen, de professionals? En daarom heeft de synodevergadering zich de restrictie op laten leggen dat pas als 75% van de stemmen tegen een deputatenvoorstel zou zijn, dán pas kon een door deputaten afgekeurd lied in het GKB alsnog worden opgenomen. Helaas, haalde geen enkel lied dit hoge percentage en kon dus een GKB ontstaan dat meer lijkt op een gatenkaasboek dan op een orthogonaal psalmen-, gezangen- en gebedenboek waarmee de kerken voor de dag kunnen komen.

 

Eigenlijk zit hier ook iets paradoxaals in. De synode heeft beslist dat de kerken prima in staat zijn zelf keuzen te maken uit de overvloed aan liederen. Of het nu uit Psalmen voor Nu, Zingend Geloven, Sela is, of uit een NLB met liederen die je er het liefst uit zou willen scheuren.  Maar om het eigen liedboek samen te stellen waren de kerken overgeleverd aan een deputaatschap wiens keuzen slechts met driekwart van de stemmen kon worden overruled. Hoe schrijnend dit was kan worden geïllustreerd met het resultaat van verwoede pogingen om de klassieke versie van het eeuwenoude lied Een vaste burcht is onze God dat zoveel prachtige en machtige orgelbewerkingen kent, in het kerkboek te laten opnemen: 21 voor, 12 tegen. Mislukt!

 

De formulieren

 

Het daadwerkelijk gebruik van het eigen kerkboek is natuurlijk mede afhankelijk van de noodzaak het ook werkelijk te moeten gebruiken. Zoals we boven hebben gezien zullen diegenen die het willen gebruiken zoveel missen dat er geen enthousiast gebruik zal ontstaan. Maar er is meer.

Op de synode is nogal gediscussieerd over het gebruik van de liturgische formulieren. Er werd door predikanten geklaagd dat er in het verleden bezwaar was gemaakt tegen hun vrijmoedig veranderen van formulierentekst in erediensten. Zulke aantastingen van hun 'persoonlijke vrijheden' is in deze tijd natuurlijk niet meer te pruimen. Dus wilden verschillende synodeleden vastgelegd hebben dat afwijken van het formulier geen 'kerkordelijke zonde' is en dus vrijelijk mag gebeuren.

Je kunt je dan natuurlijk afvragen of met deze wildgroei een eigen kerkboek nog veel zin heeft op dit punt. Immers, als er kerkelijke plechtigheden plaatsvinden waar liturgische formulieren bij horen, maar er kan maar moeilijk meer worden meegelezen omdat de pastor de tekst naar eigen inzichten heeft veranderd, waarom zou je daarvoor nog het kerkboek meeslepen? Tussen haakjes, dat doen trouwens nu al heel veel (jongere) kerkleden niet meer, ze nemen zelfs geen Bijbel meer mee.  

 

Veranderen van de formulieren kan o.i. ook aanleiding geven tot een hoop narigheid. Want waarom verandert een voorganger een formulier? Omdat hij de verwoording niet mooi vindt? Dat kan, maar er is door bekwame deskundigen hier juist heel veel en minutieus aandacht aan besteed. Wil hij misschien inhoudelijk een en ander aanpassen? Echter als het om de leer gaat luistert het nauw. Niet voor niets worden formulieren op synodaal niveau vastgesteld. Ter vergelijking, zou de predikant die zo graag formulieren aanpast ook akkoord gaan als een lezer zijn preek vrijelijk naar eigen inzicht verandert? Dingen weglaat of toevoegt naar eigen smaak?

 

Maar op de weg naar deze liturgische vrijbuiterij doemde een probleem op. Want sommige afgevaardigden wilden ook naar believen de liturgische formules kunnen veranderen, bijvoorbeeld die bij het Avondmaal. En dat dat niet zo theoretisch is hebben we ook zelf in onze woonplaats ervaren: een predikant die weigert om de liturgische formules zoals de kerken die in ons kerkboek hebben vastgelegd te gebruiken en er zelf een heel verhaal van maakt: 'Eet en drink …. Proost'!
Maar als we dit prima vinden, mag je dan ook niet de woorden van de doophandeling wat aanpassen, wat 'verfraaien' misschien? De Hervormde Kerk heeft in het verleden daar wel voorbeelden van laten zien. En zouden bij een huwelijksbevestiging de wederzijdse beloften van man en vrouw niet door hen zelf mogen worden verwoord?

 

De synode zag gelukkig dat aan deze veranderdrift toch nogal wat haken en ogen zaten. Want als bij een bevestiging in het ambt of bij een huwelijksbevestiging verschillende beloften kunnen worden gegeven hoe zit het dan met rechtsgelijkheid en de rechtsgeldigheid? Hoe kan een ambtsdrager teruggrijpen op gedane beloften en of daarop zelf aangesproken worden?
De synode kwam er niet zo gauw uit. Zij schoof het probleem maar door naar de deputaten Herziene Kerkorde. Maar is het misschien toch niet wijzer om deze weg helemaal níet in te slaan? Als er afwisseling gewenst wordt, waarom dan geen gebruik gemaakt van de variatie aan formulieren die er al is en juist daarvoor bedoeld is?

 

Kerkorde

 

Het GKB bedoelt een identiteit presenterend document te zijn. Het laat zien wat we belijden, zingend geloven. Het geeft 'omgangsvormen' en specificeert 'rituelen'. Zou het niet voor de hand liggen dat ook de (nieuwe) kerkorde er een plaats in krijgt?
De deputaten wilden dat niet. Het schijnt vrij uniek te zijn in de wereld. Maar de synode was er in (gewone!) meerderheid voor en dus komt ze er in.

En dat is mooi!

 

Kerkbijbel

 

Misschien hebben we wat gemist maar hoe staat het met de kerkbijbel? In onze huidige Bijbel hebben we nog 41 gezangen, en ook de belijdenisgeschriften, de formulieren en gebeden. En de kerkorde. Heel mooi. Maar hoe gaat dat straks met de inhoud van het nieuwe GKB? Wordt dat ook in een bijbelversie op de markt gebracht zodat weer één boek mee kan naar allerlei bijeenkomsten. Of is dit alleen een commerciële aangelegenheid? We hebben er niets van gelezen of gehoord, maar het kan ons zijn ontgaan.

 

Misschien nog een hint voor de kerkgemeenschappen De Gereformeerde Kerken en Gereformeerde Kerken in Nederland. Zou er niet eens gekeken moeten worden naar de rechten van het oude GKB? Want het nieuwe GKB zullen deze kerken niet gaan gebruiken omdat het gebruik gekoppeld is aan het NLM en bovendien een geheel nieuwe kerkorde heeft. Maar het oude GKB is best bruikbaar. Mogelijk zou er in de toekomst een bijgewerkte versie kunnen worden uitgegeven als er een nieuwe oplage nodig is.

 

Verdrongen psalmen

 

Op de synode werd door enkele afgevaardigden ook aandacht gevraagd voor de plaats die de psalmen nog in onze kerken hebben in de erediensten. Is het niet zo dat ze langzamerhand verdrongen worden door de overvloed aan liederen die de kerken overspoelen? Het gaat om, zo berekende iemand, over minstens 2000 liederen. Komen de 150 psalmen waaruit ook nog maar een kleine selectie wordt gezongen, op deze wijze niet geheel in de verdrukking?

We hebben een aantal jaren bijgehouden hoe vaak in kerkdiensten gezongen werd uit de psalmen, de 41 gezangen, het (oude) liedboek voor de kerken, het eigen gereformeerde kerkboek en liederen uit andere bronnen (meestal opwekking). Het gaat om kerkdiensten die wij bijwoonden in de gereformeerde kerken vrijgemaakt  van Drachten-ZuidWest.

 

 

In de telling is alleen het aantal keren dat een psalm of een lied voorkwam in de liturgie (regel op het 'liturgiebord'), dus niet het aantal verzen dat werd opgegeven. Waarschijnlijk zou dan de trend nog veel sterker laten zien dat er minder uit de psalmen wordt gezongen. Want wij hebben waargenomen dat in het algemeen uit psalmen een of enkele verzen worden gepikt terwijl andere 'nummers' vaak in hun geheel worden gezongen. Nog een trendversterkende factor is dat we veelal de meest 'luidruchtige' diensten met veel opwekkingsliederen hebben vermeden en de gegevens van deze dus ook niet verwerkt zijn in de tabel.

Maar zonder dát laat het overzicht ook al onmiskenbaar een trend zien: het aantal psalmen dat wordt gezongen per kerkdienst neemt af ten gunste van gezangen en liederen.

 

Uiteraard is hiermee niet het bewijs geleverd dat het in vrijgemaakt Nederland overal zo gaat. Maar we maken regelmatig diensten in andere steden en gemeenten mee en doen daar geen significante andere indrukken op. Behalve dan in gemeenten van orthodox-gereformeerde signatuur en in de afgescheiden kerken. Daar staan psalmen nog prominent op de eerste plaats in de liturgie.

 

Afgevaardigde br. Verkade verwoordde tijdens deze liturgiebesprekingen op de synode zijn zorg zo:
 

Wij lopen voor onze verantwoordelijkheid weg, laten wissels omgaan. Er is wildgroei: ieder doet wat goed is in eigen ogen, we laten het maar aan de kerken over. Er zijn best goede opwekkings- en sela-liederen, maar het gaat wel om de inhoud.

Waar blijft nog plaats voor de psalmen? Je houdt verhoudingsgewijs niets over. Maar als we geen psalmen meer zingen, dan blijven we achter bij Christus die er ook veel zong en citeerde.

 

We kunnen het niet beter zeggen.

 


 

Bijlage

 

Materiaal:

  1. rapport deputaten liturgie en kerkmuziek (met bijlage Steunpunt Liturgie) (29-10-2013);
  2. brief van de Gereformeerde Kerk te Ten Boer waarin ze verzoekt om het voorstel inzake de liturgie voor de uitvaartdienst niet tot besluit te verheffen (10-01-2014);
  3. aanvullend rapport deputaten liturgie en kerkmuziek (23-01-2014).

 

Besluit 1:

deputaten liturgie en kerkmuziek decharge te verlenen.

 

Besluit 2:

de verantwoordelijkheid voor de liedkeuze in erediensten over te laten aan de plaatselijke kerkenraden;

 

Gronden:

  1. volgens het nieuwe KO artikel C37.1 ziet de kerkenraad toe op een inrichting van de kerkdiensten die is tot eer van God en die de opbouw en eenheid van de gemeente dient.
  2. het beoordelen van wat naar de maatstaf van Schrift en belijdenis verantwoord gezongen kan worden, is onderdeel van dat toezicht door de kerkenraden.
  3. kerkenraden die in staat worden geacht de prediking van voorgangers te beoordelen, moeten ook liederen kunnen beoordelen.
  4. binnen de breedte van wat Bijbels en gereformeerd verantwoord is,  mag er variatie zijn tussen wat in de plaatselijke kerken gezongen wordt.

 

Besluit 3:

  1. het Liedboek – Zingen en bidden in huis en kerk te aanvaarden voor gebruik in de kerken;
  2. de kerken te adviseren daarbij een eigen muziekprofiel op te stellen, waarin op basis van de Schrift, naar de plaatselijke mogelijkheden en wensen, ingevuld wordt welke liederen gezongen worden;
  3. de deputaten liturgie en kerkmuziek met het Steunpunt Liturgie op te dragen de invoering van het Liedboek – Zingen en bidden in huis en kerk te begeleiden door middel van een handreiking, voorlichting en adviezen;
  4. de suggestie te doen om zo veel mogelijk uniforme afkortingen te gebruiken:

 

Besluit 4:

de volgende formulieren en liturgieën definitief vast te stellen:

  1. formulier voor de kerkelijke tucht;
  2. twee liturgieën voor huwelijksdiensten

 

Besluit 5:

als inhoud van het Gereformeerd Kerkboek vast te stellen:

  1. de psalmen uit het Gereformeerd Kerkboek (1986);
  2. de volgende gezangen

dit onder het voorbehoud dat toestemming verkregen wordt van de rechthebbenden;

  1. de zes belijdenisgeschriften in de tekst die is vastgesteld door de GS Heemse 1984/85,
  2. orden van dienst (introductie, orde B en C);
  3. de liturgische gebeden (schuldbelijdenis, gebeden om verlichting door de Heilige Geest en voorbedengebed met toelichting) in de tekst vastgesteld door de GS Harderwijk 2011;
  4. de liturgische gezangen uit het Gereformeerd Kerkboek 2006 (nrs. 175-182);
  5. een toelichting op het gebruik van de liturgische formulieren;
  6. de formulieren voor doop, belijdenis, avondmaal, tucht en bevestiging van ambtsdragers in de tekst die is vastgesteld door de GS Harderwijk 2011 en deze synode en de liturgieën voor huwelijksdiensten in de tekst die is vastgesteld door deze synode;
  7. de kerkorde;
  8. registers en inhoudsopgave.

 

Besluit 6:

deputaten liturgie te benoemen met als opdracht:

  1. door middel van het Steunpunt Liturgie de kerken te voorzien van informatie en advies inzake het Liedboek 2013 (o.a. door middel van een handreiking) en andere zaken die de liturgie betreffen en waar moeilijk een zodanige bijdrage te leveren dat de bezinning hierover binnen de kerken wordt gestimuleerd;
  2. samen met de deputaten administratieve ondersteuning de uitgave van het Gereformeerd Kerkboek te verzorgen, en;
  3. aan de GS 2017 een voorstel te doen over de rol van het landelijke kerkverband ten aanzien van het nieuwe kerklied na de uitgave van het Gereformeerd Kerkboek;
  4. een notitie op te stellen over het kerkmuziekbeleid van de plaatselijke gemeente met aandacht voor klassieke en lichte kerkmuziek en van daaruit handreikingen te bieden voor het opstellen van onder andere een beleidsplan, een muziekprofiel en de toepassing van de regeling voor de kerkmuziek;
  5.  

 

Besluit 7:

de deputaten liturgie en kerkmuziek voor de periode van 2015 tot 2017 een budget toe te kennen van in totaal € 8.100,-- voor hun eigen werk, € 3.150,-- voor de begeleiding van de introductie van het Liedboek 2013 en € 78.300,-- voor het Steunpunt Liturgie.