Ethiek

Rond de Schrift

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Meer over schepping en evolutie 2

 

Redactie een in waarheid

01-10-16

 

Het blad Lux Mundi wordt ook in het buitenland gespeld. Zo trok de lezing van prof. Van Bruggen die we de vorige keer publiceerden, de aandacht van prof.dr. John Byl. Hij is emeritus hoogleraar van de  Trinity Western University in Langley, British Columbia, Canada.

De gereformeerde Prof. Byl promoveerde tot doctor in de astronomie, sterrenkunde. Publicaties van zijn hand zijn o.a.: God and Cosmos (in het Nederlands verschenen onder de titel God en de Kosmos), A Christian View of Space, Time, and the Universe, en Divine Challenge: On Matter, Mind, Math and Meaning.

 

 

Prof.dr. John Byl

 

Op zijn weblog Bylogos gaat prof. Byl in op prof. Van Bruggens artikel in Lux Mundi (5 augustus 2016). Het is bijzonder interessant om daar kennis van te nemen. Met zijn toestemming nemen we daarom de publicatie in zijn geheel over.

 

We hebben ons voorgenomen in een volgend artikel[1] het een en ander weer te geven van een aantal andere geleerden die zich confronteren met schepping en evolutie. Dat levert boeiende inkijkjes in de wereld van de natuurwetenschap.
 


 

Prof. Van Bruggen over Schepping en Evolutie

 

Prof. dr. John Byl

 

Hoe behoren Christenen met evolutie om te gaan?

Lux Mundi heeft vorig jaar een artikel van Prof. Dr. Jakob van Bruggen gepubliceerd met als titel: “De blinde zat langs de weg en riep; over zien en niet zien”. Zijn primaire doel is studenten te helpen goed om te gaan met vragen betreffende schepping en evolutie (Lux Mundi, maart 2015, 4-7).

Lux Mundi is een Engels kwartaalblad dat door de Gereformeerde Kerken in Nederland (Vrijgemaakt) wordt gepubliceerd. Prof. Van Bruggen is emeritus professor van de Theologische Universiteit van de GKv in Kampen, Nederland.

 

Prof. Van Bruggen stelt dat ethische overwegingen bij wetenschappelijk onderzoek moeten worden betrokken. Wij moeten deugdzame toeschouwers zijn: we moeten zorgvuldig zijn in hoe we kijken en waarnaar we kijken. Bovendien, zo merkt hij op, kunnen we minder dan de helft van de werkelijkheid zien. Zo kunnen we bijvoorbeeld niet de onzichtbare wereld van de engelen zien. Vandaar dat we ook bescheiden toeschouwers moeten zijn.

 

Dit zijn zeker waardevolle punten.

Maar hoe moeten we de spanning tussen schepping en evolutie oplossen? (Onder evolutie verstaan we hier grootschalige macro-evolutie, niet de niet-controversiële micro-evolutie.) Prof. Van Bruggen bespreekt en verwerpt drie mogelijke ontsnappingsroutes:

  1. Bijbel en wetenschap handelen over verschillende onderwerpen.
    Deze ontsnappingsroute is een illusie, omdat Bijbel en wetenschap beide handelen over exact dezelfde geschapen wereld.
     
  2. Wetenschap gaat vóór de Bijbel.
    Hier kortwiekt de wetenschap de Bijbel door wat tegen de wetenschap ingaat te verwerpen. Deze ontsnapping wordt verworpen daar de wetenschap zo de Bijbel onderwerpt aan menselijk inzicht.
     
  3. De Bijbel gaat vóór de wetenschap.
    Hier probeert men wetenschappelijke waarnemingen in te passen in de structuur van de Bijbelse openbaring over schepping, zondvloed, enz.. Prof. Van Bruggen ziet deze ontsnapping als "een doodlopende weg, omdat de Bijbel veel te beperkt en te incidenteel is om als een wetenschappelijk handboek te worden gebruikt".

Daarom adviseert Prof. Van Bruggen ons niet naar ontsnappingen te gaan zoeken. We moeten overwegen dat wetenschap experimenteert en incompleet is (niemand kent bijvoorbeeld het effect van engelen en duivelen). Prof. Van Bruggen doet daarom de suggestie elke wetenschappelijke conclusie te laten vergezellen van de disclaimer: "voor zover we nu kunnen zien met de incomplete informatie die we tot onze beschikking hebben, komen we tot de volgende voorlopige conclusies".

 

Bovendien kan volgens Prof. Van Bruggen een evolutietheorie nuttige computermodellen leveren voor verkennende boringen of voor het categoriseren van fossielen, zonder dat deze theorie in historisch opzicht accuraat moet worden geacht.

 

Inschatting

 

Wat moeten we hiervan denken?

Prof. Van Bruggen noemt een aantal uitstekende punten over de begrensdheid van de wetenschap. In het bijzonder is het in hem te waarderen dat hij de benadering dat "wetenschap vóór de Bijbel" gaat, verwerpt. Hierin onderscheidt hij zich van Dr. Albert Noordegraaf, die in een recenter artikel "Schepping" (Lux Mundi, mei 2016, 18-19) een conflict met de wetenschap uit de weg gaat door deze ontsnappingsroute te nemen en zo Genesis 1 degradeert tot slechts een artistiek gedicht.

 

1. Evolutie als een bruikbaar computermodel?

 

Niettemin lijkt Prof. Van Bruggens standpunt over wetenschappelijke theorieën als grotendeels bruikbare rekenmodellen een vorm van de eerste ontsnappingsroute te zijn, waarin wetenschap (bijvoorbeeld evolutie) zich alleen maar met praktische resultaten bezig houdt, terwijl de Bijbel (bijvoorbeeld schepping, zondvloed) over geschiedenis gaat.

 

Zo'n kunstmatig zicht op evolutie zal veel mensen niet bevredigen. Zeker atheïsten niet, voor wie evolutie een noodzakelijk historisch verslag vormt van hoe de dingen zonder noodzaak van goddelijk ingrijpen tot stand zijn gekomen. De meest gebruikte ('mainstream', d.w.z. de meest belangrijke, djb) wetenschappelijke studieboeken – en seculiere media – presenteren zonder uitzondering evolutie als waargebeurde geschiedenis.

 

Bovendien valt te betwijfelen of macro-evolutie wat nuttige toepassingen betreft zo veel oplevert. De meeste biologen doen hun werk zonder verwijzing naar macro-evolutie, omdat die geen substantiële leidraad vormt voor experimentele biologie (zie mijn blog: Is Evolution Unfalsified? – Is Evolutie onweerlegbaar?)

 

2. Evolutie als voorlopige waarheid?

 

Prof. Van Bruggen stelt voor dat we wetenschappelijke conclusies, inclusief evolutie, als voorlopige, voorbereidende resultaten accepteren. Hij merkt op dat zij op onvolledige informatie berusten en beperkt zijn tot natuurkundige zaken.

 

Er is echter een dieper probleem. De wetenschap die hij bespreekt is 'mainstream' wetenschap die alles in zuiver natuurkundige termen wil verklaren. Dit houdt niet slechts het verwerpen van bovennatuurlijke zaken in, maar ook het verwerpen van de bovennatuurlijke openbaring die we in de Bijbel hebben. Waarom zouden Christenen, gezien de anti-bovennatuurlijke insteek van de 'mainstream' wetenschap, dan haar evolutionaire verslag van de geschiedenis als waarheid, hoe voorlopig ook, niet aanvaarden?

 

3. Geen op de Bijbel gebaseerde historische wetenschap?

 

Niet alle wetenschappers zijn het met de evolutionaire theorieën van de 'mainstream' wetenschap eens. Aangetoond is dat de te onderzoeken gegevens ook kunnen worden uitgelegd op een manier die wel met de Bijbelse geschiedenis in overeenstemming is. Moeten Christenen dan niet hun eigen wetenschap promoten die op de Bijbelse waarheden is gegrond?

 

Prof. Van Bruggen verwerpt de optie dat de Bijbel de wetenschap moet leiden. Hij acht de Bijbel te beperkt om als wetenschappelijk handboek te functioneren. Hoewel de Bijbel ons zeker niet zo veel over praktische wetenschap meedeelt, is de kwestie van schepping versus evolutie vooral een vraag van geschiedenis, meer dan van wetenschap. In het geding is welke beschrijving van het verleden correct is. De Bijbel is duidelijk heel betrokken op historische zaken. Geschiedenis is tenslotte het ontvouwen van het Goddelijke Plan met daarin centraal de historische werkelijkheid van schepping-val-redding-vernieuwing. Inderdaad is geschiedenis alleen maar in het licht van de Bijbel te begrijpen.

 

Als een eindig boek moet de Bijbelse beschrijving van het verleden wel incompleet zijn. Maar dat is geen reden om te twijfelen aan de inhoud ervan. Bovendien zijn historische én wetenschappelijke data altijd onvolledig.

Wetenschappelijke theorieën worden ontwikkeld om de gegevens te verklaren. Maar dan moeten die gegevens, hoe onvolledig ook, wel betrouwbaar zijn. Wetenschappelijke reconstructies van het verleden moeten daarom in overeenstemming zijn met betrouwbare historische verslagen van gebeurtenissen uit dat verleden.

 

De Bijbel als Gods onfeilbare Woord is in alles wat zij zegt, ook voor wat betreft historische gebeurtenissen, beslist gezaghebbend. Vandaar dat Christenen hun geschiedenis – en geschiedeniswetenschap – op die in Gods Woord geopenbaarde historische waarheden moeten baseren.

 

Conclusie

 

Willen Christenen consistent zijn dan kunnen zij niet de geopenbaarde waarheden van de Bijbel (bijvoorbeeld schepping, Adam, zondvloed, enzovoort) aanvaarden en tegelijk ook evolutionaire theorieën aanvaarden, die hoe voorlopig ook, deze waarheden verwerpen (zie mijn blog: Dr. Jelsma proposes Adam AND Evolution – Dr. Jelsma denkt dat Adam EN Evolutie samengaan).

 

Vandaar dat ik, hoewel ik Prof. Van Bruggen hoogacht, teleurgesteld ben dat hij geen steviger houding vóór de Bijbelse waarheid en tegen de evolutie heeft aangenomen. Christelijke studenten aan de universiteit moeten goed worden toegerust om hun Christelijke wereldbeeld tegenover wereldse aanvallen te verdedigen.

 

Samengevat, Christenen moeten niet slechts deugdzame en bescheiden waarnemers zijn, zoals Prof. Van Bruggen terecht benadrukt, maar zij moeten ook waarnemers zijn die openlijk betuigen dat de werkelijkheid alleen bij het licht van de Schrift echt kan worden gezien.

“In uw licht zien wij het licht” (Psalm 36:10).

 

Vertaling R. Sollie-Sleijster

 

NOOT

[1] Het is nog niet helemaal zeker of dat al lukt voor de volgende editie van een in waarheid. Er zit namelijk vrij veel werk aan vast. Maar wat in het vat zit…