Ethiek

Rond de Schrift

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Nieuwe weg of oude paden (2)

 

D.J. Bolt

10-05-14

 

 

Een probleem

 

Ds. H. de Jong (NGK) heeft een probleem met de Bijbel, dat zal duidelijk zijn geworden uit de samenvatting van zijn brochure De weg, Tien stellingen over de Bijbel, die we eerder gaven. Want de Bijbel is een heel oud boek. En het blijvende en niet-blijvende, tijd en eeuwigheid zijn er in zó sterk verweven. De brieven in het NT hebben iets tijds- en situatie-bepaalds. Daardoor kan een sterk gevoel van vervreemding ontstaan en loop je vast in onze moderne tijd. Je raakt je geloof kwijt door al die onnodige ouderwetsheid, vreest De Jong.

Daarom is een andere kijk op de Bijbel nodig. De Jongs oplossing is de Bijbel te zien als een doorlopende weg.

 

Wat betekent dat? Wat voor consequenties heeft dat voor het gereformeerde Schriftgeloof en leven? We willen daar wat aandacht aan wijden in de komende paragrafen.

 

De Schrift

 

Om te begrijpen wat De Jong met 'de weg' bedoeld gaat hij eerst uitgebreid in wat de Bijbel (niet) is. Gereformeerden hebben daar altijd een rijtje teksten voor paraat zoals 2Tim. 3:16, 2Pet. 1:20,21, Joh.10:35, Mat. 5:18 en Openb. 22:18-19[1]. Vooral het elk van God ingegeven schriftwoord en ieder is vervloekt die iets toevoegt of afdoet van de Schrift hebben gereformeerden op hun netvlies staan.

Maar De Jong doet daar nogal laconiek over. Het tekstmateriaal bewijst niet dat deze uitspraken voor elk onderdeel van de Bijbel gelden. Ja, hij poneert zelf 'voorzichtig' dat in de Schrift Gods Woord is. Ach, je mag wel liefdevol zeggen dat de Bijbel Gods Woord is, als je deze teksten maar niet gebruikt om mensen in moeilijkheden te brengen die er andere opvattingen op nahouden, zoals over Genesis 1-11.

En NGB art. 5 dan?: En zonder in enig opzicht te twijfelen geloven alles wat zij [alle boeken van de Schrift] bevatten?

Idem. Wij hebben in dit artikel het openbaringskarakter tot de hele Schrift uitgebreid. Zeker, uit liefde tot het Woord, maar toch.

En als de Here Jezus zegt: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet één jota of één tittel vergaan van de wet, er alles zal zijn geschied, dan moeten we dat niet te letterlijk nemen: "het is een doorzichtige overdrijving" van Jezus. Natuurlijk nemen we de Schrift wel "bloedserieus" maar tegelijk moeten we oog hebben voor het 'wegkarakter' van de Bijbel. Het oude boek geeft een richting en niet meer dan dat. 

 

Eigenlijk kunnen we nu al wel ophouden. Want hier wordt een fundamentele wissel omgezet en op een ander spoor overgegaan. Niet meer het geloof in de Schrift als het geheel door de Heilige Geest geïnspireerde onfeilbare Woord van God is de grondslag van ons geloof maar een oud boek waarin ongetwijfeld fantastisch mooie blijvende dingen over Gods eeuwige genaderijk staan, maar dat we toch steeds de menselijk maat moeten nemen: vinden we het aanvaardbaar voor ons moderne al dan niet wetenschappelijke denken of behoort het tot onnodige ouderwetsheid die ons belemmert in onze persoonlijke geloofsideeën. De oude vrijzinnige ketterij dat de Bijbel niet Gods Woord is maar Gods Woord in de Bijbel staat, steekt hier weer de kop op.  

 

Misschien is het toch goed om uit de brochure te laten zien hoe deze opvatting van de 'Bijbelleraar' van de NGK doorwerkt en welke consequenties die heeft. We noemen een paar kernzaken.

 

Schriftgezag

 

Drs. De Jong ziet overal gradaties van gezag in de Schrift. Bovenaan staan de Tien Geboden want die zijn door Gods vinger zelf geschreven. Nu ja, niet letterlijk want er zijn twee versies van de geboden ontstaan. Maar ze zijn toch wel extra-gezaghebbend. Dat is anders dan met verordeningen die Mozes niet beitelde, maar schreef in natte kalk op een steen. Dat is van een ander niveau.
Dat geldt ook van Paulus als hij bijvoorbeeld in 1Kor. 7:12 schrijft: "Dat zeg ik, niet de Here". Of in 1Thess. 4:15: "Want dit zeggen we u met een woord des Heren..".

Paulus kan later allerlei inzettingen en verordeningen vervallen verklaren want "dat zijn dingen die door het gebruik teloor gaan zoals dat gaat met voorschriften en leringen van mensen"(Col. 2:22). En praat de Here Jezus ook niet over 'het zwaarste van de wet? (Mat. 23:23)?

 

We moeten het gezag van de Schrift dus wat relativeren, volgens De Jong. Er is een 'gelaagdheid', een 'gradatie' van gezaghebbendheid. En daarom aarzelt hij ook niet om wat "vrijer over Schriftkritiek te gaan denken". Want daar geeft, volgens hem, de Schrift zelf ook aanleiding toe? Paulus spoort immers zélf tot Schriftkritiek aan als hij in 1Kor. 11:13 zegt: … 'oordeelt zelf'… Weliswaar een 'lichte vorm van Schriftkritiek', maar toch.

 

Je ziet hier hoe het loslaten van de hele Schrift als geïnspireerd Woord van God leidt tot allerlei speculaties en buitenissige exegeses, zoals De Jongs bovenstaande interpretaties. Immers, als Paulus zegt 'dat zeg ik, niet de Here' dan is dat toch eenvoudig op te vatten als verwijzing naar een rechtstreekse uitspraak van de Here Jezus Christus op aarde en niet een relativerende opmerking van Paulus' eigen door de Heilige Geest geïnspireerde gezag?

En we weten toch dat de oude (ceremoniële) inzettingen en verordeningen hebben afgedaan, niet omdat ze niet meer passen in onze moderne tijd maar omdat sinds Christus' kruis en opstanding zij hebben afgedaan? Die oude inzettingen waren wel degelijk goddelijk geïnspireerd. Ongehoorzaamheid eraan werd niet zelden met de dood gestraft. Denk bijvoorbeeld aan Mozes' nalatigheid Gersom te besnijden.   

 

Ruimte

 

Waarom wil drs. De Jong zo knabbelen aan het Schriftgezag? Een sterk motief lijkt voort te komen om ruimte te creëren allerlei zaken in de Bijbel die hij als onvolkomenheden ziet en voorschriften en geboden die niet meer van deze tijd zouden zijn vrijmoedig te kunnen bekritiseren of niet meer van toepassing te verklaren. Want als er één ding is waar deze Nederlandse gereformeerde predikant een hekel aan lijkt te hebben dan is het aan 'gladstrijkerij' en 'overvraging' van de Bijbel.

En die ruimte gebruikt hij ook zonder scrupules. Een paar voorbeelden.

 

Het scheppingsverhaal in Genesis is natuurlijk niet meer te geloven in deze tijd. De Jong is tevreden met zijn standpunt dat de Heilige Geest mogelijk een oude mythologische Babylonische voorstelling van Adapa's zondeval (wie dat ook moge zijn), nieuw leven heeft ingeblazen. Natuurlijk profetisch bewerkt, dat wel. In elk geval kun je de eerste vier hoofdstukken van de Bijbel niet gebruiken voor "onze precieze reconstructie van de geschiedenis". De "exacte feitelijkheid van Genesis 3 is eigenlijk "onmogelijk vast te stellen" vindt deze predikant.

 

Je moet je even realiseren wat ons gereformeerden hier even afhandig wordt gemaakt. Het scheppingsverhaal is een bewerkte mythe geworden. Het cruciale moment in de geschiedenis van de zondeval van mensheid is niet meer 'te reconstrueren'. Is het wel zo gebeurd?  En dan kan De Jong wel zeggen dat het in Genesis 1-11 om "historische werkelijkheidsbeschrijving gaat maar met dat theologische kluitje moeten we ons niet in het riet laten sturen. Want wat bedoelt hij met die beschrijving "werkelijkheid op de wijze van de profetie, geestelijk, symbolisch"?In elk geval geen werkelijkheid "als in onze natuurkunde- en geschiedenisboeken".

We herkennen hier de ketterij die een PKN-dominee zo treffend onder woorden bracht: het is niet echt gebeurd maar wel waar.

  
En laat niemand denken dat het daarbij alleen om de eerste hoofdstukken van Genesis gaat. Eenmaal op deze weg is er geen houden meer aan. De Jong ziet dat 'profetisch karakter' gelden voor alle geschiedschrijving in de Bijbel. Neem maar de evangeliën, zegt hij, er zijn er vier van en ze zijn op allerlei punten niet met elkaar te rijmen, zie bijvoorbeeld de tempelreinigingen en de opstandingsberichten. Het is "absurd" om dat met elkaar te willen rijmen. Nee, de Geest heeft een eigen schikkingsprincipe, volgens De Jong. Dat klinkt vroom, maar is het, ontdaan van mooie terminologie, niet iets als 'de Heilige Geest rommelde ook maar wat aan met feiten en data?"

 

Grenzen

 

Iedereen kan zien dat hier de fundamenten onder de gereformeerde geloofsleer worden weggebroken. Drs. De Jong voelt ook zelf wel aan dat hij met zijn "gelovige redelijkheid" hier op een heel glad pad is gekomen. Met schrik in zijn stem waarschuwt hij dan ook voor een "overkritische houding tegenover de Bijbel" en maant: "Geen vooringenomenheid, graag!"

Als het niet zo triest was, zou je er om moeten lachen. Want hier roept de dief 'houdt de dief'. Een Bijbelgeleerde die bezig is gereformeerde gelovigen de grond onder de voeten weg te graven roept om wel te blijven staan. Maar dat zal niet lukken.

 

Waar ligt voor drs. De Jong de grens? Want eenmaal op het Schriftkritische pad is het moeilijk om nog ergens de hakken stevig in het theologische drijfzand te planten. De Jong is een bewonderaar van Kuitert, laat hij weten, "hij heeft veel aan hem te danken". Maar de (on)geloofsontwikkeling van deze synodale professor mondde uit in de belijdenis dat 'alle kennis over Boven komt van beneden. Volgt De Jong ook dat spoor?
Niet helemaal, want De Jong stelling is een variant: "niet alles over boven is van beneden, maar er is wel meer van beneden dan wij altijd gedacht hebben".

 

Met zo'n stelling kun je natuurlijk alle kanten op. Want wat is 'niet alles' over boven, wat is 'wel meer', en 'wie dacht wat'? Hoeveel is 'meer' en hoeveel blijft over van 'niet alles'? Ongrijpbaar glibberig is zo'n uitspraak.
Maar in elk geval heeft De Jong dus wel een grens. Hij vindt het 'onbegrijpelijk' dat Boven zelf ook onder Kuiters spreuk valt. Dus maar even kort door de bocht, het is onacceptabel dat we God zelf, zouden hebben verzonnen, zoals uiteindelijk Kuiterts ongeloofsbelijdenis is geworden. Interessant is dan natuurlijk op welke grond De Jong zeker weet dat Boven niet ter discussie kan staan in zijn geloofsovertuiging.

Hij heeft daar een wonderlijk filosofische redenering voor. Kern daarvan is dat een mens toch niet uit zichzelf heeft kunnen verzinnen dat er een god is als die er niet echt zou zijn...? Zijn voorbeeld: je verzint toch ook niet een zwevend potje pindakaas boven de wolken als daar niet een duidelijk aanleiding toe is? Niemand gelooft zo iets, maar vele mensen geloven wel in God. Veel mensen denken dat God bestaat, ergo God bestaat. Ja zelfs dieren houden zich, volgens De Jong, "eerbiedig" stil bij een onweer…

Nou dan!

 

Het valt te vrezen dat maar weinig mensen echt hun leven en sterven op dit dunne wijsgerige bomijs durven baseren. In elk geval zakt dat van mij er onmiddellijk doorheen.

Ook hier is m.i. De Jong volledig losgeslagen van de frank en vrije gereformeerde belijdenis van God en zijn Woord in NGB art. 5. We hebben geen bewijzen nodig en zullen ook nooit enige ultieme zekerheid uit slimme epistemologische redeneringen halen, noch uit voor onweergeweld doodsbange dieren. Alleen uit genadig ontvangen geloof weten we zeker. En dan, alleen dan, zien we God de almachtige Schepper in zijn wondere presentie in deze wereld. In zijn liefdevolle werk in mensen en ontzagwekkende grootheid in de natuur.

 

Ethiek

 

De visie van De Jong op de Bijbel moet natuurlijk ook grote gevolgen hebben voor tal van ethische zaken. En dat blijkt ook uit zijn brochure.

Hij onderscheidt zonder het precies te definiëren, grote en kleine ethiek. Als voorbeeld noemt hij Gij zult niet echtbreken groot en is echtscheiding geoorloofd kleine ethiek. We dachten altijd dat die van alles met elkaar te maken hebben maar De Jong houdt van dit onderscheid omdat hij de kleine ethiek "ontgroeid" is. Hij vindt dat wel wat arrogant klinken maar het is nu eenmaal niet anders.

De Jong wil zijn leven niet (meer) helemaal naar het Woord reguleren. Daar is hij zo langzamerhand van "losgekomen". Al dat gedoe en gepietepeuter wat mag en niet mag, daar gaat maar heel veel tijd en energie in zitten. Bovendien geeft het bij de wereld om ons heen een negatieve indruk: christenen die overal tegen zijn/waren: abortus, euthanasie, homoseksualiteit, afschaffing van de doodstraf, de pil, etc. Terwijl in veel situaties een meer genuanceerd denken daarover op zijn plaats is, volgens De Jong.

Daarom moeten verdere frustraties voorkomen worden door op te houden de Bijbel te overvragen, vindt de emeritus. Natuurlijk laten we Bijbel wel intact en schrappen er geen stukjes van. We moeten hem wel "zorgvuldig, eerbiedig en geduldig lezen". Maar veel van de Bijbel kunnen we niet meer plaatsen of naar onze tijd overbrengen. Het gaat om wijsheid en intuïtie. En De Jong beveelt aan het verder maar aan het geweten van de gelovigen over te laten, bijvoorbeeld als iemand weloverwogen tot abortus heeft besloten.

Want: "de Bijbel is de weg waarlangs God zijn volk met gedetailleerde voorschriften heeft geleid tot op het moment dat Hij gezegd heeft: nu kun je het zelf wel."

En zo worden we, nadat het gezag van het hele Woord werd losgelaten, teruggeworpen op onszelf. Wij kunnen het, weliswaar 'met goddelijk licht bestraald', zelf wel.

 

We hoeven overigens niet te denken dat dit een specialité de la maison van de NGK is. De ethiek die in Kampen wordt gedoceerd vertoont hier ook trekken van. De discussies en synodebesluiten van de laatste jaren m.b.t. de zondagsrust en huwelijk en echtscheiding weerspiegelen dat. Wij bepalen zélf wat goed is in allerlei situaties. Duidelijke geboden van de Here regeren niet meer ons leven. De gevolgen daarvan zijn duidelijk: verwildering van het christelijke leven.

 

Tenslotte

 

Drs. H. de Jong heeft samen met anderen enkele tientallen jaren predikanten opgeleid voor de Nederlands gereformeerde kerken. Het valt niet te onderschatten hoe groot zijn invloed is geweest en nog is. Zou het niet dwingend noodzakelijk zijn dat eventueel nieuwe deputaten DKE diepgaand met deze kerken doorspreken over de binding aan de belijdenis en de handhaving daarvan? De brochure van ds. De Jong geeft daar alle reden toe.

Beter dan de doodlopende nieuwe weg van De Jong is te kiezen voor de oude paden:

 

Zo zegt de HERE: Gaat staan aan de wegen, en ziet en vraagt naar de oude paden, waar toch de goede weg is, opdat u die gaat en rust vindt voor uw ziel. (Jer. 6:16a)

 

 

Dit jaar wordt er aan de Christelijke Gereformeerde theologische universiteit te Apeldoorn een Henk de Jong-leerstoel ingesteld met als hoogleraar de Nederlands gereformeerde dr. J. Dekker ….

   



[1] 2Tim. 3:16  Elk van God ingegeven schriftwoord is ook nuttig om te onderrichten, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de gerechtigheid, opdat de mens Gods volkomen zij, tot alle goed werk volkomen toegerust.
2Petr. 1:20,21 Dit moet gij vooral weten, dat geen profetie der Schrift een eigenmachtige uitlegging toelaat; want nooit is profetie voortgekomen uit de wil van een mens, maar, door de Heilige Geest gedreven, hebben mensen van Godswege gesproken.

Joh. 10:35 35  Als Hij hen goden genoemd heeft, tot wie het woord Gods gekomen is, en de Schrift niet kan gebroken worden,
Mat. 5:18 18  Want voorwaar, Ik zeg u: Eer de hemel en de aarde vergaat, zal er niet een jota of een tittel vergaan van de wet, eer alles zal zijn geschied.

19  Wie dan een van de kleinste dezer geboden ontbindt en de mensen zo leert, zal zeer klein heten in het Koninkrijk der hemelen; doch wie ze doet en leert, die zal groot heten in het Koninkrijk der hemelen.

Openb. 22:18,19 18  Ik betuig aan een ieder, die de woorden der profetie van dit boek hoort: Indien iemand hieraan toevoegt, God zal hem toevoegen de plagen, die in dit boek geschreven zijn; en indien iemand afneemt van de woorden van het boek dezer profetie, God zal zijn deel afnemen van het geboomte des levens en van de heilige stad, welke in dit boek beschreven zijn.