Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Een breuk en zijn oorzaak

 

Redactie een in waarheid

06-02-10
 

Er is opnieuw een scheur ontstaan in de gereformeerd-vrijgemaakte kerken, nu in de gemeente te Dalfsen. Een drietal ambtsdragers waaronder een van de twee predikanten, ds. E. Heres, hebben de gemeente opgeroepen terug te keren in het oude spoor van de Gereformeerde Kerken. Dat spoor werd door de meerderheid van de Dalfser kerkenraad verlaten met de ratificatie van alle besluiten van de synode van Zwolle-Zuid. Daarom vergaderen deze herders van Christus' kerk hun toevertrouwde schapen nu op een andere plaats.
 

Een afscheiding kan op weinig sympatie rekenen in kerkelijk Nederland. De modderkluiten vlogen al door de lucht in de eerste reacties van het digitale Nederlands Dagblad. Scheurmakers! Nog meer verbrokkeling! Nog weer vrijgemaakter dan vrijgemaakt! En een positief artikel over wat zich in Dalfsen voltrok hoeven we niet te verwachten in de vrijgemaakte pers.
 

Smaad dus. Maar laten we even dieper kijken dan allerlei digitale debunking. Wat heeft nu de scheur veroorzaakt in dat dorp onder de rook van Zwolle?
In een lang proces van kerkelijke moeiten en strijd tegen de afval in de gereformeerde kerken is met vele onschriftuurlijke besluiten van de laatste synode de teerling geworpen. De kerken komen niet terug op de verkeerde koers die is ingezet. Ondanks vele bezwaarschriften en smeekbeden.
Dáár ligt de kernoorzaak van de breuk. Daarom kunnen ambtsdragers het coram Deo in hun geweten niet meer verantwoorden te buigen voor synodale ordonnanties. En het ook onverdraaglijk vinden hoe erediensten worden ontheiligd. Dienstknechten van God die Hem meer gehoorzaam willen blijven dan allerlei bevelen vanuit een neo-synodocratie.

De keus is niet gemakkelijk. Je verlaat een comfortabele gesettelde gemeenschap met vele faciliteiten. De toekomst is menselijk gezien heel onzeker. Wat is er veel moeite om in eenheid van het ware geloof samen voort te gaan.
Maar één ding is zeker, de Here is trouw aan zijn Verbond en beloften. Hij is het Die voorgaat. Hem volgen hoe diep het dal ook is en hoe zwaar de strijd: gehoorzaamheid levert de erekrans die Gods kinderen uit genade ontvangen.
Het mag diep verdriet doen dat er opnieuw een breuk ontstond in de GKv. Tegelijk mag ook de blijdschap worden ervaren die het volgen van Jezus Christus in de ruimte van het Woord met zich meebrengt.
 

We willen onze lezers oproepen onderstaande documenten met aandacht te lezen en eerlijk te overwegen. Uit de stukken kan voor ieder duidelijk zijn waarom de broeders en zusters in Dalfsen zó hebben gehandeld. Neem en lees dus.
Daarbij zouden we ook m.n. andere ambtsdragers in onze kerken willen vragen: kunt u zélf nog, eerlijk voor God en in uw geweten wél verantwoorden wat onze kerken besloten hebben en instemmen met de koers die zij gaan?
 

We laten hier de drie onderdelen informatie die naar de gemeente van Dalfsen is gezonden, in extenso volgen.
 

Redactie één in waarheid
 


 

1 - Oproep
 

Geachte kerkenraadsleden, broeders en zusters in de gemeente
 

Als ondertekenaars van dit schrijven moeten wij vaststellen dat de raad van de Gereformeerde Kerk te Dalfsen alle besluiten van de Generale synode van Zwolle-Zuid heeft geratificeerd. Ook de besluiten waartegen ernstige bezwaren op grond van de Heilige Schrift en de kerkorde zijn ingebracht. Ook besluiten van voorgaande synodes (Leusden 1999, Zuidhorn 2002, Amersfoort-C 2005) waartegen eveneens bezwaren op grond van Schrift en kerkorde waren ingebracht, zijn door de kerkenraad indertijd geratificeerd. Daarmee stemt de kerkenraad in met het toelaten van ernstige dwalingen in het kerkverband van de Gereformeerde Kerken en is daar ook mede verantwoordelijk voor.
Omdat ook afzonderlijke ambtsdragers en ook gemeenteleden mee verantwoordelijk zijn in deze volharding in de afdwaling van Schrift en Belijdenis zien wij ons genoodzaakt ons dan ook vrij te maken van deze bovenschriftuurlijke binding die de kerkenraad ons oplegt.
 

Wij maken ons dan ook vrij van de onderstaande besluiten van de GS van Leusden, Zuidhorn, Amersfoort-C en Zwolle-Zuid.
 

Wij geven heel kort eerst weer waar de besluiten op neer komen. Een nadere uitwerking vindt u daarbij.  De tweede brochure bevat de brief die ambtsdragers naar de kerkenraad gestuurd hebben, waar uitvoeriger en meer gedocumenteerd op de besluiten en de gevolgen daarvan wordt ingegaan.
 

Besluit over het vierde gebod (de zondagsrust)
Van het vierde gebod (over de sabbatsrust) mag geleerd worden dat dit in de nieuw- testamentische tijd geen gebod van de Here is.
 

Besluit over het zevende gebod (huwelijk en echtscheiding)
De grenzen over de toelaatbaarheid van echtscheiden en hertrouwen na scheiden worden niet meer op Schriftuurlijke gronden getrokken.
 

Besluit tot het toelaten van gasten aan het avondmaal
Zowel in de kerkorde als in het avondmaalsformulier wordt 1 Cor.10 nagesproken dat de Here ons door de Heilige Geest als leden van één lichaam in broederlijke liefde onderling verbindt en dat wij daarom één lichaam zijn. Toelating van leden die niet behoren tot de eigen gemeente of één van de zusterkerken, verbreekt die eenheid.
 

Besluit tot samenspreking met de Nederlands Gereformeerde Kerken.
De synode heeft enerzijds aangedrongen op terughoudendheid, terwijl anderzijds goedgekeurd wordt dat plaatselijke kerken samenspreken en zelfs samenwerken (kanselruil en gemeenschappelijke  avondmaalsviering)
 

Besluit tot het instellen van een commissie ”man/vrouw in de kerk”
Afwijzing van het toelaten van vrouwen in de ambten op grond van de Schrift, staat ter discussie. Het nieuwe concept kerkorde houdt al rekening met vrouwelijke diakenen.
 

Besluit over homosexuele vriendenparen.Samenleven van verliefde homoparen wordt afgewezen, maar de tuchtoefening over deze samenleving wordt aan de plaatselijke kerkenraden overgelaten. In een gemeente gaat het al zover dat een homopaar met een samenlevingscontract is toegelaten tot het doen van Openbare Geloofsbelijdenis en is zo toegelaten tot het Heilig Avondmaal.
 

Besluit over Kampen-Ichthus.
Een gereformeerd predikant is op onterechte gronden uit zijn ambt gezet.
 

Besluit over de invoering van de NBV
De Gereformeerde Kerken vrijgemaakt zijn de enige kerken waar de NBV zonder slag of stoot is ingevoerd. Deze “compromis-vertaling” geeft Gods woord minder zuiver weer dan de vertaling van NGB-51 en is daarom af te wijzen.
 

Besluit over de invoering van nieuwe gezangen.
Veel nieuwe gezangen, waaronder ook onschriftuurlijke en eenzijdige opwekkingsliederen, zijn ingevoerd zodat de Psalmen een ondergeschikte plaats dreigen te krijgen.
 

En dan nog…
Enkele hoogleraren aan de Theologische Universiteit Kampen hebben in enkele publicaties Schriftkritiek geoefend.
 

Broeders en zusters,
 

Eén en andermaal hebben wij de kerkenraad opgeroepen deze onschriftuurlijke besluiten niet te ratificeren. In het kerkblad hebt u over de laatste ratificatie kunnen lezen. Hoewel wij ons beijverd hebben om vanuit Schrift en Belijdenis te argumenteren, moeten wij helaas constateren dat de kerkenraad op geen enkele wijze heeft aangetoond dat onze argumenten Schriftuurlijk onjuist zouden zijn.
 

Daar komt nog bij…
De kerkenraad heeft besloten zes keer per jaar een eredienst-plus te organiseren. Erediensten die volop diensten zijn tot eer van de Here. Dat staat voorop, zo meent de kerkenraad. Helaas heeft al bij de eerste eredienst-plus (een jongerendienst) de praktijk de mooi klinkende woorden ingehaald. In de dienst een stukje drama, waarin onze Here Jezus werd afgebeeld, met nota bene applaus, alsof het een toneeluitvoering was. Jonge vrouwelijke gemeenteleden gingen voor in Schriftlezing en de dienst van voorbede. Jongeren namen in deze dienst taken van ambtsdragers over.
 

In het kerkblad van 22 januari schreef ds. Van der Jagt over de betekenis van de artikelen 28 en 29 van de NGB. Daarin “vergat” hij wel een belangrijk deel uit artikel 29 waarin duidelijk wordt gemaakt waaraan de ware kerk, waarbij zich een ieder moet voegen, moet voldoen:

  1. Zuivere bediening van Gods Woord.
  2. Door de besluiten rond het 4e en 7e gebod en door schriftkritische bijdragen in publicaties door enkele hoogleraren uit Kampen zonder dat deze Schriftkritiek wordt weerlegd, is dit kenmerk in geding.
    Zuivere bediening van de sacramenten.
  3. Door toelating van gasten uit andere kerkgenootschappen aan het Heilig Avondmaal wordt dit sacrament niet meer bediend zoals Christus in Zijn Woord geboden heeft.
    De kerkelijke bediening van de tucht.

Door kerkenraden de vrijheid te geven tucht wel of niet uit te oefenen in zaken als huwelijk en echtscheiding en samenleving van homoparen, grondt men zich meer op mensen dan op Christus (zie artikel 29 NGB).
 

In zijn conclusie geeft ds. Van der Jagt twee redenen waarom afscheiding niet geboden is:

  1. ”Omdat er binnen de kerk geen vijanden van Christus zijn, blijft eenheid geboden”.
  2. We hebben al aangetoond dat de eenheid er alleen kan zijn als de kerk ook alle kenmerken vertoont zoals genoemd in artikel 29 NGB
    ”Omdat niemand in de kerk monddood gemaakt wordt is er geen reden tot afscheiding”.
    Na de synode van 2008 is voor individuele kerkleden alleen bezwaar mogelijk bij zijn eigen kerkenraad en is het niet meer mogelijk om revisie van synodebesluiten aan te vragen. Als een bezwaard kerklid zijn eigen kerkenraad niet kan overtuigen is er voor hem nergens meer een andere weg. Dus wel monddood.
    Op veel bezwaren die bij de synode ingebracht zijn is niet inhoudelijk gereageerd. Daarin zijn de bezwaarden dus doodgezwegen. Dat staat gelijk met monddood maken. Zo heeft ook onze kerkenraad op geen enkele wijze aangetoond dat onze bezwaren, vanuit Schrift en Belijdenis, ongegrond zouden zijn.

Als ds. Van der Jagt deze twee punten uit zijn conclusie zou toepassen op de vrijmaking in 1944 zou dan  de vrijmaking door hem ook niet onrechtmatig genoemd moeten worden?
 

Over de kwestie Kampen-Noord schrijft ds. Van der Jagt:
 

Maar hoe men die zaak ook beoordeelt, de laatste synode wees een weg waarlangs de betrokken predikant weer beroepbaar dienaar van het Woord kon zijn”. Ds. Van der Jagt gaf hier niet bij aan dat aan het weer ontvangen van hem en zijn medebroeders en aan het beroepbaar stellen van de betrokken predikant de voorwaarde is verbonden dat zij wel eerst met de door hen bestreden en betwiste synodebesluiten moesten instemmen en dat zij zich moesten bekeren van de zonde van scheurmakerij en daarover schuldbelijdenis moesten doen.
 

Oproep
 

Broeders en zusters,
 

Wij weten ons geroepen terug te keren naar het oude spoor van de Gereformeerde Kerken. Daarvoor is het nodig als nieuw te institueren gemeente erediensten te gaan beleggen. Ingaande zondag 7 februari  worden erediensten belegd in het “Emmagebouw”,  Emmastraat 21 te Dalfsen.
In deze diensten, die beginnen om 10.00 uur en 16.30 uur, hoopt ds. E. Heres voor te gaan.
Wij roepen u met klem op met ons verder te gaan in het gereformeerde spoor zoals dat de eeuwen door aangewezen is via Reformatie, Afscheiding en Vrijmaking.

 

Als u vervoer naar het ”Emmagebouw” nodig hebt kunt u bellen naar 0529-434376
 

Op de bijlage vindt u de namen van de broeders en zusters die zich achter deze oproep scharen. [niet gepubliceerd, eiw]
 

2 - Nadere uitwerking van de bezwaren tegen de synodebesluiten.
 

Besluit over het vierde gebod (de zondagsrust)
 

De GS van Leusden 1999 heeft in onze kerken ruimte geboden om te leren dat het rusten op de zondag in onze tijd niet door de Here in het vierde gebod wordt geboden.
Het kernpunt hierbij is of de Here ons in de Schrift naast het vieren van de zondag, met name door de erediensten bij te wonen, ook gebiedt te rusten, d.w.z. ons dagelijks werk te laten liggen (afgezien van noodzakelijk werk: politie, brandweer, zorg e.d.). Dit standpunt is de eeuwen door van kracht geweest. De synode stelt nu dat er ook een andere opvatting is geweest dat dit gebod in de nieuw-testamentische tijd niet meer van kracht is. Een beroep op de scheppingsorde dat de Here op de zevende dag rustte en dat daarop rust op de sabbat geboden is is door de synode afgewezen. Ook doordat de dwaling van ds. Doedens in “Woord op Schrift”  ( die Genesis 1 niet als historische gebeurtenis wil beschouwen, maar meer als een achteraf geschreven verhaal - zie verder onder : en nog dit..) niet is afgewezen, onderschrijft nog eens hoe ver men is afgeweken van de Schrift.
 

Besluit over het zevende gebod (huwelijk en echtscheiding)
 

De synode heeft in haar besluit (2005) uitgesproken dat echtscheiden en hertrouwen na echtscheiding  niet is in “de stijl van het Koninkrijk” en daarom niet mag. Dit is echter een principe-uitspraak want er blijken echter wel “gronden” te bestaan waarop in een echtscheiding “berust” moet worden. Hiervoor is als een aantal gronden aangewezen: zwakte in het geloof, onmacht om het goede in praktijk te brengen of vol te houden, te goeder trouw uit Gods Woord anders te lezen, gebrek aan vrijmoedigheid en verdergaand handelen van kerkenraden vanwege algehele zwakte in de gemeente.
De Bijbelse gronden : overspel en kwaadwillige verlating om het geloof zoals aangegeven in Matt. 5 en 19 en 1 Kor. 7 worden niet meer als normatief beschouwd. In de nieuwe hermeneutiek (zoals eerder genoemd) worden deze Schriftplaatsen anders uitgelegd alsof in nieuwe situaties, waarin Paulus (en Christus zelf!) niet heeft voorzien, andere regels gelden.
In een groot aantal situaties, zoals hierboven beschreven, kan worden afgezien van tuchtbediening. Ook hier wordt het weer overgelaten aan de plaatselijke kerkenraad. Hierdoor kan binnen de gemeente van God de zonde blijven bestaan en gaat er geen oproep uit naar de gemeente om de zonde te weren.
 

Besluit over gasten aan het avondmaal
 

De synode heeft het besluit genomen om ook leden die niet behoren tot een zusterkerk (een Gereformeerd vrijgemaakte kerk dus) toe te laten tot het Heilig Avondmaal. In een uitvoerig schrijven aan de kerkenraad hebben wij met bewijzen vanuit Schrift en Belijdenis aangetoond dat het synodebesluit naar artikel 31 van de KO moet worden verworpen.
In het kerkblad hebt u de inbreng van een aantal broeders kerkenraadsleden kunnen lezen. De kerkenraad heeft op geen enkele wijze vanuit de Schrift kunnen aantonen dat de ingediende bezwaren onjuist zijn. De bezwaren geven wij hieronder kort weer.
In het Heilig Avondmaal wordt gevierd de gemeenschap met Christus en de gemeenschap der heiligen zoals die er is in de gemeente van Christus.
Uit het Woord van God (1 Cor. 10:17, 1 Cor. 12:12-31), de gereformeerde belijdenisgeschriften (NGB art.35) en de gereformeerde kerkorde is het duidelijk dat het sacrament van het Heilig Avondmaal gegeven is aan Christus' kerk, die in gehoorzaamheid aan het Woord van God zorg draagt voor schriftuurlijke prediking, bediening van de sacramenten en handhaving van de kerkelijke tucht (art. 29 NGB).
 

Avondmaalgemeenschap is dan ook niet mogelijk met leden van een kerk of groepering waarmee geen zusterkerkrelatie is.  Gehoorzaamheid aan Christus, het Hoofd van de kerk, houdt ook in dat deze gelovigen ook de kerkkeus maken overeenkomstig art. 28 Nederlandse Geloofsbelijdenis, en zich, door middel van lidmaatschap, stellen onder opzicht en tucht van de kerkenraad. 
 

Art. 60 van de kerkorde zegt dat: “alleen zij die belijdenis van het geloof naar de gereformeerde leer hebben gedaan en godvrezend leven” kunnen worden toegelaten. Dat geldt ook van hen die een “goede attestatie” van een zusterkerk kunnen overleggen. De synode heeft dit van zijn historische betekenis ontdaan.
Met dit synodebesluit worden gasten toegelaten van wie door de gereformeerde kerken voorheen altijd gezegd is dat zij zich naar art. 28 en 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis (NBG) dienden te voegen bij de ware kerk. Deze oproep is door dit synodebesluit weggevallen. Artikel 60 van de kerkorde spreekt helemaal niet over gelovigen buiten de kerk.
 

Besluit over samenspreking met de Nederlands Gereformeerde Kerken

  • De synode heeft voor verdere samenspreking met de NGK de deputaten opgedragen om verder door te spreken over
    de verschillen in omgaan met de binding aan de belijdenis in GKv en NGK
  • de verschillen in omgaan met afwijkingen van de belijdenis in GKv en NGK
  • de openstelling van de ambten voor vrouwen

Hoewel de synode geen mogelijkheden ziet om daadwerkelijk met de NKG te gaan samenspreken worden plaatselijke samensprekingen en zelfs samenwerking tussen GKv en NGK goedgekeurd. Het synodebesluit ligt er wel, maar de plaatselijke kerk hoeft zich daar niets van aan te trekken.
 

Besluit tot instelling van de commissie”man/vrouw in de kerk”
 

De synode besloot tot het instellen van een studiecommissie. Het argument is dat er in “Bijbelgetrouwe kringen” verschillend wordt gedacht over de vraag of ook vrouwen in het ambt mogen worden toegelaten. Met als suggestie dat het allemaal niet zo helder ligt. Dus is het een probleem geworden. Hier blijkt dus duidelijk dat men meent dat de Schrift hierin niet duidelijk is. Paulus leefde in een andere tijd en datgene wat hij heeft gezegd over de positie van de vrouw kan niet zomaar in deze tijd worden toegepast.  Met een vreemd woord heet dit de nieuwe hermeneutiek. Dus moet er een studie van gemaakt worden. De commissie heeft zich ook laten leiden door een landelijke enquête waarin meer dan de helft vóór een vrouw in het ambt van diaken is. Alsof de mening van de meerderheid uitgaat boven de Schrift.
En de vrouw in het ambt van diaken is niet los te maken van een vrouw in het ambt van ouderling.
Sommige predikanten en docenten in Kampen komen hier openlijk voor uit. (zie ook onder en nog dit..)
 

Besluit over homosexuele vriendenparen
 

Naar aanleiding van een besluit van de kerkenraad van Almelo die heeft uitgesproken dat het samenleven van homofiele gemeenteleden “niet pertinent kan worden afgewezen” zijn hiertegen bezwaren bij de synode neergelegd. De synode besloot het samenleven van homofiele broeders en zusters die een liefdesrelatie hebben en die besluiten zich van sexuele gemeenschap te onthouden, af te wijzen. Maar dat het tot de “pastorale ruimte” van de kerkenraad behoort of hier ook tucht geoefend moet worden.
En weer is hier een uitspraak van de synode dat het eigenlijk verkeerd is, maar dat de kerkenraad zelf beslist of er tucht geoefend moet worden. Wat er in Gods Woord en belijdenis over de tucht staat (afhouding van het Avondmaal na hardnekkig volgehouden zonde) is niet meer normatief, maar de afweging van een plaatselijke kerkenraad wel.
 

Besluit over Kampen-Noord-Ichthus
 

De eerste aanleiding is dat er in toenemende mate moeiten binnen de kerkenraad ontstaan over visieverschillen op het betrekken van Gods Woord en de gereformeerde belijdenis op de gelovige in zijn concrete situatie. Er wordt – tegen de wil van een deel van de kerkenraad en de predikant – een rapport gepubliceerd waarin onbewezen negatieve dingen over de predikant, ds. Hoogendoorn, worden  gezegd. Hij zou halsstarrig zijn en niet bereid tot samenwerken. Terwijl juist op het punt van gereformeerd willen blijven, zoals ds. Hoogendoorn dat wil, er geen compromissen gesloten mogen worden.
Na veel procedures, waarin het deel van de kerkenraad dat achter de gereformeerde principes van de predikant stond, besloot apart te vergaderen vanwege het voordurende onrecht, wordt de predikant uit zijn ambt gezet met als argument: scheurmakerij.
Gegronde bezwaren en veel argumenten zijn naar voren gebracht door de Ichthus-gemeente (de gemeente van ds. Hoogendoorn)  die allemaal na te rekenen zijn.
Er is bij alle kerkenraden – dus ook bij de kerkenraad van Dalfsen – een verzoek ingediend om grondig kennis te nemen van de argumenten van de Ichtus-gemeente en daardoor afstand te nemen van de besluiten van de synode over het afzetten van deze gereformeerde predikant. De kerkenraad van Dalfsen heeft gemeend zich niet met de zaak te mogen bemoeien “omdat het hem niet aangaat”. En zo blijft de situatie bestaan dat er binnen het gereformeerde kerkverband ten onrechte, op onjuiste gronden een gereformeerd predikant is afgezet. Een predikant waarop in leer en leven niets is aan te merken!
 

Besluit over de invoering van de NBV
 

Na de introductie van de NBV hebben veel kerken terughoudend gereageerd om deze vertaling in te voeren. De GKv hebben deze direct en zonder commentaar vrijgegeven voor gebruik in de erediensten. Daarbij – en dat is het logisch gevolg -
wordt eigenlijk de vertaling NBG 51 afgeschreven als verouderd en niet meer bruikbaar. In onze kerk is dat te merken. Een predikant wordt gedoogd om uit de NBG51 voor te lezen. Verzoeken om onderzoek te doen naar de bruikbaarheid van de Herziene Statenvertaling (HSV) zijn door de synode van Zwolle-Zuid afgewezen.
Het zal u ongetwijfeld opgevallen zijn hoe vaak er in een preek verwezen wordt naar de betere vertaling van NBG 51.
En afgezien daarvan zijn er talloze argumenten om aan te tonen dat deze vertaling – tot stand gekomen door een interkerkelijk gezelschap van niet alleen theologen – tot stand gekomen is door steeds maar weer overeenstemming weten te bereiken tussen theologen van allerlei verschillende kerkgenootschappen en ook van niet-theologen. Een kwestie van geven en nemen. Daardoor gaat de zuiverheid van het Woord verloren.
 

Besluit over uitbreiding van het aantal liederen
 

In veel bezwaarschriften is gewezen op de dwaalleer van o.a. het remonstrantisme, de alverzoeningsleer, een onschriftuurlijke sacramentsopvatting enz.  Voor broeders en zusters die deze liederen om gegronde redenen afwijzen is het opgeven van deze liederen in de eredienst een vorm van bovenschriftuurlijke binding.
Bovendien is de lijst van liederen inmiddels zo omvangrijk dat de Psalmen metterdaad in de kerkdiensten verdrongen worden en dat de eenheid van liturgie binnen ons kerkverband mede hierdoor verdwenen is. 
De synode is van oordeel dat de nieuwe liederen niet meer hoeven te worden getoetst door de kerken, maar dat de deputaten hierin de vrije hand hebben. Dus het voorstellen van de nieuwe liederen en de toetsing daarvan liggen in één hand.
Ook verwerpen wij het besluit van de GS van Zwolle-Zuid om deel te nemen aan het project van de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied (ISK) die een opvolger moet maken voor het huidige Liedboek. Wij achten het in strijd met onze roeping om de HERE naar Zijn Woord te eren, om in dezen samen te werken met kerkgenootschappen waarmee geen kerkelijke correspondentie bestaat en waar de dwaalleer niet wordt tegengegaan. 
 

En dan nog dit …
 

Door verschillende theologen die verbonden zijn aan, of verbonden waren aan de Theologische Universiteit te Kampen zijn publicaties verschenen waarin onder andere wordt gezegd dat de schepping, zoals beschreven in Genesis 1, niet werkelijk geschiedenis is geweest, maar dat het als een soort vertelling moet worden opgevat die later door Mozes is ingevoegd (ds. Doedens). Ook wordt het mogelijk geacht dat er een soort oerknal kan zijn geweest met een daaropvolgende evolutie, waarbij wel erkend wordt dat God die geleid heeft (mening van prof. Douma)
Ook is er een docent (Paas) benoemd die gezegd heeft dat de uitkomsten van godsdienst-historische wetenschap voor het verstaan van sommige historische Bijbelgedeelten  bepalend zijn en niet in de eerste en enige plaats de gegevens uit de Bijbel.
 

Daar komt nog bij…
 

De kerkenraad heeft het besluit genomen om 6 keer per jaar zogenaamde erediensten-plus te houden. Hierbij is de kanttekening gemaakt dat deze diensten niet bedoeld zijn voor een bepaalde categorie maar blijken in de praktijk te worden aangekondigd met  bijv. de naam ‘jeugddienst’. De wijze waarop de inbreng van jongeren bij de voorbereiding op de dienst en ook in de dienst zelf wordt geregeld is in strijd met het karakter van de heilige dienst aan God zoals de kerk van de eeuwen die in de zondagse kerkdiensten heeft mogen oefenen.
Op 3 januari jongstleden is de eerste dienst belegd met in de nieuwsbladen aangekondigd als “jeugddienst”.  In deze dienst vond een stuk drama plaats waarin zelfs door een deelnemer in wit gewaad, de Here Jezus werd uitgebeeld. Ook werd een Schriftgedeelte voorgelezen door een jong  vrouwelijk gemeentelid. Ook het gebed na de preek werd door een jonge vrouw uitgesproken. In deze dienst werden taken die tot het ambt van ouderling behoren door jongeren verricht.
 

Als u hierna enkele zaken wat verder uitgediept wilt zien, verwijzen wij u naar de brief van ds. Heres en twee ambtsdragers. [Zie de Verklaring hieronder, eiw]
 

3 - Verklaring van kerkelijke stappen om gereformeerd te blijven
 

Geachte kerkenraadsleden en broeders en zusters in de gemeente,
 

Als ondertekenaars van dit schrijven, ambtsdragers bij de Gereformeerde Kerk te Dalfsen, moeten wij vaststellen dat de raad van de Gereformeerde Kerk te Dalfsen alle besluiten van de Generale Synode van Zwolle-Zuid heeft geratificeerd. Ook de besluiten waartegen ernstige bedenkingen op grond van de Heilige Schrift en de kerkorde zijn ingebracht. Ook besluiten van voorgaande synodes (Zuidhorn 2002, Amersfoort-Centrum, 2005) waartegen eveneens bezwaren op grond van Schrift en kerkorde waren ingebracht, zijn door de kerkenraad indertijd (o.a. inzake het vierde gebod en het zevende gebod) of alsnog (inzake ‘gasten aan het Heilig Avondmaal’) geratificeerd. 
Daarmee stemt de kerkenraad in met en is hij mede verantwoordelijk voor het toelaten van ernstige dwaling in het kerkverband van de Gereformeerde Kerken.
 

Ook afzonderlijke ambtsdragers en, waar het zich voordoet, gemeenteleden worden gebonden  aan de genomen besluiten. Zij moeten aan uitvoering en toepassing medewerking verlenen. Zo worden zij gebonden met een binding die boven de Schrift uitgaat. Deze binding brengt hen in gewetensnood, omdat van hen verwacht wordt dat zij een verantwoordelijkheid op zich nemen die zij niet kunnen dragen.
 

Tegelijk moeten wij vaststellen, dat de kerkenraad besloten heeft de brief van de kerkenraad van Kampen-Ichthus, d.d. 14 mei 2009 niet te behandelen en de besluiten van de GS van Zwolle – Zuid inzake ‘Kampen-Noord niet te bespreken. Dat betekent dat de kerkenraad en de kerk van Dalfsen, evenals alle andere kerkenraden en kerken in ons kerkverband die op gelijke wijze handelen, mede verantwoordelijk zijn voor het verwerpen van trouwe dienaren van Christus. Zij stemmen in met door het kerkverband bevestigd misbruik van de kerkelijke tucht.
 

Eén en ander raakt de kenmerken van de ware kerk in zodanige mate, dat wij ons geroepen achten de volgende stappen te zetten:
 

- Wij nemen afstand van en verwerpen de besluiten die de synodes van Leusden 1999, Zuidhorn 2002 en Amersfoort-Centrum 2005 en Zwolle-Zuid 2008 genomen hebben inzake het vierde gebod, over de zondag als rustdag.
De GS van Amersfoort-C heeft, nadat vanuit de kerken veel bezwaren waren binnengekomen inzake uitspraken in dezen van haar voorgangers, besloten een ‘Handreiking’ uit te geven onder de titel ‘Zondag, heerlijke dag’. Deze ‘Handreiking’ biedt in veel opzichten een goed getuigenis over de doorwerking van het vierde gebod. De Handreiking heeft echter slechts een vrijblijvend karakter en heeft niet de status van een kerkelijke uitspraak. Bovendien spreekt de synodale handreiking bewust niet over de rustdag als een instelling die al bij de schepping door God gegeven is.  Daarmee wordt tekort gedaan aan het feit dat op grond van Gen. 2:2,3 en uit Exod. 20:8-11 de rustdag als een instelling vanaf de schepping gezien en geheiligd dient te worden.
Het besluit van de GS van Leusden dat de opvatting ‘dat de zondag als rustdag niet gebaseerd is op een goddelijk gebod’ niet te veroordelen is, is niet uit het midden van de kerken weggenomen.  De GS van Amersfoort-C heeft geen halt toegeroepen aan de geest van dwaling die de kracht van Gods geboden ondermijnt en de schriftuurlijke prediking en oefening van opzicht en tucht ontkracht.  De GS van Zwolle-Zuid heeft alle revisieverzoeken aangaande het vierde gebod afgewezen of voor kennisgeving aangenomen. Daarmee is heel ons kerkverband er verantwoordelijk voor dat afbreuk wordt gedaan aan het universele karakter van het rustaspect van het vierde gebod.
   
- Wij nemen afstand van en verwerpen de besluiten van de GS van Amersfoort-C (Acta Art. 57) en van Zwolle-Zuid (Acta art. 33, 36, 37,38) m.b.t. het zevende gebod.
De besluiten van beide synodes maken het mogelijk dat in het kerkverband van de GKV niet langer vanuit Schriftuurlijke normen een grens getrokken hoeft te worden waar het gaat om de toelaatbaarheid van echtscheidingen en hertrouwen. Echtscheiding en hertrouwen na echtscheiding wordt weliswaar in strijd geacht met de stijl van het koninkrijk, maar in verschillende concrete gevallen kan volgens de regelgeving van de synode echtscheiding en hertrouwen worden toegestaan.  Er is ruimte gemaakt voor meerdere situaties van echtscheiding en hertrouwen waarin geen tucht behoeft te worden toegepast (of waarin mag worden volstaan met een publieke vermaning). ‘Gedacht kan worden aan situaties, waarin sprake is van zonde die – voor zover te beoordelen – niet voortkomt uit bewust verzet tegen God en zijn Woord. Er kan bijvoorbeeld sprake zijn van a. Zwakte van geloof of christelijke overtuiging; b. Onmacht om het goede in de praktijk te brengen of vol te houden; c. Te goeder trouw uit Gods Woord gewonnen ander inzicht dat toch als dwaling gezien moet worden; d. Gebrek aan vrijmoedigheid tot verdergaand handelen door de kerkenraad vanwege algehele zwakte in de levensstijl binnen de gemeente en de daardoor opkomende risico’s van schijnheiligheid en meten met twee maten.’
Hiermee overschrijdt de synode de grenzen die in de Schrift zelf worden getrokken t.a.v. de toelaatbaarheid van echtscheidingen en hertrouwen. Doordat de zogenoemde echtscheidingsgronden (= de Schriftuurlijke grenzen) zijn weggevallen is er feitelijk een open mogelijkheid gecreëerd om in allerlei situaties echtscheidingen en hertrouwen toe te laten, zonder duidelijke begrenzing vanuit de Schrift.
Dat de synode (i.c. Amersfoort-C 2005) tot deze nieuwe opvatting inzake huwelijk en echtscheiding is gekomen is een vervolg op het feit dat deputaten in een rapport ter voorbereiding op de GS van Amersfoort-C een nieuwe hermeneutische benadering hebben gekozen bij het lezen van Schriftgegevens zoals we die vinden in Matt. 5 en 19 en 1 Kor. 7. De synode heeft dan wel niet het bewuste deputatenrapport als geheel voor haar rekening genomen, maar wel de uitkomsten ervan.
Wij verklaren dat synodes van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt) in Nederland op dit punt besluiten hebben genomen die niet gegrond zijn op de Schrift maar op eigen menselijke inzichten.
De GS van Zwolle-Zuid heeft in reactie op een revisieverzoek bevestigd dat de besluiten van haar voorgangster inzake huwelijk en echtscheiding bindend aan de kerken zijn opgelegd, inclusief de nieuwe hermeneutische benadering van de Schriftgegevens. Dat betekent dat kerkenraden en individuele ambtsdragers in hun ambtelijke werk gebonden zijn op een wijze die boven de Schrift uitgaat.

-Wij nemen afstand van en verwerpen de besluiten van de laatstgehouden generale synodes waarmee liederen werden vrijgegeven uit het Liedboek voor de Kerken en uit de bundel ‘Opwekking’, waardoor dwalingen werden toegelaten binnen de Gereformeerde Kerken.
In veel bezwaarschriften is gewezen op de dwaalleer van o.a. het remonstrantisme, de alverzoeningsleer, een onschriftuurlijke sacramentsopvatting enz.  Voor broeders en zusters die deze liederen om gegronde redenen afwijzen is het opgeven van deze liederen in de eredienst een vorm van bovenschriftuurlijke binding. Bovendien is de lijst van liederen inmiddels zo omvangrijk dat de Psalmen metterdaad in de kerkdiensten verdrongen worden en dat de eenheid van liturgie binnen ons kerkverband mede hierdoor verdwenen is. 
Wij verwerpen het besluit van de GS van Zwolle-Zuid waardoor deputaten de vrije hand hebben gekregen een eerste selectie opwekkingsliederen vrij te geven voor de kerken, zonder dat er van een nadere toetsing sprake is. 
Ook verwerpen wij het besluit van de GS van Zwolle-Zuid om deel te nemen aan het project van de Interkerkelijke Stichting voor het Kerklied (ISK) die een opvolger moet maken voor het huidige Liedboek. Daarvoor wordt samengewerkt met kerkgenootschappen waarmee geen kerkelijke correspondentie bestaat en waar dwaalleer niet wordt tegengegaan. Wij achten dat in strijd met onze roeping om de HERE naar Zijn Woord te eren.
 

-Wij nemen afstand van en verwerpen de besluiten die de generale synodes van Amersfoort-C en Zwolle-Zuid hebben genomen t.a.v. het toelaten aan het Heilig Avondmaal van hen die geen leden zijn van de Gereformeerde Kerken.
In het Heilig Avondmaal wordt gevierd de gemeenschap met Christus en de gemeenschap der heiligen zoals die er is in de gemeente van Christus. Uit het Woord van God (1 Cor. 10:17, 1 Cor. 12:12-31) en de gereformeerde belijdenisgeschriften (NGB art.35) is het duidelijk dat het sacrament van het Heilig Avondmaal  gegeven is aan Christus' kerk, die in gehoorzaamheid aan het Woord van God zorg draagt voor schriftuurlijke prediking, bediening van de sacramenten en handhaving van de kerkelijke tucht (art. 29 NGB).
Avondmaalsgemeenschap is dan ook niet mogelijk met leden van een kerk of groepering waarmee geen zusterkerkrelatie is.  Gehoorzaamheid aan Christus, het Hoofd van de kerk, houdt ook in dat deze gelovigen ook de kerkkeus maken overeenkomstig art. 28 Nederlandse Geloofsbelijdenis, en zich, door middel van lidmaatschap, stellen onder opzicht en tucht van de kerkenraad. 
De kerkenraad is geroepen te waken over de heiligheid van het avondmaal (Zondag 31 HC; art. 76 KO). Het besluit van de synode van Amersfoort-C, bevestigd door de GS van Zwolle-Zuid, creëert echter ten onrechte de mogelijkheid  mensen toe te laten op grond van een éigen getuigenis over hun leer en leven.
Daarmee wordt tegen het bevel van Christus in afbreuk gedaan aan het de wacht betrekken bij de heiligheid van Gods verbond en bij de tafel van Zijn verbond.
Art. 60 van Kerkorde zegt dat alleen zij die belijdenis van het geloof naar de gereformeerde leer hebben gedaan en godvrezend leven kunnen worden toegelaten tot het Heilig Avondmaal. Dat geldt ook voor hen die ‘een goede attestatie’ van een zusterkerk kunnen overleggen. Artikel 60 KO beperkt de toegang tot de avondmaalstafel tot belijdende leden van de gereformeerde kerken. De synode heeft echter dit artikel van zijn (ook historische) betekenis ontdaan. Zij maakte, door een regeling te treffen, de weg vrij voor het toelaten van gasten aan het Avondmaal uit andere, ook niet-gereformeerde kerken of groeperingen.
Schrift en belijdenis (onder meer artikel 35 NGB) spreken duidelijk uit dat tot het vieren van avondmaal slechts gerechtigd zijn zij die lid zijn van de kerk van Christus. Maar de synode van Zwolle-Zuid heeft met haar besluiten de ruimte om aan die maatstaf niet te voldoen, alleen nog maar vergroot.
Dat heeft zij gedaan door uit te spreken, dat wanneer instemming gevraagd wordt met de gereformeerde leer niet meer of minder gevraagd wordt dan wanneer er instemming gevraagd wordt met ‘de leer van het Oude en Nieuwe Testament, die in de Apostolische Geloofsbelijdenis is samengevat en hier in de christelijke kerk geleerd wordt’.
Daarmee líjkt aan gasten van buiten de kerk dezelfde vraag gesteld te worden als aan doopleden die d.m.v openbare geloofsbelijdenis toegang vragen tot het Heilig Avondmaal.
De vraag aan doopleden staat echter in het kader van formuliervragen gericht aan doopleden die zich als kerklid daadwerkelijk onder opzicht en tucht van de kerkenraad stellen.
Bovendien heeft de synode zich desgevraagd niet willen uitspreken of de beantwoording van deze vraag ook instemming met de gereformeerde belijdenissen betekent. Daarmee bood de GS ruimte aan kerkenraden om instemming met de Twaalf Artikelen voldoende te achten.
Wij verwerpen de synodebesluiten die uitgaan van de onschriftuurlijke gedachte dat voor het meevieren van het avondmaal het voldoende is als iemand zijn geloofsband met Christus belijdt, terwijl er van kerkelijke eenheid geen sprake is.  Deze gedachte staat niet los van de in onze tijd weer met kracht verdedigde en toegepaste leer van de pluriformiteit van de kerk.
Deze leer is in de geschiedenis van de kerk nadrukkelijk afgewezen als in strijd met het Woord van God en de gereformeerde belijdenis (art. 28 NGB o.a.). Deze leer gaat uit van de feitelijke kerkelijke toestand, biedt rechtvaardiging van ‘kerkzonde’ en verlamt de kerkelijke tucht. 
 

-Wij nemen afstand van en verwerpen de wijze waarop door de GS van Zwolle-Zuid (o.a. Acta, art. 104, 105) gereageerd is op bezwaarschriften waarin aan het kerkverband gevraagd is om duidelijkheid inzake het verwerpen van Schriftkritiek. Er is gegrond bezwaar ingebracht tegen publicaties van theologen die verbonden zijn aan de Theologische Universiteit te Kampen, waarin o.a. de schepping in zes dagen wordt losgelaten. Genesis 1 wordt dan opgevat als een kadervertelling waarvan de inhoud niet letterlijk te nemen is.
Het wordt legitiem geacht te spreken van een oerknal of ontwikkeling van heelal en aarde (inclusief dat van het menselijk leven) volgens een evolutiemodel, op voorwaarde dat erkend wordt dat dit een door God geleid proces zou zijn geweest. Wij verwerpen het besluit waarin de bezwaren worden teruggewezen en waarin goedkeurend gesproken wordt over publicaties die toestaan dat uitkomsten van natuurwetenschappelijk onderzoek heersen over de letterlijke tekst van Gods geopenbaarde Woord. Ook de wijze waarop enkele bezwaren tegen publicaties van aan de Theologische Universiteit verbonden docenten zijn afgehandeld achten wij als verwerpelijk: gegronde bezwaren, handelend over de betrouwbaarheid van het Woord van God, zijn op formele gronden afgewezen (bijv. ‘te laat ingediend’).      
Ook kunnen wij geen verantwoordelijkheid dragen voor de benoeming van een docent aan de School van de kerken, die in publicaties er blijk van heeft gegeven, dat hij de uitkomsten van de godsdiensthistorische wetenschap laat heersen over de betrouwbaarheid en het gezag van de Heilige Schrift zelf. 
 

-Wij nemen afstand van en verwerpen de besluiten van de GS van Zwolle-Zuid inzake ‘M/V in de kerk’ (Acta art. 44).  Ingediende bezwaren tegen het gebruik van empirisch onderzoek (enquête) en tegen de plaats die dat onderzoek krijgt, zijn door de synode afgewezen. De GS heeft besloten  "de verdere bezinning en besluitvorming" over het thema M/V in de kerk langs drie sporen uit te gaan voeren en wel door: 1.Wetenschappelijke bezinning door de TU Kampen in samenspraak met een klankbordgroep uit de kerken; 2. Bezinning binnen de kerken met behulp van door deputaten te ontwikkelen studiemateriaal; 3.Voorbereiding van praktische besluiten op korte termijn betreffende de rol van de vrouw met betrekking tot het diakenambt en de rol van de vrouw in erediensten (liturgie, voorbidder, voorlezer) en pastoraat.  Zonder goede gronden wordt hiermee de positie van ‘man en vrouw in de kerk’ geproblematiseerd. Het Schriftuurlijke antwoord op de vraag of in de kerk vrouwen het regeerambt zullen bekleden is voor de kerk van de achter ons liggende eeuwen en voor de kerk vandaag duidelijk (1 Cor. 11:2vv,1 Cor. 14:34, 1 Tim. 2:11,12). De besluiten van de GS komen niet voort uit voortschrijdend inzicht in de Schrift maar veeleer uit kennis die is opgedaan uit empirisch onderzoek naar opvattingen van mensen.
 

-Wij nemen afstand van en verwerpen de besluiten van de GS van Amersfoort-C en van de GS van Zwolle-Zuid (Acta art. 109/5b) waarin de mogelijkheid wordt gegeven en ook wordt gestimuleerd om samenwerkingsgemeenten te vormen met de NGK.  Het bieden van deze mogelijkheid is in strijd met het feit dat de GS van Zwolle-Zuid op grond van zwaarwegende argumenten geen mogelijkheid zag om daadwerkelijk verder te gaan op de weg naar kerkelijke eenheid met het landelijke kerkverband van de NGK. Het gesprek over de binding aan de belijdenis kon nog niet worden afgerond en over de wijze waarop de binding aan de belijdenis behoort te functioneren werd geen overeenstemming bereikt. Ook vormt de openstelling van alle ambten voor vrouwen in de NGK een struikelblok voor eenheid, een zaak waarvoor alle NGK gemeenten verantwoordelijkheid dragen.
Ook verwerpen wij het besluit van de GS waardoor ruimte wordt geboden aan predikanten van samenwerkingsgemeenten om voor te gaan in de kerkverbanden waar de gemeenten die verregaand samenwerken uit voortkomen. De dwaalleer die binnen de NGK niet geweerd wordt krijgt hiermee ook ruimte op de kansels binnen het kerkverband van de Gereformeerde Kerken (vrijg.).
In verband hiermee verwerpen wij ook het besluit van de kerkenraad met diakenen d.d. 4 febr. 2009 om toch weer een gespreksronde te beginnen met de NGK in Dalfsen. In 2005 was de kerkenraad van Dalfsen genoodzaakt te besluiten de gesprekken met de NGK te beëindigen, vanwege het feit dat de NGK te Dalfsen instemt met de besluiten van de Landelijke Vergadering van de NGK vrouwen in de kerk toe te laten tot alle ambten. De NGK te Dalfsen is op geen enkele wijze teruggekomen op zijn besluiten inzake de vrouw in het ambt. Integendeel, na 2005 heeft hij inmiddels vrouwelijke ambtsdragers aangesteld. Door toch een nieuwe gespreksronde te starten, zonder dat het besluit van 2005 van tafel is genomen, wordt het beeld opgeroepen dat voor de kerkenraad de zaak van de vrouw in het ambt nu geen belemmerende factor meer is voor verdergaand gesprek.
  
-Voorts nemen wij afstand van en verwerpen wij het besluit van de Kerkenraad met diakenen d.d. 25 febr. 2009 om aangepaste erediensten te gaan beleggen o.a. voor jongeren in de gemeente. Deze erediensten hebben de naam ‘diensten-plus’ gekregen, maar blijken in de praktijk te worden aangekondigd met bijv. de naam ‘jeugddienst’. De wijze waarop de inbreng van jongeren bij de voorbereiding op de dienst en ook in de dienst zelf wordt geregeld is in strijd met het karakter van de heilige dienst aan God zoals de kerk van de eeuwen die in de zondagse kerkdiensten heeft mogen oefenen. Ook al wordt in het besluit nauw overleg met de predikant die voorgaat gevraagd, tegelijk is het de opdracht van de kerkenraad om diensten voor te bereiden waarbinnen ‘meer ruimte is voor verrassing en enthousiasme’.  Dat heeft in de eerste jeugddienst, op 3 jan. 2010, geresulteerd in het optreden van een dramagroepje, waarvan één deelnemer, in wit kleed gehuld, de Persoon van onze Heiland Jezus Christus moest spelen. In deze eredienst, onder volle verantwoordelijkheid van de kerkenraad, is er ook voor gekozen jonge vrouwelijke gemeenteleden te laten voorgaan in de Schriftlezing en de dienst van de voorbede. Bij het besluit van de kerkenraad om tot het beleggen van deze alternatieven over te gaan is wel verwezen naar de vrijheid die de kerkenraad heeft in het kader van de ‘Koersbepaling’ van de GS van Zuidhorn 2002. We moeten echter vaststellen dat er geen deugdelijke Schriftuurlijke grond ligt onder het besluit tot het beleggen van deze diensten waarin jongeren taken van ambtsdragers overnemen en waarbij zij geacht worden mee te denken en mee te praten over ‘de invulling van de dienst’.
Nu de kerkenraad een predikant, die heeft aangegeven geen verantwoordelijk te kunnen dragen voor en geen medewerking te kunnen verlenen aan dit kerkenraadsbesluit, voor het forum van heel de gemeente (zie verslag van de kerkenraadsvergadering in het kerkblad van 11 dec. 2009) met klem heeft opgeroepen toch zijn medewerking te verlenen, moeten wij vaststellen dat de kerkenraad is overgegaan tot een binding die verder gaat dan de HERE doet in Zijn Woord.
 

-De Gereformeerde Kerken (vrijg.) hebben in de periode van meer dan tien jaar op verschillende terreinen de gezonde leer van het Woord van God en de daarop gebaseerde gereformeerde belijdenis losgelaten. Dat is, zoals hiervoor is aangewezen, vastgelegd in synodebesluiten of mogelijk gemaakt door synodebesluiten. Tegen deze ontwikkeling hebben wij ons voortdurend gekeerd. Als gevolg van onze eigen zwakheid minder dan goed zou zijn geweest.  Maar wij hebben dat  o.a. gedaan door bezwaarschriften of revisieverzoeken in te dienen en door tijdens ratificatievergaderingen de kerkenraad te trachten te bewegen synodebesluiten die in strijd zijn met het Woord van God of de aangenomen kerkorde niet te ratificeren.
Wij weten ons geroepen om de strijd met het oog op eenheid in de waarheid niet gemakkelijk op te geven.
Maar met droefheid moeten wij vaststellen dat in ons kerkverband de mogelijkheden om op te komen voor de waarheid van Gods Woord in de hierboven genoemde zaken ophouden. Immers:
- in verschillende zaken waarbij rechtstreeks het Woord van God in geding is zijn de kerkelijke procedures tot een einde gekomen; 
- de GS van Zwolle-Zuid heeft bovendien het gebruik van artikel 31 van de KO ingeperkt, zodat het voor individuele leden en ambtsdragers niet meer mogelijk is om revisie te vragen bij de synode. Als een kerkenraad zich, ook door Schriftuurlijke argumenten, niet laat overtuigen door één of enkele van zijn ambtsdragers, dan worden deze ambtsdragers monddood gemaakt. Appél op een meerdere vergadering, anders dan de eigen classis, is voor hen niet meer mogelijk, terwijl zij wel geacht worden volle medewerking te verlenen aan de genomen besluiten, ook al is het met behoud van gevoelen.
De kerkregering keert zich nu tegen hen die voluit willen vasthouden aan wat de HERE ons in Zijn Woord heeft geleerd en in de geschiedenis van Zijn kerk heeft doen bewaren (1 Tim. 6:20;2 Tim. 3:14).
Hoever deze ontwikkeling gaat is tot uiting gekomen in de droevige geschiedenis die zich in de kerk van Kampen-Noord voltrokken heeft.
       
-Wij nemen afstand van en verwerpen de besluiten van de GS van Amersfoort-C 2005 en van Zwolle-Zuid 2008 in de zaak ‘Kampen-Noord’. De zaak Kampen - Noord is een gevolg van het feit dat een deel van kerkenraad (en gemeente) ging vallen over de principiële opstelling van ds. E. Hoogendoorn. De dienst en de persoon van een predikant die trouw wilde zijn aan zijn Heer en Zender, en dat ook was, werd in een kwaad daglicht gesteld.  Ds. Hoogendoorn is beschuldigd en veroordeeld vanwege de zonde van scheurmakerij. In werkelijkheid ligt de oorzaak van de scheur in de kerk van Kampen – Noord bij die leden van kerkenraad en gemeente van Kampen-Noord die via intrige en ongeestelijk handelen een trouwe dienstknecht van Christus hebben willen verwijderen.  Het is zeer betreurenswaardig dat tot op het laatst kerkelijke appèlinstanties zich de ogen niet hebben laten openen voor de werkelijkheid dat dienstknechten van Christus (predikant en medeambtsdragers) verworpen zijn vanwege hun trouw aan hun Zender en vanwege hun liefde voor Schrift en confessie.
Ook de GS van Zwolle – Zuid heeft zich niet willen uitspreken over de werkelijke oorzaak van de zaak ‘Kampen-Noord’ maar keurde wel onrechtmatige (vormen van) kerkelijke tuchtoefening goed. Daarmee heeft deze laatste rechtsinstantie waarop beroep mogelijk was de ‘vrede van Jeruzalem’ niet gediend, maar weggenomen. Het gaat maar niet om onrecht enkele persónen aangedaan. In dat geval zou wellicht omwille van de kerkelijke vrede onrecht geduld moeten worden. Maar in deze zaak is de vrede en het recht van ‘de kerkstad’ zélf in geding (Psalm 122:7). Hier zijn broeders vanwege hun tróuw aan de zaak van Christus veroordeeld. Nu tot twee keer toe een ‘meeste vergadering’ van ons kerkverband het onrecht heeft goedgekeurd zijn hiermee de kenmerken van de kerk (art. 29 NGB) aangetast. Daar kan niet de zegen van de HERE op rusten.

 

Geachte kerkenraadsleden en broeders en zusters in de gemeente
 

Gedurende een lange tijd en in een periode van verschillende opeenvolgende synodes heeft ons kerkverband volgehouden te gaan op een weg die steeds meer afwijkt van het Woord van God en van de gereformeerde belijdenis. Ook is tenslotte de kerkelijke tucht toegepast om trouwe dienaren van Christus te vervolgen. Het kerkverband van de GKV is een koers gaan volgen die het fundament onder de kerkelijke eenheid heeft aangetast.
De drie kenmerken van de wettige kerkvergadering van Christus zijn in geding:
1. Het gezag van het Woord van God wordt ook door de meeste vergadering van de kerken, ondanks ingebrachte bezwaren, niet in alle opzichten beschermd. Dwaling wordt getolereerd en ruimte geboden. Daarmee wordt afbreuk gedaan aan de zuivere verkondiging van het evangelie.
2. Het kerkverband heeft in zijn meeste vergadering goedgekeurd dat in vele gemeenten het Heilig Avondmaal niet meer zo bediend wordt als Christus het bedoeld heeft.
3. Kerkelijke tucht is in strijd met Schrift en kerkorde toegepast op een trouwe dienaar van Christus en door het kerkverband goedgekeurd.
 

Wij achten ons als ambtsdragers van de gemeente van Christus geroepen van deze ontwikkelingen afstand te nemen en de hierboven genoemde besluiten te verwerpen. Ook zien wij het, op grond van onze belijdenis en onze ondertekening van het Ondertekeningsformulier, als onze verantwoordelijkheid u hiertegen te waarschuwen en u op te roepen eveneens van de hierboven genoemde ontwikkelingen afstand te nemen en de genoemde besluiten te verwerpen.
Nu echter ook de kerkenraad van de kerk te Dalfsen heeft uitgesproken alle synodebesluiten te aanvaarden en voor vast en bondig te houden betekent dat voor ons dat wij gesteld worden voor verplichtingen die tegenover elkaar staan.
Wij worden als ambtsdragers geacht ons te schikken naar de besluiten van de kerkenraad en dien overeenkomstig ook te handelen en te spreken (ook al is het met behoud van gevoelen).
In deze botsing van plichten leert het Woord van de HERE ons (1 Cor. 7:23, Hand. 4:19, Hand. 5:29) dat wij God meer moeten gehoorzamen dan de mensen. 
Daarom hebben wij de vrijmoedigheid u op te roepen u niet langer te laten leiden op, maar te breken met de hierboven genoemde weg die door het kerkverband van de GKV is ingeslagen en tot op heden volgehouden en die o.a. tot uiting komt in bovengenoemde synodebesluiten.
Deze volgehouden weg, die tenslotte ook heeft geleid tot het verstoten van trouwe dienaren van Christus, is als een juk dat wij niet langer mogen en ook niet langer hoeven dragen.
 

Wij mogen ons, met andere broeders en zusters die in de afgelopen jaren de nood van het kerkelijke leven ervaren hebben, opnieuw weer buigen onder het zachte juk van Christus, die gezegd heeft: ‘Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt, en Ik zal U rust geven’ (Matth. 11:28).
Door de stem van de grote Herder van de schapen, Jezus Christus te volgen (Joh. 10:3), is een breuk met het kerkverband van de GKV onontkoombaar.
 

Wij zetten deze stappen in vrijmoedigheid. De liefde van Christus en de liefde voor Zijn kerk drijft ons. Zijn Woord spoort ons aan: ‘Houdt vast wat gij hebt, opdat niemand uw kroon neme’ (Openb. 3:11). De trouw aan de gereformeerde belijdenis, waaraan wij ons jawoord gaven en waaronder wij onze handtekening geplaatst hebben, dringt ons. Ook houdt een kernbepaling in de kerkorde ons voor (art. 31 KO), dat het Woord van God en de Schriftuurlijke kerkorde hoger gezag hebben dan de uitspraken van kerkelijke vergaderingen.
Tegelijk zetten wij onze stappen met diep verdriet en als kleine mensen. Want het kerkverband van de GKV is ons lief en de broeders en zusters in ons kerkverband zijn ons dierbaar. Wij verheffen ons in geen enkel opzicht boven hen. Wij weten ons kleine mensen en ook zondige mensen. Wij weten ons mede schuldig aan de kerkelijke ontwikkelingen die tot het huidige dieptepunt hebben geleid. Hebben wij wel in alle opzichten gebroken met de zonden? Hebben wij wel voldoende op de wegen van de HERE gewezen? Ons gebed is dat de HERE Zich in Zijn genade over ons moge ontfermen. 
 

Wij geloven met vaste overtuiging, dat de stappen die wij zetten weliswaar een breuk betekenen met de koers en met vele besluiten van het kerkverband van de GKV, maar niet een breuk met de Kerk van Christus. Wij nemen afstand van en verwerpen besluiten van meerdere en mindere vergaderingen van de GKV om Kerk van Christus te blijven. Wij verwerpen bovengenoemde synodebesluiten, juist om de eenheid van de gemeenschap te herstellen. Herstel van de Avondmaalsgemeenschap die niet meer met synodebesluiten in de hand ontheiligd wordt. 
Het is ons hartelijke voornemen alles in het werk te stellen om tot eenheid te komen met allen die Christus willen volgen en daadwerkelijk willen staan op het fundament dat Hij gelegd heeft, het Woord van apostelen en profeten. Wij hopen, door Gods genade, weer te mogen staan in de ruimte van de katholieke kerk.
 

In volle vrijmoedigheid roepen wij u  op, broeders en zusters, op deze weg met ons mee te gaan achter Christus, ook als dat moet betekenen dat de erediensten voortaan niet meer belegd worden in het kerkgebouw aan de Brethouwerstraat.
Zo de Here wil worden met ingang van zondag 7 februari a.s. erediensten belegd in het “Emmagebouw” Emmastraat 21 te Dalfsen Deze diensten waarvoor wij u oproepen beginnen om 10.00 uur en 16.30 uur.
Het is onze hartelijke bede dat de kerkenraad van de GKV te Dalfsen tot inkeer komt en alsnog zal besluiten op zijn hierboven genoemde besluiten en koers terug te komen, opdat
de oefening van de gemeenschap rond Woord en sacramenten weer hersteld mag worden.
 

Met broedergroet,
 

E. Heres,    predikant
W.J. Hoogers,   diaken
F.W. Velthuis,   diaken