Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Relatie kerken Canada – Nederland 1

 

Redactie een in waarheid

17-11-18

 

De Canadese Gereformeerde Kerken (CanRC) houden in 2019 hun driejaarlijkse synode, nu in Edmonton, samenroepende gemeente Edmonton Immanuel. Inmiddels zijn er allerlei documenten en rapportages gepubliceerd die op deze synode behandeld moeten gaan worden. Het zal geen verbazing wekken dat onze bijzondere aandacht uitgaat naar de rapporten van de 'BBK' van de CanRC, en dan m.n. die van de commissie Subcommittee for Relations with Churches in the Netherlands, dus over hun relatie met Nederlandse kerken.

Wij willen daarvan een deel (vertaald) weergeven voor onze lezers, te weten dat deel dat handelt over de relatie met De Gereformeerde Kerken (hersteld, DGK) en, de volgende keer, het deel dat gaat over de verhouding met de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKv).

 

Gezien de lengte van de rapporten publiceren wij het in delen. Vandaag dan het eerste deel dat rapporteert over de gesprekken en contacten van de Canadese broeders met de eerstgenoemde kerken, DGK.

 


 

Rapport Subcommissie voor betrekkingen met kerken in Nederland betreffende De Gereformeerde Kerken (hersteld)

 

 

1.  Achtergrond

 

De officiële Nederlandse naam van dit verband is De Gereformeerde Kerken (hersteld) [DGK]. Wij blijven in dit rapport voor de duidelijkheid en consistentie de Nederlandse afkorting DGK gebruiken.

De DGK is een verband van kerken dat in 2003/2004 ontstond, toen de eerste groep verontrusten de GKv-kerken verlieten. Meer informatie is op hun officiële website https://gereformeerde-kerken-hersteld.nl/  te vinden. De federatie bestaat momenteel uit 11 gemeenten, waaronder twee wijkgemeenten. Vijf predikanten zijn in actieve dienst en er zijn drie emeritus predikanten. Het totale ledenaantal bedraagt ongeveer 1300. De kerken komen regelmatig in twee classes samen.

 

Er worden nog steeds pogingen ondernomen om ook anderen te bereiken. Gesprekken met het oog op vereniging met de Gereformeerde Kerken Nederland (GKN) werden door de Generale Synode Groningen 2014 in gang gezet en opnieuw door de Synode Lansingerland 2018 bevestigd. Bovendien worden informatieve avonden belegd voor verontrusten in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt), verder aangeduid als GKv.

De kerken hebben een programma voor de opleiding tot predikant. Deze heeft op het ogenblik één student.

De DGK heeft een officiële zusterkerkrelatie met de Liberated Reformed Church at Abbotsford (LRCA) en onderhoudt een vorm van contact met kerken in Noord-Ierland, Zuid-Korea en sinds kort met de Reformed Churches in Indonesia (Borneo).

 

Zij verzochten een zusterkerkrelatie met de Free Reformed Churches in Australia (FRCA) aan te gaan. De FRCA heeft twee afgevaardigden van de DGK uitgenodigd om hun Generale Synode Bunbury 2018 bij te wonen, waarop hun verzoek werd overwogen. De FRCA besloot door te gaan met het volgen van de ontwikkelingen zowel in de DGK, als in de GKN, om aanbevelingen van de kerken af te wachten over hoe verder te gaan met deze betrekkingen en om de relatie die tussen DGK en de LRCA bestaat te volgen en daarbij inzake deze ontwikkelingen nauw contact met de CanRC deputaten te onderhouden. De vorige FRCA synode (2012) had al aangegeven dat de DGK zusterkerkrelatie met de LRCA een potentieel obstakel in hun contact met de DGK vormt. Dit zou kunnen veranderen, zie Synode Lansingerland hieronder.

 

Betreffende de DGK ontving de commissie de volgende opdracht van de Synode Dunnville 2016:

 

4.Aanbeveling

 

Dat de Synode besluit:

 

4.1 Contact met De Gereformeerde Kerken (DGK) te blijven onderhouden en door te gaan de ontwikkelingen binnen dit verband te volgen met speciale aandacht voor de relatie tussen de DGK en de Liberated Reformed Church at Abbotsford (LRCA). (Acta Art. 117)

 

2. Contact

 

De subcommissie heeft contact met de DGK onderhouden door correspondentie en een persoonlijke ontmoeting. In een brief van 16 augustus 2016 informeerden wij DGK over de besluiten van de GS Dunnville 2016 betreffende onze relatie met DGK (Art. 117) en het besluit betreffende de Liberated Reformed Church Abbotsford (Art. 119). De subcommissie herhaalde het feit dat de Synode Dunnville de mening van de GS Carman 2013 handhaafde dat de zusterkerkrelatie die DGK met de LRCA heeft, een verhindering voor nauwer contact blijft. Ook werd hun een kopie van de Acta van de Synode Dunnville 2016 in pdf-vorm ter informatie toegezonden, samen met een verzoek voor een ontmoeting in 2017 met de deputaten BBK van DGK in Nederland.

 

We ontvingen een brief van 12 oktober 2016 van de deputaten BBK van DGK met bericht over hun correspondentie met de kerkenraad van de CanRC Abbotsford betreffende een voorgestelde ontmoeting om de geschiedenis van de LRCA te bespreken. Aangezien de kerkenraad van de CanRC Abbotsford zo’n ontmoeting had afgewezen, waren de DGK blij met de gelegenheid deputaten van de CanRC commissie te kunnen ontmoeten. In een brief van 31 oktober 2016 aan deputaten BBK van DGK werd een persoonlijke ontmoeting geregeld en afgesproken.

 

De volledige subcommissie had op 31 maart 2017 gelegenheid de vier deputaten BBK van DGK in Ermelo, Nederland, te ontmoeten. De ontmoeting werd geopend met Schriftlezing, gebed en het zingen van een Psalm. DGK deputaten gaven uiting aan hun blijdschap over onze analyse van en reactie op het GKv-rapport “Man, Vrouw & Ambt”. Zij waardeerden het dat onze boodschap aan de GKv duidelijk is. We konden uitleggen wat het in de praktijk betekent dat de relatie tussen de CanRC en de GKv gespannen is en beperkt wordt. Zij waren het met ons eens dat achter veel van de nieuwe ontwikkelingen in de GKv een nieuwe manier van het lezen van de Schrift ligt, zonder binding aan de gereformeerde confessies.

DGK deputaten vroegen naar ons standpunt over de GKN. Dit was moeilijk te beantwoorden, omdat de CanRC nooit een verklaring over deze kerken hebben afgelegd. Ook hebben we ons als subcommissie hier niet specifiek over uitgesproken. We gaven onze blijdschap en dankbaarheid aan dat er een nieuwe kans is voor verdergaande gesprekken tussen de GKN en DGK. DGK broeders deelden deze dankbaarheid en hoopten dat het mogelijk zal zijn te concluderen dat beide kerken op het ene fundament van Schrift en gereformeerde belijdenis staan. Zij waren het ermee eens dat, als dit zou kunnen worden overeengekomen, zij de roeping hebben aan eenheid te werken. Als CanRC deputaten spraken wij de hoop uit dat, onder de zegen van de Heere, deze gesprekken vruchtbaar mogen zijn.

 

De relatie die DGK met de LRCA heeft, en wat dit voor een mogelijke relatie tussen de CanRC en DGK betekent, werd uitgebreid besproken. Hierover is de laatste jaren wat verwarring geweest. In het verleden hadden wij, als CanRC deputaten, onze teleurstelling geuit dat DGK haar besluit tot een zusterkerkrelatie alleen op informatie van de LRCA had gebaseerd en nooit met de andere partij heeft gesproken. Zij hebben alleen maar eenzijdige informatie ontvangen. Daarna, toen DGK de Abbotsford CanRC benaderde om van hen over het begin van de LRCA te horen, heeft de kerkenraad van Abbotsford aangegeven dat hij het niet als zijn plicht zag met DGK over deze kwestie te spreken. Hiervoor bestond een aantal redenen, maar de belangrijkste was dat naar hun mening de zaak aan de wortel van het ontstaan van de LRCA niet een lokale, maar een federale zaak was. GS Dunnville was het daarmee eens en daarom brengt dit de discussie terug naar het CanRC deputaatschap. Als commissie kunnen wij geen specifieke ‘officiële’ verklaringen afleggen. Daarom gingen wij er in mee dat dit kerkverbandelijke zaken in de CanRC zijn: het gaat immers over de zusterkerkrelatie met de OPC en andere Presbyteriaanse kerken, het feit dat we actief zoeken naar kerkelijke eenheid met de URCNA, ons lidmaatschap van de NAPARC, enzovoort. Maar als deputaten bleven we van mening dat het plaatje dat de LRCA van de CanRC geeft niet correct is.

 

Dit leidde tot het volgende onderwerp van onze bespreking: de praktijken binnen de OPC, waar het gaat om de toelating tot het Heilig Avondmaal en confessioneel lidmaatschap (een open avondmaalstafel, waar de zuiverheid van de tafel slechts door een mondelinge waarschuwing vanaf de kansel wordt beschermd, en een afleggen van geloofsbelijdenis, waarbij de leden zich niet aan de gereformeerde confessies binden). DGK deputaten stelden dat deze praktijken in de problematische leer over de kerk, zoals beleden in de Westminster Standards, zijn geworteld. Zij gaven uiting aan hun teleurstelling dat GS Dunnville 2016 besloot dat het niet langer nodig is over deze onderwerpen te spreken.

In de gesprekken over deze onderwerpen kwamen verschillende standpunten en meningen naar voren. De CanRC deputaten benadrukten dat de Heere zijn kerk wereldwijd vergadert, wat resulteert in kerken die verschillende praktijken hebben, omdat zij een verschillende historische en culturele achtergrond hebben en door verschillende ontwikkelingen heen zijn gegaan. Dit betekent niet dat zij geen trouwe kerken kunnen zijn. Ook houdt een relatie met zo’n kerk niet in dat de CanRC die praktijken overnemen. In dit verband verzekerden wij DGK broeders dat die praktijken van Presbyteriaanse kerken in de CanRC geen praktijk zijn.

In antwoord op een vraag over het lidmaatschap van de CanRC in NAPARC antwoordden we dat NAPARC een forum is, waarin kerken elkaar kunnen ontmoeten en de dialoog met elkaar aangaan, maar dat dit lichaam geen gezag heeft en geen bindende besluiten neemt.

 

DGK deputaten informeerden naar de relatie tussen de CanRC en de URCNA. Wij bevestigden dat de URCNA op hun laatste Synode hebben besloten een punt (een ‘moratorium’) achter verdere gesprekken over eenheid/samensmelting met de CanRC te zetten. De aanzet hiertoe kwam vooral van de URC kerken aan de Amerikaanse kant van de grens. Over het algemeen hebben we in Canada goede betrekkingen tussen CanRC en URC. In dat licht is dit moratorium een teleurstelling. DGK deputaten wezen op zorgen over het tolereren van theïstische evolutie onder docenten aan het Westminster Theological Seminary in Californië.

 

DGK deputaten vroegen ook naar het besluit van de Synode Dunnville 2016 over deelname van zusters aan de stemming voor ambtsdragers. Zij vroegen zich af: “Denkt u dat het een stap zal zijn naar de vrouw in het ambt?” We zeiden dat er binnen onze commissie verschillende meningen zijn over de zaak van het stemmen door vrouwen, maar in het algemeen zijn we niet echt bezorgd dat het noodzakelijk zal leiden tot een streven naar de vrouw in het kerkelijk ambt.

 

Aan het slot van onze vergadering stelden we de vraag: “Hoe zie u ons als CanRC? Kunt u ons hier broeders in de Heere noemen? Ziet u onze kerken als trouwe kerken van Christus?” We verwezen naar de negatieve reactie bij onze ontmoeting met DGK deputaten in 2014. Het antwoord was nog steeds ontwijkend. Zij vonden het te vroeg om zo’n verklaring te geven. Er zijn nog verscheidene dingen tussen ons die opgelost moeten worden. De vraag is, hebben we vandaag hierin vooruitgang geboekt? Van de zijde van DGK is er beslist het verlangen hiertoe te komen. Als commissie hebben we deze ontmoeting met positievere gevoelens verlaten dan we de vorige keren hadden. De sfeer was hartelijk en vriendelijk. De ontmoeting werd met zingen en gebed afgesloten.

 

3. Synode Lansingerland 2018 van DGK

 

Deze generale synode van DGK stond gepland om in februari 2018 samen te komen. Maar vanwege ernstige ontwikkelingen in één van de plaatselijke DGK gemeenten, die tot een splitsing had geleid, werd deze generale synode in november 2017 bijeengeroepen om onmiddellijk deze zaak te behandelen. Helaas zijn de besluiten van de meerdere vergaderingen door deze gemeente afgewezen. Dit heeft erin geresulteerd dat de grotere groep leden zichzelf buiten het verband heeft geplaatst. Kleine groepjes leden van omliggende kerken hebben zich bij hen aangesloten en het lijkt dat zij nu werken aan het vormen van nog een ‘verband’ van kerken.

 

Deze Synode heeft ook een brief van de GKN behandeld waarin zij DGK hun besluit meedeelden de gesprekken over mogelijke eenwording van de twee verbanden te beëindigen. Dit was het gevolg van een artikel dat in het officiële kerkblad De Bazuin was verschenen en dat de GKN schijnt te etiketteren als schismatiek. De GKN eist dat DGK publiek zich van dit artikel distantieert. De synode Lansingerland antwoordde dat zij geen condities vooraf hebben, waaraan voldaan moet worden en drongen er bij de GKN op aan hun besluit te heroverwegen.

 

Voor wat de LRCA betreft besloot de synode de zusterkerkrelatie te handhaven. Van significant belang is echter dat de deputaten voor contact met de LRCA is opgedragen met de LRCA in gesprek te gaan over hun standpunt inzake de katholiciteit van de kerk. Dit werd door ds. M.A. Sneep in zijn toespraak tot de Synode Bunbury 2018 van de FRCA als volgt onder woorden gebracht:

 

De synode besloot in gesprek te gaan met de zusterkerk te Abbotsford over de katholiciteit van de kerk in verband met de rechtvaardiging van hun afscheiding en hun huidige kerkelijke positie. Dit besluit is genomen, omdat uitingen van Abbotsford over kerken met de Westminster Standards verschillende vragen hebben opgeroepen ten aanzien van hun visie op de katholiciteit van de kerk. We hopen echt  dat onze zusterkerk in Abbotsford open zal staan voor dit gesprek en dat het mag bijdragen aan een juiste visie en handelwijze, vooral daar waar de katholiciteit van de kerk in het geding is. Dit besluit maakt duidelijk dat DGK voluit gereformeerd en ronduit katholiek wil zijn. In dit licht willen we ook graag gesprekken aangaan met de Canadian Reformed Churches (CanRC). (1)

 

De synode Lansingerland van DGK besloot het contact met de CanRC voort te zetten, mits er ruimte is om interne ontwikkelingen binnen de CanRC met betrekking tot de LRCA te bespreken.

 

4. Conclusie en aanbevelingen

 

De subcommissie proeft een groeiende verandering binnen DGK aangaande haar zicht op de Kerk en het wereldwijde kerkvergaderende werk van onze Heiland. De Westminster Confessie wordt niet langer als ontrouw gezien of als niet in overeenstemming met de Schrift. Wij geloven dat het belangrijk is om een vorm van contact met DGK te blijven onderhouden en de ontwikkelingen binnen dit verband te blijven volgen, ondanks dat zij de relatie met de LRCA hebben gehandhaafd.

 

Ds. J. DeGelder

Ds. J. Moesker

G.J. Nordeman

Dr. C. Van Dam

 

 

Vertaling: R. Sollie-Sleijster