Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Canada en de Nederlandse kerken – GKa (2)

 

Redactie een in waarheid

01-12-12

 

Deze aflevering bevat de verslagen van de contacten die de Canadese broederschap had met de verschillende van de GKv afgescheiden gemeentegroepen. De verslagen bieden een boeiende maar ook verdrietige inkijk in de verhoudingen daartussen. In elk geval is het de moeite waard om kennis van te nemen van de gevoerde gesprekken zodat op deze wijze op verschillende punten helderheid ontstaat. Uit de verslagen blijkt wel dat om tot een nieuwe eenheid te komen er nog heel wat barrières moeten worden geslecht en veel moeiten doorgepraat!

De Canadese broeders verdienen complimenten voor hun inspanningen. Zij hebben zich consciëntieus van feiten en situaties op de hoogte gesteld en daar op een heldere manier verslag van gedaan. Ook blijkt uit de correspondentie een warme betrokkenheid die weldadig aandoet. Misschien kunnen de overzeese broeders met hun wijsheid een goede invloed oefenen op de kerkelijke situatie van broeders en zusters hier die bij elkaar horen. In elk geval gaat het deputaatschap voorstellen de contacten te blijven onderhouden. We zien er naar uit dat de synode van Carman dit overneemt.

 

Voor alle duidelijkheid, deze (tweede en laatste) aflevering bevat alleen de bijlagen bij het Rapport van de CRCA Subcommissie Nederland aan de Synode Carman 2013 met betrekking tot de verhoudingen tot de Gereformeerde Kerken Hersteld



Rapport van de CRCA Subcommissie Nederland aan de Synode Carman 2013 met betrekking tot de verhoudingen tot de Gereformeerde Kerken Hersteld

(vervolg)



G. Bijlagen
 

  1. Rapport van de ontmoeting met DGK in Hasselt op 20 april 2012-11-12
  2. Rapport van de ontmoeting met de GKNvv in Kampen op 1 april 2012-11-12
  3. Rapport van de ontmoeting met de GKNvv in Kampen op 21 april 2012-11-12
  4. Rapport van de ontmoeting met de GKD (dolerend) in Dalfsen op 19 april 201

BIJLAGE A

 

Rapport van de ontmoeting van de Canadian Reformed subcommissie van de CRCA voor Contact met de Gereformeerde Kerken in Nederland, met afgevaardigden van De Gereformeerde Kerken hersteld (DGK), op 20 april 2012 in Hasselt. 

  1. Br. A. van der Net opende de vergadering en las Ef. 4. We zongen Ps.19:1,3, waarna hij voorging in gebed. Vervolgens heette hij iedereen welkom.
  2. Aanwezigen: DGK werd vertegenwoordig door twee deputaten BBK: br. A. van der Net en dr. P. van Gurp; dr. S. de Marie was aanwezig als adviseur en br. L. Menninga maakte de notulen. Van de CanRC waren aanwezig: ds. J. Moesker, dr. C. van Dam, br. G. Nordeman en ds. J. DeGelder.
  3. In zijn openingswoord benadrukte br. Van der Net de belangrijke betekenis van deze bijeenkomst en de noodzaak om trouw te blijven aan de Bijbel en de belijdenissen in een tijd van toenemende afval. Hij sprak de hoop uit dat we een vruchtbaar gesprek mochten hebben, zodat de Canadese broeders de positie van DGK zouden gaan begrijpen en naar waarde schatten.
  4. De agenda werd vastgesteld zoals afgesproken in eerdere correspondentie.
  5. Het eerste gesprekspunt was punt 1 zoals voorgesteld door de CanRC commissie:
    De gronden voor uw indirecte verklaring dat de Canadian Reformed Churches valse kerken zijn, zoals ook specifiek gezegd door ds. De Marie in een openbare vergadering in Ontario op 3 november 2010.
    De Marie ontkende dat hij de uitdrukking “valse kerk” gebruikt had in zijn toespraak in Attercliffe op die datum. Nordeman verwees naar de bespreking in Attercliffe, evenals naar artikelen in De Bazuin. Hij wees er ook op dat DGK de Liberated Reformed Church van Abbotsford heeft erkend als “ware kerk”, hetgeen gevolgen heeft voor het zicht op de CanRC.
    De Marie stelde dat het volgens art.29 KO verkeerd is om te zeggen dat een kerk een “ware kerk” is als je het niet een “valse kerk” kunt noemen. Art.29 zegt ook niet dat een kerk automatisch een “valse kerk” is als de kenmerken van de “ware kerk” ontbreken. Met andere woorden: het feit dat De Marie de CanRC niet “valse kerken” noemde betekent niet dat ze als “ware kerken” beschouwd kunnen worden. Art.29 geeft een afzonderlijke lijst van kenmerken van de valse kerk.
    Toen DGK uit de GKV gingen hebben ze die kerken nooit “valse kerken” genoemd. Maar ze hebben niet meer het recht zich “ware kerken” te noemen. 
    De Marie stelde dat de CanRC in hun Synode Smithers DGK wel als een “valse kerk” bestempelden door hen “schismatiek” te noemen. Deze opmerking was gebaseerd op onvoldoende informatie.
    De Liberated Reformed Church van Abbotsford noemde de CanRC niet “valse kerken”, maar stelde dat niet alle kerken binnen de CanRC valse kerken zijn.
  6. De Marie richtte zich vervolgens  op de ontwikkelingen in de CanRC en vroeg of die in overeenstemming zijn met de Gereformeerde belijdenis. Hij wees eerst op de relatie van de CanRC met de OPC (erkend als ware kerk in 1977 en zusterkerken sinds 2001). Hij stelde dat de afwijkingen, die in veel rapporten en appelzaken op synodes tussen 1977 en 2001 naar voren waren gebracht (zoals belijdend lidmaatschap, open avondmaal, onzichtbare kerk, theologische opvattingen in de WCF etc.), nooit echt behandeld zijn.
    Om deze beschuldiging te weerleggen confronteerde Van Dam De Marie met het feit dat zij vele jaren zonder enig protest lid zijn geweest van de GKV, terwijl deze kerken relaties aangingen met Presbyteriaanse kerken (Korea, Schotland). De Marie gaf toe dat dit achteraf gezien waarschijnlijk wel verkeerd was.
    De Marie verwees daarna  naar verdere ontwikkelingen in Canada, en vroeg: ”Hoe kunt u uw relaties met de RCUS, de URCNA en de ERQ rijmen met art.28 KO?” Hij wees op zaken als: open avondmaalstafel, open kansel, rol van de belijdenis, inwendig en uitwendig verbond, onzichtbare kerk, meer dan één ware kerk op één plaats, lidmaatschap van NAPARC etc. Hij vroeg ook: ” Heeft de URCNA ooit de leerbesluiten van 1943 verworpen of er afstand van genomen?” De Marie eindigde door de CanRC te verwijten dat ze de valse leer van de pluriformiteit van de kerk aanvaardt en ermee werkt.
  7. De volgende bespreking betrof het tijdstip van en de redenen voor de vrijmaking van 2003. Dit werd gepresenteerd door dr. Van Gurp.
     
    1. Tijdstip – De verontrusting dateert al van lang geleden, en tegen veel zaken zijn keer op keer bezwaren ingediend. Maar diverse synodes vóór het jaar 2003 hebben consequent alle appelzaken en revisieverzoeken afgewezen, hetgeen het einde van de kerkelijke weg naar de KO betekende. Daarna hebben alle plaatselijke kerken een brief gekregen met een dringende oproep om zich te bekeren en de besluiten van de meerdere vergaderingen te verwerpen. Niet één kerkenraad reageerde hierop. Pas toen en niet eerder gingen plaatselijke groepen over tot vrijmaking. Dit werd niet in gang gezet door de stichting Reformanda, en werd niet centraal georganiseerd of gecoördineerd. Plaatselijke kerken werden gesticht en vonden elkaar. Helaas zijn er vandaag nog vele verontruste leden in de GKV die menen dat ze in de GKV moeten blijven, vooral wanneer de situatie plaatselijk nog betrekkelijk goed is. Maar je wordt verantwoordelijk voor de besluiten van het kerkverband. Dat konden we niet meer zijn. Vóór 2003 waren er al mensen die niet meer de kerkdiensten in de GKV bezochten.
    2. Redenen – De achtergrond van de veranderingen en ontwikkelingen is een opschuiven in de richting van moderne hermeneutiek. Het liberalisme dat al vóór 2003 tot uiting kwam  is vandaag veel duidelijker geworden. Voorbeelden daarvan zijn volgens Van Gurp: De besluiten met betrekking tot het vierde gebod; de veranderingen in liturgie en eredienst, inclusief de prediking; de invoering van nieuwe gezangen.
      Het was duidelijk dat ook aan de Theologische Universiteit in Kampen deze nieuwe hermeneutiek steeds meer ging domineren. Vandaag werkt de nieuwe hermeneutiek door en heeft overal invloed op. Er zijn plaatselijke kerken die aan het avondmaal leden toelaten die er openlijk een homoseksuele levensstijl op na houden. De classis keurde dit goed en niemand schijnt bezwaren te hebben. Er is een volledig independentisme in liturgische zaken. Plaatselijke kerken negeren besluiten van synodes, zoals te zien is in de contacten met de NGK.
    3. Overige opmerkingen – Van Gurp concludeerde dat het oordeel van synode Smithers 2007 over de vrijmaking van 2003 als “schismatiek” niet juist was en te snel kwam. Was de vrijmaking van 2003 misschien te vroeg? Volgens Van Gurp kwam deze waarschijnlijk te laat!
      Hij riep de CanRC ook op om de zusterkerkrelatie met de GKV niet te handhaven. Om het gevaar van deze relatie te illustreren, wees hij op de langzame ontwikkelingen die leidden tot deformatie in de CRCNA (in de jaren 60 en 70), als gevolg van het feit dat de CRCNA hun relatie met de synodale kerken in Nederland aanhielden. Hij stelde dat op dezelfde manier een voortgezette relatie met de GKV een schadelijk effect zal hebben op de CanRC.

      De Marie noemde nog een ander aspect. Volgens hem is één van de achtergronden ook een nieuwe en andere kijk op andere Christenen, een meer oecumenische instelling, die leidde tot de recente deelname van de GKV aan de “Nationale Synode van Dordrecht”.

      Nordeman vroeg naar de houding jegens anderen die niet tegelijk met hen in 2003 de GKV verlieten, maar die later kwamen – worden zij veroordeeld als ongehoorzaam? De DGK afgevaardigden ontkennen dit als valse geruchten. Bijvoorbeeld: met betrekking tot de vrijmaking in Dalfsen heeft DGK dankbaarheid uitgesproken voor Gods werk in 2010.

      De broeders benadrukten dat DGK gewoon Gods Woord wil handhaven in prediking en onderwijzing, om zo niets anders te zijn dan “kerk in overeenstemming met Schrift en belijdenis”.
  8. Moesker ging in op de verwarrende versplintering onder hen die zich hebben afgescheiden van de GKV. Hoe is de situatie?
     
    1. De Marie legde uit dat terwijl ze bezig waren een nieuw kerkverband te vormen, independentisme, onwil om zich te houden aan de KO, en interne problemen ertoe hebben geleid dat een aantal groepen zich afscheidde van DGK (Zwijndrecht, Bergentheim, Zwolle). Later sloten Kampen (ds. Hoogendoorn) en een groep in Dalfsen (afgescheiden van de gemeente die ds.Heres volgde in zijn vrijmaking) zich bij deze groepen aan en samen hebben ze het voorlopig verband van de GKNvv gevormd. 
    2. Toen er gevraagd werd waarom er geen poging werd gedaan tot samenwerking in plaats van elkaar te bevechten en te bekritiseren, was het antwoord: dat zijn geen ware kerken, maar schismatieke groepen, waar het independentisme de boventoon voert. Het is niet maar een kwestie van vechten. Er zijn zwaarwegende theologische verschillen, omdat mensen zich om uiteenlopende redenen hebben vrijgemaakt. Ze moeten zich bekeren. 
    3. Met betrekking tot Dalfsen (ds.Heres) ligt het anders. De afgescheiden kerk van Dalfsen heeft aangegeven dat ze zich willen verenigen met DGK, en ze had een plan ontwikkeld om dat in stappen te doen. Dalfsen stelde een “proef” periode voor  waarin Dalfsen en DGK zouden optrekken als “zusterkerken” voordat ze één zouden worden. De DGK synode heeft dit verworpen, en stelde voor om een gesprek aan te gaan, Dalfsen een lijst met vragen te laten beantwoorden en dan meteen één te worden. Er is nu afgesproken om een jaar lang in nauw contact naast elkaar te leven, met het uiteindelijke doel om daarna één te worden.
    4. Enige tijd geleden heeft DGK nog een brief gestuurd naar de GKNvv, waarin er op gewezen werd dat zaken besproken dienen te worden op basis van Gods Woord als een manier om elkaar te vinden. De schismatieke gebeurtenissen van het verleden vormen nog wel een probleem, evenals de opvatting van de GKNvv dat DGK niet staat op het fundament van Gods Woord en de belijdenissen.
    5. Nordeman vroeg naar de rol van de synode in DGK, waarbij hij wees op het gevaar van hiërarchie. Als voorbeeld noemde hij het feit dat de synode een lijst heeft vrijgegeven met preken van predikanten die goedgekeurd worden voor gebruik in de eredienst. Het antwoord was dat dit meer een kwestie van adviseren was, bedoeld om hen die een preek zoeken te helpen.
       
  9. Moesker vroeg of DGK nog een taak voor zichzelf zien richting verontruste  leden die nog in de GKV zijn. Het antwoord was: “Niet in officiële contacten. Dat is niet meer mogelijk. Maar er zijn hier en daar nog wel individuele contacten. Daar hebben DGK deputaten voor. Dr. Douma en Dr. Wilschut worden nog steeds beschouwd als verontruste leiders, maar ze ontkennen de noodzaak voor afscheiding, hetgeen contraproductief  is en niemand helpt. Vandaag staat een man als Douma aan de zijlijn en niemand luistert naar hem. Daar komt nog bij:Douma is tenminste voor een deel verantwoordelijk voor de huidige ontwikkelingen, maar hij ziet nu dat het niet meer te stoppen is.”
  10. Hoe kunnen wij vanuit Canada de situatie in Nederland helpen?
    Gebed is belangrijk. En zorg er voor dat uw informatie juist is. In verband hiermee noemde De Marie weer de situatie rond de Liberated Reformed Church in Abbotsford. Hij stelde dat het heel belangrijk zou zijn om te antwoorden op de kritische vragen van Abbotsford. Nordeman wees op de geschiedenis die vooraf ging aan de instituering van deze kerk in Abbotsford. De mensen die deze groep vormen komen uit verschillende achtergronden, sommigen waren afgesneden en ze hebben zich om diverse redenen aangesloten.

    De Marie benadrukte dat het niet om mensen gaat. De vraag is: was de afscheiding van de CanRC een wettige afscheiding, gegrond op Gods Woord en de belijdenissen, en in overeenstemming met de KO.

    De CanRC afgevaardigden stelden onomwonden dat het verkeerd zou zijn als DGK naar de CanRC en hun kerkelijke contacten zouden kijken met de ogen van Abbotsford. En er is geen misverstand over mogelijk: Als DGK willen dat de CanRC de relaties met de OPC, RCUS, URCNA etc. verbreken, overeenkomstig de eisen van de LRC van Abbotsford, dan dienen ze te weten dat deze zaken niet zullen veranderen in de CanRC.

    Om zijn kritiek op meer openheid voor oecumenische contacten en interkerkelijke relaties in de CanRC kracht bij te zetten, wees De Marie op het feit dat een Baptist  sprak in een Canadian Reformed Church (Joe Boot uit Toronto), als ook op artikelen in Reformed Perspective van de hand van niet-Canadian Reformed schrijvers.
  11. Aan het einde van de bijeenkomst waren beide delegaties het er over eens dat het goed en nuttig was om elkaar persoonlijk te ontmoeten. We hebben veel over elkaar geleerd. En via het rapport van de CanRC zal er meer aandacht zijn voor DGK op de volgende Canadian Reformed synode.
  12. De CanRC afgevaardigden spraken hun waardering uit over de gastvrijheid en over de mogelijkheid om elkaar te ontmoeten. De voorzitter, br. Van der Net, sprak, ook namens de andere DGK broeders, zijn dankbaarheid uit voor het gesprek met de CanRC deputaten.
  13. Dr. C. van Dam eindigde met gebed.

C. van Dam

J. de Gelder

J. Moesker

G.J. Nordeman

 

 

BIJLAGE B

 

Rapport van de ontmoeting met deputaten van de Gereformeerde Kerken Nederland (voorlopig verband) op 1 april 2011 in Kampen, Nederland

 

Op vrijdagmiddag 1 april 2011 hadden brs. De Gelder en Nordeman een ontmoeting met afgevaardigden van de Gereformeerde kerken Nederland voorlopig verband (GkNvv). Hieronder volgt een serie aantekeningen die gemaakt zijn tijdens deze bijeenkomst.

Aanwezig waren ds. E.Hoogendoorn, ds. R.van der Wolf, br. Jan Odding en br. Ernst Vogel.

De bijeenkomst werd geopend door ds. Hoogendoorn met het lezen van Jesaja 42:1-7 en met gebed.

Wij vertelden de brs. dat we op de volgende punten meer informatie wilden: 

  • De redenen voor het vertrek uit de GKV
  • Redenen waarom men niet in 2003 eruit gegaan is
  • Waarom niet samengegaan met DGK
  • Hoe kunnen wij helpen bij verzoening?

De GKNvv bestaat tegenwoordig uit 9 gemeenten: Kampen, Hardenberg, Zwolle, Zwijndrecht, Nijkerk, Veenendaal, Goes, Assen en Dalfsen.

De redenen om de GKV te verlaten verschillen per gemeente, maar allen waren er van overtuigd dat ze niet langer met een rein geweten in de GKV konden blijven. Sommige gemeenten, Zwijndrecht, Hardenberg en Zwolle, maakten eerst deel uit van  DGK , maar hadden om uiteenlopende redenen moeite met dit kerkverband. De GKNvv vonden dat ze hen moesten helpen.

Belangrijkste kwesties: 

  • De GKV vinden dat ze moeten veranderen om zich aan te passen aan de wijzigende cultuur en aan het postmodernisme. De 'tijdgeest' heeft de kerken in hoge mate beïnvloed.
  • Teveel nadruk op het missionaire-gemeente-zijn. Evangeliseren is prima, maar als de wereld de kerk binnengebracht wordt, vindt men dat er ook veranderingen moeten komen: de Bijbel moet anders uitgelegd worden, het respect voor God in de erediensten is verdwenen. Noem zo min mogelijk gevoelige zaken of onaangename onderwerpen; het maakt de eredienst vriendelijker en acceptabeler.
  • De opvatting dat de kerk er is voor de mensen in plaats van voor de Here.
  • De laatste jaren is er veel veranderd in Kampen (TUK). Studenten komen orthodox binnen en vertrekken vrijzinnig.
  • Samenspreking met het oog op kerkelijke eenheid met de Nederlands Gereformeerde Kerk. Compromissen die in dit proces gesloten worden.

Zie ook de verschillende brochures geschreven door ds. Hoogendoorn en ds. Van der Wolf (Om de ware oecumene; De kerk: forum of tempel?; Schriftgezag maakt het leven gezond; De dwaasheid van het kruis.) Wij kregen exemplaren van deze en andere boekjes.

 

De redenen waarom men er in 2003 niet uitgegaan is verschillen ook per gemeente. Hoewel velen verontrust waren over de ontwikkelingen in de GKV, was het voor hen nog te vroeg om de stap te zetten. Ze konden de synodebesluiten nog ratificeren. Ze zagen ook nog ruimte, mogelijkheden en vooral de taak om verschillende besluiten van binnenuit aan te vechten. Ze vonden dat de argumenten die DGK naar voren brachten een te smalle basis om te zeggen: wij kunnen niet meer met een goed geweten tegenover de Here ons blijven rechtvaardigen. Sinds 2003 zijn de ontwikkelingen in de GKV snel gegaan. Herhaaldelijk bevestigden en handhaafden meerdere vergaderingen de gekozen richting, in het bijzonder met betrekking tot het Heilig Avondmaal en echtscheiding.

 

Waarom bent u niet samengegaan met DGK?

Men vindt dat dit “te vroeg/te smal” uitkomt in een vorm van radicalisme dat de breedte van het fundament van de Gereformeerde kerken versmalt. En dit radicalisme is verder duidelijk geworden in de wrijving en onrust in de verschillende gemeenten.

DGK gaat terug naar 1944, maar kun je daar antwoorden vinden voor 2010? DGK gaat alleen af op de kerkorde. Ze zoeken veiligheid achter de kerkorde. Het spreekt boekdelen dat er geen predikant met hen meegegaan is. Ook spelen artikel 27-29 NGB een grote rol.

 

Er is geen ds. Hoorn geest, maar ze houden sterk vast aan – 'er is maar één adres'. Volgens de GKNvv zeggen DGK: “Erken je 2003 als wettig (een werk van Christus), dan hoor je erbij; erken je 2003 niet als wettig, dan hoor je er niet bij.” Er zou ook een verschil kunnen zijn hoe DGK aankijken tegen verbond en verkiezing. (Hier gingen ze niet verder op in.) De GKNvv merkt ook een verstarren en volharden in DGK die hen zorgen baren. Kerkenraden heersen.

 

Zoals gezegd vertrokken sommige gemeenten wel in 2003, maar zij verschillen over de basis voor het institueren van een kerk/gemeente en over synode besluiten. Dat veroorzaakte een breuk. Later werden ze opgenomen in de GKNvv.

 

Hoe kunnen wij helpen bij verzoening?

Ze zien geen mogelijkheid voor verzoening met DGK. Opeenvolgende synodes hebben de richting van de kerken bevestigd. Ze verwachten niet dat dit zal veranderen. Ze hebben geen contact met DGK. De GKNvv worden beschouwd als scheurkerken en er wordt van hen verwacht dat ze zich voegen bij DGK. GKNvv  beschuldigen ook ds. Heres ervan dat hij hen scheurkerken noemt.“Hij doet alsof we bij elkaar horen, maar hij gaat zijn eigen weg.”

 

De GKNvv wil een toevluchtsoord zijn voor de verontrusten in de Gereformeerde kerken. Er is geen landelijke poging tot vrijmaking. Ze willen trouw zijn aan de Here en vasthouden aan de Schrift.

 

Na enige slotopmerkingen van ds. Van der Wolf, sluit ds. De Gelder met gebed.

 

J. de Gelder

G.J. Nordeman

 

 

BIJLAGE C


Rapport van de ontmoeting met Deputaten Gereformeerde Kerken Nederland (voorlopig verband) op zat. 21 april 2012 in Kampen, Nederland

 

Aanwezig:

Van de Canadian Reformed Churches: ds. J. de Gelder, ds. J. Moesker, br. G. Nordeman, Dr. C. van Dam.

Van de Gereformeerde Kerken Nederland: br. J. de Bruijne, ds. E. Hoogendoorn, ds. R.van der Wolf.

 

De bijeenkomst werd op Christelijke wijze geopend. De broeders werden aan elkaar voorgesteld. Een jonge man, br. Hendrik Bezemer, die aan de Theologische Universiteit van Apeldoorn studeert, werd voorgesteld als degene die namens de GKN zou notuleren. Er zijn momenteel twee mannen die bezig zijn met een opleiding tot predikant binnen deze kerken.

 

Ds. Van der Wolf introduceerde deze kerken. Hij vermeldde dat deze kerken nu Gereformeerde Kerken Nederland heten. Er zijn kerken in Kampen, Hardenberg, Zwolle, Zwijndrecht, Assen en Dalfsen, met een aantal kleinere groepen verspreid over Nederland. Totaal aantal leden is ongeveer 800. Ze zijn bezig het kerkelijke leven te organiseren overeenkomstig de Schrift en, voor zover mogelijk voor zo’n klein aantal kerken, volgens de Kerkorde van Dordt. Hun doel is te voorkomen dat bepaalde personen of groepen de dienst gaan uitmaken in de kerken. De grootste zorg op dit moment is het werken aan eenheid onder de kerkleden, omdat niet iedereen de GKV om precies dezelfde redenen verlaten heeft, en niet iedereen dezelfde opvatting heeft over de richting die de GKN moet nemen.

 

Ds. Van der Wolf ging nader in op enige zaken die aan het ontstaan van de GKN ten grondslag liggen. Deze kerken ontstonden vooral naar aanleiding van  het besluit van synode Zwolle 2008/2009 om niet in te gaan op het revisieverzoek van de Ichthus gemeente met betrekking tot de breuk in de kerk in Kampen en de afzetting van ds. Hoogendoorn. Na dat besluit, in 2009, werd de Ichthus gemeente buiten het kerkverband van de GKV geplaatst. In november van dat jaar sloten twee andere kerken, die DGK verlaten hadden, zich aan bij de Ichthus gemeente om een voorlopig kerkverband te vormen. De andere kerken en groepen hebben zich na 2009 aangesloten.

 

In antwoord op een vraag met betrekking tot de manier waarop hij bij de GKN gekomen was, vertelde ds. Van der Wolf hoe hij, als predikant van de GKV op Urk, ook benoemd werd tot lid van de commissie die door de classis was ingesteld om de zaak van ds. Hoogendoorn en de Ichthus gemeente te behandelen. Door spanningen van het gemeentewerk en een conflict in de commissie werd ds. Van der Wolf ziek en ging hij met verlof. Zijn betrokkenheid bij enige groepen verontruste gemeenteleden en predikanten in de GKV en hun websites bracht hem in conflict met sommigen in zijn gemeente. Hij realiseerde zich dat een terugkeer naar zijn gemeente na zijn verlof moeilijk zou zijn. Dus toen hij in 2010 benaderd en beroepen werd door een zelfstandige kerk in Hardenberg die vertrokken was uit DGK, nam hij dit beroep aan. Deze kerk voegde zich later bij de GKN.

 

De zorgen met betrekking tot de richting van de GKV werden besproken. Een belangrijke zorg op dat moment was de prediking van het Woord en de aanvaarding van steeds meer Schriftkritische opvattingen in de GKV en aan de Theologische Universiteit in Kampen. De uitleg van het Woord is het belangrijkste onderwerp van gesprek geweest van een aantal websites, zoals “Gereformeerdekerkblijven” en een groep verontruste predikanten in de “Vijfhoek”. Een andere zorg die naar voren kwam in de bijeenkomst betrof de “kleine oecumene” tussen de GKV, de NGK en de Christelijke Gereformeerde Kerken in Nederland die gestalte krijgt in Kampen en in andere plaatsen. De NGK bijvoorbeeld heeft in zijn landelijke vergadering besloten om vrouwen toe te laten tot alle ambten. Hoewel het officiële standpunt van de GKV is dat er plaatselijk niet wordt samengewerkt als er vrouwelijke ambtsdragers zijn, blijkt in de praktijk dat die regel niet altijd functioneert in plaatselijke samenwerkingsgemeenten. Er is bezorgdheid omdat kerkordelijke afspraken en besluiten van synodes op plaatselijk niveau genegeerd worden. Die afspraken en besluiten beschouwd meen als faciliterend dan als voorschrijvende.

 

Er werd gevraagd naar de pogingen die gedaan worden om eenheid te zoeken met de GKV.  Daar wordt momenteel niet aan gewerkt. Wij stelden ook dat de versnippering van hen die uit de GKV vertrokken zijn geen aantrekkelijk beeld is voor hen die verontrust zijn in die kerken. Worden er pogingen ondernomen om tot eenheid te komen met DGK of met ds. Heres en de overgebleven afgescheiden groep in Dalfsen?
Er werd gesteld dat er geen echte belangstelling is vanuit DGK voor een gesprek. De GKN deputaten denken dat DGK in wezen geleid worden door een kleine groep die de koers van alles wil bepalen. Dat is de reden waarom een aantal groepen gebroken hebben met DGK, zoals in Veenendaal en Zwolle. Dit is ook de reden waarom de GKNvv er moeite mee hadden de groep van ds. Heres te accepteren nadat deze had gevraagd om eenwording met DGK, en waarom die groep nu ook gescheurd is. De GKN mensen willen daarom nu liever afwachten hoe de zaken zich ontwikkelen in DGK en buiten de interne strubbelingen binnen die groep blijven. Ze zien een zeker radicalisme in DGK op bepaalde punten, bijvoorbeeld in hoe de leer over de kerk, zoals beleden in de NGB, wordt toegepast. Ze hebben er ook zorgen over dat, hoewel DGK geprobeerd hebben zich te organiseren op een kerkordelijke manier, het lijkt alsof er bestuurd wordt door de meerdere vergaderingen.

In antwoord op de vraag hoe de eenheid van gelovigen het beste gediend zou kunnen worden, stelden de deputaten van de GKN dat ze op dit moment vonden dat zo’n eenheid het beste gediend zou worden door eenvoudig een principiële gereformeerde koers aan te houden en door dicht bij het Woord en de belijdenissen te blijven in prediking en eredienst. Er is echter nog wel wat contact met verontruste leden binnen de GKV en er worden lezingen gepland en conferenties overwogen. De GKN verspreiden ook informatie online via video toespraken en cursussen, bijvoorbeeld op domineeonline.org.

 

 

Iets wat ons zorgen baart is het gemak waarmee kerken binnen het kerkverband toegelaten worden. Het is inderdaad een feit dat Bruchterveld/Bergentheim en later Zwolle, DGK verlaten hebben zonder de kerkelijke weg te gaan.

 

Dit was een heel ontspannen en informatieve bijeenkomst. We kregen een goede indruk van de GKN en hun verlangen om dicht bij Schrift en belijdenis te blijven, terwijl ze tegelijkertijd open staan voor gesprekken en contacten met andere kerken. We adviseren een bepaalde vorm van contact te blijven onderhouden met deze kerken om te zien hoe ze zich ontwikkelen en hoe ze trachten anderen die het Woord en het Gereformeerde geloof liefhebben te bereiken.

 

BIJLAGE D


Rapport van de ontmoeting met de Gereformeerde Kerk (dolerend) in Dalfsen 19-4-2012

 

Op de avond van 19 april 2012 sprak de commissie met twee afgevaardigden van de kerk te Dalfsen (GKD), ds. E. Heres en ouderling Bas Lourens, ten huize van ds. Heres.

Nadat we de Here om Zijn zegen over deze avond gevraagd hadden, vertelde ds. Heres het een en ander van de geschiedenis die vooraf ging aan de huidige situatie in Dalfsen.

 

De GKV in Dalfsen bestond uit 1350 leden met 3 predikanten en twee gemeenten.

Al geruime tijd gaf een aantal leden aan dat ze zorgen hadden over de koers van de kerken binnen de GKV en in Dalfsen.

Er wordt niets gedaan tegen Schriftkritiek in de kerken; de viering van het Heilig Avondmaal staat open voor mensen die geen lid zijn van een zusterkerk (Synode 2005 Amersfoort); de liturgie verliest zijn gereformeerde karakter, etc.

De invoering van een liturgisch toneelstuk waarin een jongeman de rol van de Here Jezus speelde was de druppel die de emmer deed overlopen. In maart 2010 besloten zo’n 125 leden onder leiding van ds. Heres en twee diakenen de GKV te verlaten.

Dit werd gedaan nadat herhaalde oproepen aan de kerkenraad genegeerd waren, en de kerkenraad alle besluiten van GS Zwolle-zuid 2008 ratificeerde. Hieronder bevonden zich ook besluiten waar ernstige bezwaren tegenin gebracht waren. De bijzonderheden over het besluit om te breken met de GKV in Dalfsen zijn te vinden in een verklaring getekend door ds. Heres en de beide diakenen (Verklaring van Kerkelijke Stappen om Gereformeerd te Blijven). Zie ook de website van de kerk: http://www.gereformeerde-kerk-dalfsen.nl/.

 

Er was als gemeente besloten zich niet aan te sluiten bij een bestaand kerkverband, maar te wachten en in gesprek te gaan met de twee groepen die al eerder de GKV om soortgelijke redenen verlaten hadden: De Gereformeerde Kerken Nederland (hersteld) (DGK) en de Gereformeerde Kerken in Nederland (voorlopig verband) (GKNvv). De reden hiervoor was de wens deze twee kerkverbanden bij elkaar te brengen.


In januari 2011 besloot een groep van ongeveer 25 leden, geleid door twee ouderlingen, de GKD te Dalfsen te verlaten omdat ze zich zo snel mogelijk wilden voegen bij de GKNvv; ze voelden zich niet op hun gemak ten opzichte van DGK. Hun vertrek was in strijd met de afspraak die als gemeente gemaakt werd in maart 2010.
Ze werden op 9 april  2011 opgenomen in de GKNvv als een zelfstandige gemeente. De overgebleven leden waren hier bedroefd over en ook over de haast waarmee de GKNvv de groep die vertrokken was omarmde.

 

In juni 2011 besloot de GKNvv het gesprek met de GKD Dalfsen niet voort te zetten zolang deze doorgaat met gesprekken met DGK. De GKD bleef contact onderhouden met DGK en in oktober 2011 erkenden beide groepen elkaar als kerk van Christus. De GKD verzocht GS Hasselt van DGK om gezamenlijk een weg te vinden naar kerkelijke eenheid.

De GKD stelde een interimrelatie voor op de manier van art. 47 van de KO, “ Relatie met buitenlandse kerken”, waarbij men elkaars attestaties zou accepteren en elkaars predikanten zou toelaten op de kansel. GS Hasselt wees dit verzoek af. Er werden verscheidene vragen aan de GKD voorgelegd met betrekking tot een aantal zaken. Volgens de afgevaardigden van de GKD ging het er daarbij onder andere om of de GKD de vrijmaking van 2003 kan erkennen als een werk van de Here.
Over het algemeen vindt de GKD 2003 te vroeg en op een te smalle basis. Zij is het er echter over eens dat  degenen niet veroordeeld moeten worden die in 2003 zich om hun gewetenswil vrijmaakten mits GKD ook niet veroordeeld wordt als zij, ook om haar gewetenswil, het te vroeg vond.

Er werd besloten om gedurende een jaar een relatie te onderhouden, waarbij getracht zal worden verschillen op te lossen en één te worden.

 

C.van Dam

J. de Gelder

J. Moesker

G.J. Nordeman

 

 

Vertaling: H. Lourens-Van Gurp