Ethiek

Kerkverband

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Vertrek dr. Wilschut

 

Redactie een in waarheid

02-11-13
 

Dr. H.J.C.C.J. Wilschut, vrijgemaakt-gereformeerd predikant te Smilde, vertrekt uit zijn gemeente en gaat over naar de Protestantse Kerk Nederland. Hij stuurde ons de hierna volgende verantwoording.
In de volgende editie van ons magazine hopen we er op te reageren. Nu is dat niet goed mogelijk door gevoelens van teleurstelling, verdriet en verlatenheid.

 


  

VERANTWOORDING van mijn overgang naar de PKN.

H.J.C.C.J. Wilschut

 

Intro

Op 10 oktober 2013 heb ik een brief gestuurd naar de kerkenraad van de Gereformeerde Kerk (vrijgemaakt) te Smilde, waarin ik – op termijn - mijn vertrek uit de GKv aankondig en mijn voornemen meld om mij samen met mijn vrouw te voegen bij de Protestantse Kerk Nederland (PKN), om daar – als God het goedvindt – een gemeente van gereformeerde bondssignatuur te gaan dienen. Ik kan mij voorstellen dat deze stap verbazing oproept. Daarom mag van mij een verantwoording verwacht worden.

 

Ontwikkeling

Sinds 1979 ben ik predikant binnen de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). De ontwikkelingen in deze kerken sinds de jaren 90 van de vorige eeuw gaven en geven mij in toenemende mate een gevoel van vervreemding. Voor mijn besef verliezen de GKv in toenemend tempo het gereformeerd karakter.

 

De leegheid en banaliteit van kerkdiensten die mijn vrouw en ik in onze vakanties bezochten, deden ons uitwijken o.a. naar gemeenten van gereformeerde bondssignatuur. Wij ervoeren er geestelijke herkenning. In dit klimaat voelden we vaak ons meer thuis dan in eigen kerkhuis.

 

Sinds 2003 heeft er in de GKv meer dan één afscheiding plaatsgevonden. Met geen ervan heb ik willen meegaan. Ik herkende een deel van de bezwaren. Maar ik zag niet dat de grondslag van het kerkelijk leven werd aangetast. Dus ben ik gebleven en heb ik geprobeerd op mijn plaats – met name in het blad Nader Bekeken - een bijdrage te leveren aan het gereformeerd karakter van de GKv.

 

De ontwikkelingen in eigen kerkverband, de afkeer van afscheidingen die daar plaatsgrepen en de live ontmoeting met gereformeerd kerkelijk leven in de PKN hebben bij mij vanaf 2007/2008 een nieuwe bezinning op gang gebracht in het denken over de kerk. Ik ging (opnieuw) bij Calvijn en andere reformatoren te rade. En kreeg meer oog voor de Bijbelse grondregel: Waar het Woord is, is de kerk – en niet andersom. Het bracht mij tot de overtuiging dat de hervormd-gereformeerde gemeenten te beschouwen zijn als ware kerk in de zin van art. 29 NGB, al beschouwde ik aanvankelijk het geheel van de PKN nog als valse kerk.

 

Voortgaande studie en overweging leidden ertoe, dat ook in dit opzicht mijn denken zich heeft gewijzigd. Ik heb steeds meer begrip gekregen voor het argument in hervormd-gereformeerde kring: een kerk, waar ruimte is voor het Woord, mag je niet afschrijven en verlaten als een valse kerk. Ik herkende er het onderwijs van Calvijn in, die zegt dat je een kerk pas mag verlaten wanneer daar officieel de grondwaarheden van het christelijk geloof worden ontkend en trouwe belijders worden buitengesloten of gedwongen worden om aan goddeloosheid mee te doen.

 

Dat bracht mij tot een dubbele positie. Ik heb begrip voor Afscheiding en Doleantie in een situatie van buitensluiting. Zij hadden weinig andere keus dan te vertrekken. Maar eenzelfde begrip heb ik voor de gereformeerde belijders die bleven in de NHK en meegingen met de PKN: er bleef ruimte voor gereformeerd kerkelijk leven en gereformeerde prediking, dus hadden zij geen echte noodzaak om te vertrekken.

 

Vertrek

Overigens was deze overtuiging voor mij geen reden om dan maar hals over kop de GKv te verlaten. Het onderwijs van Calvijn is ook toepasbaar op de GKv. Een kerk die geestelijk op hol is geraakt, is nog geen valse kerk geworden. Pak je verantwoordelijkheid op de plaats waar God je gesteld heeft. Die visie heb ik ook uitgedragen in mijn boekje Afscheiding? uit 2010. Dus ben ik gebleven, zolang ik kon.

 

In 2012 liet de verdeeldheid van het kerkverband zich in eigen gemeente gelden. Ik wil er terughoudend over zijn. Een deel van de gemeente verlangde een ander soort prediking en een andere koers. De situatie leverde veel spanning op, mijn gezondheid leed er merkbaar onder. Na een periode van ziekte ben ik het toch weer gaan proberen. Het wilde niet meer. In het ontstane klimaat kan de gemeente niet floreren en kan ik niet langer voluit functioneren.

 

Mijn vrouw en ik hebben het biddend onder ogen gezien. Met als consequentie om de GKv te verlaten. Een nieuwe start in een andere gemeente in de GKv (zo die je al gegund wordt) lost weinig op. Op termijn loop je ook elders tegen dezelfde problemen aan. Meer dan één van mijn collega’s kan daarover meepraten en krijgt dezelfde verwijten als het gaat om gereformeerde prediking: te somber, te zwaar, te weinig blij, enz. En ben je behoedzaam in de koerszetting, dan ben je conservatief, te rechts. Je wijkt af van de sfeer en koers van het kerkverband als geheel.

 

Het hoort m.i. bij de nood van de GKv. Er is geen wijkplaats voor klassiek gereformeerd kerkelijk leven en prediking. Daarvoor is het kerkverband te klein. De ingeslagen koers van een mainstream laat zich dan ook in heel het kerkverband gelden, al verschilt het tempo plaatselijk. Dus krijg je steeds weer plaatselijk spanningen. In ieder geval ben ik er persoonlijk in vastgelopen en op afgeknapt.

 

Principiële keus

Ooit begon het pad van de afgescheiden traditie in Nederland bij de NHK van 1834. Bij het zoeken van een nieuw kerkelijk onderdak mag de vraag voorrang hebben: Is de situatie in de PKN – waarin o.a. de NHK zich voortzet - van dien aard, dat je moet blijven verdergaan op dit pad? Volgens ons niet. Het betekent een keus voor de PKN als zodanig, niet alleen voor het gereformeerde deel daarvan. Trouwens, ook de situatie in gemeenten van gereformeerde bondssignatuur idealiseren we niet, al ervaren we er geestelijke herkenning.

 

Er is heel wat in de PKN wat een gereformeerd belijder moeite geeft, het achterwege blijven van leertucht op personen voorop. Plaatselijke gemeenten kunnen de gestalte van de kerk verliezen, wanneer er de grondwaarheden van het christelijk geloof weersproken worden. Alleen, daarmee is de PKN als zodanig nog niet kerk àf. In alle gebrokenheid is de belijdenis van God als de drie-enige God gebleven. En is er alle ruimte om Woord en sacrament overeenkomstig de inzetting van Christus te bedienen. Wat tegelijk hoop geeft voor heel de kerk. Ik kan mij dan ook goed vinden in de woorden van G.D. Kamphuis (in: Licht op de kerk, Zoetermeer 2003, p. 133-134):

 

Waar het Evangelie van kruis en opstanding niet meer klinkt, verdwijnt de kerk, plaatselijk, classicaal, lande­lijk. Waar en vals liggen dicht bij elkaar, komen in dezelfde kerk voor. (…) De meest zuivere kerk kan valse kerk worden. (…) Waar Christus' woord klinkt, daar is Zijn bruid, Zijn Kerk, al maakt ze deel uit van een ernstig gedeformeerde kerk. Maar zelfs voor die kerk is er hoop. Zolang de verkondiging niet tot zwijgen wordt gebracht. Want, de Geest maakt levend. Daarom, omdat Christus Koning is, hebben we hoop voor de kerk. Waar Gods Woord gepredikt wordt en de sacramenten bediend worden, daar is ons Hoofd. En waar Hij is, kunnen wij ook zijn.

 

Vandaar dat mijn vrouw en ik principieel voor de PKN kiezen en ik daar ook graag – als God het goedvindt – als predikant het evangelie wil verkondigen. Ik ben echt niet veranderd in mijn visie op de binding aan de gereformeerde belijdenis en andere zaken waarover ik mij in het blad Nader Bekeken en op www.gereformeerdekerkblijven.nl heb uitgelaten (met uitzondering van mijn visie op de kerk). Integendeel, ik word hervormd om gereformeerd te blijven.[1]

 

Tenslotte

Omdat voor ons besef vertrekken onvermijdelijk is geworden, heb ik niet het idee dat ik mensen in de steek laat. Ik heb dit niet gezocht. Natuurlijk doet het pijn om het kerkverband en de plaatselijke gemeente te verlaten. Je blijft, zolang je kunt. Helaas, in onze situatie kan het niet langer.

 

Ik sluit af met wat ik schreef aan de kerkenraad van Smilde: Laat het u en ons tot troost zijn, dat we elkaar in Gods handen mogen aanbevelen. Die sterke handen, die nooit hebben misgetast – ook niet wanneer mensen elkaar moeten loslaten. En die eens al Gods kinderen voorgoed samenbrengen.

 

 

 



[1] De Nederlandse Hervormde Kerk bestaat niet meer. In dat opzicht kun je niet langer ‘hervormd’ worden. Tegelijk dienen gemeenten met gereformeerde prediking in de PKN zich als regel aan als ‘hervormde gemeenten’. Ik word lid van de PKN. Maar weet mij in het bijzonder verbonden aan het denken in deze gemeenten. Vandaar deze manier van zeggen.