Ethiek

In de pers

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Signalen 34

 

R. Sollie-Sleijster

17-09-2016

 

Amerikaanse kerk neemt afstand van GKV

RD 09/07/16

 

De Reformed Church in the United States (RCUS) heeft in een laatste waarschuwing aan de Generale Synode (GS) van de GKv (Meppel 2017) gedreigd de zusterkerkrelatie met de GKv te verbreken. De waarschuwing blijkt uit de net verschenen acta van de generale synode van de RCUS die in mei bijeenkwam in Bakersfield, Californië. De kritiek, ook al eerder geuit, richt zich o.a. op het beleid van de Theologische Universiteit Kampen, de discussie over de vrouw in het ambt en de diversiteit aan visies op homorelaties binnen de GKv.

 

GKv ds. Hempenius naar PKN wegens 'diepe geestelijke crisis' GKv

Onderweg 10/06/16

 

Ds. E.J. Hempenius gaat over van de GKv naar de PKN en sluit zich daar aan bij de Gereformeerde Bondsgemeente (Joriskerk) in Amersfoort. Hij is verbonden geweest aan de GKv-gemeenten van Harlingen en Barneveld.

Ds. Hempenius schrijft aan zijn laatste gemeente dat hij 'onvoldoende draagvlak' voor zijn prediking heeft ervaren. In zijn contacten met diverse gemeenten kwamen zaken als het persoonlijk geloof, de invulling van de prediking en de catechese amper meer ter sprake. Hij ziet dit als tekenen dat de GKv in een 'diepe geestelijke crisis' verkeren.

 

“Het is nodig de vraag van de toe-eigening weer te stellen”

CGK-orgaan De Wekker – via RD 19/08/16

 

Naar aanleiding van de bezinningsavonden in mei (zie Signalen 31) over de prediking binnen de CGK en de GKv en allerlei vormen van automatisme binnen de kerken staat het thema toe-eigening centraal. Vier scribenten geven hun mening.

 

Ds. H.K. Sok (eindredacteur van De Wekker) houdt, ondanks de consensus van 20 jaar geleden en de gespreksavonden tussen CGK en GKv (sprekers: CGK ds. D. Quant en GKv ds. P. Niemeijer) het gevoel dat we langs elkaar heen praten. In theorie kun je ver komen, maar in de praktijk loopt het vast, als niet wordt begrepen dat binnen (delen van?) de CGK het als onopgeefbaar wordt gezien dat het heil wordt toegeëigend in de weg van bevindelijke kennis van ellende, verlossing en dankbaarheid.

 

Ouderling S. Driessen, CGK – voorheen GKv, denkt niet dat beide kerkverbanden landelijk tot elkaar zullen komen. Hij hoopt dat de CGK dan wel duidelijk zullen zijn over de reden waarom niet, met name als het gaat om Schriftverstaan en hermeneutiek. In de CGK is een diepe eerbied voor Gods Woord en zoekt men een toepassing die de gemeente raakt. Dat mist hij in GKv preken. Het gaat daar meer om de praktijk van het leven. De Schrift met de noodzaak van bekering, zondebesef en van daaruit wijzen naar Christus, komt in veel preken amper meer aan de orde.

 

Ouderling D. Slump, GKv, deelt de zorg van Driessen over de prediking en de aarzeling over het samengaan. Hij vindt dat de GKv binnen de ruime kerkmuren van de CGK passen. Althans, tien, twintig jaar geleden pasten de Gkv-ers daar naadloos bij, al waren ze wat activistischer en hadden ze weinig met de Nadere Reformatie. Slump hoopt nog wel op eenwording en op goede resultaten door wederzijdse beïnvloeding.

 

Dr. M.J. Kater, docent Theologische Universiteit Apeldoorn, verwijst in zijn bijdrage naar de gouden toezegging uit het klassieke doopformulier, dat de Geest ons 'tot lidmaten van Christus heiligen wil, ons toe-eigenende hetgeen wij in Christus hebben'. Kan dat wel: iets hebben en toch nog ontvangen? Hij vervolgt:

'Het is het oude onderscheid tussen schenking en deelachtigmaking. Het is je in de belofte geschonken en wordt je deel wanneer door geloof en bekering je deze belofte gaat omhelzen'.

Dr. Kater wil niet weten van wel wedergeboren, maar toch nog buiten Christus. Van God uit is het alles of niets: óf we zijn buiten Christus, óf we zijn in Hem. Voor de belofte van deelachtigmaking of toe-eigening heb je een levenslange leerschool.

 

Vorming GTU (Gereformeerde Theologische Universiteit) gaat beslissende fase in

RD 01/07/16

(Voor GTU zie ook Signalen 28)

 

Voordat de GTU er is moeten achter de schermen nog heel wat hobbels genomen worden, zo blijkt uit een verslag van Maarten Stolk. Het is de bedoeling dat de Christelijke gereformeerde Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA), de gereformeerd-vrijgemaakte Theologische Universiteit Kampen (TUK) en de Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding samen één instituut gaan vormen, met zelfstandige opleidingen.

 

De startdatum is een jaar uitgesteld naar september 2018, maar de partners zitten nog lang niet op één lijn. Het samenvoegen van de drie instellingen blijkt op het punt van bestuurlijke vormgeving aangepast te moeten worden, namelijk van een coöperatief model (een voorwaarde van de CGK-synode) naar een verenigingsmodel. Dit op aangeven van het ministerie van Onderwijs dat uiteindelijk goedkeuring moet geven.

Prof. dr. R. Kuiper (rector TUK): “Het coöperatieve model was bedoeld om de verschillende partners in de GTU een zelfstandige plek te geven. Bestuurlijk blijkt dat heel ingewikkeld te zijn, je moet bijvoorbeeld dubbele besturen aanstellen”.

Nu is het plan met verenigingen te werken: er komt één bachelor en de verschillende kerkelijke opleidingen blijven herkenbaar. Wel komt er één rector en één college van bestuur, met meerdere curatoria.

 

De kerkelijke vergaderingen van de beoogde partners moeten de plannen goedkeuren. Dit najaar vergadert de CGK-synode en volgend voorjaar die van de GKV.

 

Botsende eisen aan één Gereformeerde Theologische Universiteit

ND 09/07/16

 

De GTU krijgt een andere vorm: geen coöperatie maar een vereniging, zonder bestuurlijke verantwoordelijkheid van de Gereformeerde Bond in de PKN, zo meldt Gerard ter Horst in zijn verslag. De regiegroep, waarin vier partijen samenwerken, de TUA, de TUK, de Ned. Gereformeerde Predikantenopleiding en de Gereformeerde Bond, meldt in een (geheim, maar in handen van het ND) rapport dat de voorwaarden van betrokken partijen onverenigbaar zijn.

 

De CGK-synode stelde als harde voorwaarde voor deelname dat de Gereformeerde Bond een 'substantiële bijdrage' zou leveren. De Bond bewilligt hierin, maar stelt als voorwaarde om een loyaliteitsconflict te vermijden met de PThU (Protestantse Theologische Universiteit) dat de regiegroep een alliantie sluit met deze PThU.

Maar Kampen en Apeldoorn vinden dit een stap te ver/te vroeg en derhalve onaanvaardbaar.

De PThU heeft haar veto uitgesproken over een alliantie met de GTU zolang de Bond zich bestuurlijk verbindt aan de GTU en blokkeert verder spreken met de Regiegroep. Ook andere partijen zijn 'feitelijk uiterst kritisch', volgens kwartiermaker prof. Gert van Dijk. Van hen mag de Bond deelnemen aan de GTU, mits zij hun eigen lasten dragen. Vandaar dat Van Dijk voorstelt de Bond nog deel te laten nemen aan de Regiegroep tot het moment dat de GTU bestuurlijk een feit is. Daarna zullen de Bonders op persoonlijke titel hun aandeel leveren op bestuurlijk, toezichthoudend en wetenschappelijk niveau om zo de 'substantiële bijdrage' vorm te geven. Bovendien zouden vijf Bonders (op dertig leden) in de Algemene Ledenvergadering kunnen worden benoemd.

 

Naast de Bond geeft ook het coöperatieve bestuursmodel (voorkeur van de CGK, zij wensen geen fusie) problemen. Het wordt binnen de universiteitsraden gekarakteriseerd als een 'onwerkbaar, bestuurlijk monstrum'.

Bovendien stelt het ministerie van Onderwijs dat een coöperatieve vorm, met vrijwel alle activiteiten geïntegreerd en samengebracht op één locatie, feitelijk een fusie is. Daarom het verenigingsmodel, maar het rapport geeft aan dat de overheid dan wel eist dat één van de bestaande Theologische Universiteiten wordt overgedragen aan de organisatie die de GTU opricht, de Vereniging GTU. Van Dijk stelt voor dat dat de TUK is, maar ziet wel dat 'dit een offer vraagt van de betreffende kerken, wat niet licht opgevat kan worden'. De CGK en NGK opleidingen in Apeldoorn kunnen vervolgens met deze GTU fuseren of samenwerken.

 

Fusie gaat veel verder dan tot nu toe werd beoogd. Bij de CGK ging fusie te ver. En zij hebben zorgen over de (tijds)druk. Waarbij ook onzekerheid bestaat over de steun in zowel de kerkelijke als de universitaire achterban.

Het alternatief van samenwerken levert keuze op voor de studenten, zij kunnen dan kiezen voor de GTU óf voor de TUA, maar daarmee 'verdampt' de winst van één gereformeerde universiteit.

 

Het derde probleem is de vestigingsplaats. De Gereformeerde Bond wijst Utrecht af, omdat de PThU er afkeurend tegenover staat. Van Dijk stelt voor een werkgroep te vormen om de locatiemogelijkheden te onderzoeken. Maar als Apeldoorn niet wil fuseren, komt de locatie feitelijk bij de opleiding in Kampen te liggen, die immers de Vereniging GTU moet vormen.