Ethiek

Synodeverslagen

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

GS Ede – Impressie 10

 

D.J. Bolt

24-01-15

 

Op vrijdag 15 en zaterdag 16 januari 2015 vergaderde de synode van Ede weer. Nog enkele ontwerpen moesten worden afgehandeld. Laatste loodjes dus, maar enkele daarvan wegen ons het zwaarst van alle onderwerpen tot nu toe op deze vergadering van de kerken. We geven een impressie en komen tot een conclusie.

 

Verantwoording correspondentie

 

Ds. K. Folkersma heeft de synode verzocht om helderheid te verschaffen over genomen synodebesluiten m.b.t. de eenwording met de NGK en de vrouw in het ambt, zie zijn Motto: Een generale synode kan terugkomen op eigen besluitvorming, rubriek Synodeverslagen op deze site. Daar roept hij kerkenraden op een dringend appel te doen op de synode om een toelichting te geven.

De aanleiding daartoe waren publicaties van ds. R.J. Vreugdenhil en ds. H.J. Messelink, deputaten kerkelijke eenheid, en ook informatie die de synodepreses dr. Voorberg verspreidde over deze zelfde zaak, zie Vragen voor Voorberg 1 en 2, rubriek In de pers.

 

Kwam de zo dringend gewenste helderheid?

Welnee. Het moderamen verschool zich achter formele regels. Weliswaar kan een synode zonder meer op haar besluitvorming terugkomen, zo betoogde ds. W. van der Schee (met wie we het voor één keertje voor de helft eens waren), maar het moderamen oordeelde dat de synode in juni al (provisorisch) was gesloten en alléén nog over afgesproken zaken iets kan zeggen. Bovendien zijn de genoemde predikant deputaten, dus!

Dus? Maar het ging toch niet om interpretatie van deputatenbeslissingen maar om synodebesluiten? Daar gaat de synode toch over? Een gemiste kans o.i.

 

Al niet beter verging het ons eigen verzoek aan de preses van de synode om helderheid te verschaffen over informatie die hij verspreidt over de NGK en de vrouw in het ambt daar, zie Vragen voor Voorberg 1 en 2, rubriek In de pers. Volgens ds. Voorberg zou de NGK inmiddels ook afstand doen van het zgn. VOP-rapport dat aan de basis ligt van hun openstelling van de ambten en dat zij een oplossing proberen te vinden om van hun vrouwelijke ambtsdragers af te komen.

Dat zou natuurlijk heel goed nieuws zijn en de voorgestane vereniging met de Nederlands gereformeerden een stuk dragelijker maken!

Edoch, Voorberg verschool zich (ook) op de synode achter het 'ethische' argument dat zijn beweringen uit emailcorrespondentie zouden stammen en hij dus niet ging antwoorden.

Voorlopig houden we het er dus maar op dat ds. Voorberg misleidende informatie verspreidt en niet de moed heeft om het te bevestigen, toe te lichten of te weerspreken.

 

Evangelieverkondiging aan Joden

 

GKv Ommen-West heeft al meer dan twintig jaar tot taak de verkondiging van evangelie aan Joden te bevorderen. Het is organisatorisch ondergebracht in het werkverband Yachad.

Maar de taak is wat financiën en menskracht betreft te zwaar geworden. Bovendien ziet deze gemeente dit werk ook als een opdracht voor de kerken in het algemeen en niet alleen van een plaatselijke gemeente of regio. Daarbij komt dat de classis inmiddels ook de financiële ondersteuning heeft gestaakt.

Dus lagen er op de synodetafel uitgebreide voorstellen van Ommen-West om een landelijk deputaatschap in het leven te roepen om het werk te gaan behartigen. Daar kon Yachad dan in opgaan.

 

Het gaf veel vijven en zessen op de synode. Van meet af aan bleek dat er sterke oppositie was tegen het verzoek. Er waren afgevaardigden die grote vrees koesterden tegen de, wat ze noemden, 'Yachad-visie'. Wat die inhield werd niet erg duidelijk. Bovendien werd door de indieners benadrukt dat het juist niet om het vastleggen van een visie gaat maar om de praktische uitvoering van het werk. Eén van de taak is wel het ontwikkelen van een goede gereformeerde visie op kerk en Israël maar daar zou dan de volgende synode over moeten beslissen.

De weerstand bleef. Men wil minder landelijke deputaatschappen en dit zou er weer eentje meer zijn. Het werk kon toch prima onder het bestaande deputaatschap zending, Mission in het Nederlands, worden ondergebracht? Maar Ommen en Yachad betoogden dat dit van weinig fijngevoeligheid getuigde en geen recht doet aan de speciale positie van de Joden. Als heidenchristenen hebben we veel raakvlakken met dit volk, denk aan de God die wij samen kennen en de Tenach die we gemeenschappelijk hebben ook al zijn er ingrijpende verschillen. Wordt er bovendien niet met twee maten gemeten, want waarom bestaat er wel voor Moslims en Evangelie een apart landelijk deputaatschap?

 

Het lukte niet, Ommens voorstel sneuvelde met slechts 5 stemmen voor en maar liefst 28 tegen (1 onthouding)! De gevraagde jaarlijkse € 12.000 komt er niet vanuit de kerken.

We hebben met verbazing deze discussie gevolgd en die ook niet goed begrepen. Wat zit hier achter? Eerlijk gezegd kreeg je er soms haast een wat anti-Israël gevoel bij zoals  in het huidige Nederlandse burgerlijke klimaat hier en daar. Terecht zei preses Voorberg dat de negatieve synodebeslissing wel als schokkend moest overkomen.

 

Het is ook schrijnend. Want deze synode is anders helemaal niet zo terughoudend als het gaat om deputaatschappen en het toedelen van kerkgelden, zie de Budgettabel, bijlage 2 van GS Ede Verslag 18-503 – Yachad F&B TUK.

En we herinneren nog maar even aan het feit dat er voor M/V in de kerk maar liefst twee deputaatschappen met een eigen budget werden opgetuigd die onafhankelijk van elkaar opereren. En aan de € 20.000 voor iets als een empirisch onderzoek M/V in de kerk. We denken aan de vele honderdduizenden euro's voor 'missionaire projecten'. En aan nu nog weer € 18.000 extra voor een onderzoeksplan 'Ervaringen Missionaire Gemeentestichting waartoe in dezelfde zitting van deze synode werd besloten. Dat kon namelijk niet meer af van het jaarlijkse budget van € 300.000 van het Praktijkcentrum …

 

Opmerkelijk ook. Voor allerlei ver uit de bocht vliegende missionaire activiteiten onder nieuw-Nederlandse heidenen halen we hele kerkdiensten overhoop en willen we zelfs vrouwen in de ambten, om maar geen negatieve gevoelens op te roepen. Om zo de acceptatie van het evangelie te bevorderen. Maar waarom dan in de evangelieverkondiging in Israël niet naar Paulus uitspraak een Jood een Jood en een Nederlander een Nederlander willen zijn? Waarom het eerste niet? Waarom ineens zo krampachtig en botweg over Joodse gevoeligheden van eeuwen heen walsen?

 

Schrijnend en merkwaardig dus.

En er blijft een onbestemd gevoel, is hier niet meer aan de hand?

  

Bindingsformulier

 

Toen

 

Er is eerder expliciet over het bindingsformulier, het vroegere ondertekeningsformulier, gesproken, zie GS Ede Verslag 13-421 - HKO en Generale Regelingen 1. Het was volgens ds. G. Zomer toen "het meest spannende dossier van de synode". Hij verwachtte dat de publieke tribune hierbij vol zou zitten. Maar die was geheel leeg…

 

Het formulier luidde:

 

“Wij, ondergetekenden, verklaren van harte in te stemmen met de leer van de Bijbel, zoals die door de Gereformeerde Kerken in Nederland wordt beleden in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels. Wij beloven de gemeente voor te gaan in het spreken en leven vanuit dit ene evangelie. Wij beloven de waarheid van Gods woord openlijk uit te dragen, en te handhaven tegenover misleidende denkbeelden die binnen de kerk of uit de wereld opkomen.

Wanneer wij op enig onderdeel van de leer verschil ervaren tussen de leer van de Bijbel en de inhoud van de genoemde belijdenisgeschriften, zullen we dit op gepaste wijze aan de orde stellen.

Wanneer er vragen rijzen rondom onze eigen opvattingen of gedragingen, zijn we altijd bereid om ons daarover te verantwoorden.

In beide gevallen zullen we ons houden aan de aanwijzingen van de bevoegde kerkelijke vergaderingen.”

 

Wat waren Zomers bezwaren en die van sommige andere afgevaardigden? We sommen ze even kort op:

  • Waar is in dit formulier de taal van Paulus, de anathema's?
  • Zijn we nog wel onder de indruk van de molensteen in Mat. 18? Waarom bezigen we die taal niet als herders van de kudde?
  • We moeten gemuilkorfd worden als leugenaars. Waar zijn de sancties?
  • 'beleden wordt in' is zeker in onze tijd niet bepaald genoeg, en zou vervangen moeten worden door 'de leer zoals die samengevat is' of 'beleden en samengevat is'. Dat 'samengevat' is essentieel.
  • Wat is 'op gepaste wijze'? Dat is toch veel te vaag?  
  • Binding naar HC Zondag 7 is nodig om het relativisme tegen te gaan. Het gaat om binding aan de hele Schrift.

Ds. Zomer diende er een amendement voor in maar dat haalde het niet: het werd verworpen doordat de stemmen staakten!

De deputaten HKO beloofden dat ze nog eens naar het formulier zouden kijken.

 

En nu

 

Er lag nu dus een nieuw bindingsformulier op de synodetafel, zie Bijlage 3 van GS Ede Verslag 17-503 – OOG TUK HKO. Voor het gemak laten we het hier volgen:

 

“Wij, ondergetekenden, verklaren van harte in te stemmen met de leer van de Bijbel, zoals die door de Gereformeerde Kerken in Nederland wordt beleden in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels. Wij beloven de gemeente voor te gaan in het spreken en leven vanuit dit ene evangelie. Wij beloven de waarheid van Gods woord openlijk uit te dragen, en te handhaven tegenover misleidende denkbeelden die binnen de kerk of uit de wereld opkomen.

Wanneer wij op een onderdeel van de leer verschil ervaren tussen de leer van de Bijbel en de inhoud van de genoemde belijdenisgeschriften, en onze moeite niet kan worden weggenomen, zullen wij onze bezwaren ter beoordeling voorleggen aan de kerkelijke vergaderingen.

Wanneer er vragen rijzen over onze eigen opvattingen of gedragingen, zijn wij eveneens bereid om ons tegenover de kerkelijke vergaderingen te verantwoorden.

Wij zullen ons in beide gevallen houden aan de aanwijzingen van de kerkelijke vergaderingen.”

 

We constateren dat de uitdrukking 'op gepaste wijze aan de orde stellen' is verduidelijkt door een verwijzing naar de kerkelijke vergadering. Dat is een aanzienlijke verbetering. Tegelijk is wel een tussenzin 'en onze moeite niet kan worden weggenomen'  ingevoegd. Dat geeft weer ruimte om eerst maar eens afwijkingen openlijk te ventileren, te publiceren bijvoorbeeld. Of voor te stellen in de preek. Het is toch legaal om te trachten 'onze moeite' weg te laten nemen? In het oude formulier had voorleggen aan een kerkelijke vergadering de eerste prioriteit. Nu is een vage fase waarin afwijking en verschil van de Schrift of de Belijdenis wordt getolereerd, geopend.

Bovendien, tijdens de discussie merkte ds. Vreugdenhil terecht op, dat velen helemaal geen 'moeite'  ervaren met afwijkende opvattingen van de gereformeerde belijdenis. Die gelden als vergeelde documenten uit vergleden eeuwen.

 

Verder hebben de deputaten bewust het woord 'samengevat' niet opgenomen in de tekst en ook niet, zoals ds. Zomer had voorgeslagen 'beleden en samengevat'. De deputaten stelden eenvoudig dat zijn amendement destijds was verworpen en er dus geen reden was om alsnog de tekst aan te passen. Bovendien menen zij dat 'beleden' sterker is dan 'samengevat'. Wat zeur je dan toch?

Maar lees dan nog eens het verhaal van dr. E.A. de Boer, professor aan de TUK. Dan zie je precies wat met dat 'belijden' wordt bedoeld of hoe het in elk geval wordt geïnterpreteerd. Onverbloemd stelt hij

 

"Wij kunnen de leerstuk­ken (de 'doctrina') niet meer abstraheren [afleiden, djb] van het Woord dat in verhaal en in de tijd tot ons komt. Ik meen dat de leerwijze van de belijde­nisgeschriften past bij een voorbije tijd en dat zij niet meer zodanig herzien kan worden dat zij passend te maken is voor de huidige situatie. We moeten ruimte maken om opnieuw fundamenteel vanuit het actieve belijden te denken.[1]

 

Dat is in strijd met zijn handtekening onder de gereformeerde belijdenis volgens het oude ondertekeningformulier. Maar met het nieuwe komt hij daar gewoon mee weg. Ons  (actieve) belijden daar is toch niets mis mee? Zij het niet meer geformuleerd volgens die oude niet meer passend te maken oude confessies.

Daar gáát de bescherming van de schapen met hun 'voorbije-tijden-geloof'. Het nieuwe formulier dekt het. Want de 'moeiten' mogen immers een onbepaald lang leven gaan lijden.

 

En de sancties, de strafbepalingen als een ambtsdrager in strijd met 'het belijden' handelt? Ook die hebben de deputaten niet weer opgenomen. Men verwijst naar de KO zelf, die spreken immers wel over schorsing en afzetting als het niet goed gaat?

Maar het fijne puntje is dat met het bindingsformulier de ambtsdrager, de herder van de kudde beloften doet. Hij aanvaardt zijn taak en zou bij 'moeite' en 'verschil met de belijdenis' moeten beloven zich te onderwerpen aan de tucht, vergelijk het formulier van openbare geloofsbelijdenis. Daarmee geeft de kerk bewust aan dat zij niet aarzelen zal in te grijpen als de herder 'één van deze kleinen' die aan hem zijn toevertrouwd, verleidt.

KO's vinden een stoffig plekje in een kast. Maar de beloofde binding aan de Schrift en belijdenis hoort in de studeerkamer op het bureau te liggen. Met sancties!

 

Vanwaar toch die allergie voor strafbepalingen? De Schrift is immers vol van sancties op afwijkingen van het Woord. Je struikelt haast over de vervloekingen die profeten in de naam van de HERE moeten uitspreken. En het volk moest er nog amen op zeggen ook![2] Vergelijk ook het optreden van de Here Jezus, het spreken van Paulus. Vervloekt is een ieder …

En wij maar schrappen…

In het nieuwe formulier verschuift het accent van de samengevatte inhoud van de belijdenissen naar het persoonlijk belijden dat al dan niet samenvalt met de confessies. Dat kennen we uit de kerkgeschiedenis, de zgn. 'quia quatenus strijd' in de 19e eeuw. Daarbij werd door vrijzinnigen 'beleden in' opgevat als belijden van de leer voor zover die te vinden is in de belijdenis'. Het spreekwoord zegt: als je niet leren wilt van de geschiedenis moet je haar overdoen. Het lijkt dat aan het eerste deel van deze zin is voldaan.

De tijd laat niet toe om hier nu breder op in te gaan. Met dit formulier is ze stappen gaan zetten op de weg van relativisme, van een lossere binding aan Schrift en belijdenis. Voor tolerantie van theologische knutselarij. We gaan de gevolgen zien in het laatste onderwerp in deze impressie.

 

Het formulier werd tenslotte met algemene stemmen aangenomen. 

 

Het evangelie in geding

 

Het leek toch zo'n eenvoudig agenda punt: benoemingen in een vacature systematische theologie van de theologische universiteit te Kampen. Systematische theologie of dogmatiek beschrijft de leer van de kerk. Een belangrijke zaak dus. Als ergens betrouwbare leraren nodig zijn dan is het in het onderwijs in de leer van de kerk. Docenten voor zulke functies zijn natuurlijk allang gepolst en benoemd en hebben ja gezegd, op voorwaarde dat de generale synode er ook akkoord mee gaat. Die is immers (nog steeds) de 'baas' van het instituut. Dus een formele 'klap erop' van de synode en vervolgens nog een officiële ontvangst van de benoemde met feestelijke en blijde toespraken.

 

Het liep anders. De benoeming van de twee kandidaat-docenten voor het vak werd als gebruikelijk in comité behandeld. Het duurde ongeveer drie uren voor het verlossende woord kwam: de synode is akkoord gegaan met het voorstel van het College van Bestuur van de universiteit de heren dr. J.M. Burger en dr. D. te Velde te benoemen in de vacature prof. B. Kamphuis.

Hoe heeft het zó lang kunnen duren om zo'n eenvoudig agendapunt af te handelen? Voor degenen die de kerkelijke voelhorens op scherp hadden staan de laatste weken is dat niet verbazingwekkend. Een van de twee docenten, dr. Burger is niet onbesproken wat zijn opvattingen betreft. Mede onder zijn redactie verscheen het boekje Cruciaal, De verrassende betekenis van Jezus' kruisiging waarin o.m. afstand wordt genomen van de gereformeerde/reformatorische leer van, kort geformuleerd, verzoening door voldoening, zoals die in o.a. de Heidelbergse Catechismus vraag en antwoord 15 en 16 wordt beleden. In een artikel getiteld Cruciaal, in de rubriek Rond de Schrift, hebben we dat onder brede publieke aandacht gebracht. Deze week legt ds. D. de Jong (Dordrecht)  achtergronden bloot van de door Burger aangehangen 'offerkritiek', zie De achtergrond van de offertheorie van dr. Hans Burger, rubriek Rond de Schrift.

 

Burgers leer

 

We kunnen Burgers opvattingen kort en puntsgewijs zo weergeven:

  • God is geen god die zo bloeddorstig is dat Hij bloed wil zien en daarvoor zijn Zoon slachtoffert. Zo'n god zou een nare, immorele god zijn.
  • Betaling van onze schuld door een bloedig offer getuigt van middeleeuws denken waarvan ook Calvijn niet vrij was.
  • Zulk denken is niet in overeenstemming met Jezus' prediking van het koninkrijk.
  • In strikte zin is Jezus' dood ook geen slachtoffer, bij zijn dood was immers geen Levitische priester betrokken en hij werd niet gedood in de tempel.
  • Wij begrijpen een bloederig offer ook niet meer, het wekt negatieve gevoelens bij moderne mensen.
  • We moeten het offer van Jezus positief duiden: het offer is de volkomen toewijding tot God, gehoorzaamheid tot de dood als het moet.
  • Met dát offer van gehele toewijding heeft Hij onze relatie met God hersteld en kunnen ook wij ons geheel aan God wijden, worden we nieuw en heilig.

Hiermee is wel ongeveer de kern van Burgers 'alternatieve verzoeningsleer' getypeerd. Voor een wat bredere bespreking zie genoemde artikelen.
 

Het is ook ontdekkend om Burgers bijdrage aan de conferentie te Hamilton nog eens te lezen: Hamilton en Hermeneutiek (9) – Soteriologisch begrijpen, rubriek Rond de Schrift. Soteriologie (uit het Grieks σωτηρ, sootèr, redder) gaat over Christus' redding van de wereld. Soteriologie maakt deel uit van het vakgebied systematische theologie(!) binnen de theologie. Het verbaast nu niet meer dat in Burgers Canadese verhaal niets te vinden is over de verzoening door Christus' bloed! Met zijn publicatie nú begrijpen we dat volkomen.

 

Het is hier niet de plaats om nogmaals het ketterse van zijn ideeën aan te tonen. Maar het is goed voor het pareren van deze aanval op ons gereformeerde geloof eens het een en ander te citeren uit de Schrift zelf. We beperken ons nu tot de brief aan de Hebreeën (HSV).

 

Hij heeft het niet nodig, zoals de hogepriesters, elke dag eerst voor zijn eigen zonden slachtoffers te brengen en pas daarna voor die van het volk. Want dat heeft Hij voor eens en altijd gedaan, toen Hij Zichzelf offerde. (Hebr.7:27)

 

Hij is niet door bloed van bokken en kalveren, maar door Zijn eigen bloed voor eens en altijd binnengegaan in het heiligdom en heeft daardoor een eeuwige verlossing teweeggebracht. Want als het bloed van stieren en bokken en de as van de jonge koe, op de verontreinigden gesprenkeld, hen heiligt tot reinheid van het vlees, hoeveel te meer zal het bloed van Christus, Die door de eeuwige Geest Zichzelf smetteloos aan God geofferd heeft, uw geweten reinigen van dode werken om de levende God te dienen! En daarom is Hij de Middelaar van het nieuwe verbond, opdat, nu de dood heeft plaatsgevonden tot verzoening van de overtredingen die er onder het eerste verbond waren, de geroepenen de belofte van de eeuwige erfenis ontvangen (Hebr.9:6-15)

 

Slachtoffer en graanoffer en brandoffers en offers voor de zonde hebt U niet gewild en zij hebben U niet behaagd, hoewel zij overeenkomstig de wet worden gebracht. Daarna sprak Hij: Zie, Ik kom om Uw wil te doen, o God. Hij neemt het eerste weg om het tweede daarvoor in de plaats te zetten.

Op grond van die wil zijn wij geheiligd door het offer van het lichaam van Jezus Christus, voor eens en altijd gebracht.

En iedere priester stond wel dagelijks te dienen en bracht vaak dezelfde slachtoffers, die de zonden toch nooit zouden kunnen wegnemen, maar deze Priester is, nadat Hij één slachtoffer voor de zonden geofferd had, tot in eeuwigheid gezeten aan de rechterhand van God.

Verder wacht Hij op het tijdstip dat Zijn vijanden tot een voetbank voor Zijn voeten gemaakt worden. Want met één offer heeft Hij hen die geheiligd worden, tot in eeuwigheid volmaakt. (Hebr.10:8-14)

 

Als iemand de wet van Mozes tenietgedaan heeft, moet hij sterven zonder barmhartigheid, op het woord van twee of drie getuigen. Hoeveel te zwaarder straf, denkt u, zal hij waard geacht worden die de Zoon van God vertrapt heeft en het bloed van het verbond, waardoor hij geheiligd was, onrein geacht heeft en de Geest van de genade gesmaad heeft? (Hebr.10:28-29)

 

Wij hebben een Altaar waarvan zij die in de tabernakel dienen, niet bevoegd zijn te eten. Want van de dieren waarvan het bloed als verzoening voor de zonde door de hogepriester het heiligdom werd binnengedragen, werden de lichamen buiten de legerplaats verbrand. Daarom heeft Jezus, om door Zijn eigen bloed het volk te heiligen, buiten de poort geleden. (Hebr.13:10-12)

 

De God nu van de vrede, Die de grote Herder van de schapen, onze Heere Jezus Christus, uit de doden heeft teruggebracht, op grond van het bloed van het eeuwige verbond, moge u toerusten tot elk goed werk om Zijn wil te doen, en in u werken wat in Zijn ogen welbehaaglijk is, door Jezus Christus. Hem zij de heerlijkheid in alle eeuwigheid. Amen.

(Hebr.13:20-21)

 

Vergelijk ook wat we belijden in HC:

 

Hoe wordt u in het heilig avondmaal onderwezen en ervan verzekerd, dat u aan het enige offer van Christus, aan het kruis volbracht, en aan al zijn schatten deel hebt?

Antwoord:

Christus heeft mij en alle gelovigen een bevel en daarbij ook een belofte gegeven.

Hij heeft bevolen tot zijn gedachtenis van dit gebroken brood te eten en uit deze beker te drinken. Hij heeft daarbij ten eerste beloofd, dat zijn lichaam voor mij aan het kruis geofferd en zijn bloed voor mij vergoten is. Dit is even zeker als ik met de ogen zie dat het brood des Heren voor mii gebroken en de beker mij gegeven wordt.
Ten tweede heeft Hij beloofd, dat Hij zelf mijn ziel met zijn gekruisigd lichaam en vergoten bloed tot het eeuwige leven voedt en verkwikt. Dit is even zeker als ik het brood en de wijn, als betrouwbare tekenen van Christus' lichaam en bloed, uit hand van de dienaar ontvang en met de mond geniet'.
(v/a 75)

 

Wat is het verschil tussen het avondmaal van de Here en de pauselijke mis?

Antwoord:

Het avondmaal van de Here verzekert ons ervan:

ten eerste dat wij volkomen vergeving van onze zonden hebben door het enige offer van Jezus Christus, dat Hij zelf éénmaal aan het kruis heeft volbracht,

ten tweede dat wij door de Heilige Geest ingelijfd" worden bij Christus, die nu naar zijn menselijke natuur niet op de aarde is, maar in de hemel aan de rechterhand van God zijn Vader en daar door ons wil worden aangebeden. [etc]. (v/a80)

 

Het lijkt ons voldoende om Burgers opvattingen vierkant af te wijzen.

 

Verstrekkend

 

Nu zou je Burgers verhaal kunnen bagatelliseren. Het gaat misschien om een jonge doctor-docent (1974) die misschien nog wat onbesuisde theologische haren kwijt zou moeten raken. Maar dat is wat ons betreft te naïef. Er is een drive om te vernieuwen en geen 'oude antwoorden te herhalen' (zie Hamilton, en daar niet alleen Burger). Er moet naam gemaakt worden aan de theologische universiteit, internationaal aanzien verworven, 'Hizkia's' schatten getoond van wat we allemaal in onze theologisch-wetenschappelijke schatkamers hebben. Hier, in de GKv, gebeurt het!, snoefde een poos geleden een prof van de universiteit[3]. Die geest waart rond en is in Burgers verhaal manifest, zie ook de inleiding van zijn boekje Cruciaal.

 

Het is dus maar geen incident, naar onze mening. Het meest ingrijpende is dat de synode na drie uren in afzondering zich volledig achter Burger stelde. De kerken vinden het kennelijk prima dat de voorgestane kernleer in het hart van haar opleiding aan aanstaande 'herders en leraars' wordt onderwezen. De vergadering kon zélfs niet besluiten tot een nader onderzoek van Burgers overtuigingen, zo bleek: er was geen toelichting op zijn opvattingen en geen nadere (ontkennende) verklaring zoals een eerdere belijdenis-afwijkende publicatie van ds. Van der Schee. Er werd nu alleen een persverklaring aangeboden waarin (ook) de aandacht werd gevestigd op die recente Cruciaal publicatie …

 

We hebben in ons internetmagazine veel aandacht gegeven aan een andere publicatie destijds: De doorgaande revolutie van prof. dr. G. Dekker[4]. Daarin beschrijft hij de ontwikkelingen in de vrijgemaakte kerken en ziet hij veel parallellen met die in de vroegere synodaal-gereformeerde kerken. Het is verleidelijk om daar breed uit te citeren maar daar is het nu niet het goede moment voor. Maar één citaat willen we ons wel veroorloven:

 

"Toen in de jaren zeventig dr. Wiersinga een alternatieve verzoeningsleer verkondigde, was dit wel een schok binnen de synodaal-Gereformeerde Kerken en werd er op synodaal niveau ook heftig over gediscussieerd, maar geschorst als predikant werd hij niet".[5]

 

In onze dagen verkondigt dr. Burger een alternatieve verzoeningsleer. Dit geeft wel een schok binnen de vrijgemaakte kerken. Er werd op synodaal niveau ook uitgebreid (heftig?) over gediscussieerd, maar hij werd wel benoemd als docent kerkleer aan de universiteit.
Geen probleem dus. Want zoals de preses dr. Voorberg opmerkte in zijn toespraak:

 

…de synode heeft er alle vertrouwen in dat deze omvangrijke taak bij u in goede handen ligt.() U hebt zich zo weten te ontwikkelen dat wij u met alle vrijmoedigheid hebben kunnen beroepen en daarna konden benoemen.

 

Is dit werkelijk alles wat de kerken hierover te zeggen hebben?

Dan is dat onbegrijpelijk, wat ons betreft.

 

Het antwoord

 

Dr. Burgers opvattingen 'kunnen' kennelijk in onze kerken. Bezwaren inbrengen tegen deze nieuwe docent heeft geen zin meer: de gezamenlijke kerken hebben met de benoeming deze nieuwe kerkelijke leraar de bezwaren bewust van tafel geveegd.

Wat ons betreft is daarmee het hart van het evangelie in het geding, verzoening door het bloed van onze Heer Jezus Christus. Het tast het fundament aan van ons geloof in Christus Jezus' redding van ons leven. Hiermee staat en valt uiteindelijk alles. Wij kunnen hier niet meer vergoelijken of bagatelliseren. Het is ons onverdraaglijk. En het mag ook niemand onverschillig laten wat hier is gebeurd.

En dat doet het ook niet zo hebben we gemerkt als broeders en zusters ermee geconfronteerd worden. Ieder die gereformeerd wil blijven in het voetspoor van Calvijn en Luther kan hier naar wij menen niet aan ontkomen om er consequenties aan te verbinden.

 

De vrijgemaaktekerken zijn ons lief. We hebben een groot deel van ons leven en tijd er aan gegeven. We huilen om haar afval en toelating en bevordering van ketterijen. Het zijn niet meer de kerken met een gereformeerd karakter waarin we zijn opgegroeid, geleefd en gewerkt hebben. Dat doet ons diep verdriet.

 

Aan het eind van het vorige seizoen (juni 2014) stelden we een aantal vragen die wat ons betreft moeten worden beantwoord:

  • Is de Schrift nog veilig in de GKv?
  • Bouwt het kerkverband op of breekt het af?
  • Is het nog verantwoord in deze kerkgemeenschap te blijven?
  • Zo niet, welke weg moet dan worden gegaan?

Het antwoord op de eerste vraag is wat ons betreft, als er geen duidelijke terugkeer komt en blijkt tot de leer van de Schrift zoals die is samengevat en beleden wordt in onze belijdenis, nee. We zeggen het onder tranen.

Het is tijd om daarvan de consequenties onder ogen te zien en onze verantwoordelijkheid jegens de HERE, onze kinderen en onszelf te overwegen. Dat willen we doen in een volgende aflevering van de artikelreeks Kiezen of verliezen.

 

Ondertussen blijven we zingen van onze Heiland:

 

Gij sterft, en laat die troost ons na:

de zonden zijn vergeven.

Gij hebt voldaan op Golgotha,

dit geeft ons kracht ten leven.

Uw zoendood lenigt onze smart,

verkwikt, vertroost, versterkt ons hart,

niets heeft zo grote waarde.

Mij sta uw liefde bij in nood,

en zij uw trouw tot in de dood

mijn vaste troost op aarde.

 

 



[1] Zie De synodalen achterna 6 – zonder belijdenis, rubriek Kerkverband.

[2] O.a. Num.5:22(!), Deut.27:15, Neh.5:13.

[3] Zie toespraak van prof. G. Harinck in De synodalen achterna 3, rubriek Kerkverband.

[4] Zie De synodalen achterna 1-6, rubriek Kerkverband.

[5] Dr. G. Dekker, De doorgaande revolutie (2013), p90.