Ethiek

Synodeverslagen

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

GS Meppel Verslag 03 – Universiteiten en onderwijs

 

D.J. Bolt

29-04-17

 

Donderdag 20 april jl. boog de Meppelse generale synode zich over besluiten m.b.t. de universiteiten. Meervoud, want het ging om de zaken m.b.t. de Theologische Universiteit in Kampen (TUK) en de te stichten Gereformeerde Theologische Universiteit (GTU). M.n. het laatste onderwerp had de spannende aandacht van de vergadering. Er waren relatief veel toehoorders op de publieke tribune. We zagen leden van de CGK en NGK. Logisch, want deze twee kerkengroepen zijn met de GKv de beoogde oprichters van de GTU. De NGK heeft inmiddels unaniem ingestemd met het plan, de CGK-synode moet er begin juni van dit jaar over beslissen.

 

Universiteiten en onderwijs

 

De preses, dr. M.H. Oosterhuis, opent de vergadering op christelijke wijze.

 

Begeleiding van de zang door ds. Van Loon (piano), ds. Oosterhuis (viool) en ds. Dijkema (panfluit)

 

De volgende instanties worden welkom geheten[1].

 

Theologische Universiteit Kampen - Raad van Toezicht ad interim (RvT)

Jan Westert, Arie de Snoo, Leo Dijkema, Leen Hordijk, Simon van der Lugt
 

Theologische Universiteit Kampen - Curatoren

Pieter van den Berg, Rudolf Bruijn, Harrie de Hullu, Chris Kruse

 

Theologische Universiteit Kampen - College van Bestuur (CvB)

Jan de Jong en Roel Kuiper

 

Deputaten Financiën & Beheer (F&B)

Rudi de Graaf, Rene van Tatenhove

 

Gereformeerde Theologische Universiteit (GTU) - Regiegroep (RG)

- CGK: H.G.L. Peels

- NGK: Ben Vreugdenhil

- Gereformeerde Bond: Theo van Campen

- Ambtelijk secretaris: Hugo den Boer

 

Preses

Er is een verzoek van deputaten kerkorde om in deze vergadering in te mogen gaan op keuze van het bestuursmodel voor GTU door de regiegroep GTU. Maar het moderamen heeft overwogen dat het verzoek hem te laat heeft bereikt en daardoor een plenaire bespreking inhoudelijk niet goed heeft kunnen voorbereiden. Bovendien is er in deze vergadering niet veel tijd voor een extra bijdrage.

Daarom is het voorstel van moderamen nu niet op dit, overigens legitieme, verzoek in  te gaan. Wel is de Raad van Toezicht (RvT) bereid tot kleine aanpassingen van de voorgestelde besluitteksten. Br. Hordijk zal dat toelichten.
Nu al kan worden toegezegd dat in de besluittekst zal worden aangegeven dat in het vervolgtraject na de nu te nemen besluiten er door de RvT en onze vertegenwoordiging in Regiegroep (RG) aandacht zal worden geschonken aan deze zaken en met de deputaten kerkorde en andere deskundigen nog gesprekken zullen plaatsvinden.

 

Br. Van Winden

Wat betekent 'aandacht schenken aan' door RvT? Ik stel voor er nu tijd voor te geven.

 

Deputaten kerkorde - Br. P.T. Pel

Het is maar anderhalf kantje tekst.

 

Raad van Toezicht - Br. Hordijk

De besluitteksten die over de GTU gaan voorzien in een verder uitwerking. We stellen daartoe voor aan besluit 4 een zin toe te voegen:
de betrokkenheid bij en de verantwoordelijkheid van onze kerken voor de GTU en in het bijzonder voor onze predikantenopleiding en onze benoemingen is maximaal gewaarborgd in overeenstemming met het kerkrecht van de betrokken partijen.
De toevoeging geeft dus aan dat RvT, CVB en deputaten KO hierover nog in gesprek zullen gaan.

 

STEMMING
Voorstel inbreng deputaten kerkorde in de vergadering toe te staan: 140115 (VOT), verworpen.

 

BESPREKINGEN

 

Synodecommissie - Br. Van der Eijk

De verschillende voorstellen zijn besproken met de RvT, het CvB en F&B.

Er zijn vijf blokken voorstellen:

  • Conceptbesluiten TU algemeen (decharge, nieuwe opdrachten, budget)
  • Conceptbesluiten TU algemeen (statutenwijziging, incl. tekst bindingsformulier) 
  • Conceptbesluiten GTU
  • Post-initieel onderwijs (Pio)
  • Studiefinanciering

De publieke tribune was goed gevuld

 

Preses

Na de schriftelijke informatieronde en de besloten informatiebijeenkomst volgt nu de

meningsvormende ronde.

 

BESPREKING  - Conceptbesluiten TU algemeen (decharge, nieuwe opdrachten, budget)

 

RONDE 1

 

Br. Van der Tol

Besluit 4.1a: De WHW zou consequenties kunnen hebben voor de GTU.

 

RvT – Br. Hordijk

Het besluit gaat niet over de GTU maar over de TUK. Haar statuut valt onder wet Hoger Onderwijs.

 

RONDE 2

Niemand meldt zich.

 

STEMMING

Met algemene stemmen aangenomen.

 

BESPREKING - Conceptbesluiten TU algemeen (statutenwijziging, incl. tekst bindingsformulier) 

 

Br. Van der Tol

Het bindingsformulier is wat slapjes. Er zou duidelijk moeten worden aangegeven dat afgewezen opvattingen vervolgens ook niet mogen worden uitgedragen of gepubliceerd.

 

Ds. Harmannij

Het bindingsformulier is hier op verzoek van deputaten kerkorde ingevoegd. De tekst is vergelijkbaar met de tekst van het bindingsformulier dat door de vorige synode werd aangenomen. In dat formulier staat ook niets meer over publiceren. Kritiek er op is nu dus niet aan de orde.

 

Br. Van der Tol

Betreur het dat er niets over in staat.

 

Ds. Waterval

Ik kan geen verschil vinden tussen het oude en nieuwe tekst van besluit 1.3.

 

RvT – Br. Hordijk

Er is een onderdeel toegevoegd dat ook al aan oude had moeten zijn toegevoegd.

 

Ds. Wisselink

Bevoegde instanties kunnen aanwijzingen geven. Dus ook zeggen: 'Onmiddellijk mee stoppen'. Impliciet zit 'niet-erover-publiceren' er dus wel in.

 

Br. Van der Tol

Ik blijf er bij: het moet er wel bij staan.

 

STEMMING

Aangenomen met de kleinst mogelijke minderheid tegen.

 

BESPREKING - Conceptbesluiten GTU

 

Rvt – Br. Hordijk

De nieuwe RvT heeft de besluiten geconcipieerd na veel inlezen en overleg en dankt de vorige RvT voor zijn inbreng. Wel heeft de nieuwe raad andere conclusies getrokken.

Aanvaarden van deze besluiten betekent groen licht om verder met de GTU te gaan. Wel moeten de aangegeven zeven punten verder worden uitgewerkt.
We zitten midden in een proces. Allerlei zaken behoeven nog aandacht, m.n. de besluiten van de CGK-synode. Vandaar het voorstel de synode op dít punt voorlopig te sluiten.

 

CvB – Prof. Kuiper

Dit is een belangrijk moment na twee jaar werken hieraan. We zijn zeer gebaat bij een GTU die is bedoeld om de gereformeerde theologie te versterken en verder te ontwikkelen.
Op onze universiteiten gaat nu veel goed. We zijn gezond en stabiel, tegelijk ook klein, kwetsbaar. GTU kan dat verhelpen. Onze voorkeurspartners daarbij zijn CGK, NGK en Gereformeerde Bond (GB). Met de CGK werken we samen in het onderzoek sinds 2001. Vanaf 2015 denkt de CGK na over de vorming van een GTU. In juni hoopt haar synode een besluit te nemen.

Er is veel eenstemmigheid, we kunnen het goed met elkaar vinden. De parameters van de CGK synode zijn wel bepalend maar hebben niet gehinderd.
Het is voor de breedheid belangrijk dat ook GB is aangehaakt. Zijn spiritualiteit is ons lief.
Het coöperatiemodel bleek niet haalbaar.

De preambule heeft de brede instemming van alle partners.

Ieder heeft zijn eigen predikantsmaster.

Prof. Selderhuis had gisteren nog nieuwe ideeën maar we moeten eerst deze GTU maar tot stand brengen.
Betrokkenheid van de kerken vormt de ziel van de universiteit.

De GTU is een levensbeschouwelijke universiteit. Om daar een kerkelijke rechtspersoon in het leven te roepen met drie kerkelijke partners is te ingewikkeld. Het huidige voorstel is het meest haalbaar. Statuten en reglementen worden gemaakt in relatie tot de burgerlijke wetgeving.

 

Het voorliggende plan is van groot belang. Het vormt een gezamenlijk platform. Het gaat om bevlogen gelovigen. De GTU is er voor de kerken, een nieuwe generatie studenten.

 

CvB – Br. De Jong

De quota van de drie partners lopen bij de oprichting nog uiteen maar zullen in de loop van zes jaren gelijkgetrokken worden.

 

RONDE 1

 

Ds. Oosterhuis

Er komt een verlaging van de quota van de GKv maar waar blijft dat bespaarde geld?

 

Ds. Dreschler

Ik kan me heel goed vinden in de voorstellen en haar strekking

Besluit 4.5 De deelname van de GB is mooi maar een financiële bijdrage van deze zijde is geen gesprekspunt.

 

Bij de keuze van de vestigingsplaats moeten de bestaande worden overwogen mede gezien de kosten.

 

Br. Van der Tol

Wat is het proces geweest dat tot de keuze van het verenigingsmodel heeft geleid?

 

Br. Van Winden

Aanloop tot de GTU is bewogen maar heeft mijn hartelijke instemming. De basis ligt in het hoofdstuk identiteit waar iedere gereformeerde zich in moet kunnen vinden.

Het vreemde is dat we tijdens vakanties in het buitenland samen naar de kerk gaan maar in de GTU weer onze kleur willen zien. Waarom toch gaan de masters niet samen? Op veel kansels staan immers predikanten van verschillen denominaties. Zet voor één gemeenschappelijke master maar een stip op de horizon.

 

De gekozen bestuurlijke inrichting vergroot de afstand tot de kerken. Dat zullen de kerkleden niet willen en hun bijdrage zal het niet ten goede komen. Het verdient de nodig aandacht want er is geen weg meer terug.

 

Steeds wordt Utrecht als vestigingsplaats benadrukt maar wat zijn de argumenten om Kampen af te schrijven? Verhuizen kost miljoenen!

 

Is het ook mogelijk dat de quota bij de andere partners wordt verhoogd?

Bovendien, wat doen we met de quota als GTU niet doorgaat? Het is nodig om de tering naar de nering te zetten.

 

Als de opdracht om verder uit te werken wordt gegeven is het verstandig om de groep RvT en CvB uit te breiden met mensen die met meer distantie naar het proces kunnen kijken dan door mensen die er al zo lang mee bezig zijn.

 

Br. Poutsma

Ik ben blij met het hele proces, met de creativiteit. We moeten nu volgende stappen zetten.
Nadenken over één predikantsmaster. En verder overwegen of de quota wel verlaagd moeten worden. We hebben toch altijd aangegeven dat ze nodig waren? Weliswaar biedt schaalvergroting wat meer ruimte maar waarom nu naar het niveau van CGK en NGK? Laat eerst blijken wat nodig is.

 

Br. Van Arkel

Is de GTU wel robuust, en als dat nu zo is, blijft dat ook zo?

 

In het bestuursmodel is de vereniging de linking pin naar twee kerken. Worden de statuten en reglementen nog ter goedkeuring aan de synoden voorgelegd?

 

Br. Feenstra

De ledenraad is een afspiegeling van de oprichtende kerken, de raad verantwoordt zich aan de kerken. Hoe zit het dan met de positie van de GB in de ledenraad?

Waarom staat er niets over een RvT in de besluitteksten?
Hoe wordt er gecommuniceerd naar de kerken?

 

Br. Heij

Wie veel heeft gekregen kan ook veel weggeven. Misschien geldt dat ook de rijkdom in de huidige opleiding.
Besluit 3 'Overdracht' is niet helder: 'bestaande organisaties een plaats geven'? Maar die gaan verdwijnen. Er komt een amendement.

 

Br. Van den Berg

Ik ben blij met deze voorstellen. Mij spreekt de verenigingsvorm aan. Ik heb vertrouwen dat het goed gaat komen.

In Kampen blijven kan veel geld schelen maar het gaat om een goede theologische universiteit waar Christus centraal staat. Dat mag geld kosten.

 

Ds. Harmannij

Ik kan dat onderschrijven. Ik stem voor Apeldoorn als vestigingsplaats omdat het anders misschien niet doorgaat (hilariteit). Bovendien ligt het gunstig aan het treinennetwerk.

Ik ben blij dat de CvB en RvT en F&B het eens zijn.

 

RvT – Br. Hordijk

Het gaat om drie zaken: 1/we gaan voor een GTU, 2/ op basis van de preambule, 3/ met inbrengen van drie onderwijsinstanties.

 

Hamvraag: Hebben we er later nog iets over te zeggen? Antwoord: Ja.

Als besluiten 1-3 groen licht wordt gegeven is er een grote stap gedaan.

Besluit 4 onderdelen 1-7 zijn we nog niet helemaal uit, later volgt er verdere invulling.

 

De predikantenmasters nemen een bijzondere plaats in. Zij hebben een eigen curatorium. Eén master over x jaren is onvoorstelbaar, ik bedoel onvoorspelbaar (hilariteit). Vergelijk groeiproces GPV en RPF naar ChristenUnie. We moeten nu geen stip op de horizon zetten. Later kunnen we misschien nog wel verdere stappen doen.

 

De vooropleiding met de TUA heeft bij studenten ook geleid tot beter begrip van elkaar. Die rol kan de GTU spelen. Het heeft ook positieve effecten op de kerken.

 

F&B – Br. Van Tatenhove

De leden hebben gelijke rechten, dus ook gelijke quota.

Er zijn opstartkosten. Daarvoor is ondersteuning nodig. Er zijn gesprekken met CvB en RvT over goede kaders. Wij adviseren positief over de afspraken maar weten nog niet precies hoe die uitpakken voor de GKv omdat de begrotingen in juni pas aan de orde komen.

 

CvB – Prof. Kuiper

De GTU is robuuster, het is een bundeling van krachten en geeft de gereformeerde theologie een eigen gezicht.

 

De GB hoort er bij want die onderstreept het brede karakter. Jan Hoek heeft al een grote bijdrage geleverd. Maar de GB is geen oprichtend lid want onderdeel van de PKN, en speelt dus een andere rol in de ledenraad. Hoe, dat moet nog worden besproken en vastgelegd in reglementen en statuten.

De drie oprichtende leden zijn afgespiegeld in de RvT.

 

Om te functioneren binnen het Nederlandse onderwijsbestel moet voldaan worden aan de wet op het hoger onderwijs. Er moet een aanwijsbare rechtspersoon zijn. Nú heeft de universiteit als onderdeel van de kerk rechtspersoonlijkheid. Het is heel ingewikkeld die daar te laten. Het geeft complexe discussies, is niet goed voor bestuurskracht en besluitvaardigheid. Het is wel serieus onderzocht en er is aan meerdere personen advies gevraagd. Maar de vraag is hoe een kerkgrensoverschrijdend verband met rechtspersoonlijkheid is te creëren. Het levert geen werkbare vorm op.

 

Er moet een lichaam worden opgericht, dat aansprakelijk is en kan opereren zonder last of ruggenspraak. Dat is de ledenraad. Maar hoe dat in het kerkelijk recht in te bedden, is een nieuw experiment en heel ingewikkeld.
De GTU kan door een vereniging worden aangestuurd zonder dat dat de betrokkenheid van de kerken verhinderd. Het kerkrecht kan ook van toepassing worden verklaard. Het is nog helemaal open en moet goed worden uitgewerkt. Maar de kracht van de GTU ligt niet in haar bestuursvorm.

 

De Theologische School begon ooit in Kampen maar wij zeggen niet op voorhand dat de GTU weer in Kampen moet worden gevestigd. Bij een samengaan is de vestigingsplaats open. Utrecht geeft een goede groeimogelijkheid en grotere kansen. Studenten vinden het ook geweldig. Dat zijn goede voorwaarden voor verdere groei.

 

RvT - Br. Hordijk

We kunnen meer mensen bij het proces betrekken. Maar het heeft zijn tijd nodig, heeft te maken met vertrouwen, woordkeus. Eerst was er distantie maar nu zijn we wel onderdeel van het proces.

 

AMENDEMENTEN

 

Br. Heij

Het probleem van besluit 3 is dat we de beslissingsmogelijkheid kwijtraken. Daarom dien ik het volgende amendement in voor de grond:

de oprichting van een nieuwe universiteit vereist de bereidheid de bestaande organisaties op te geven. De komst van de GTU betekent dat onze kerken de ‘kerkelijke opleiding voor de dienst van het Woord’ kunnen toevertrouwen aan de nieuwe organisatie, samen met de opleidingen van CGK en NGK.

 

Ds. Dreschler

Er lijkt gekozen te worden voor een andere vestigingsplaats maar we moeten bestaande plaatsen niet bij voorbaat uitsluiten. Daarom aan besluit 4.6 toevoegen

waarbij ook de huidige vestigingsplaatsen tot de mogelijkheid behoren;

 

RONDE 2

 

Ds. Oosterhuis

Waar komt het geld vandaan voor harmonisatie van kerkelijke bijdragen? Waar is dat geld eigenlijk tot nu toe aan besteed? Was het overbodig dan hadden we het voor iets anders kunnen gebruiken.

 

Ds. Basoski

In hoeverre kan er nog weer naar een andere bestuursvorm worden gekeken?

 

Br. Van Winden

Rechtspersonen bedenken is niet nieuw. Is het kijken naar andere mogelijkheden uit beeld? Het is van belang, ook t.a.v. de relatie met de kerken. De universiteit wordt voor het overgrote deel gefinancierd door de kerken. Is de gekozen rechtspersoon dan wel de  meest aangewezen?

 

Br. Bouma

Als de amendementen niet blokkerend zijn voor de voortgang ben ik er voor. Ik pleit voor vertrouwen in CvB en RvT. De synode moet zich niet mengen in allerlei discussies over rechtspersonen. De RvT heeft zich in 6 weken ingewerkt. Dat is bewonderingswaardig.

We moeten kijken naar de toekomst. Hoe willen we over 10 à 15 jaar gereformeerde theologie hebben vormgegeven. Emoties over de vestigingsplaats moeten we achter ons laten.

 

RvT - Br. Hordijk

We hebben geen overwegende bezwaren tegen de twee amendementen.

 

F&B – Br. Van Tatenhove

Waar het geld vandaan komt? Het komt uit de hogere quota van de GKv gedurende een aantal jaren. Hoe dit zich vertaalt voor onze kerken is pas in juni te beantwoorden.

 

STEMMING
 

Besluit 1 – Met algemene stemmen aangenomen [applaus]

Besluit 2 – Met algemene stemmen aangenomen

Besluit 3 – Met algemene stemmen aangenomen

Besluit 4 – Met algemene stemmen aangenomen

Besluit 5 – Met algemene stemmen aangenomen

 

Preses
Dit is een bijzonder moment. Het ontroert mij. Laten wij de Heer danken.

[spreekt dankgebed uit].

 

Preses

CGK broeders, u gaat op 1 juni aan de slag met hetzelfde onderwerp. Wij hebben nu voortvarend deze besluiten genomen. Ik heb er behoefte aan ons verlangen uit te spreken naar een positief resultaat van uw vergadering. Wat zouden we blij zijn als u zich aansluit bij deze gang van zaken. Niet alleen vanwege uw financiële bijdrage, maar vooral voor uw inhoudelijke bijdrage waar we van harte op hopen. Uw deskundigheid op theologisch gebied zien wij weerspiegeld in uw bijdragen aan het tijdschrift Theologia Reformata.

 

U bent broeders in de Heere. We hebben samen beleden de Heer van harte lief te hebben. Wat spreekt hier ook de identiteit uit van de GTU. We hebben u nodig om op uw eigen manier die liefde gestalte te geven, in een eigen spiritualiteit. We zien uit naar uw bijdrage aan GTU.

[applaus]

 

We zeggen dank aan de RvT die heel veel werk verzette. En heel veel dank aan het CvB. Hartelijk dank ook aan de commissie die een brugfunctie vervulde tussen de deputaten en de synode.

 

CvB – Prof. Kuiper

Ik ben net zo verheugd als u en dankbaar voor het besluit.

 

BESPREKING - Post-initieel onderwijs (Pio)

 

Br. De Haan

Ik ben tegen de tendens alles centraal verplichtend te willen regelen. Het gaat om een regeling tussen predikant en kerkenraad. Daarvoor moet gebruik gemaakt kunnen worden van een standaardregeling die in de Generale Regelingen (GR) thuishoort.
De verantwoordelijkheid ligt primair bij de predikant.

 

Is er alleen de mogelijkheid aan TUK cursussen te volgen? Een soort gedwongen winkelnering? Als je het hier centraal wilt vastleggen moeten er allerlei zaken geregeld worden voor aspirant-predikanten, zijinstromers, zendelingen, predikanten uit andere kerkgemeenschappen en zo.

En wie houdt er toezicht op deze verplichting? Wat ingeval van ziekte?

Dit gaat allemaal te ver, is te dwingend.

 

Ds. Van Loon

Ik ben in principe voor het voorstel. Er is wel een verplichting tot permanente nascholing. Er is hier goed over nagedacht.
Maar stel dat de predikant heel wat anders wil. Dan gaat het zo wel veel moeite kosten. Moet er niet meer maatwerk mogelijk zijn?

En is het misschien ook een verkapte inkomstenbron voor de TUK? En kan dus nu het quotum omlaag? [hilariteit]

 

Ds. Kramer

Ik kan me goed vinden in de voorstellen. Verplichten is wel nodig.
Wat is in fase 3 de vrijheid? Als voor een bepaald project in overleg met KR is gekozen, hoe werkt dat dan? Kan dat ook punten opleveren?

 

Ds. Waterval

Dit is de eerste synode die de predikant verplicht iets te doen.
Wie is in besluit 1 en 2 precies verplicht? Is dit iets voor de eerste jaren na de opleiding?

 

Ds. Dreschler

Dit had twintig jaar geleden al moeten zijn besloten. De intentie is de predikant niet op te sluiten in de eigen gemeenten. En ook om een stok achter de deur te hebben zoals de PKN dat allang heeft.
Waarom worden geen 10 EC toegekend? Is er voldoende ruimte om af te wijken van deze bepalingen?

 

Ds. Harmannij

Wat in deze besluiten staat is ook geregeld in GR predikantszaken, D14. En beter geformuleerd [hilariteit]. Daar is het woord verplichting nadrukkelijk vermeden. We moeten niet twee keer dezelfde zaak regelen.

Het gaat niet alleen om wat de TUK heeft aan te bieden.
Met verplichtingen en sancties creëer je een zurige sfeer. De predikant moet met plezier aan een goed programma deel kunnen nemen.

 

SKW zou de studiepunten moeten bijhouden. Maar dat moet de GS hun niet vragen maar de TUK. Zij zijn opdrachtgever en wij vinden het goed als zij het goed regelen.

 

CvB – Prof. Kuiper

Na- en bijscholing is gevraagd sinds 2005. Zo is de PEP ontstaan die ook open staat voor andere kerken. Niet iedere predikant maakt er gebruik van. Onvoldoende scholing veroorzaakt ongelukken. Bijscholen en leren hoort bij onze tijd. Het moet uit de sfeer van vrijblijvendheid. Maar de verplichting kan niet gelden voor iedere predikant op elk moment. In het post-initiële stuk van de loopbaan is er een verplichting, voor de nieuwe cohorten die start-bekwaam van de TUK af komen.

De vrijheidsgraden van de programma's zijn groot en worden steeds groter, ook bij andere instanties. Sancties zijn niet beoogd. Jonge predikanten horen te leren. En het blijft maatwerk.

De predikantenvereniging zou zijn handtekening er onder kunnen zetten. Het curatorium is daar ook voor.

Het zou een gemiste kans zijn als dit van tafel wordt gehaald. Kampen wil niet alles naar zich toe trekken. En het quotum hoeft niet omhoog. Als het niet kostendekkend is leggen we zelf iets bij. Dus geen gedwongen winkelnering.

 

De GR geldt voor alle predikanten en kerkenraden. De relatie met dit besluit is goed want dit gaat over cohorten die uit TUK komen en in de GKv predikant willen worden. Die verplichten we hiermee.

 

Wij willen het registreren niet zelf doen maar beleggen in SKW. Maar als de TUK dat moet regelen, ook goed.

 

AMENDEMENTEN

 

Ds. Harmannij
Het moet wel bij GR D14 aansluiten en in het verlengde ervan staan.
We zouden het samen met het CvB willen formuleren.

En hier SKW weghalen.

 

RONDE 2

 

Ds. Waterval

Ik wil toch zoeken naar een alternatief m.b.t. 'verplichting'. Iets als 'zich verplichten tot', of 'committeren aan'. We moeten hiërarchische schijn vermijden.

 

Ds. Oosterhuis

Ik ben niet voor een verplichting. Ook is het een vreemde rol voor SKW die in andere opzichten een tegenspeler is van de predikant m.b.t. arbeidsvoorwaarden. Dus beter in predikantenvereniging? Het moet ook op een spirituele wijze aansluiten bij wat het ambt is. Dat je in dienst van Christus bent geplaatst in je gemeente.

 

CvB – Prof. Kuiper

De kern is begrepen.

Committeren? Gehouden zijn het te doen? Zoiets.

We gaan het voorstel harmoniseren met de GR. Het nieuwe voorstel komt via de Tussendoormap aan de orde.

 

BESPREKING - Studiefinanciering

 

Ds. Van Loon

Ik mis een visie op de zijinstromer.

 

Preses
Staat wel in het nieuwste voorstel.

 

STEMMING

 

Met algemene stemmen aangenomen.

 

CvB – Prof. Kuiper

Er is een brief van een classis aan de GS hierover. De aangenomen voorstellen zullen deze classis bevredigen.

 

Br. De Haan

Ik ben de volgende zitting afwezig i.v.m. een werkbezoek aan de Oekraïne. We bouwen daar een kerk en een school in een zigeunerkamp. U kunt ons daarbij financieel steunen.

 

BIJLAGE

 

Voorstellen van de Raad van Toezicht ad interim en College van Bestuur van de Theologische Universiteit rond TU en GTU

 

1a. Conceptbesluiten TU algemeen (decharge, nieuwe opdrachten, budget)

 

Voorstel: Raad van Toezicht a.i. en College van Bestuur van de Theologische Universiteit

 

Materiaal:

  1. rapport van Raad van Toezicht (benoemd door de GS Ede 2014) en College van
    Bestuur van de Theologische Universiteit (31-10-2016);
  2. jaarverslag Curatorium over 2016 (xx-xx-2016);
  3. brief van deputaten financiën en beheer (9-02-2017).

Besluit 1:

het door de Raad van Toezicht uitgeoefende toezicht op het College van Bestuur, alsmede het  verslag van Curatoren, goed te keuren en zowel de Raad van Toezicht als Curatoren decharge te  verlenen. 

 

Besluit 2:

het door het College van Bestuur onder toezicht van de Raad van Toezicht gevoerde algemeen  bestuur en beheer van de Theologische Universiteit goed te keuren.

 

Besluit 3:

het door het College van Bestuur gevoerde financieel beleid en beheer alsmede het daarop  uitgeoefende toezicht door de Raad van Toezicht goed te keuren.

 

Besluit 4:

de (nieuw te benoemen) deputaten Raad van Toezicht te machtigen: 

  1. in naam van de kerken toezicht te houden op het bestuur en het functioneren van
    de Theologische Universiteit volgens de WHW en het Statuut, dit in nauwe
    samenwerking met de commissie van curatoren die door de synode wordt benoemd; 
  2. verantwoordelijkheid te nemen voor de strategische positionering van de universiteit. 

Besluit 5: de bijdragen van de kerken voor de Theologische Universiteit in de jaren 2017 tot en met 2020 te bepalen op de bedragen zoals vermeld in de Meerjarenbegroting 2017-2020:

 

 

 

2017 € 1.749.847
2018 € 1.733.772
2019 € 1.717.225
2020 € 1.700.097

 

De loonkostenontwikkeling zal worden gecompenseerd.

 

1b. Conceptbesluiten TU algemeen (statutenwijziging, incl. tekst bindingsformulier)

 

Voorstel: Raad van Toezicht en College van Bestuur van de Theologische Universiteit

 

Materiaal:    rapport van Raad van Toezicht en College van bestuur van de Theologische Universiteit.

 

Besluit 1:

de tekst van het Statuut van de Theologische Universiteit op de volgende punten aan te passen:

  1. Artikel 19.1 (huidige tekst: De senaat bestaat uit de gewoon hoogleraren.):

Nieuwe tekst:

De senaat bestaat uit de gewoon en buitengewoon hoogleraren.

  1. Artikel 19.2 (huidige tekst: Buitengewoon hoogleraren, bijzonder hoogleraren,
    evenals universitair hoofddocenten en universitair docenten in volledige of niet
    volledige dienst kunnen op uitnodiging van de rector de vergaderingen van de senaat
    bijwonen en hebben daar adviserende stem
    .):

Nieuwe tekst:

Bijzonder hoogleraren, evenals universitair hoofddocenten en universitair docenten in
volledige of niet volledige dienst kunnen op uitnodiging van de rector de vergaderingen
van de senaat bijwonen en hebben daar adviserende stem.

  1. Artikel 25.3 (huidige tekst: De gewoon hoogleraren, universitair hoofddocenten
    en universitair docenten, hetzij met een aanstelling voor onbepaalde tijd hetzij
    met een aanstelling voor bepaalde tijd, zullen bij aanstelling een door de generale
    synode vastgesteld ondertekeningsformulier tekenen als blijk van instemming
    met de leer van de Heilige Schrift, zoals die in de belijdenisgeschriften van de kerken
    is samengevat, en van hun bereidheid om deze zuivere leer te onderwijzenen
    tegen dwalingen te verdedigen
    .):

Nieuwe tekst:

De gewoon hoogleraren, buitengewoon hoogleraren, universitair hoofddocenten en universitair docenten, hetzij met een aanstelling voor onbepaalde tijd hetzij met een aanstelling voor bepaalde tijd, zullen bij aanstelling een door de generale synode vast gesteld bindingsformulier tekenen als blijk van instemming met de leer van de Heilige Schrift, zoals die in de belijdenisgeschriften van de kerken is samengevat, en van hun bereidheid om deze zuivere leer te onderwijzen en tegen dwalingen te verdedigen.

 

Gronden

  1. (ad a) In het statuut komt de buitengewoon hoogleraar op een aantal plaatsen
    voor en vervult hij een door de universiteit zelf gecreëerde en bekostigde leerstoel.
    Om die reden is het logisch dat de betrokkenen niet alleen lid zijn van de senaat
    maar ook stemrecht hebben;
  2. (ad b) Dit vloeit voort uit de motivering bij artikel 19.1 omdat buitengewoon hoogleraren
    stemgerechtigd lid stemgerechtigd lid van de senaat zijn;
  3. (ad c) De huidige kerkorde gebruikt de term bindingsformulier in plaats van de
    vroegere ter, ondertekeningsformulier.

Besluit 2:

Onderstaande tekst van het Bindingsformulier vast te stellen:

 

BINDINGSFORMULIER voor docenten aan de Theologische Universiteit die in vaste dienst staan

 

Wij ondergetekenden, docenten in vaste dienst aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Nederland, verklaren van harte in te stemmen met de leer van de Bijbel, zoals die door de Gereformeerde Kerken in Nederland wordt beleden in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels.

Wij beloven de kerken voor te gaan in het spreken en leven vanuit dit ene evangelie. Wij beloven de waarheid van Gods woord openlijk uit te dragen, en te handhaven tegenover misleidende denkbeelden die binnen de kerk of uit de wereld opkomen.

Wanneer wij op een onderdeel van de leer verschil ervaren tussen de leer van de Bijbel en de inhoud van de genoemde belijdenisgeschriften, en onze moeite niet kan worden weggenomen, zullen wij onze bezwaren ter beoordeling voorleggen aan de bevoegde instanties binnen de Theologische Universiteit en de kerkelijke vergaderingen.

Wanneer er vragen rijzen over onze eigen opvattingen of gedragingen, zijn wij eveneens bereid om ons tegenover de bevoegde instanties binnen de Theologische Universiteit en de kerkelijke vergaderingen te verantwoorden.

Wij zullen ons in beide gevallen houden aan de aanwijzingen van de bevoegde instanties binnen de Theologische Universiteit en de kerkelijke vergaderingen.

 

Datum en ondertekening.

 

Conceptbesluiten GTU

 

Voorstel: Raad van Toezicht a.i. en College van Bestuur van de Theologische Universiteit

 

Materiaal:

  1. rapport Regiegroep GTU dd. 7 november 2016 Samen verder, in Zijn dienst;
  2. oplegnotitie van Raad van Toezicht bij Rapport Regiegroep, met als bijlage advies
    van de Universiteitsraad;
  3. brief van Deputaten Financiën en Beheer dd. 9 februari 2017;
  4. brief van GKv Kampen Kampen-Zuid (mede namens GKv Kampen-Noord)
    dd. 3 januari 2017, inzake consequenties van vertrek TU uit Kampen;
  5. brief van GKv Leiden (ongedateerd) met opmerkingen over het rapport GTU;
  6. aanvullende notitie GTU-rapport van Colleges van Bestuur van TU Apeldoorn en
    TU Kampen en van Bestuur Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding,
    inzake o.m. rechtspersoonlijkheid.

Besluit 1: Vorming GTU

van harte goedkeuring te hechten aan het voorstel tot vorming van een Gereformeerde Theologische Universiteit.

 

Besluit 2: Preambule

van harte in te stemmen met de preambule waarin het gereformeerd karakter van de Gereformeerde Theologische Universiteit wordt geborgd.

 

Grond:

de in het rapport voorgestelde Gereformeerde Theologische Universiteit brengt erfgenamen van de Reformatie en de Afscheiding mét hun opleidingen bij elkaar. Zo wordt een sterke basis gelegd om gezamenlijk de gereformeerde theologie te beoefenen en verder te ontwikkelen, in gesprek en confrontatie met beoefenaars van de theologie in het algemeen en dienstbaar aan kerk en wereld in de tijd waarin wij nu leven. 

 

Besluit 3: Overdracht

in te stemmen met de overdracht van de Theologische Universiteit aan de door de synode aan te wijzen rechtsopvolger.

 

Grond: 

de oprichting van een nieuwe universiteit vereist de bereidheid de bestaande organisaties op te geven. De komst van de GTU betekent dat onze kerken de ‘kerkelijke opleiding voor de dienst van het Woord’ kunnen toevertrouwen aan de nieuwe organisatie, samen met de opleidingen van CGK en NGK.

 

Besluit 4: Uitwerking

aan de Raad van Toezicht en het College van Bestuur de opdracht te geven, de bestuurlijke, financiële en juridische vormgeving van de GTU in goed overleg met de andere partners uit te werken met inachtneming van de volgende kaders:

  1. de besluiten 1 en 2 vormen de basis;
  2. de betrokkenheid bij en de verantwoordelijkheid van onze kerken voor de
    GTU en in het bijzonder voor onze predikantenopleiding en onze benoemingen
    is maximaal gewaarborgd in overeenstemming met het kerkrecht van de
    betrokken partijen; de bevoegdheden en verantwoordingsplicht van de te
    benoemen ledenraad moeten duidelijk zijn; de taken die het huidige Curatorium
    heeft moeten zowel voor de bachelor als voor de predikantsmaster duidelijk
    ergens belegd zijn;
  3. de voorgenomen fusie wordt zodanig vormgegeven dat de nieuwe instelling op
    de niveaus van onderwijs, onderzoek, valorisatie en governance een mede door
    de overheid erkende en bekostigde universitaire instelling is;
  4. de nu nog uiteenlopende kerkelijke quota worden bij oprichting van de GTU
    geharmoniseerd tot een voor alle partners gelijk quotum per ziel. Daarnaast is
    de GKv bereid een extra GTU-bijdrage te verlenen die de initiële kosten van de
    vorming van de GTU dekt en die over de eerste zes jaren na de oprichting wordt
    verdeeld. De omvang van de bijdrage is door deputaten financiën en beheer
    in overleg met de Raad van Toezicht bepaald;
  5. in het kader van besluit 1 heeft deelname aan de GTU ook vanuit de
    Gereformeerde Bond hartelijke instemming, maar de synode hecht er aan dat
    nog wordt doorgesproken over de positie van de Gereformeerde Bond in de
    ledenraad, mede in verband met het niet structureel financieel bijdragen voor
    de GTU;
  6. er wordt – in lijn met wat in het rapport Samen verder, in Zijn dienst is voorgesteld
    –  een vestigingsplaats gekozen die maximale voorwaarden schept voor de verdere
    ontwikkeling van de nieuwe instelling, waarbij ook de huidige vestigingsplaatsen
    tot de mogelijkheid behoren;
  7. de inrichting van statuten en reglementen biedt maximale ruimte voor het
    functioneren van de instelling en voor haar verdere groei, bijvoorbeeld door het
    ontwikkelen van nieuwe opleidingen en/of doordat nieuwe partners zich aan
    haar verbinden.

Grond:

de synode wil degenen die het plan voor de GTU verder gaan uitwerken de nodige speelruimte, armslag en vooral vertrouwen geven. Daar komt bij dat de synode er aan hecht dat het proces geen onnodige vertraging oploopt. De bijdrage van de GKv is door deputaten financiën en beheer, de RvT en het CvB vastgesteld op basis van de afbouw van de huidige quotaverschillen tussen de partners in een periode van zes jaar vanaf de oprichting van de GTU (het eerste gezamenlijke collegejaar).

 

Besluit 5: Afronding

zich bereid te verklaren de synode voorlopig te sluiten, om zodra de uitwerking gereed is en alle noodzakelijke overleg heeft plaatsgevonden, de besluitvorming rond de oprichting van de GTU af te ronden.

 

Grond:

de Raad van Toezicht en het College van Bestuur hebben tijd nodig om e.e.a. uit te werken, overleg te hebben met partners, de overheid en eigen gremia. Het resultaat ervan behoeft goedkeuring van de synode, die daarmee vaststelt dat het ontwerp binnen de gestelde kaders zijn beslag heeft gekregen. Tevens benoemt de synode dan de leden voor de ledenraad en voor het curatorium.

 

3. Pio (post-initieel onderwijs)

 

Voorstel:     Raad van Toezicht a.i. en College van Bestuur van de Theologische Universiteit

 

Materiaal:      rapport van de Raad van Toezicht en het College van Bestuur van de Theologische Universiteit.

 

Besluit: (Intentie akkoord; Nader besluit via Tussendoor)

  1. de predikanten te verplichten om na en in aansluiting bij hun initiële opleiding
    tijdens de jaren van hun actieve dienst post-initiële vorming te volgen.
  2. de kerkenraden op te roepen om hun predikanten daartoe met tijd en financiële
    middelen geheel of gedeeltelijk te faciliteren.
  3. de Raad van Toezicht en het College van Bestuur op te dragen om te zorgen
    voor coördinatie en uitvoering van een goed functionerende permanente educatie
    met inachtneming van de volgende kaders:
    1. de TU biedt een post-initiële opleiding aan, waar mogelijk en wenselijk in
      samenwerking met andere geaccrediteerde aanbieders.
    2. de TU stelt het programma vast in de weg van een jaarlijks overleg met
      predikantenvereniging en SKW, waarbij ook de verlangens en feedback van
      kerkenraden en predikanten overwogen en verwerkt worden.
    3. de post-initiële vorming omvat drie fasen:
      fase 1 (maximaal 2 jaar): mentoraat (via SKW) en terugkomdagen
      (4/jaar – aanbieder: PIO/TUK)
      fase 2 (jaar 2-5): herneming van en voortbouwen op het profiel van de
      initiële opleiding (gemiddeld per jaar 4 EC voorgeschreven – 1 EC vrije
      ruimte, d.w.z. door predikant zelf samen te stellen) (aanbieder: PIO/TUK)
      fase 3 (jaar 6 en later): cycli van 5 jaar waarin het profiel van de initiële
      opleiding onderhouden wordt maar daarnaast verdiepende theologische
      scholing plaatsvindt (gemiddeld per jaar 3,5 EC voorgeschreven –
      1,5 EC vrije ruimte) (aanbieder: PIO/TUK en anderen).
  4. De SKW te verzoeken om registratie van behaalde punten (zoveel mogelijk
    geautomatiseerd).

Gronden:

  1. Predikanten zijn vanwege hun ambt geroepen tot levenslange vorming tot geschikt
    instrument van Christus’ Geest, en tegelijk vergt hun professionaliteit in de huidige
    samenleving dat zij na een via een initiële opleiding verkregen startbekwaamheid
    een traject van levenslang leren aangaan.
  2. Zowel predikanten zelf als kerkenraden dragen voor deze vorming verantwoordelijkheid.
    In de context van het Gereformeerde kerkverband vereist dit samenwerking in het
    kader van de beroepsvereniging, van SKW en van de TU.
  3. De vrucht van de nadrukkelijke profilering van de predikantenopleiding aan de TUK
    als wetenschappelijke beroepsopleiding (met primaire aandacht voor de praktijken
    van het predikantschap en de persoonlijke vorming) verdient het behouden te blijven,
    en moet het blijvende kader vormen voor de noodzakelijke verdieping van theologische
    vakkennis.
  4. Andere aanbieders van post-initieel onderwijs kunnen specifieke kundigheden bezitten
    die het waard zijn te benutten, terwijl samenwerking synergievoordelen oplevert.
  5. SKW combineert een specifiek kerkverbandelijk karakter en deskundige betrokkenheid
    op predikanten met de nodige objectiviteit en afstand en vormt daarom de aangewezen
    instantie om behaalde pio-punten te registreren.

4. Studiefinanciering

 

Voorstel: Raad van Toezicht a.i. en College van Bestuur van de Theologische Universiteit

 

Materiaal:

  1. rapport van de Raad van Toezicht van de Theologische Universiteit, Kerkelijke
    Studiefinanciering,
    met een voorstel; dit rapport is vergezeld van een alternatief voorstel
    van  het College van Bestuur (21-12-2016);
  2. voorstel van de Raad van Toezicht a.i. en het College van Bestuur (07-04-2017.
  3. classis Zwolle; maakt bezwaar tegen besluit RvT TU inzake studiefinanciering (09-02-2017).

 

Besluit 1:

decharge te verlenen aan het Bureau Studiefinanciering en de door de GS 2014 benoemde Raad van Toezicht voor het gevoerde financiële beleid en beheer en het uitgeoefende toezicht daarop over de jaren 2013 tot en met 2015.

 

Besluit 2:

het voorstel voor een nieuwe vorm van studiefinanciering goed te keuren (zie bijlage) en de Raad van Toezicht opdracht te geven om een daarop toegesneden reglement op te stellen in samenspraak met Bureau Studiefinanciering.

 

Besluit 3:

vanaf 2018 een jaarbedrag van € 144.000 (geïndexeerd) ter beschikking te stellen, waarbij de afspraak geldt dat de thesaurier het beschikbare bedrag geheel kan inzetten voor ondersteuning van studenten.

 

Bijlage: nieuwe vorm van studiefinanciering

 

Voorstel herinrichting regeling studiefinanciering

 

1. Algemeen

 

De GKv onderhouden, evenals andere kerkgenootschappen, een bijzondere financiële voorziening voor studenten die op latere leeftijd besluiten theologie te gaan studeren . Doorgaans hebben deze studenten er al een studie opzitten wanneer het verlangen ontstaat om predikant te worden, of werken zij inmiddels. Het gaat om een categorie studenten die geen recht meer heeft op een lening of aanvullende beurs en die zonder een aanvullende financiële bijdrage geen theologie zou kunnen studeren.

De kerken hebben altijd oog gehad voor mensen die deze weg gaan - wel aangeduid als 'late roepingen' - en hebben hieraan uitdrukking gegeven in Artikel B13.4 van de kerkorde. Dat artikel luidt: 'De kerken spannen zich ervoor in dat er voldoende studenten in de theologie zijn. De kerken bieden hun, zo nodig, financiële steun'. De laatste zin geeft de grondslag voor de regeling die thans bestaat. Die regeling verschaft studenten die ervoor in aanmerking komen een toelage (renteloze lening) die zij in principe moeten terugbetalen, tenzij ze gedurende een aantal jaren predikant zijn in een van de kerken van de GKv. Dan wordt de studieschuld met een bepaald percentage per jaar kwijtgescholden. In de praktijk komt het erop neer dat na een jaar of 15 jaar de studieschuld volledig teniet is gedaan.

Studenten met deze achtergrond die zich  melden en tot de studie worden toegelaten zijn doorgaans zeer gemotiveerd. Zij willen predikant worden en zijn doelgericht in studiehouding en mentaliteit.

Voor de kerken zijn zij de zij-instromers in het ambt van predikant, veelal mensen met de nodige levenservaring die iets extra's meebrengen voor de kerken. Gemiddeld melden zich drie studenten per jaar die starten in bachelor of premaster.

De kerken stellen per jaar € 190.000,- beschikbaar voor deze categorie studenten. Voor de uitvoering van de regeling is er het Bureau Studiefinanciering. In 2015 werd besloten de regeling tijdelijk stop te zetten omdat de verplichtingen van het fonds het jaarlijks plafond overschreden. Dat heeft te maken met de grotere toeloop bij het Bureau Studiefinanciering dan de voorgaande jaren. Ook het systeem van de toelage is voorwerp van discussie, mede in het licht van het feit dat alle studenten na de afschaffing van de basisbeurs moeten lenen.

 

In het volgende voorstel wordt een nieuwe regeling uiteengezet die recht blijft doen aan het beginsel dat de kerken studenten die een bijzondere weg gaan naar het predikantsambt zo nodig financieel steunen. Het voorstel beoogt tevens een versobering van de regeling op het oog om deze in de toekomst te laten bestaan.

 

2. De voorgestelde aanpak

 

De studenten die op latere leeftijd alsnog theologie gaan studeren hebben al een weg afgelegd voordat ze tot deze keuze kwamen. Het gaat om studenten die een opleiding elders voltooid hebben, gewerkt hebben, en daarbij meestal ook de lasten van een gezin hebben. Er kan sprake zijn van een studieschuld die nog afgelost moet worden. In de toekomst zullen studenten die voor hun eerste studie hebben moeten lenen volgens het vigerende leenstelsel de studie theologie dus aanvangen met een studieschuld.

Vanaf september 2015 ontvangen studenten in Nederland niet langer een basisbeurs, maar moeten zij geld lenen voor de bekostiging van hun studie. Alle studenten krijgen hetzelfde budget en dezelfde afbetalingsregeling met een looptijd van 35 jaar. Studenten die voor het eerst gebruik maken van het 'sociaal leenstelsel' hebben geen voorafgaande studieschuld en kunnen door ouders ondersteund worden. Ook kunnen zij bijverdienen. Daarmee wordt een eigen verantwoordelijkheid voor de bekostiging van de studie gestipuleerd.

Studenten die op latere leeftijd theologie gaan studeren en die in de regeling van de kerken worden bedoeld kunnen niet meer bij de overheid lenen en zijn aangewezen op andere bronnen. Dat kan de regeling zijn, dat kunnen ook eigen middelen zijn. Zij zullen gedurende de jaren van hun voltijdse studie in ieder geval geen volledig inkomen kunnen verwerven, maar mogelijk hebben zij een partner die dat wel kan of kunnen reserves worden aangesproken. De regeling moet zo worden ontworpen dat ook hier de eigen verantwoordelijkheid van de student met een late roeping voor de bekostiging van zijn studie wordt onderstreept. De regeling is een tegemoetkoming, maar doet ook een beroep op de student zelf.

De versobering van de regeling bestaat hierin dat de omvang van de groep die jaarlijks gebruik kan maken van de regeling wordt vastgesteld op drie als jaarlijks gemiddelde. De omvang van de toelage wordt beperkt en krijgt het karakter van een tegemoetkoming.

 

3.       De regeling

 

De doelgroep die in aanmerking komt voor studiefinanciering van de kerken bestaat uit studenten die niet meer onder het reguliere leenstelsel van de DUO vallen. Zij hebben geen recht meer op een lening of een aanvullende beurs. Zonder financiële bijdrage kunnen zij geen theologie studeren. Het gaat dus om:

  1. Studenten die het voornemen hebben predikant te worden in de GKv en die
    bij aanvang van de studie geen recht meer hebben op studiefinanciering van
    de overheid, of
  2. Studenten die vanwege een eerdere studie bij aanvang reeds weten dat hun
    lopende rechten onvoldoende zijn voor de gehele studie.

Aanvragen moeten ingediend worden tussen 1januari en 1september  voorafgaand aan het eerste jaar van de bachelor dan wel eerste jaar van inschrijving. Per jaar worden gemiddeld drie aanvragen gehonoreerd. Het jaarlijkse budget is een maximum. De afgewezen student mag het volgend jaar nogmaals een aanvraag indienen.

 

Voorwaarden om een aanvraag in te dienen moeten volstrekt helder zijn:

  1. Géén mogelijkheid meer voor een beurs of een lening bij DUO. Recht op
    enkele jaren lenen bij DUO, maar niet voor de volle nominale studie aan de TU.
  2. Het vrij besteedbare gezinsvermogen per 1januari van het jaar van aanvraag
    mag niet hoger dan € 25.000,- zijn. Onder het vrij besteedbaar gezinsvermogen
    wordt verstaan het saldo van contant geld, bank- en girotegoeden plus de waarde
    van aandelen en overige beleggingen minus schulden per 1januari van het jaar
    van aanvraag. Een eigen woning met daarop rustende hypotheek is daarbij
    niet inbegrepen.
  3. Het totale gezinsvermogen is per 1januari van het jaar van aanvraag niet hoger
    dan € 50.000,-. Onder het totale gezinsvermogen wordt verstaan het totaal van
    het vrij besteedbaar gezinsvermogen inclusief alle overige bezittingen en schulden .
    Voor de waardebepaling van de eigen woning wordt uitgegaan van de WOZ-waarde.
    Derhalve moet bij de eerste aanvraag een kopie van de aangifte IB van de meest
    recente twee jaren van aanvrager en echtgenoot worden aangeleverd.
  4. De student moet minimaal 15 jaar kunnen dienen als predikant, en derhalve bij
    aanvang van de studie respectievelijk uiterlijk 46 (bachelor), 49 (predikantsmaster)
    of 50 (kerkelijke route) zijn.

4. De financiële ondersteuning via Bureau SF

 

Per nieuw cursusjaar is er een budget van € 24.000,- beschikbaar. Dit wordt dus verdeeld over gemiddeld drie studenten. Dit betekent dat er voor elke student € 8.000,- beschikbaar is. Verdeeld over 12 maanden is dat € 667,- per maand. Dit is uiteraard niet kostendekkend voor collegegeld en levensonderhoud. De betreffende student is daarom zelf verantwoordelijk om een eventueel gat te dichten. Dat kan bijvoorbeeld door:

Bijverdienen, lenen, bijdrage eventuele partner. In deze situaties zal lenen van de overheid niet meer tot de mogelijkheden behoren.

Steun van een plaatselijke gemeente die een oudere student 'adopteert' en een bepaalde mate van financiële ondersteuning biedt gedurende diens studie.

 

a. Kwijtschelding

 

Gedurende de ambtsuitoefening vindt lineair kwijtschelding plaats over een periode van 20 jaar. Dit is een jaarlijkse schenking (fiscaal onbelast). Na die periode van 20 jaar hoeft er dus niet meer afgelost te worden.

Wanneer een student aanvullend financiering moet aantrekken (een lening moet afsluiten) voor zijn levensonderhoud zal hij daarover natuurlijk gewoon bij de betrokken financier moeten aflossen, en eventueel zal hij ook moeten aflossen over een eerder ontvangen studielening van de overheid.

Wanneer een predikant gedurende de 20 jaren van kwijtschelding stopt met het ambt als hoofdtaak van zijn werkweek, dan stopt de kwijtscheldingsregeling en zal het niet kwijtgescholden restant alsnog afgelost dienen te worden.

 

b. Hoogte van de jaarlijkse bijdrage voor Bureau SF

 

Wanneer de toelage het karakter krijgt van een tegemoetkoming in de studiekosten en levensonderhoud kan ook het plafond van de regeling omlaag. Dat plafond wordt afgestemd op het gemiddelde aantal van drie studenten per jaar die instromen en aan de voorwaarden voldoen. Dat komt erop neer dat 18 studenten tegelijkertijd gebruik kunnen maken van de regeling. De kosten die hiermee gemoeid zijn bedragen € 144.000,- per jaar. Het totaal aan ondersteuning per student zal in veel gevallen niet meer dan € 24.000,- belopen over de hele periode, aangezien het dikwijls om zij-instromers en tweede studies zal gaan.

 

Met de introductie van de nieuwe regeling wordt de oude afgebouwd. Daarin zitten nog verplichtingen die moeten worden nagekomen. Het verloop van de regeling (oud en nieuw) ziet er dan als volgt uit:

 

Situatie 2017 2018 2019 2020 2021 2022
Verplichting oude regeling   135.000 95.000 64.700 40.600 -- --
Nieuwe regeling 24.000 48.000 72.000 96.000 120.000 144.000
Totaal nieuwe regeling 159.000 143.000 136.700 136.600 120.000 144.000
Huidige meerjarenbegroting 190.000 190.000 190.000 190.000 190.000 190.000

 

c. Overgangsrecht

 

Op basis van de oude regeling zal nog een beperkt aantal studenten recht kunnen uitoefenen op de toezegging dat zij in aanmerking kwamen voor een lening. Wij stellen voor dat als de hiervoor genoemde studenten hun aanvraag indienen tot en met het laatste jaar van de predikantsmaster dat ook in de nieuwe regeling wordt gehonoreerd, zoals aangegeven in de opschortingsregeling.

 

Studenten in de oude regeling die tevens gebruik willen maken van de nieuwe regeling kunnen dat uitsluitend doen door afstand te doen van de rechten uit de oude regeling. Gelet op het verschil in bijdrage verwachten wij niet dat veel van hen deze stap zullen willen zetten.

 

d. Nieuwe regeling

 

Een nieuwe juridische regeling kan worden ontworpen op basis van de bovenstaande uitgangspunten. Ook wordt de regeling geïndexeerd.

 

NOTEN

[1] We kregen het overzicht zo aangeleverd, dus met voornamen en zonder titels. Een gewoonte die steeds meer in zwang raakt, op de synode waarin regelmatig afgevaardigden als Jan, Piet en Klaas het woord krijgen.