Ethiek

Synodeverslagen

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

GS Meppel – Impressie 02

 

D.J. Bolt

13-05-17

 

Het moet wel veel voldoening hebben gegeven dat alle voorstellen m.b.t. de bestaande theologische universiteit in Kampen (TUK) en de gereformeerde theologische universiteit in wording (GTU) met algemene stemmen werden aanvaard (op één puntje na, waarover later). Heel begrijpelijk dus dat dit met applaus werd begroet en de aanneming van de laatste reeks voorstellen zelfs met een spontaan dankgebed werd besloten.

Het gaat dan ook niet om niks. Want aan deze instituten worden predikanten, dienaren van het Woord opgeleid. Zij hebben na voltooiing van hun opleiding en roeping door een gemeente, de goddelijke opdracht Christus' kerk te leiden 'in de grazige weiden van het Woord', zoals dat vroeger graag werd uitgedrukt. Het onderwijs dient broeders af te leveren die in alle opzicht betrouwbaar zijn, in staat zijn de Schriften te openen en het Evangelie te verkondigen, en in de gemeente voorbeelden behoren te zijn in godvruchtige levenswandel.

Wanneer gaat het 'mis' in de kerk? Als in de predikantenopleiding het onderwijs niet in alle opzichten meer naar de Schrift is. Als dwalingen worden getolereerd of geïntroduceerd, heeft dat verwoestende invloed op heel het kerkelijk leven.

 

Theologische Universiteit Kampen

 

Er zijn, wat ons betreft, grote zorgen over het onderwijs in Kampen. We hebben dat meerdere malen in dit magazine aangegeven en met feiten en argumenten onderbouwd. We gaan dat nu niet herhalen[1]. Ons gevoelen daarover leeft breder. Zo constateerde drs. J. de Heer in het Reformatorisch Dagblad[2]:
 

'Sinds een aantal jaren is er in publicaties van diverse docenten aan de TUK een verschuiving te zien m.b.t. het Schriftgezag.

 

Hij onderbouwt dat met concrete vrij recente voorbeelden die ook op deze site breedvoerig zijn besproken. Het artikel Verschuivingen (4) dat vandaag op de site is geplaatst geeft hiervan een samenvatting met dupliek van de TUK en een repliek van De Heer.

 

Een puntje

 

Bij de voorstellen voor de TUK was ook een nieuw bindingsformulier voor de onderwijskrachten (in vaste dienst) aan de universiteit. Zij spreken daarmee uit:

 

Wij ondergetekenden, docenten in vaste dienst aan de Theologische Universiteit van de Gereformeerde Kerken in Nederland, verklaren van harte in te stemmen met de leer van de Bijbel, zoals die door de Gereformeerde Kerken in Nederland wordt beleden in de Nederlandse Geloofsbelijdenis, de Heidelbergse Catechismus en de Dordtse Leerregels.

Wij beloven de kerken voor te gaan in het spreken en leven vanuit dit ene evangelie. Wij beloven de waarheid van Gods woord openlijk uit te dragen, en te handhaven tegenover misleidende denkbeelden die binnen de kerk of uit de wereld opkomen.

Wanneer wij op een onderdeel van de leer verschil ervaren tussen de leer van de Bijbel en de inhoud van de genoemde belijdenisgeschriften, en onze moeite niet kan worden weggenomen, zullen wij onze bezwaren ter beoordeling voorleggen aan de bevoegde instanties binnen de Theologische Universiteit en de kerkelijke vergaderingen.

Wanneer er vragen rijzen over onze eigen opvattingen of gedragingen, zijn wij eveneens bereid om ons tegenover de bevoegde instanties binnen de Theologische Universiteit en de kerkelijke vergaderingen te verantwoorden.

Wij zullen ons in beide gevallen houden aan de aanwijzingen van de bevoegde instanties binnen de Theologische Universiteit en de kerkelijke vergaderingen.

 

J.J. van der Tol

Het gaf aanleiding tot een korte discussie. Want, vroeg synodeafgevaardigde br. Van der Tol zich af, waarom wordt niet duidelijk aangegeven dat afgewezen opvattingen vervolgens ook niet mogen worden uitgedragen of gepubliceerd?

De vraag had natuurlijk als achtergrond dat de bepalingen van het oude formulier op niet mis te verstane wijze zich daarover uitspreekt:

 

… Wij verplichten ons dat wij deze leer met toewijding zullen onderwijzen en trouw verdedigen, zonder dat wij openlijk of anderszins, al of niet rechtstreeks, iets zullen leren of publiceren wat daarmee in strijd is. Verder verbinden wij ons, dat wij niet alleen elke dwaling, die in strijd is met deze leer, zullen afwijzen, maar die ook zullen weerleggen, bestrijden en helpen weren.

Voor het geval wij ooit een bedenking tegen deze leer of een afwijkende mening zouden krijgen, beloven wij dat wij die niet openlijk noch anderszins zullen uiteenzetten, leren of verdedigen, hetzij mondeling of schriftelijk, maar dat wij ons gevoelen aan de gereformeerde kerken in Nederland, in generale synode samengekomen, voor onderzoek zullen voorleggen.

 

Het is duidelijk dat de in vet rood weergeven bepalingen geheel zijn verdwenen uit het nieuwe formulier.

Maar, wierp ds. Harmannij synodelid en kerkorde-deputaat tegen, wij hebben dat ook weggelaten uit het nieuwe bindingsformulier voor (andere) ambtsdragers. En bovendien, het nieuwe formulier bepaalt (aan het eind) dat bevoegde instanties aanwijzingen kunnen geven[3]. Daarin kan ook een verbod op publiceren of openlijk uiteenzetten, leren en verdedigingen onderdeel vanuit maken. Dus geen probleem, volgens deze kerkrecht-deskundige.

 

Nu is het niet sterk om uit te gaan van het in 2015 aangenomen nieuwe bindingsformulier voor ouderlingen en diakenen. Daarop was al behoorlijk wat kritiek[4]. Maar bovendien, het uitdragen van de leer en het publiceren daarover is een veel  belangrijker taak van de docenten aan de universiteit. Dat vraagt om extra bewaking. Immers, als dáár dwalingen wortel schieten en uitgedragen worden heeft dat een veel bredere scope dan als een ouderling in bijvoorbeeld Lutjegast ketterse ideeën ventileert.

 

Het is verder ook niet zo moeilijk in te zien dat er wel degelijk een fundamenteel verschil is op dit punt tussen het oude en nieuwe formulier. Want stel maar eens dat een docent bedenkingen krijgt tegen de leer van de Schrift zoals beleden in de confessie. Volgens de verplichting van de oude belofte moet hij zijn publieke mond daarover houden en het voorleggen aan de kerken die er over zullen oordelen. Bij veroordeling zal hij zich dienen te conformeren (eventueel met behoud van gevoelen als hem dat mogelijk is) en uiteraard ook dan zijn mond blijven houden.

Maar de ruimte in het nieuwe formulier biedt de mogelijkheid zijn opvattingen desgewenst breed te etaleren als hij het verschil met de leer niet als moeite ervaart. Bijvoorbeeld als hij die ziet als een bagatel, of naar zijn oordeel vallend binnen 'de grenzen van gereformeerd belijden'. Vergelijk maar de situatie in de NGK m.b.t. zondag 22 over 'bij het sterven van stonde aan tot Christus worden opgenomen'.

 

Kortom, br. Van der Tol had duidelijk een (principieel) punt.

Maar hij bleef de enige …   

 

Gereformeerde Theologische Universiteit (GTU)

 

We gebruiken als bron van informatie het rapport Samen verder, in Zijn dienst. Het is geschreven door de zgn. regiegroep GTU, 7 november 2016, 166 pagina's. We gaan het niet helemaal bespreken maar lichten er een aantal hoofdzaken uit. De hoofdlijn is dat men de twee bestaande relatief kleine vrijgemaakte Theologische Universiteit Kampen (TUK) en christelijke gereformeerde Theologische Universiteit Apeldoorn (TUA) wil omvormen tot één nieuwe theologische universiteit voor heel de gereformeerde gezindte. En daar is heel wat voor nodig.

 

1 Waarom

 

Het rapport noemt verschillende motieven waarom het zo belangrijk is te streven naar een GTU:

  • Het is nodig voor de ontwikkeling van een vitale gereformeerde theologie.
  • Jongeren blijken steeds minder historisch en kerkelijk besef te hebben.
  • Eén instituut geeft grotere aantrekkingskracht en samenwerkingsmogelijkheden.
  • Er komen meer mogelijkheden voor onderwijs en onderzoek.
  • De eisen van de overheid drukken (te) zwaar op de huidige kleine universiteiten.
  • Nu zijn er maar beperkte mogelijkheden en middelen.

Op zichzelf zijn het respectabele redenen waarom een bundeling van gereformeerde krachten belangrijk is. Als het verantwoord is moet het zo spoedig mogelijk worden gerealiseerd, lijkt ons. Maar er zijn nogal wat bedenkingen. We willen die toelichten.

 

2 Grondslag

 

De universiteit presenteert zich als een 'interkerkelijke samenwerking' in de gereformeerde gezindte. Eigenlijk zou het instituut dus beter kunnen worden aangeduid als Gereformeerde Gezindte Theologische Universiteit (GGTU). Want nadrukkelijk wil men er zijn voor alle richtingen in het gereformeerde landschap. Voorlopig is dat natuurlijk een illusie. We zullen dat nog nader zien maar vermelden nu al dat de Hersteld Hervormden niet meedoen, zij hebben hun eigen optrekje aan de Vrije Universiteit (Hersteld Hervormd Seminarie, HHS).

En ook de Protestantse Kerk Nederland (PKN)/Gereformeerde Bond (GB) doet niet mee. Maar daar is een touw aan vastgeknoopt zoals we zullen zien. En verder hebben de Gereformeerde Gemeenten hun eigen opleiding in Rotterdam. Daar zullen ze zeker geen afstand van doen en ook geen gebruik maken van de GTU.

 

Wat is nu de identiteit van dit nieuwe instituut? De grondslag wordt gevormd door de Heilige Schrift en, hoe kan het ook anders als je gereformeerd wilt heten, de gereformeerde belijdenisgeschriften. Maar ieder die een beetje op de hoogte is van de ontwikkelingen in de kerken weet dat daar niet alles mee is gezegd. M.n. de christelijke gereformeerden wilden een nadere specificatie van wat die grondslag dan precies betekent.
Dat heeft geresulteerd in een Preambule die 'kaderteksten biedt voor coördinaten van de gereformeerde Schriftbeschouwing'. In gewone-mensen-taal waarschijnlijk zo iets als: 'zo zien en lezen we de Bijbel'. Of deftiger: 'dit is de hermeneutiek', de bril waarmee we de Bijbel lezen.

Enkele voorbeelden van die 'coördinaten':

 

De Bijbel is het Woord van God, onder inspiratie van de Heilige Geest door mensen geschreven. De Bijbel getuigt van zichzelf dat hij gezag heeft. Wij aanvaarden de Schriften voordat wij hen beschouwen en laten onze vragen niet alleen door het Woord beantwoorden maar ook corrigeren, om ons denken en oordelen daardoor te laten sturen.  

 

en

 

Voor het verstaan van de Schrift heeft een theoloog hoofd én hart nodig. Voor het onderkennen van de zin van de Schrift is de theoloog aangewezen op en afhankelijk van het werk van de Heilige Geest, de ‘eerste Auteur’. Woord en Geest gaan samen. 

    

nog een

 

Het verstaan en vertolken van de Schrift kan ons voor allerlei vragen stellen waar niet altijd eensluidende antwoorden op te vinden zijn. Des te meer komt het dan aan op een gezamenlijk en nauwkeurig luisteren naar de Schrift zelf, in het besef van de afhankelijkheid van de Heilige Geest. Dit primaat van de Schrift in de beoefening van de theologie maakt van de Bijbel geen papieren paus. Het sola scriptura is direct verbonden met het solus Christus. Christus is het hart van de Schriften, het draait om Hem. De gereformeerde theologie beluistert de Schriften vanuit en met het oog op Christus. Zo stelt en beantwoordt zij de vragen, in elke eeuw en in wisselende contexten opnieuw.

 

Allemaal mooie uitspraken, ruikt zelfs een tikkeltje Schilderiaans. Maar zijn al die 'coördinaten' niet al onderdeel van de gereformeerde belijdenis zelf? Waarom is deze 'vierde confessie' nodig? Nodig om 'in de brede bedding de sporen van de Reformatie, de Nadere Reformatie, de Afscheiding en het Neocalvinisme te gaan', zoals het rapport zegt? Om daarin 'het belang en de betekenis ervan voor onze kerken en de samenleving van vandaag te onderzoeken, nader te articuleren en te onderwijzen'?

We vragen: is het niet gevaarlijk naast de Schrift en de gereformeerde belijdenissen toch nog weer iets naders te willen hebben in de grondslag van het instituut? Dat gaat toch eigenlijk boven een 'ondubbelzinnige en onbekrompen binding aan de gereformeerde confessie' zoals het rapport wil? En waaraan en hoe wordt hier nu eigenlijk precies verder gebonden dan de belijdenis, hoe wordt dit gehandhaafd?

 

3 Organisatie

 

We hebben met verbazing naar de voorgestelde organisatie van de GTU gekeken. Want die is haast ondoorgrondelijke complex. We doen een poging die kort te beschrijven. Daarbij vallen veelvuldig begrippen als natuurlijk persoon en rechtspersoon[5].

Een 'natuurlijke persoon' is gewoon een mens die kan handelen, bijvoorbeeld contracten afsluiten, doelen nastreven, verantwoordelijkheden dragen. Maar een rechtspersoon staat voor een organisatie. Die kan weliswaar dezelfde taken hebben en activiteiten uitvoeren maar als organisatie die dan vanzelfsprekend weer uit mensen van vlees en bloed bestaat. Zo voeren binnen die organisatie-rechtspersoon (echte) mensen allerlei activiteiten uit die het doel van de organisatie dienen.

 

Toegepast op bijvoorbeeld de GKV, deze kerk heeft rechtspersoonlijkheid. De generale synode bestaande uit menselijke afgevaardigden daarbinnen bepaalt het beleid, laat dat uitvoeren (door 'natuurlijke personen'), draagt zorg voor de predikantenopleiding (TUK), is verantwoordelijk voor activiteiten op het niveau van het brede kerkverband.

Let op, de universiteit (TUK) in dit voorbeeld is dus een kerkelijke instelling. En dat heeft een heel belangrijk gevolg. De kerk (GKv) mag zelf bepalen hoe zij haar universiteit, als onderdeel van de kerk, inricht en het onderwijs inhoud geeft.

Vrije kerken met een vrije universiteit in een vrije samenleving dus.    

 

Instituut, van drie naar twee naar één

 

Nu is daar een grote uitdaging. Immers drie kerken, GKv, CGK en NGK, willen twee universiteiten (TUK en TUA) in één GTU doen opgaan. En ook nog een opleiding van de NGK (Nederlands Gereformeerde Predikantenopleiding, NGP) die voor een belangrijk deel gerealiseerd wordt door de TUA.

En of dit niet genoeg is, vanuit de CGK-kerkhoek is als eis gesteld dat de PKN/Gereformeerde Bond (PKN/GB) hierin actief participeert. Want de Nadere Reformatie traditie moet ook zijn invloed kunnen hebben op het onderwijs.

 

CGK Theologische Universiteit Apeldoorn 

Hoe moet dat nu?
Het eenvoudigst zou zijn: laat de TUA opgaan in de TUK, of beter de TUK in de TUA waarmee dan ook gelijk de NGP (NGK) kan worden geïntegreerd die daar toch al voor 80% deel uitmaakt. En PKN/GB krijgt wat zetels in de Raad van Toezicht van de TU en klaar is kerkkees.

Maar ieder die een beetje op de hoogte is met de kerkelijke gevoeligheden en ontwikkelingen weet dat hiermee als een dolle olifant door de porseleinwinkel wordt gedraafd.
Onmogelijk dus!

 

Een vereniging

 

Om een verhaal nog enigszins kort te houden, men is na heel veel vijven en zessen en onder forse druk van de overheid(!) tot de conclusie gekomen dat de GTU ondergebracht moet worden in een vereniging. In principe zou die vereniging uit vier leden, kunnen bestaan: GKv, CGK, NGK, PKN/GB. Vier rechtspersonen dus die samen de GTU in standhouden.

Maar helaas, de Protestantse Theologische Universiteit (PThU, Groningen en Utrecht) ziet in de GTU een concurrent en sprak dus zijn veto uit over de (bestuurlijke) deelname van de PKN/GB er aan. Kennelijk reikt deze protestantse arm ver!
Maar de gedreven organisatoren waren niet voor één gat te vangen, de oplossing nu is dat Bonders 'op persoonlijke titel' meedoen. Net als bijvoorbeeld Turken t.a.v. nationaliteit hebben bonders een dubbele loyaliteit: aan hun PThU en aan de op te richten GTU. Dat kan alleen worden opgelost met een dubbel 'paspoort': formeel gerelateerd aan de PThU en persoonlijke verbonden voor de GTU. Zoiets. Maar in de praktijk nauwelijks vol te houden.

 

En zo zullen dus de TUK en TUA met alle hebben en houden worden overgedragen aan deze vereniging die als doel heeft de GTU in het leven te houden, eigendom worden van een vereniging met 8 leden:


- drie rechtspersonen GKv, CGK en NGK

- vijf gereformeerde bonders 'op persoonlijke titel', GBpt

 

Maar we hebben gezien dat 'rechtspersonen' niet zelf kunnen handelen, daarvoor zijn natuurlijke personen nodig. Bovendien is de aangegeven ledentalverhouding in de vereniging wel wat scheef. Daarom is een ledenraad met 30 zetels in het leven geroepen. De zetels worden als volgt eerlijk(?) verdeeld:
- GKv 10

- CGK 10

- NGK 5

- GBpt 5

Deze 'natuurlijke personen' hebben de opdracht het doel van de GTU te realiseren en in stand te houden. Zij worden afgevaardigd door de kerken die GTU oprichten waarbij de GBpt personen door de ledenraad worden aangezocht[6]. De laatsten zijn tegelijk lid van de vereniging én ledenraadslid.

 

Het instituut, van één naar drie

 

Maar het gaat natuurlijk om de GTU zelf. De geïntegreerde universiteit wordt bestuurd door een College van Bestuur (CvB, twee leden). Dit bestuur wordt verkozen door de wettelijk voorgeschreven Raad van Toezicht (RvT, vijf personen) die het wetenschappelijk niveau in de gaten houdt. En dat op zijn beurt weer wordt benoemd door de ledenraad van de vereniging. En zo is de cirkel rond.

 

Maar we zijn er nog niet. Want er zou zo dan wel één universiteit voor héél de gereformeerde gezindte zijn georganiseerd, maar daarmee zou zomaar de 'kleur' van de vroegere opleidingen in Apeldoorn (en Kampen) verloren kunnen gaan. En dat is bepaald jammer en ontoelaatbaar …
Ook daar heeft men wat op gevonden. Er komt één gemeenschappelijk bachelor van drie jaren maar vervolgens krijgen de drie deelnemende kerken ieder een eigen master voor de predikantenopleiding.[7] De NGK maakt daarbij zoveel mogelijk gebruik van de masters van GKv en CGK. En om de zaak te completeren worden er ook nog drie curatoria in het leven geroepen die vanuit de kerken toezicht mogen houden op het leerstellige gehalte van de respectievelijke opleidingen.

 

Het is natuurlijk wel wat kostbaar, en als we ons niet vergissen, kijkt het subsidiërende ministerie van Onderwijs en Wetenschappen ook zuinigjes – die beschouwt de masters als 'dezelfde opleidingen'! - maar het is toch mooi geregeld en iedereen is tevreden.

Tenminste, de GKv en de NGK.

 

4 Band met kerken

 

Er was een tijd dat men over de predikantenopleiding sprak als 'De School van de kerken'. Men hechtte een hoog belang aan de directe relatie van School en Kerk. Toezicht op het onderwijs was primair een zaak van de kerken, gerealiseerd in het curatorium. Hoe is dat nu geregeld in de complexe juridische constructie van de GTU?

 

In het rapport wordt de GTU 'gekarakteriseerd door een sterke band met de kerken'. Eerlijk gezegd, weten we niet waar we dat in deze ingewikkelde organisatie aan af moeten lezen. De kerken zijn naar onze indruk duidelijk op grote(re) afstand komen te staan. Het rapport stelt dat 'de stem van de kerken wordt gehoord en de voeling van met kerken stevig is verankerd', cursief djb. Mooie frase maar dat is heel wat anders dan wat in kerkelijk eigendom en zeggenschap ligt opgesloten.

 

Het zou o.i. aanbeveling verdienen eens een aantal casussen uit te proberen waarin de kerken ongewenste situaties moeten trachten te corrigeren. Bijvoorbeeld:

  • De CGK constateert dat een docent in strijd komt met de 'kaderteksten voor coördinaten van de gereformeerde Schriftbeschouwing'
  • De GKv heeft bezwaren tegen de opvattingen van een GBpt verenigings-/ledenraadslid.
  • De NGK vindt dat er te weinig positief onderwijs is over de vrouwen en homoseksuelen in de ambten.

Hoe kunnen de kerken hun verantwoordelijkheid voor het onderwijs waarmaken?

 

Het valt o.i. niet te ontkennen dat de kerkverbanden de volledige zeggenschap over 'hun' (predikanten)opleiding zijn kwijtgeraakt. Gemakkelijk kan in de toekomst de gewenste koers overruled worden. Neem als voorbeeld de situatie dat GKv en NGK de komende tijd in hoge mate gaan integreren: dan hebben zij in principe al de helft van de stemmen in de ledenraad. Er hoeft weinig te gebeuren of de CGK afgevaardigden gaan in de praktijk een minderheid vormen met alle consequenties van dien. 

 

Drogreden?

 

Maar er is nog een belangrijk punt dat mr. P.T. Pel aansneed in het ND[8]. De kern van zijn betoog is, als we het goed begrepen hebben, dat met het onderbrengen van de theologische opleidingen uit de kerken naar een vereniging óók de vrijheid om het onderwijs

P.T. Pel

zelf te mogen inrichten en vormgeven in groot gevaar komt. Als puntje bij paaltje komt is het immers geen universiteit meer die valt onder de rechtspersoon van een kerk. Terwijl dat volgens Pel beslist wél kan. Dat de overheid het niet toe zou staan voor de GTU is een 'drogreden', volgens hem.

Mr. Pel heeft deze alarmbel willen luiden op de GS Meppel maar kreeg daarvoor niet de gelegenheid in de vergadering.

 

Als hij gelijk heeft doemt er een levensgroot gevaar op. Want de GTU zal dan gelijkgeschakeld zijn met andere niet-kerkelijke wetenschappelijke instituten. De overheid zal dezelfde eisen (gaan) stellen aan het gereformeerde onderwijs, met alle consequenties van dien. In de huidige sterk seculariserende samenleving en overheid is dat een niet te onderschatten gevaar. Dat gevaar was al (ver)groot doordat de beide universiteiten voor een belangrijk deel op overheidssubsidie zijn gaan drijven, het wordt nog versterkt door het instituut ook nog weg te halen uit de directe rechtspersoonlijke context van de kerk met haar eigen onderwijsvrijheid.

 

Laten we het maar eens concreet maken met eigentijdse voorbeelden.

In onze samenleving is gelijkheid tussen mannen en vrouwen op alle niveaus een fundamenteel grondrecht. Wee degenen die daaraan tornen. Pek en veren zijn hun deel. Hetzelfde geldt in misschien nog wel sterkere mate voor homoseksueel samenleven. Het wordt als vurige discriminatie tegen artikel 1 van de grondwet geacht daar enige kritiek op te hebben.  

En nu wordt er dus een nieuwe universiteit ingericht die draait op overheidssubsidies waarin in elk geval het onderwijs in de christelijke gereformeerde masteropleiding haaks staat op het beleid van de seculiere overheid[9]. Dat is dus vragen om grote problemen, zeker op termijn. Waarom zou de overheid bijvoorbeeld niet op een bepaald moment als krachtig argument aanvoeren dat de drie masters voor háár één zijn (zie rapport) en dus uit oogpunt van doelmatige besteding van overheidsgelden de accreditatie van de christelijke gereformeerde master intrekken? En schemerde dat ook niet een beetje door in de bespreking op de vrijgemaakte synode? Prof. Hordijk (Raad van Toezicht TUK) zei op een bepaald moment

 

De predikantenmasters nemen een bijzondere plaats in. Zij hebben een eigen curatorium. Eén master is over x jaren onvoorstelbaar, ik bedoel onvoorspelbaar (hilariteit). Vergelijk groeiproces GPV en RPF naar ChristenUnie.
 

Dat voorbeeld van GKv en RPF is - om gerust te stellen - natuurlijk contraproductief. Want het gereformeerde karakter van het GPv is toch nu juist geheel verdwenen in de loop van de jaren?! Immers in de CU kunnen roomsen lid van de partij worden en deze in raden en staten vertegenwoordigen. Als dit een reëel voorbeeld is waar het in de samenwerking naar toe zal gaan dan is over afzienbare tijd de drie-master-constructie snel verleden tijd. En misschien heeft Hordijk hiermee ook wel goed voorstelbaar gelijk. 

Hij kan op de GS Meppel dan wel laten verzekeren

 

… de betrokkenheid bij en de verantwoordelijkheid van onze kerken voor de GTU en in het bijzonder voor onze predikantenopleiding en onze benoemingen is maximaal gewaarborgd in overeenstemming met het kerkrecht van de betrokken partijen. (Besluit 4)

 

maar dat is nu juist wel iets dat bewezen moet worden. Nog sterker, de kerkorden van GKv en NGK hebben van meet af aan principiële verschillen getoond. En als die verschillen met de nieuwe vrijgemaakte Kerkorde 2014 kleiner zijn geworden, zijn die met de kerkorde van de CGK juist vermeerderd!

Kortom, zou het niet verstandig zijn nog eens diep na te denken of aan dit avontuur, waarin geen terugweg meer mogelijk is, wel moet worden begonnen?

 

De christelijke gereformeerden

 

De CGK spelen hierin een cruciale rol. Zij hebben zich in een moeilijke positie gemanoeuvreerd. Deze kerken hebben altijd een 'open' houding aangenomen naar andere kerken. Men wilde eenheid met iedereen. Kanselruil met GKv-, NGK- en ook met PKN/GB-predikanten graag. Bij de GTU moesten ook per sé de protestants/gereformeerde bonders worden betrokken. Maar echte kerkelijk eenheid bleef altijd achter de horizon omdat de eigen 'christelijke gereformeerde beginselen' heilig waren. Iemand vergeleek deze houding eens met een vrouw die graag met iedereen naar bed gaat maar zich niet in een huwelijk wil binden[10].

 

Nu komt de proef op de som in de GTU. Willen de CGK werkelijk waarmaken wat ze met de mond belijden? Maar de problemen zijn groot. Want nog afgezien van de interne moeiten met de Bewaar het pand-vleugel die mordicus tegen is, zijn er ook groeiende moeiten met GKv en NGK. Tegelijk met de toenadering tussen de laatste twee neemt de afstand met de CGK zienderogen toe. Denk daarbij aan de eerder genoemde zaken als vrouw in het ambt en homoseksueel samenleven waarbij de CGK een volslagen ander standpunt inneemt[11] dan de NGK en wellicht ook de GKv (na GS Meppel).

 

De christelijke gereformeerden hebben getracht de GTU als een coöperatie te organiseren. 'Samenwerking' zoals ze graag ook tussen kerken doen. Maar die mogelijkheid is door de overheid en de ontwikkelaars van de GTU de grond ingeboord want te moeilijk, te ingewikkeld.

Er blijft dus nu maar één mogelijkheid over: TUA opheffen en overdragen aan een vereniging. Met als pleister op de wonde (voorlopig?) een eigen master daarin.

 

Alternatief groot denken

 

Het dilemma voor de CGK is groot. Hoe hiervoor een goede bevredigende oplossing te vinden? De GTU afwijzen: heel de gereformeerde academische wereld zal over hen heen vallen! Meegaan? Grote interne tegenstand en verwijdering!

Zijn er misschien alternatieven om aan dit dilemma te ontkomen, in elk geval voorlopig deze zaak maar weer vooruit schuiven?

H.J. Selderhuis

Prof. dr. H.J. Selderhuis (TUA, CGK) lijkt er wat op te hebben gevonden. Hij suggereert dat het eigenlijk klein vaderlands gedoe is (onze woorden) om aan een nationale GTU te denken. Het moet groter, wijdser, een Europese universiteit, dáár moet de aandacht op worden gericht:

 

‘Waarom zo klein gedacht en alleen een fusie van Apeldoorn en Kampen?’, vraagt Selderhuis zich af. ‘Maak dan meteen een instelling waar ieder die normaal gereformeerd wil zijn in het Nederlands en in het Engels onderwezen kan worden.’ Daar kunnen bijvoorbeeld ook theologen van migrantenkerken opgeleid worden. Selderhuis stelt voor aan deze ‘Reformatorische Theologische Universiteit’ wetenschappelijke onderzoeksinstituten te verbinden. ‘Als we dan toch gaan verbouwen, laten we dat dan grondig doen, want wij en anderen hebben goede theologen nodig.’[12]

 

En dus is een operationele GTU voorlopig weer achter de horizon weggestopt. Net als gebeurde met de eenheid van CGK en GKv …

 

Maar er is een 'window' en tijdvenster waarin dingen met enige moeite tot stand kunnen komen. Daarbuiten wordt het heel lastig. Het window GKv-CGK is naar onze overtuiging voorbijgegaan. Steeds sneller groeien deze kerken helaas uit elkaar. Als we ons niet vergissen gaat dat op dezelfde wijze met de GTU.

Begin juni van dit jaar zal de generale synode van de CGK over het ontwerp van de GTU vergaderen en een beslissing nemen. Men zal er goed aan doen om in elk geval eerst de besluiten van de generale synode Meppel van de GKv af te wachten. De 'hot items' daar (vrouw in het ambt, toelating homoseksuelen aan het Avondmaal en vereniging met de NGK) zijn o.i. een beslissende factor in het hele proces om zich te storten in het GTU-avontuur.

 

5 Conclusie

 

Er zijn wat ons betreft grote vragen te stellen of het terecht vurig begeerde ideaal van één gereformeerde universiteit wel op deze wijze moet worden gerealiseerd. Met het zilveren koord is de overheid een (te) sterk bepalende factor in het gereformeerde onderwijs geworden, het rapport getuigt ervan op verschillende bladzijden. Juist in de sterke verwereldlijking van onze samenleving zijn hier grote gevaren te duchten. Die alleen maar toenemen met het GTU-experiment.

 

Een tweede vraag van niet minder belang is of, gezien de ontwikkelingen in de GKv en de confessionele betrouwbare van de NGK, er voldoende basis is om nu de eigen kerkelijke universiteiten te ontmantelen en over te dragen aan een vereniging. We voegen er aan toe dat we ook niet begrijpen dat bonders met hun protestants/hervormde kerkbesef zo'n grote invloed gaan krijgen op de beoogde gereformeerde onderwijsinstelling.  

 

De CGK zouden er goed aan doen nog eens diep na te denken of ze hun universiteit die prima staat aangeschreven en goed functioneert (gezond en stabiel volgens prof. R. Kuiper!) wel moeten opgeven.

Want het is one way!

 

NOTEN

[1] Zie de map TU Kampen op deze site.

[2] Drs. J. de Heer, Reformatorisch Dagblad, januari 2017.

[3] Even tussen haakjes, hier zien we dat

[4] Bezoek de map Synodeverslagen op deze site en daarin de verslagen van de synode van Ede 2014, en m.n. GS Ede – Impressie 04, click hier.

[5] Een definitie van rechtspersoon is: een juridische constructie waardoor een abstracte entiteit of organisatie op kan treden als een volwaardig en handelingsbekwaam persoon in het rechtsverkeer behept met rechten en plichten zoals een natuurlijk persoon dat kan doen.

[6] Hier zit natuurlijk een klein kip en ei probleempje: want de ledenraad bestaat per definitie mede uit 5 GBPT en kan dus pas GBPT gaan zoeken als … enz. Maar een ledenraad is wellicht ook nog steeds zo'n raad als die niet compleet (nog) is.

[7] Er zijn ook nog enkele andere studietrajecten mogelijk maar die laten we maar even buiten beschouwing.

[8] ND 02/05/17.

[9] De CGK heeft uitgesproken dat homoseksueel samenleven zonde is en aanleiding geeft tot tucht en afhouding van het Heilig Avondmaal. Dat terwijl de overheid op allerlei manieren probeert aanvaarding van dit samenleven te bewerken. En niet alleen t.a.v. 'doen' maar vooral ook in het denken. Homoseksueel verkeer moet normaal worden gevonden.

[10][10] RD 18/04/17, CGK prof. dr. H.J. Selderhuis: 'We vrijen met iedereen en trouwen met niemand. En daar kun je als partner knap zat van worden.'

[11] Lees bijvoorbeeld De Wekker van 28 april 2017 die een evenwichtig en soms ontroerende getuigenis aflegt hoe de CGK-broeders met homoseksualiteit omgaan. Tegen de tijdgeest vasthoudend aan de Schrift in een pastorale omgang met broeders en zusters die dit kruis dragen.

[12] ND 19/04/17.