Ethiek

Synodeverslagen

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Synodeverslag week 19 - Eredienst en Steunpunt Liturgie 1

D.J. Bolt
21-05-11


Op 13-05-11 sprak de synode te Harderwijk uitvoerig over de eredienst en liturgie. Eerst kwamen er revisieverzoeken aan de orde, daarna werd het beleid m.b.t. nieuwe formulieren in bespreking gegeven. Dit onderdeel kon nog niet worden afgerond. Er bleken veel amendementen op nieuwe formulieren te zijn gediend. In een later stadium worden deze beoordeeld en de definitieve versies van de formulieren vastgesteld.


Eredienst en Steunpunt Liturgie


Preses
Er staan revisieverzoeken op de agenda. De vraag is wie van de afgevaardigden hier stem- en spreekrecht hebben. Vroeger was het een gewoonterecht dat leden van een voorgaande synode buiten stemming bleven. De synode van Zwolle-Zuid heeft zich hiermee uitvoerig bezig gehouden. Basis voor de behandeling van revisieverzoeken is het gezegde: behandeling van herzieningsverzoeken vindt naar zijn aard plaats door hetzelfde college dat eerder een uitspraak deed.
Door Zwolle-Zuid kunnen alle afgevaardigden van deze synode meedoen aan de besluitvorming en hebben zij stemrecht. Zij doen dat als afgevaardigden van de Particuliere Synode. Afgevaardigden die lid zijn van kerken die bezwaren hebben ingediend doen in de bespreking mee op een bescheiden niveau.
Deze werkwijze sluit ook aan bij het algemene bestuursrecht in onze maatschappij.

Revisieverzoeken Herziening Formulieren


Zie bijlage 1.

BESPREKING RONDE 1

Commissie - Ds. Trimp
Er is een uitvoerig rapport. Het heeft veel tijd gekost, ook van de andere afgevaardigden.
Er zou oneigenlijk gebruik gemaakt zijn van art. 30. Maar hier hangen allerlei zaken samen. Ook is het traject lang.

Adviseur - Prof. M. Te Velde
De revisieverzoeken vragen om te toetsen of de deputaten zich aan hun opdrachten hebben gehouden. Maar in 2005 en 2008 is groen licht gegeven voor hun werkzaamheden. Wat er nu op tafel ligt is het resultaat dus.
Bestuurlijk bekeken: hoeveel ruimte er nu nog? Er is correct gehandeld volgens eerdere synoden, maar nu is de vraag: kunnen de kerken wel verder met het resultaat?
Er zijn nog wel vragen te stellen, bijvoorbeeld bij het type formulier. Dat is laagdrempelig. Er wordt tamelijk populair gedaan. Dat is ook de filosofie en dus meer dan een taalkundige vernieuwing. De vraag is: moeten echt alle termen en begrippen zo worden verwoord om hun zin vrijgeven? Mag er ook niet iets in eerste instantie verborgen blijven?
In de tweede plaats is er de vraag: mogen vorige versies nog worden gebruikt?

Preses
Dit is voor de komende algemene ronde.

Br. Ziedses des Plantes
De vraag is: zijn de deputaten verder gegaan dan Zwolle-Zuid. Maar we moeten niet gaan beoordelen wat Zwolle-Zuid in 2008 heeft besloten. Dat is niet relevant.

Ds. Gunnink
Ik heb respect voor het werk van de commissie Zuiden. De voorstellen gingen mij soms boven de pet.
Mijn probleem is dat de commissie op basis van de aangegeven gronden niet aan de ingebrachte bezwaren wil voldoen. Maar met de vier gronden wordt te gemakkelijk voorbij gegaan aan de bezwaren. Als deputaten het moeilijk vinden om de grenzen te bepalen van hun werk dan moeten ze naar de GS terug. Het gaat om hier om eigenmachtig handelen van deputaten. Zij zijn veel verder gegaan dan taalkundige vernieuwing.
Grond 2: De bewering in deze grond zal met redenen omkleed moeten worden.
Grond 3: Deze is ook weer een stelling. Die wordt juist aangevochten!
Grond 4: Deze is bijzonder. Dat commentaar aangeleverd mag worden heeft niets te maken met de vraag of art. 30 KO geschonden is.

Om al deze redenen komt er een tegenvoorstel.

Commissie – Ds. Trimp
Formeel is het best gegaan volgens de opdracht. Nu moet je kijken naar het eindproduct. Daar gaat het uiteindelijk ook om. Zo staat het ook in het rapport. Zijn de eindproducten wat we er van verwachten? En ook: isoleren we ons hiermee teveel? Moeten we het groene boekje wegnemen?
Als we de resultaten welwillend bekijken en de intenties waarnemen staan we goed voorgesorteerd.

Spreken over de ingebrachte bezwaren is wel relevant. Het was ook voor de commissie eerst onhelder geweest of de deputaten verder waren gegaan dan was opgedragen. Daar is dus nu antwoord op gegeven.

Wat Gunnink betreft, we menen wél recht te doen aan de bezwaren. Er is geen sprake van eigenmachtig handelen van deputaten, zie ook de toelichting die dat weerspreekt. Die hoort er bij. Daarom mag niet zo'n vergaande conclusie van 'eigenmachtigheid' worden getrokken.
In het proces is er ruimte voor de kerken om met voorstellen te komen. Maar Gunnink bedoeld met zijn bezwaren volgens art. 30, de gang van zaken op de synode. Maar daar kan ik niet meer van maken op dit moment.

AMENDEMENTEN

Ds. Gunnink dient een tegenvoorstel (zie bijlagen 2) en br. Greving een amendement in (zie hier onder).

Ds.Gunnink
Toelichting is niet nodig.

Br. Greving
Hetgeen in grond 3 tussen haken staat ("inclusief de uitvoerige ….) verwijderen. De werkwijze is niet geaccordeerd; wel zijn de resultaten naar de kerken gestuurd. Er worden door de synode geen deputatenrapporten goedgekeurd.

Commissie - Ds. Van der Lugt
Het amendement Gunnink doet geen recht aan het proces. De deputaten hebben hun opdracht uitgepakt zoals aangegeven in hun rapport 2008 hoofdstuk 5 en zijn daarop niet teruggefloten. Als de commissie het werk van de deputaten controleert kijken ze naar het resultaat. Dan kun je niet spreken van "plaatsvervangende schaamte" zoals in de toelichting op het tegenvoorstel gebeurt, want dat is niet in overeenstemming met integriteit van het handelen van deputaten.

Wat het amendement van Greving betreft, we blijven erbij de zin er in te houden. We grijpen daarmee terug op de uitgangspunten van 2008 waarop deputaten hebben gehandeld.

BESPREKING RONDE 2

Ds. Leeftink

Het zou wijs van commissie zijn als zij het amendement van Greving overneemt. Zeker in dit geval waar Zwolle-Zuid een fikse steek liet vallen door te accepteren dat deputaten verder zijn gegaan. Dan ga je te ver door dat nu te repareren met dat alsnog expliciet goed te keuren. Zwolle-Zuid heeft een wazige opmerking in de verslaglegging gemaakt, maar daar mag niet uit geconcludeerd worden dat ze het hebben goedgekeurd.

Br. Greving
Wat betreft het tegenvoorstel Gunnink: de lijn is dat Zwolle-Zuid de deputaten terug had moeten fluiten. Ik hoop niet dat de synode dit doet. De synode Zwolle-Zuid heeft niet uitgesproken dat het werk in eerste lezing aan de kerken kan worden voorgelegd. Dat is toen zorgvuldig overwogen. Dan kan nu, de zaak in eerste lezing naar de kerken sturen. We kunnen nu niet meer terugfluiten om de gang van zaken toen. Het gaat nu om resultaten en de bezwaren eventueel dáár tegen te wegen.

Ds. Oostland
Ik kon me vinden in het rapport van de commissie. Tot er opeens een bepérkt herzien huwelijksformulier is gekomen. Zo iets had ook bij andere formulieren gekund.
Toch ga ik niet met Gunnink mee. Want wat betekent dit voor de eenheid in de kerken als we zijn besluit nemen? We kunnen beter met Te Velde nadenken over de vraag over of we het gebruik van de klassieke formulieren blijven toestaan.

Ds. Scherff
Het argument van het huwelijksformulier gaat niet op. Dat is veel nieuwer. Het heeft daarom al een verschillend taalkleed. Daar was de NBV makkelijk in te voegen. Bij de andere formulieren ging dat veel moeilijker en heeft het gigantische gevolgen. Het zijn jaren-70 formulieren. Daarom ben ik tegen het tegenvoorstel.

Ds. Wesseling
Ik ben het eens met het amendement Greving.
Wat het amendement Gunnink betreft daar heb ik wel sympathie voor. Maar het is ook een formele manier om over een stukje inhoud te willen beslissen, zie grond d. We moeten oordelen over ingrijpend veranderde formulieren en de vraag stellen: willen we dit wel? Levert deze eigentijdse vocabulaire blijde kerkgangers op? Ook als we het commissievoorstel accepteren hoeven we nog niet inhoudelijk in alles meegegaan met deputaten.

Br. Wendt
Wat betekent het als het tegenvoorstel wordt aangenomen? Graag een toelichting van de commissie.

Ds. Niemeijer
Ik word van twee kanten gedrongen. Inhoudelijk vind ik het voorstel Gunnink meer overtuigend, maar heb er ook moeite mee.
Het gaat om de interpretatie van de opdracht door de GS A'foort-Centrum. A'foort heeft een tweede doopsformulier met NBV vastgesteld. Want de deputaten waren met het klassieke formulier al bewerkend vastgelopen. De vorige deputaten hebben het anders gedaan. Want zij noemen nu ook andere bezwaren, bijvoorbeeld het betogende over de kinderdoop. Maar hebben deputaten wel aangevoeld wat A'foort heeft bedoeld?
Ik kan me veel bij de lijn Gunnink voorstellen. Wel twee vragen. De zinsnede over 'remming moeten voelen' is geen besluittekst. Kan die niet gemist worden? Tweede vraag: Wat is het gevolg voor de kerken? Het groene boekje wordt al breed gebruikt in de kerken. Moet er een nieuwe opdracht komen? Wat zijn de consequenties? Laten we daar bij de vaststelling van de formulieren ook aandacht aan geven.

Ds. Wesseling
Vraag van orde. We zouden nu eerst naar de inhoud moeten gaan kijken. En daarna weer over de orde gaan spreken. Nu op formele wijze afkraken en straks nog inhoudelijk bekijken is lastig.

Preses
Hierover moeten eerst binnen moderamen overleggen. Ik stel voor de tweede ronde af te maken.

Commissie - Ds. Trimp
Achtergrond van Gunninks voorstel is of het uitvoeren van de opdrachten van vorige synoden leidt tot een minimale aanpassing of meer.
Zuidhorn vroeg naar het hele taalkleed te kijken. Dat is wel door de NBV in een stroomversnelling gekomen maar had wel een langere voorgeschiedenis. Deputaten hebben steeds verantwoording afgelegd en openheid betracht. De discussie over taalvelden is lastig en complex. Daarbij is hoofdstuk 5 uit het rapport te noemen. Deputatenrapporten vallen niet samen met bindende besluiten. Het gaat om het resultaat.
GS Zwolle-Zuid heeft geen oordeel gegeven over werkprincipes. Als de commissie die zin laat staan dan heeft Zwolle-Zuid die impliciet goedgekeurd: ga zo door. Toepassing van werkprincipes komt straks aan de orde. Wij moeten het beleid goedkeuren.

Als het tegenvoorstel van Gunnink wordt aangenomen zijn we terug bij Zuidhorn 2002 en wordt in de klassieke formulieren alleen de NBV verwerkt. Dan gaan we terug in de geschiedenis. Maar we willen om diverse redenen de formulieren wel aanpassen. We zijn met een project bezig en dan moet je heel sterke redenen hebben om het te cancelen. Het effect zal veel verwarring in de kerken opleveren. Daarom, zorg er maar voor een goed product af te leveren.

Wat het doopformulier 2 betreft: de commissie kijkt er heel anders naar dan deputaten. Vraag hen waarom zij er niet mee uit de voeten konden.

Ds. Gunnink
Ik ben blij met weinig kritiek op de gronden onder het tegenvoorstel, de broeders konden er kennelijk niet onder uit.
Het is heel lastig 'formeel' en 'inhoud' uit elkaar te houden. Inhoudelijk grote bezwaren hebben en die 'formeel onderbouwen' speelt door elkaar heen.
Greving wil niet terugfluiten. Maar kijk nu hoe het gegaan is. Dat wringt, en dat moet dus niet zo.

De aanvaarding van het tegenvoorstel betekent niet tegen elke taalkundige verbetering van een formulier te zijn. Tegelijk kan ik nog van harte het oude Avondmaalsformulier lezen. Het ging in de opdrachten alleen om aanpassing aan de NBV. Als er inhoudelijk veranderd hadden moeten worden zouden er andere opdrachten gegeven zijn.
Dat de synode niet voldoende de vinger aan de pols gehouden is niet mijn probleem.

Scherff heeft gelijk maar het zegt niets. Als het meer inspanning en moeite kost dan moet dat maar.

De zinsnede over 'remming' in grond b kan eruit. De zin had ook in de toelichting gekund. Ik haal hem eruit.

Greving
Zwolle-Zuid heeft zich er niet uitdrukkelijk van gedistantieerd volgens de commissie. De instructie is niet ook niet aangescherpt. De werkwijze van de deputaten is niet goedgekeurd.

Preses
We hebben twee rondes gehad. Na overleg gaan we niet mee het ordevoorstel van Wesseling. Dat zou helemaal de bespreking van de inhoud met de bespreking van de revisieverzoeken vermengen. Het gaat nu eerst om de revisieverzoeken.
Er zijn een tegenvoorstel en een amendement. Een consequentie van het voorstel Gunnink is dat, als het aangenomen wordt, het werk vandaag stil ligt. Als het commissievoorstel wordt aangenomen blijft er de volledige vrijheid de formulieren te beoordelen. Dan blijft er een zelfstandige beoordelingsruimte.

STEMMING
Commissievoorstel
- Amendement Greving: aanvaard, voor 25, tegen 5, onthouding 5.
- Voorstel: aanvaard, voor 27, tegen 2, onthouding 6.


Besluiten 2 -4

Zie bijlage 3.

BESPREKING ALGEMENE RONDE

Deputaten
Geen toelichting.

Commissie - Ds. Van der Lugt
We hebben te doen met formulieren en niet met belijdenisgeschriften. Er is verschil in gewicht. Dat bepaalt mede hoe er mee om te gaan.

Ds. Van Dijk
Het gaat nu over het geheel. Eerst een formele vraag: Een algemene ronde is goed maar kan daar ook een conclusie aan worden verbonden dat er iets tot stand is gekomen waarom niet door de kerken is gevraagd?
Het taaleigen van de nieuwe formulieren ademt de taal van onze tijd. Maar er is te weinig rekening houden met de Bijbelse taalsfeer. Die taal heeft in de moderne samenleving geen plaats. Daarom zijn Bijbelse begrippen moeilijk weer te geven voor de man in de straat en moeten die wel inhoudelijk worden omschreven.
De formulieren zijn dan wel geen belijdenissen, maar ze klinken heel vaak. Daarom moeten ze tot in nuances goed en volledig zijn. En er is wel een grens aan de aanpassing van de taal aan buitenkerkelijken. Vergelijk ook Paulus in zijn brief aan de Korinthiërs, daarbij vindt uitleg plaats. Dat is wat anders dan dat alles onmiddellijk meegemaakt moet kunnen worden.

Het poëtische element speelt mee, maar daar heeft een synode geen verstand van. Deputaten zijn deskundig. Dat maakt het weer moeilijk om er iets van te vinden.
In de formulieren wordt de theologie wat 'verplat'. Het individu wordt benadrukt. Zo bijvoorbeeld bij de volwassendoop: i.p.v. over 'inlijving in de kerk', gaat het er over dat 'jouw geloof wordt beleden'.

De belijdenis moet beleden worden. Daar helpen de formulieren bij met hun onderwijs. Hier zit wel een gebrek in de nieuwe formulieren. Zo wordt het begrip 'zonde' minder benoemd. Bijvoorbeeld mist in het huwelijksformulier dat zorg, moeite en verdriet door de zonde komen. En dat rechtvaardiging en heiliging twee verschillende dingen zijn, wordt te weinig geproefd. De leer wordt vermeden maar dat hoefde niet vanwege de invoering van de NBV.
Ik heb inhoudelijk nogal wat moeite met de formulieren.

Ook verwijderen en vervreemden we ons van de andere gereformeerde kerken. Denk ook aan de eenheideffectrapportage als we straks eigen formulieren hebben. We krijgen reacties als: 'Zie je wel dat het niet deugt bij de vrijgemaakten'. Is dat het ons waard?
Zijn we ook niet bezig met een achterhoede gevecht? We willen modernisering maar willen we de nieuwe formulieren wel gebruiken? Gaan we ze voorschrijven of faciliteren we alleen maar? En als we tegelijk de oude formulieren nog gebruiken zullen we steeds minder eenheid ervaren, ook in de liturgie.

Br Mollema
Ik heb respect voor deputaten die hun werk over verschillende synodes heen goed proberen te doen.
We gaan dezelfde weg als destijds in de synodaal gereformeerde kerken. Waar eindigt de veelheid van formulieren met allerlei de onderlinge verschillen? Dat geeft onduidelijkheid. Het doet er kennelijk niet toe hoe het wordt verwoord. Dat ging net zo in de synodale kerken.
Passen we wel de goede dingen aan? Bij allerlei liturgische handelingen in trouw- en doopdiensten luisteren ook vaak heel veel niet-kerkelijken mee. Dan gaat er heel veel mis: ze begrijpen er geen bal van. Het is buitengewoon weinig communicatief-vriendelijk. Terwijl het toch uitgesproken momenten zijn voor evangeliseren.

Het doopsformulier doet geen enkel recht aan de vreugde van de ouders van het kind en blijdschap van de gemeente dat een nieuw kind van God hem dienen gaat. Die vreugde moet meer benadrukt worden.

Krijgen we nog meer alternatieve huwelijksformulieren? We gaan de huwelijksformulieren nu niet behandelen maar de toonzetting ervan is nog vrouwonvriendelijker ("daar waar de vrouw wordt geacht …" dan die in het klassieke formulier. En het is een rommeltje van teksten wanneer het gaat over de man-vrouw relatie.

Br. Feenstra
Ik heb waardering voor het werk van deputaten.
Ook ben ik blij met de toelichting op de doopvragen, want die worden slecht begrepen is mijn ervaring.
De gedachte leeft dat onderwijs in formulieren heel belangrijk is. En dat die heel duidelijk en verstaanbaar moeten zijn. Hoe weten deputaten nu dat dat doel bereikt is? Voldoen deze formulieren wel en hoe is dat geverifieerd? Of wordt het alleen maar verondersteld?

Ds. Oostland
Commissie merkt op dat een formulier niet een belijdenis is. Maar, als ds. Van Dijk, er wordt aangesloten bij de taal van de belijdenis. Er moet niet een onnodige verwijdering tussen komen. Anders begrijpt men ook de belijdenis straks niet meer.

Het bestaande huwelijksformulier is in 1999 met een kleine aanpassing vrijgegeven. Het kan dus wel. Hoe zien deputaten dat: was dit een toegeven, een doekje voor het bloeden?

Er wordt een onderzoek voorgesteld. Maar daarvoor heb je wel formulieren nodig. Echter zit de aversie tegen formulieren niet dieper dan het niet voldoende keuze hebben? We zijn overstelpt met formulieren. Dus daar zit het probleem niet. Er wordt nu voorgesteld 'modellen' aan te bieden waaruit formulieren kunnen worden samengesteld. Maar wat bied je de gemeente dan eigenlijk aan? Er moet toch in elk geval een bepaald minimum aan de orde komen? Het kan toch niet zoals het bijvoorbeeld in sommige gemeenten al gaat dat niet meer alle doopvragen aan de orde komen? Daar heb ik moeite mee.
Nu willen we weer een onderzoek doen. Maar we gaan tegelijk rustig door met het uitstrooien van nieuwe formulieren. Is dat wel goed?

Amendementen op het voorgestelde voorbedegebed zouden er inbreuk op maken en dat past niet. Maar in de passage over Israël mist wel iets over de moeiten en verdrukking van de messias-belijdende Joden. Die groep heeft het ontzettend moeilijk, daar moet ook aandacht aan worden gegeven.

Br. De Vries
We moeten niet de bekende klassieke formulieren bepalend laten zijn bij de beoordeling van de nieuwe. Ze moeten op zichzelf worden beoordeeld. De inhoud van de formulieren is gereformeerd.
Deugt het bij ons niet? Ik verwerp dat volstrekt. En we moeten niet wachten op andere kerken maar onze kerken dienen. Er is een nieuwe generatie met een heel ander taalkleed. De taal van de Bijbel komt gewoon wél in de formulieren terug. We moeten aan de toekomst denken en dus vernieuwen. Het is niet goed het oude formulier er naast te houden. Dus geen vrijheid-blijheid en de wildgroei beperken.

Ds. Leeftink
Het voorbedegebed, gemaakt door Ria Borkent, is een prachtig gebed.
Het zou goed zijn een zin toe te voegen waarin verwoord wordt dat Joden, heidenen en mohammedanen samen moeten knielen aan de voet van het kruis.

Het gereformeerd onderwijs wordt niet genoemd.

Dat de toorn van God op ons rust, staat niet meer in het formulier, maar dat staat wel in de NBV. Hier is dus wel rigoureus te werk gegaan. Ik ben blij met het voorstel van de commissie om het huwelijksformulier minimaal aan te passen. Maar waarom is dan nog een nieuw huwelijksformulier nodig? Overigens is het wel beter een nieuw huwelijksformulier te ontwerpen dan een lappendeken te maken van het bestaande.

Br. Greving
Ik heb veel waardering voor het deputatenwerk.
Er is voortschrijdend inzicht. Zijn we met wéér een nieuw doopsformulier wel op de goede weg en schieten we niet door? We kunnen toch ook iets aanpassen zoals met het huwelijksformulier wordt voorgesteld? Moeten we wel altijd vooroplopen? Is er geen sprake van vervlakking en verplatting?
We groeien weg van de ontwikkelingen in de CGK. Dat betreur ik. Maak eens pas op de plaats. Vraag de deputaten daarom een minimale aanpassing voor deze tijd. Het groene boekje is als weldadig ervaren maar wel op sommige punten doorgeschoten. Bijvoorbeeld: 'teken en zegel'. Daar hebben de deputaten zich niet gehouden aan hun eigen werkwijze. Ze gebruikten het woord 'garantie' en 'afbeelding' maar die komen in verband met de doop in de NBV nooit voor. Het woord 'teken' komt zelfs wel 110 keer in de NBV voor, en het woord 'zegel' ook vele tientallen malen. Waar bent u dan mee bezig? Voor welke muziek lopen de deputaten vooruit? Maak toch pas op de plaats.
We moeten terughoudend zijn met vernieuwing en bezig zijn met wat echt nodig is in de kerk van Christus.

Ds. Ophoff
Ik heb respect voor deputaten. Er zijn hier nogal wat kritisch geluiden gehoord. Ik wens deputaten sterkte voor het geven van goede antwoorden.
In de formulieren wordt zichtbaar wie wij zijn, wordt onze cultuur duidelijk. We spreken hier op de synode niet meer vanuit dezelfde context, we verschillen van elkaar.
Er is behoefte aan bekende teksten in de ene gemeente, moderne en krachtige bewoordingen in een andere. Wat de een weldadig vindt, ervaart de ander als ouderwets. Er is een groot verschil in beleving. De GKv zijn anders dan andere kerken. Er is behoefte om de verbinding met de huidige cultuur te leggen. Niet om die cultuur bij te sturen. Dat kunnen we niet.

In het groene boekje is het klassieke doopsformulier nogal gewijzigd. Doopsformulier 2 wordt nog nauwelijks gebruikt. In de context van de eredienst moet de waarde ervan nog bewezen worden. Het klassieke doopsformulier is wel aangepast aan de NBV maar de klassieke tekst is gehandhaafd terwijl voor het andere doopsformulier wat meer ruimte is genomen. De herkenbaarheid tussen ons en andere genootschappen blijft dus via het klassieke formulier bestaan.
Ook het huwelijksformulier is op een bescheiden manier aan de NBV aangepast. Verdere aanpassingen aan het klassieke formulier moeten ook niet plaatsvinden. De behoefte aan alternatieve teksten, bijvoorbeeld kortere, missionaire teksten, moet worden geïnventariseerd want als kerken verkeren we in een heel verschillende culturele context.

Ds. Gunnink
Het is mooi dat we deputaten voor de formulieren hebben. We vinden ze kennelijk van belang. Dat vind ik ook. Je bent er voortdurend mee bezig. Zet ze maar midden in deze tijd. Daarbij blijft altijd onderwijs nodig. Als er erg vaak dopen is dan kan bijvoorbeeld 1 keer per maand het hele formulier worden gelezen en kunnen de andere keren alleen de formules worden gebruikt. Dat geldt ook voor het vaak vieren van het Avondmaal.
Het grote probleem is: moet de inhoud van de formulieren worden aangepast? We moeten die niet aanpassen aan buitenstaanders. Dat doen we ook niet met de Bijbel zelf. Gebruik wel normale taal, dat is van groot belang.

Ook is de vraag in hoeverre de formulieren met de eenheid van de kerken te maken hebben. Nu doet ieder wat goed is in eigen oog. Maar we moeten de formulieren gebruiken zoals we die hebben afgesproken.

Ds. Wesseling
De enorme lijst met formulieren doet mij zuchten. Ik heb respect voor de verwoording maar is er toch niet een teveel meebewegen met cultuur en taalgebruik? Wat zijn de achterliggende gedachten? Er is een gap, een kloof met het taalgebruik in kerk en cultuur. De taal verandert razendsnel. De vraag is: waar dienen we de gemeente over tien jaar mee? Dat maakt onzeker.
Uit een cursus liturgie van prof. De Ruijter heb ik geleerd dat onze geloofsoverdracht gekenmerkt is door het woord. Dat is anders in evangelische gemeenten: daar is een totaal andere liturgie: met body language, met ritmiek en beamer. Daar beleef je wat.
De vraag is: wat stop je in formulieren? Moet daar alle onderwijs over bijvoorbeeld het huwelijk in worden gestopt? En hoe belééf je de eredienst?
Het liturgische besef neemt af. Toch zou ik graag staande houden dat we beleven binnen een éigen taalveld. Want de taal in de samenleving is heel erg aan het verplatten en is ook niet meer religieus georiënteerd.

Ondanks de beschikbaarheid van vele doops- en avondmaalsformulieren wordt er toch niet altijd meer een formulier gelezen. Het hebben van allerlei diverse formulieren kan ook diversie veroorzaken terwijl uniformiteit leidt tot verbondenheid.
Er wordt vervreemding ervaren, zowel bij de oude als de nieuwe formulieren. Waar gaat het over?, vraagt de jeugd bijvoorbeeld. We moeten proberen dat te voorkomen en te ontzenuwen. Waarbij we ons afvragen in hoeverre we als synode nog in staat zijn het grondvlak aan te sturen.

Adviseur - Prof. Te Velde
Er is ook een groot belang vanuit kerkrechtelijk oogpunt. Het gaat om basale elementen, als leer, liturgie en kerkinrichting. Dat is van alle eeuwen. Het draait dus niet alleen om de confessie. De identiteit van de kerk leer je ook kennen uit allerlei elementen in de formulieren. Ze zijn mede van invloed op het gewoonterecht.

Het is belangrijk dat bij deze zaak ook deskundigen als een dogmaticus en een deskundige op het gebied van liturgie betrokken worden. Die mensen hebben het nodige inzicht en de ervaring.

We moeten blijven kijken naar ons taalgebruik. Die moet stijlvol en begrijpelijk zijn, in balans zijn. Krachtig zeggen en tegelijk niet in jargon vervallen. Toch kun je niet om allerlei termen heen. Studenten proberen nogal eens dingen in hun eigen babbeltaal te verwoorden maar één markant woord zegt vaak veel meer. Gebruik dat dan.
Er is een tendens de dingen zo gemakkelijk mogelijk te maken. Maar daardoor worden zinnen weinig zeggend. Dat is hier en daar gebeurd. Denk aan de toeëigening van het heil, de leer, teken en zegel, etc.. We zijn van de weg geraakt. Maar we moeten de markantheid van termen toch vasthouden. Dat heeft ook betekenis voor preken en catechisatie: er zijn kapstok-woorden waarmee dingen op hun plek vallen.
Duurzaamheid is daarbij een aspect.

Mogen de vorige formulieren gebruikt blijven? Dat zal steeds meer gevraagd worden. En jongeren willen ook persé een bepaald formulier. Daar zit een kerkrechtelijk aspect aan waarbij ook de deputaten herziening kerkorde bij moeten worden betrokken. Moeten formulieren niet meer bindend voorgeschreven worden? Het interfereert wel met het werk van genoemde deputaten.
We moeten er mee rekenen dat geen formulier overal voor ieder zal voldoen. Er is sprake van een zekere ongelijktijdigheid.

Er wordt gesteld dat de kerken er niet om gevraagd hebben. Maar 'liturgie' staat als sinds 1993 op de agenda. Dat gaat het niet meer om dat zinnetje in art. 30 KO maar het is een structureel onderwerp op de synode. De vraag is vervolgens: doet de synode met dat pakket de goede dingen? Gebruik art. 30 niet als breekijzer.

Ds. Moedt
Het gebruik van formulieren neemt af. Waarom is dat? Worden de nieuwe formulieren meer gebruikt? Wat beogen wij met nieuwe formulieren?
Achtergrond is formulieren te maken met een eigentijds taalkleed. Maar er zullen altijd dingen zijn die niet gelijk zullen worden begrepen. We kunnen niet alles glashelder neerzetten. Maar de kern wordt veelal wel begrepen. Ook door buitenstaanders. Die verwachten ook niet alles te kunnen begrijpen.
Taalgebruik levert altijd spanning op. In de huidige formulieren zijn deputaten doorgeschoten naar mijn gevoel. We kunnen niet zonder bepaalde termen. We moeten niet alles willen wegzuiveren.
En denk ook aan CGK. Laten we hen niet links inhalen.

Er dient een balans te zijn tussen onderwijs en vreugdeuitingen in een formulier. Onderwijs is nog steeds heel belangrijk. Waarom is dat er uitgehaald? Deputaten stellen dat van veel jongeren die willen trouwen, die formulieren niet zo nodig hoeven. Maar ik heb nooit dat geluid gehoord. Kunnen deputaten dat harder maken?
Verder zou een kort formulier geschikt zijn voor catechisatie-jongeren. Zij kennen 'de stof' immers al. Maar dat is geen sterk argument want ook anderen hebben het onderwijs nodig.

'Vader' wordt steeds zonder hoofdletter geschreven, dat stoort. We kunnen toch ook een eigen woordenlijst invoeren?

Ds. Niemeijer
Er is door deputaten veel werk verzet. Ik ben daar dankbaar voor. Een paar vragen.
Op de synode van A'foort-Centrum diende een deputatenrapport met brede beschouwingen. Er werd gevraagd om deskundigen in te schakelen zodat de deputaten vanuit verschillende invalshoeken konden worden bijgestaan. Dat is bijvoorbeeld ook gebeurd met het voorbedegebed. Is dat ook gebeurd bij de formulieren? Ook uit breder kring dan onze kerken? Ik vraag dit omdat er ook deskundigheid met een liturgische invalshoek nodig is. De formulieren zijn met de beste bedoeling gemaakt maar ontbreekt hier de nodige deskundigheid niet wat?
Het zou jammer zijn als we het klassieke avondmaals- en doopsformulier niet handhaven. Want daarmee is ook een katholiek aspect verbonden. Ze handhaven de band met andere kerken. Een eigen extra formulier kan daarvan wel meer afwijken.

Kunnen we nu een formulier in zijn geheel vaststellen als synode? De commissie stelt voor de approbatieformule met deputaten Herziening KO vast te stellen. Maar we kunnen hier en nu het complete formulier toch al vaststellen als er geen bezwaren zijn ingediend?

Er wordt een onderzoek naar het gebruik van formulieren voorgesteld. Waarom zouden we hier niet de deputaten Herziening Kerkorde bij inschakelen?
We moeten af van allerlei dominees die zelf formulieren verzinnen. Maar de oplossing daarvoor is niet door bij voorbaat allerlei nieuwe formulieren toe te voegen.

Br. Wendt
Het zou jammer om de approbatieformule geheel weg te laten. Uit historisch onderzoek blijkt dat die door de gemeente heel belangrijk wordt gevonden. Dat is al zo sinds Trente en Calvijn, waarbij toen de afkondiging zelfs drie zondagen van te voren plaatsvond.

Commissie - Ds. Van der Lugt
Het idee was dat er twee aanvliegroutes zijn. We hebben te maken met de traditie van de kerk en haar jargon. We spreken over taaleigen sfeer. Wat is dat? Het gaat om de taal die daar geldt. Dat heeft te maken met de context. En dan hebben ook te maken met de secularisatie. Die raakt de kerk en de kerkleden en niet alleen ongelovigen die eens in de kerk komen. Daar moet rekening mee worden gehouden.

Uit reacties blijkt dat er verschillende opvattingen zijn over de functie van een formulier. Wat verwacht je van een formulier? Het onderwijs erin moet wat doen, vinden sommigen bijvoorbeeld. Dat maakt het gesprek lastig.

Commissie - Ds. Trimp
De synode zou twee uur bijgepraat moeten worden over de probleemstellingen waarmee deputaten te maken hebben gehad. Het formulier is oorspronkelijk nodig geweest omdat dominees niet meer wisten wat dopen was. Er was verder onderwijs nodig. Het heeft te maken met traditie en verschuivingen daarin. Zo heeft Gunnink een vrijheid genomen in strijd met de KO. Kijk bijvoorbeeld naar de verschillende avondmaalsformulieren.
Er moet nog eens goed naar gekeken worden. Vandaar de vervolgopdracht.

Wat de faciliterende rol van de synode betreft, we moeten goed kijken naar wat er allemaal kan. Diversiteit valt niet ontkennen, die kun je ook niet tegenhouden maar wel in een goed kader zetten. De diepe eenheid is in Jezus Christus door de Geest. En er mag daarbij veelkleurigheid zijn. Wildgroei is te voorkomen door ruimte en wat meer vrijheid te bieden. Daarvoor zijn ook de varianten in formulieren nodig.

Pas op de plaats? Schieten deputaten niet door? Het is een terechte vraag. De vraag moet per formulier worden beantwoord. Maar de werkprincipes die ze gevolgd hebben zijn niet afgekeurd.

Deputaten - Ds. A.M. de Hullu
Onze dank voor de uitgesproken waardering en het oog voor het vele werk. Er is meegevoeld met de moeite van het werk.
Moet de taal van het formulier onderwijzend zijn? Misschien was er zes jaar geleden eerst een studiedag over liturgie en de functies nodig geweest. Nu hebben wij veel gaandeweg moeten ontdekken.

We zijn in de fase tussen eerste en tweede lezing. Moet er nu nog een algemene beschouwing aan worden gewijd? Nee, de vraag is: moeten de formulieren zoals die daar liggen nog worden aangepast, en zo ja, welke wijzigingen zijn nodig.

Het onderwijzende karakter van het formulier is er al sinds de Reformatie en dat is sindsdien veelal zo gebleven. Er is weinig onderwijzends uit de formulieren weggelaten. Maar bredere bezinning is wel gewenst.

Het NBV-taalgebruik is van hoog niveau. Ik wil niet horen van 'verplatting'. We hebben in de formulieren duidelijk de gereformeerde leer duidelijk willen maken. Ook geen dingen weggelaten maar wel duidelijker verwoord.

Ds. Moedt's vraag is: heb je het begrepen? Maar is dat de enige vraag? Daar wordt teveel op gericht. Er gebeurt meer dan alleen begrijpen. Zo naar Mollema: het moet meer de toon van vreugde hebben. Misschien kan de doopsbediening ook heel anders opgezet worden.

We zijn nu tussen de eerste en tweede lezing. Er zijn heel veel reacties. Geen reacties dat ze niet zouden zijn begrepen. Een formulier moet in de liturgische omgeving wérken. Dat is ook de zwakte van doopformulier twee. Dat functioneert niet goed in een liturgische setting.

Het is inderdaad gebleken dat in het huwelijksformulier van 1999 de NBV vrij makkelijk worden kon worden ingepast. Met het doopformulier twee is dat moeilijker omdat die ver afstaat van de NBV.

Ophoff vraagt om het klassieke formulier te handhaven. Daar is veel voor te zeggen. Het
avondmaalsformulier 3 is behoorlijk bewerkt terwijl het klassieke formulier zo dicht mogelijk bij het oorspronkelijke is gebleven.
We willen niet meer formulieren dan alleen wat de commissie voorstelt.

Van andere kerkgenootschappen heeft de PKN praktisch geen formulieren, zij het wel liturgieën. De gereformeerde gezindte heeft wel formulieren maar weer op andere Bijbelvertalingen gebaseerd. Wij vrijgemaakten hebben een heel ander taalgebruik. Niet wat inhoud maar wel in de taal zijn we een andere kant opgegaan.

Deputaten - Br. C.F. Geerds
Het gaat er om hoe een formulering overkomt. Hoe een buitenstaander dit zou beluisteren. Ook onze eigen jeugd heeft veel moeite met het lezen van teksten en woorden. We moeten niet te gauw denken dat onze teksten wel in brede lagen van onze kerkgemeenschap kunnen worden gelezen.
Luisteren is een continu proces, waarbij je tegelijk moet kunnen verwerken. Als je het niet kunt volgen dan gaat het over je hoofd heen. Soms moet je een concessie doen aan de inhoud. Bijvoorbeeld 'kribbe' is vervangen door voederbak. Daarmee is wat romantiek verdwenen. Aanslibsels van begrippen en begrippenparen zijn verdwenen. Zo kennen we niet meer 'teken en zegel'. 'Zegel' kennen we niet meer, alleen zegeltjes bij de Plus-markt. Duidelijke taal hoeft geen verplatting te zijn.
We moeten zo weinig mogelijk barrières inbouwen. Maar je kunt niet maken dat buitenstaanders alles in een keer begrijpen.

Deputaten - Zr. A. de Heer
Het ging veel over begrijpelijkheid vanmorgen. 'Tweede taal' is een begrip uit de jaren '60. De 'eerste taal' is die welke wordt gebruikt in onderwijs en encyclopedieën. Waarin moeilijkheden worden uitgelegd. In de 'tweede taal' gaat het niet om beschrijving. Het is een gelaagde taal, waarin de dingen niet precies te vatten zijn. Het is ook niet hetzelfde als een poëtische taal.
Wij zijn goed in de eerste taal. Dan heb je het over begrijpen. Maar in de liturgie gebruik je de tweede taal. Je hoort steeds andere aspecten. Dat is niet iets magisch maar het ontdekken van meerdere lagen van betekenis. In formulieren zit eerste taal maar ook veel tweede taal. Als een vraag vervalt heb je het begrepen.
Bepaalde woorden, zinsneden krijgen meer betekenis dan ze vroeger hadden, je laadt ze a.h.w. op. Als bepaalde woorden zijn weggelaten betekent dat nog niet dat de emotionele lading verdwenen is.
Bij het lezen en herlezen in een liturgische context is het belangrijk hoe dat moment volbracht wordt: wie is de persoon, hoe leest hij en ziet hij er uit. Zo krijgen de woorden ook een bepaalde betekenis. Dat is bij ds. X zus en bij ds. Y zo. De spotlights verschuiven maar niet veel inhoud.

Zo begrijpen wíj jongeren soms helemaal niet meer als ze in hun eigen taal praten. Maar praten ze met jou dan kiezen ze een taal die daarbij past. Jongeren hebben gevoel voor taalregisters en gebruiken die afhankelijk van de context als sportveld of kroeg.
De 'tweede taal' moet een erkende plaats krijgen in ons kerkelijke en liturgische leven.

Preses
We gaan nu de formulieren behandelen. Hoe ziet de lijst met amendementen eruit?

Commissie - Ds. Trimp
Er zijn 25 bladzijden aan amendementen. De commissie moet hierover eerst even overleggen. Bespreken we de formulieren nu? Moeten we over de amendementen spreken na de algemene ronde?

Preses
We verdagen de bespreking naar volgende week zaterdag. Tot maandagavond is er nog gelegenheid voor verandering van het aantal amendementen.

Br. Mars
Waarom moeten wij alles van elkaar ontvangen en onder een vergrootglas leggen?
Laat de commissie eerst beoordelen.
Hoe kan het dat er zóveel amendementen zijn ingediend? Deputaten zijn toch deskundig? Het lijkt wel alsof we weer op punt 0 beginnen. Bestuurlijk kan dit niet. We moeten hier nog even goed over nadenken. Dit kan ook niet voor de kerken. We hebben immers de eerste lezing al aan de kerken toegestuurd.

Adviseur - Prof. Te Velde
Wat br. Mars zegt is in hoofdlijn volkomen terecht. De commissie had moeten aangegeven wat het stadium is waarin we zitten. De synode communiceert met deputaten, terwijl de commissie zo nodig iets roept over het proces. Het geeft mij net zo'n onveilig gevoel als br. Mars. Zoals hij aangaf gaat het nu om de tweede lezing en die mag je niet meer helemaal overhoop halen. Je moet je echt afvragen of dit soort besprekingen nog mogen plaatsvinden in projecten die over meerdere jaren lopen.

Preses
We hebben vanmorgen nadrukkelijk gesteld dat de synode nog een eigen beoordelingsruimte heeft. Daar is behoefte aan. Er zijn revisieverzoeken. We zijn niet op 0 begonnen. Het idee dat we op 80% van het werk zitten leeft terdege. Deze overwegingen mogen bij het indienen van amendementen een rol spelen.

Jaren geleden was het zo dat synodecommissies het werk overnamen van deputaten. Deputaten zaten er slechts bij. Vanaf 2002 komen deputaten op de synode om hun beleid te verantwoorden. De commissie is nu een vooruitgeschoven post van de synode. Zij kijkt namens de synode wat er gedaan is en draagt zo bij aan een goede voorbereiding van de vergadering. In deze bespreking heeft het er op geleken alsof de commissie weer het voortouw nam.
Deputaten moeten nu het voortouw nemen. Zij hebben een voorstel ingediend. Volgende week komen deputaten met een oordeel en de commissie helpt dan de synode.

De amendementen krijgt u allemaal. U kunt schrappen of samenvoegen, maar geen nieuwe indienen. Bedenk steeds of een amendement wel zo belangrijk is dat het gehandhaafd moet worden want we zitten inderdaad wel tussen de eerste en tweede lezing.

De amendementen zullen ook worden toegezonden aan een aantal adviseurs: Prof. C.J. de Ruijter, prof. B. Kamphuis en prof. Te Velde.
De reactie van deputaten ontvangen we aan het begin van de volgende behandeling.

Ds. Leeftink
Welke stukken hebben voorrang: die van de deputaten of die van de commissie?
Als er veel amendementen die op het tweede huwelijksformulier betrekking hebben dan kan dat formulier misschien beter worden teruggetrokken. Anders doen we veel overbodig werk.

Deputaten - Ds. De Hullu
Na de correctie is de aanpak nu gelijk aan die van voorgaande synoden. Maar er zijn wat commissievoorstellen, bijvoorbeeld t.a.v. verschillende huwelijksformulieren. Die kunnen wíj niet verdedigen, ze zijn door commissie voorgesteld.
Zijn er verschillen dan heeft het commissievoorstel voorrang in stemming.

Commissie - Ds. Van der Lugt
Kunnen de adviseurs wel aanwezig zijn?

Preses
Het secretariaat is daarmee bezig.


Bijlagen



Bijlage 1 - Revisieverzoeken


Revisieverzoek herziening formulieren Acta GS Zwolle-Zuid 2008 art. 55, besluit 2

Materiaal:

brief van de Gereformeerde Kerk te Bunschoten-Oost d.d. 18 januari 2010 en 6 januari 2011;

  1. brief van de Gereformeerde Kerk te Bedum d.d. 1 februari 2010;
  2. brief van de Gereformeerde Kerk te Assen-Peelo d.d. 9 april 2010;
  3. brief van de Gereformeerde Kerk te Smilde d.d. 12 april 2010;
  4. brief van de Gereformeerde Kerk te Capelle aan de IJssel-Zuid/West d.d. 15 juni 2010;
  5. brief van de Gereformeerde Kerk te Capelle aan den IJssel-Noord d.d. 25 oktober 2010;
  6. brief van de Gereformeerde Kerk te Kornhorn d.d. oktober 2010
  7. brief van de Gereformeerde Kerk te Vollenhove d.d. 8 januari 2011;
  8. brief van de Gereformeerde Kerk te Vlaardingen d.d. 31 december 2010 met adhesie aan het verzoek van de Gereformeerde Kerk te Assen-Peelo d.d. 9 april 2010;
  9. brief van de Gereformeerde Kerk te Zaamslag d.d. 25 september 2010 met adhesie aan het verzoek van de Gereformeerde Kerk te Assen-Peelo d.d. 9 april 2010;

Al deze brieven verzoeken de GS uit te spreken dat de GS Zwolle-Zuid 2008 in art. 55, besluit 2 in strijd met art. 30 KO gehandeld heeft, door in feite nieuwe formulieren aan de kerken voor te leggen, waar vanuit de kerken niet om was gevraagd en waartoe door de GS Amersfoort-Centrum 2005 niet was besloten.

Besluit:
aan het verzoek niet te voldoen.

Gronden:

  1. de specifieke aard van de materie van taalkundige herziening en de toepassing van de door de GS aanvaarde uitgangspunten voor het geheel van de tekst maken het moeilijk om in een instructie voor deputaten bij voorbaat precies de grenzen aan te geven tussen taalkundige herziening en inhoudelijke wijziging. De interpretatie van de instructie van de GS Amersfoort-Centrum 2005 gaat voor deputaten en de GS Zwolle-Zuid 2008 verder dan ‘een nieuwe lap op een oude mantel’;
  2. aan de verzoekers van revisie is toe te stemmen dat de volgende passage in het besprekingsverslag op de GS Zwolle-Zuid 2008 nl. ‘Nadat de vergadering in juni akkoord was gegaan met de wat verdergaande aanpassing van de formulieren dan strikt gevraagd door GS Amersfoort-Centrum-2005….’ de nodige vragen oproept, maar deze passage wettigt niet de conclusie dat deputaten ten onrechte te ver gegaan zijn en dat de GS hieraan – in strijd met art. 30 KO - ten onrechte goedkeuring heeft gegeven;
  3. de GS Zwolle-Zuid heeft het werk van deputaten eredienst goedgekeurd (inclusief de uitvoerige verantwoording van deputaten over hun werkwijze in hoofdstuk 5 van hun rapport aan de GS Zwolle-Zuid 2008) en hun werk gezien als fase in een beleidstraject van taalkundige herziening van bestaande formulieren. Conform art. 30 KO is dit traject ingezet door de GS Zuidhorn 2002-2003 en voortgezet door de GS Amersfoort-Centrum 2005 om op de GS 2011 te worden afgerond. De herziening van formulieren ligt dan ook wettig op de tafel van de GS die in vrijheid namens alle kerken naar een goed eindproduct zoekt;
  4. de GS Zwolle-Zuid heeft het eindproduct van deputaten (de taalkundige herziening van 13 formulieren) voorlopig vrijgegeven aan de kerken zodat er voor de kerken alle ruimte is om wijzigingsvoorstellen in te dienen met het oog op definitieve vaststelling op de GS van 2011.

 

 Bijlage 2 - Gunnink

Tegenvoorstel revisieverzoeken eredienst

1 Materiaal
(idem als in voorstel Commissie Zuiden)

2 Besluit
aan het verzoek van de kerken te voldoen

3 Gronden:

a.  niet betwist wordt dat met de toelating van de NBV in eredienst de liturgische formulieren aanpassing behoefden;

b.  de opdracht tot aanpassing behelsde primair de overzetting van de NBG-teksten naar NBV-teksten en tot inpassing daarvan in de bestaande liturgische teksten (Acta 2005 Amersfoort-Centrum, art. 71, Besluit 2.b). Daarbij mocht acht geslagen worden op de talige, poëtische en liturgisch-theologische aspecten, maar die waren, gelet op de plaatsing van deze aspecten tussen haakjes, daaraan ondergeschikt. Tot een aanpassing naar de eigentijdse taal met als resultaat – op onderdelen – ingrijpend gewijzigde formulieren strekte de opdracht zich niet;

c.  ook via de kerkelijke weg (als voorgeschreven in art. 30 KO) was niet verzocht om (de) liturgische formulieren zoals die nu tot stand zijn gekomen;

d.  het deputaatschap ‘Eredienst’, belast met rapportage aan de GS Zwolle-Zuid 2008, is buiten de opdracht getreden. Niet ontkend wordt dat het niet eenvoudig is om een opdracht zodanig exact en puntig te formuleren dat de grenzen waarbinnen de opdracht uitgevoerd moet worden, niet voor discussie vatbaar zijn. De opdracht zoals geformuleerd in de Acta 2005 Amersfoort-Centrum was echter niet zodanig onduidelijk dat de grens tussen de taalkundige herziening en de inhoudelijke wijziging niet kon worden herkend. Deputaten hadden bij het overschrijden van die grens en het formuleren van een buiten de taalkundige herziening tredende, inhoudelijke wijziging een remming moeten voelen. Door die remming te negeren, zijn teksten voorgesteld, waarvan de om revisie verzoekende kerken terecht stellen dat hierom vanuit de kerken niet is gevraagd en waartoe door de GS Amersfoort-Centrum niet was besloten;

e.  de GS Zwolle heeft door deputaten decharge te verlenen en door te besluiten tot het vrijgeven op dat moment van de formulieren voor gebruik in de kerken niet overeenkomstig artikel 30 KO gehandeld.

Toelichting

De rode lijn in de synodebesluiten, zie de Acta vanaf Zuidhorn 2002-2003 – en eigenlijk al de eraan voorafgaande van Leusden 1999, artikel 49.2, Besluit 2, onder 4 – is dat de liturgische formulieren taalkundig consistent moeten zijn. De NBV heeft daarin eerste instantie geen betekenis in gespeeld. Op de GS Zuidhorn 2002 is wel gepleit voor wachten op de NBV, maar een voorstel daartoe is niet in stemming gekomen, omdat het voorstel van deputaten Eredienst tot nadere bezinning over de visie op het taalgebruik werd aangenomen, waarna het voorstel om te wachten op de NBV niet meer in stemming is gekomen (Acta art. 75 Zuidhorn 2002-2003).

Omdat vervolgens de NBV vrijgegeven werd voor gebruik in de erediensten, lag aanpassing van liturgische formulieren voor de hand. Maar dan ging het telkens om taalkundige wijziging in de zin van omzetting (NBG à NBV) van teksten en inpassing (van NBV) in de bestaande teksten. Om dissonante teksten te voorkomen, is het begrijpelijk dat bij de inpassing van de NBV-teksten de context daarin werd betrokken.
Maar het ging om “hertaling” die dicht bij de bron zou behoren te blijven: toegankelijke taal, maar hetzelfde verhaal1. Inzake dat ‘hertalen’ zijn de deputaten over de schreef gegaan, want zie bijvoorbeeld ook de brief van de kerk van Vroomshoop, 13.12.10., over de inhoud van de formulieren – van ‘’ hetzelfde’ verhaal is geen sprake meer.

Bij deputaten is eigentijdsheid een doel op zich is geworden, waarin de prikkel tot inspanning om ‘te verstaan wat gij leest (of hoort)’ tot het verleden behoort. De formulieren zijn (op onderdelen) van hun onderwijzende betekenis ontdaan, cruciale begrippen als ‘gerechtigheid’, ‘leer’, ‘toorn’, ‘zelfverloochening’, ‘teken en zegel’ etc. die diepte brachten in de formulieren – en zodoende een scherper licht wierpen op het evangelie dat doorklinkt en behoort door te klinken in de formulieren – zijn verdwenen. Om de banale reden van toegankelijkheid en eigentijdsheid. Zie de opmerking van deputaten in hun Rapport op blz. 9: “De kerk moet het bruidspaar en de bruiloftsgangers niet overvragen.” Er (b)lijkt een plaatsvervangende schaamte te zijn voor de woorden en de toon van de oorspronkelijke liturgische formulieren, waar genade centraal staat, maar ‘oordeel’ niet onbesproken blijft. En verder: de formulieren zijn allereerst en allermeest bedoeld om gehoord en beaamd te worden voor de gemeente die van Jezus Christus is.
Als de opdracht is om bij de herziening van de formulieren de taalkundigheid / het taalgebruik leidend te laten zijn, maar het resultaat zijn verarmde formulieren, dan is er een product opgeleverd, waar vanuit de kerken niet om gevraagd is.

Noot:

1 Illustratief in dit verband is wellicht vergelijking met de hertaling van de Matthäus Passion zoals die in 2006 van tekstdichter (en voormalig popmuzikant) Jan Rot verscheen en die van de in onze kringen bekende dichteres Ria Borkent. Waar de hertaling van Rot zich soms ver verwijderde van de oorspronkelijke (Duitse, dus wat heet: “hertaling”) tekst waarmee het seculiere luisterpubliek be- en gediend werd, bleek die van Borkent volgens de kenners dichtbij de oorsprong en zou, zoals ze het zelf zei: “... confronterend kunnen zijn voor het geseculariseerde Nederlandse oor”.

Bijlage 3 - Conceptbesluiten

Materiaal:

  1. 51 D 1 Rapport deputaten Eredienst;
  2. 51 D 9 aanvullend rapport deputaten Eredienst;
  3. 51 D 3 brief van de GK te Vroomshoop d.d. 13 december 2010 met verzoeken inzake herformulering van liturgische formulieren;
  4. 51 D 4 brief van de GK te Smilde d.d. 22 december 2010 met adhesie aan brief onder 3;
  5. 51 D 7 brief van de GK te Bunschoten-Oost d.d. 6 januari 2011 met inhoudelijke bezwaren tegen de voorgestelde liturgische formulieren;
  6. 51 D 8 brief van de GK te L.eiden d.d. 4 februari 2011 met aanvullingen en verbeteringen op de tekst van voorgestelde formulieren;
  7. 51 D 10 brief van de GK te Voorthuizen-Barneveld d.d. 21 februari 2011 met aanvullingen en verbeteringen op de tekst van voorgestelde formulieren;
  8. 51 R 6 brief van de GK te Capelle aan den IJssel-Noord d.d. 25 oktober 2010 met verzoek om nadrukkelijke bezinning op de invoering van de vernieuwde formulieren en met bespreking van veranderingen (in uitvoerige bijlage);
  9. 51 R 7 brief van de GK te Capelle aan den IJssel-Zuid-West d.d. 15 juni 2010 met verzoek om wijzigingen in formulieren te beperken tot aanpassing van de NBV alsook met adhesie aan brief onder 8.

Besluit 1:

deputaten eredienst onder dank decharge te verlenen.

Grond:

zij hebben hun werk conform de opdrachten verricht.

Besluit 2:

de volgende liturgische formulieren voorlopig vast te stellen en vrij te geven voor gebruik in de kerken:

  1. het bestaande huwelijksformulier uit 1999 met minimale taalkundige herziening;
  2. een tweede huwelijksformulier, dat op basis van het formulier uit 1999, volledig taalkundig is herzien;
  3. Tuchtformulier (deel 2).

Gronden:

  1. de vrijgave van de NBV maakte een herziening van deze formulieren noodzakelijk;
  2. in de nieuwe tekst van deze formulieren zijn de bijbelcitaten vervangen en is de rest van de tekst zodanig aangepast dat de formulieren een talig en liturgisch-theologisch verantwoord geheel vormen (vgl. Acta GS Amersfoort-C 2005, art. 71, besluit 2ab);
  3. het doet recht aan alle reacties om naast het door deputaten herziene huwelijksformulier, het formulier uit 1999 met minimale taalkundige herziening, te blijven gebruiken.

Besluit 3:

de volgende 13 liturgische formulieren definitief vast te stellen:


1.       formulier voor de bediening van de doop aan de kinderen van de gelovigen 1;
2.       formulier voor de bediening van de doop aan de kinderen van de gelovigen 2;
3.       formulier voor de bediening van de doop aan de kinderen van de gelovigen 3;
4.       formulier voor de bediening van de doop aan volwassenen;
5.       formulier voor de openbare belijdenis van het geloof (door gedoopte catechisanten);
6.       formulier voor de viering van het heilig avondmaal 1;
7.       formulier voor de viering van het heilig avondmaal 2;
8.       formulier voor de viering van het heilig avondmaal 3;
9.       formulier voor de viering van het heilig avondmaal 4;
10.     formulier voor de viering van het heilig avondmaal 5;
11.     formulier voor de openbare kerkelijke tucht (deel 1);
12.     formulier voor de bevestiging van predikanten;
13.     formulier voor de bevestiging van ouderlingen en diakenen.

Gronden:

  1. de vrijgave van de NBV maakte een herziening van deze formulieren noodzakelijk
  2. in de nieuwe tekst van deze formulieren zijn de bijbelcitaten vervangen en is de rest van de tekst zodanig aangepast dat de formulieren een talig en liturgisch-theologisch verantwoord geheel vormen (vgl. Acta GS Amersfoort-C 2005, art. 71, besluit 2ab).

alle voorgestelde en vastgestelde teksten: zie BIJLAGE
……..

Besluit 4:

het voorbedengebed en andere gebeden alsook liturgische teksten (zie Aanvullend rapport) voor gebruik in de erediensten aan de kerken aan te bieden.

Grond:

  1. het past in het kader van de ‘Koersbepaling’ (GS Zuidhorn 2002, Acta art. 38) dat de synode in het kerkboek teksten voor gebeden in de eredienst blijft aanbieden;
  2. met de aangeboden teksten is aan een opdracht van de GS Zwolle-Zuid 2008 voldaan.

vastgestelde voorbeden, teksten en liturgische gebeden; zie BIJLAGE
……

Besluit 5:

deputaten eredienst en kerkmuziek samenvoegen tot één deputaatschap liturgie en kerkmuziek

Grond:

de GS Amersfoort-Centrum 2005 besloot reeds dat het deputaatschap eredienst en het deputaatschap kerkmuziek samengevoegd zouden worden. Na afronding van een aantal grote taken kan deze samenvoeging nu gerealiseerd worden.

Besluit 6:

nieuwe deputaten liturgie en kerkmuziek te benoemen met de volgende opdrachten:

in verband met liturgie:

  1. de kerken te voorzien van informatie en advies over zaken met betrekking tot liturgie en eredienst en waar mogelijk een zodanige bijdrage te leveren dat de bezinning hierover binnen de kerken wordt gestimuleerd, met name door middel van het Steunpunt Liturgie;
  2. de taalkundige herziening van de bestaande liturgische teksten en formulieren af te ronden;
  3. als adres te fungeren voor wijzigingsvoorstellen uit de kerken op de formulieren die de synode voorlopig vaststelde en de definitieve vaststelling door de komende synode voor te bereiden;
  4. onderzoek te doen naar het gebruik van de liturgische formulieren binnen de kerken en hierbij de rol van het kerkverband in de eredienst (voorschrijvend, faciliterend, adviserend, toerustend enz.) te betrekken;
  5. een of meer alternatieven van een huwelijksformulier te ontwerpen en aan de e.k. GS aan te bieden;
  6. in overleg met deputaten nieuwe kerkorde een approbatieformule opstellen die recht doet aan de juridische functie en aan eigentijdse taal;
  7. nader onderzoek te doen naar wat de gevolgen zijn van de nieuwe kerkorde op liturgisch gebied en daarvoor voorstellen te doen aan de komende synode;
  8. aan de komende synode voorstellen te doen over de verhouding tussen het nieuwe deputaatschap en het Steunpunt Liturgie en de continuïteit van het steunpunt op langere termijn.

in verband met. kerkmuziek (zie conceptbesluiten 2 tot en met 6 Kerkmuziek).

Afsluitend:

  • hun werkzaamheden te verrichten binnen het beschikbaar gestelde budget dat separaat zal worden toegezonden;
  • over hun werkzaamheden rapport uit te brengen aan de eerstvolgende generale synode en dit rapport uiterlijk drie maanden voor het begin van deze synode aan de kerken te doen toekomen.

Gronden (bij a t/m g): [1-8, redactie]

  1. in de liturgische praktijk van vandaag (synodebesluiten, veranderende cultuur, plurale praktijk) is het van belang dat de kerken deskundige informatie en advies kunnen krijgen. Discussies rond liturgie en eredienst kunnen meer diepgang krijgen als vanuit de deskundigheid van het deputaatschap en het Steunpunt Liturgie bijgedragen wordt;
  2. de opdracht van de GS Zwolle Zuid 2008 (Acta art. 55, Besluit 7 e) kon nog niet worden afgerond; de diverse praktijk van omgaan met orden van dienst en liturgische formulieren vraagt om duidelijkheid wat voorgeschreven is en wat niet;
  3. het huwelijksformulier en het tweede deel van het tuchtformulier zijn door deze synode voorlopig vastgesteld met het oog op definitieve vaststelling door de volgende synode. De werkwijze genoemd in besluit ….. c werd ook gevolgd voor de formulieren die de Generale Synode van Zwolle Zuid 2008 in eerste lezing vaststelde.

volgt gronden bij opdrachten kerkmuziek

……….

Steunpunt Liturgie.

Besluit 7:

het Steunpunt Liturgie te laten voortbestaan en de aansturing daarvan op te dragen aan deputaten Liturgie en Kerkmuziek.
Voor het Steunpunt Liturgie een budget vast te stellen op € 25.000,--.

Gronden:   

  1. ondersteuning door het Steunpunt Liturgie is noodzakelijk gebleken om de taken van de het nieuwe deputaatschap Liturgie en Kerkmuziek goed te kunnen uitvoeren; met name in de informatie en adviezen aan de kerken in verband met de liturgische praktijk van vandaag (synodebesluiten, veranderende cultuur, plurale praktijk) heeft het steunpunt zijn recht van bestaan bewezen;
  2. het aantal werkuren van de medewerkster van het Steunpunt Liturgie rechtvaardigt een verhoging van het budget.

Samenstelling en uitgave van het Gereformeerd Kerkboek.

Besluit 8:

deputaten Liturgie en Kerkmuziek op te dragen om in overleg met deputaten AO de volgende GS te dienen met voorstellen over de samenstelling van het Gereformeerd Kerkboek, over de uitgave hiervan en eventuele opname van het voorbedengebed.