Ethiek

Uit de kerken

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

In memoriam ds. J.M. Goedhart

D.J. Bolt
04-09-10



... Ik zwoer en ik begeer het waar te maken
dat ik zal wandlen voor Uw aangezicht,
dat ik Uw recht zal roepen van de daken.

Ook in zijn pastorale arbeid als herder van Christus verzorgde hij trouw zijn schapen. Ik herinner mij nog daarvan een typerend voorbeeld uit mijn jeugd in de tijd dat de predikant consulent van de kerk te Enumatil was. Mijn vader moest een ernstige operatie ondergaan in Utrecht, een ommelandse afstand toen van een klein dorpje in Groningen. Maar Goedhart bezocht hem daar en bracht blijde bemoediging. Dat typeerde hem, die zorg, dat herderschap.
We hebben hem leren kennen als een blijmoedig kind van God. In zijn grote zorg om de kerken bleef hij standvastig op zijn God vertrouwen. Daarin willen we deze dienaar van het goddelijke Woord blijven volgen.

Opnieuw is met deze predikant ons een voorganger ontvallen van een generatie die zich met hart en ziel heeft ingezet voor de opbouw van het gereformeerde leven. Maar die het heeft moeten aanzien hoe dat in een verbijsterend tempo werd afgebroken. Hoe kostbare gaven van God achteloos zijn verkwanseld. Het deed hem diep verdriet.
Het afscheid van deze profeet kan moedeloos maken, een gevoel van verweesdheid geven. Toch wist ook hij het zeker: Christus laat zijn werk niet varen. Zijn kerk blijft in stand. Misschien, of wellicht, niet in de GKv maar elders. Daar was hij vast van overtuigd.
Ook daarin mogen we zijn geloof en hoop volgen. Die hoop mag al ons leed en verdriet verzachten. Dat bidden we ook voor zijn vrouw en kinderen die deze geliefde man en vader moeten missen. Over zijn bewogen leven straalt het licht van Gods genade zoals we daar in de afscheidsdienst ontroerd van hebben gezongen:

Alle roem is uitgesloten.
Onverdiende zaligheên
heb ik van mijn God genoten,
'k roem in vrije gunst alleen.
Ja, eer ik nog was geboren,
eer Gods hand die alles schiep,
iets uit niet tot aanzijn riep,
heeft zijn liefde mij verkoren:
God is liefd', o englenstem,
mensentong, verheerlijkt Hem!

Dat heet grondelooz' ontferming,
dat genade, rijk en vrij!
God schenkt redding en bescherming,
schenkt z' aan zondaars, schenkt z' aan mij.
Ja, wanneer mijn onvermogen
en mijn diep bederf mij smart,
toont mij 't godd'lijk vaderhart
zijn verlossend mededogen:
God is liefd', o englenstem,
mensentong, verheerlijkt Hem!