Ethiek

Uit de kerken

Nieuwe artikelen
Signalen



Aanmelden GRATIS nieuwsbrief

Naam:
E-mail:



printen

mailen

Verdwijnende kerk

 

N. van Dijk

02-11-13

 

‘Christenen zouden niet te tobberig moeten doen’, zo werd gezegd op het EO-symposium over de toekomst van de christelijke politiek. Het beroerde imago van christelijke politici zou de boodschap en de evangelieverkondiging steeds in de weg zitten. “Een SGP-leider die zich bij Pauw & Witteman druk maakt om Second Love, een website die overspel aanmoedigt, dat komt niet over, hoe oprecht bedoeld ook”.

En  op een avond van Forum C betoogt CU-senator Roel Kuiper dat christenen te vaak het christelijk geloof de gevangene maken van een secularisatieverhaal. Op een vraag aan hem gesteld (in een interview in het Nederlands Dagblad) hoe het komt dat veel christenen meegaan in dit secularisatieverhaal, antwoordt hij:

 

“Intellectuele onmondigheid, denk ik. Christenen krijgen veel sociologische theorieën over zich uitgestort die hun geloof verklaren. De secularisatie theorie wordt gepresenteerd als een wetenschappelijke manier om onszelf te analyseren en die nemen we kennelijk over”. “Maar”, zo eindigt hij, “als je christen bent, heb je hoop en spreek je niet zo. Probeer te zien waar Gods koninkrijk is”.

 

In een commentaar in het Reformatorisch Dagblad vindt de schrijver veel waars in dit signaal, toch moeten wel degelijk dingen gesignaleerd worden. De Bijbel roept ertoe op acht te slaan op de tekenen van de tijd. De secularisatie is daar een onderdeel van. Daartegen moet gewaarschuwd worden, dat is plicht van elke christen en zeker van mensen op invloedrijke posten.

 

“Een christen heeft hoop, wie door genade uit die hoop mag leven, zal zeker blij zijn met ruimte voor de kerken en voor christelijke organisaties. Maar zo iemand valt ook niet van zijn stoel als die ruimte afneemt”.

 

Christelijke organisaties hebben volgens sommigen in christelijke kring  hun tijd gehad, maar

 

“ook al zijn er tekenen die in die richting wijzen, geen christen is gehouden aan het opheffen van die organisaties mee te werken. Anderzijds is er soms een krampachtigheid waarbij het lijkt of er van het christendom niets over kan blijven als de eigen instellingen zijn verdwenen. Ook dat is niet waar. De toekomst van het christelijk geloof hangt niet af van mensen of menselijke organisaties. Er is toekomst. En die is al op Golgotha begonnen”.

 

En zo hoef je dan niet tobberig te zijn, maar kun je je toch oprecht grote zorgen maken bij het in alle nuchterheid signaleren van de toenemende  secularisatie in Nederland.

In de rubriek  ‘Uitkijkpost’ in het Kerkblad van de Hersteld Hervormde Kerk schrijft B.J. van der Vlies over het sluiten van de vele kerken in Nederland. Tijdens zijn vakantie was hij in de prachtige omgeving van het gebied tussen Sneek en Akkrum, met zijn vele karakteristieke kerkdorpjes, met vaak eeuwenoude kerken. In een gesprek met de gastheer van een monumentale kerk in een terpdorp bleek dat er niet veel erediensten meer waren, hooguit om de twee weken werd nog een dienst gehouden en met een aantal van twintig bezoekers is de opkomst groot te noemen. Terwijl in de gemeenten in de omgeving van de woonplaats van  dhr. Van der Vlies de kerken nog vol zitten, geeft de gastheer van de kerk in Friesland als reden van de kerkverlating aan: predikanten zijn van lieverlee steeds meer vrijzinnig gaan preken, mensen blijven dan tenslotte helemaal weg,

 

“het hoeft allemaal niet meer zo nodig. Je kunt ook wel zonder kerkdienst. Een stevige wandeling in de natuur of een sportieve krachtmeting zijn goede alternatieven. Geloven op eigen kracht, helemaal ingevuld naar eigen keus”.

 

Het stemt van der Vlies niet vrolijk de werkelijkheid te zien van zo’n sterk ontkerkelijkt gebied.

 

“Zo zijn er in ons land veel meer gemeenten, waar eertijds de kandelaar via veel kansels een helder licht verspreidde door de bediening van het Woord van God, terwijl dat nu heel anders is. Deze kandelaar lijkt definitief te zijn verplaatst. En dan schieten er delen van de wereld door je gedachten, waarvan je weet dat er eeuwen terug bloeiende christengemeenten waren, maar nu daarvan verstoken zijn, althans waar je er met een lampje naar moet zoeken. Klein-Azië is daar een voorbeeld van. Gaat dat heel langzaam aan in ons land ook deze kant op? In Roemenië worden tien kerken per maand gebouwd en in Rusland worden in hotelkamers Bijbels gelegd. Die landen hebben een trieste geschiedenis. Onderdrukt, vervolgd, uitgeroeid. En nu dit! In ons land is de trend  juist hieraan omgekeerd. Wordt de kandelaar dan toch echt verplaatst? De ontkerkelijkte streken van ons land zijn als een baken in zee voor bijvoorbeeld de strook over Nederland welke als de Biblebelt wordt aangeduid. Het mag en moet wel een onderdeel van ons gedurig gebed tot God zijn, dat die verplaatsing geen feit zal worden. Of kunnen we het gewoon maar aanzien dat grote delen van onze bevolking opgroeien zonder de waarheid Gods? Nee toch!”

 

En ook ds. W. Visscher (predikant Gereformeerde Gemeente Amersfoort) uit in zijn bijdrage aan het boek ‘Verscheurd Verlangen’ (gepresenteerd bij de vijftigste verjaardag van het Contact Orgaan Gereformeerde Gezindte) zijn zorgen over de ontkerkelijking in Nederland.

In een verslag in het RD noemt hij de marginaal geworden positie van de kerk en het christendom. In de achterliggende vijftig jaar heeft zich een aardverschuiving voltrokken. Per week sluiten ongeveer een à twee kerken hun deuren. Veel gedoopte mensen keren de kerk de rug toe. In een eeuw tijd is ons land veranderd van een gedoopte in een ongedoopte natie. Dit is de harde werkelijkheid waarin we vandaag leven. Daarnaast signaleert ds. Visscher de toenemende verdeeldheid van wat ooit “op de pinksterdag is begonnen als één kerk van ware christgelovigen en wat eeuwenlang de realiteit was van de ene heilige, algemene christelijke kerk”. Dat de kerk een ‘zoutend zout’ kon zijn, ‘een stad op een berg’, kunnen we bv. lezen in Handelingen en zien in de grote opwekking in de zestiende eeuw bij de Reformatie (in West-Europa), en bij de geleidelijke groei van de Vroege Kerk. Maar vandaag de dag signaleert de predikant een diepe geestelijke crisis, waarin de ‘gereformeerde gezindte’ ook voluit deelt. Hij noemt als oorzaken o.a. het ‘postmoderne denken’, waarbij een algemeen geldende waarheid ontbreekt.

 

“Niet de openbaring, niet de rede, maar wat ieder persoonlijk denkt, vindt of ervaart, is waar we mee moeten leren leven. Wij ademen de postmoderne cultuur in. Predikers moeteen beantwoorden aan wat mensen graag willen horen. Meer en meer dringt de cultuur van eigen keuze door in de gemeente van God. Met alle gevolgen voor kerkverandering en kerkverlating van dien. Het is toch niet voor niets dat de kinderdoop vandaag voor velen een probleem is geworden? Weten we nog van de God die handelt in de weg van het verbond?”

 

Ook wordt als ontwrichtende factor het materialisme genoemd, de gerichtheid op aards bezit. Door de toenemende welvaart neemt de aandacht voor de realiteit van de eeuwigheid en de eindigheid van dit aardse bestaan af. Ook oorzaak van de crisis is het

 

“niet meer weten van zonde en genade, schuld en vergeving, wedergeboorte en bekering. We kennen deze niet meer in de ontzaglijke realiteit van het leven. Zou de geestelijke armoede niet de grootste kwaal zijn van de hedendaagse kerk?”

 

 Ds. Visscher uit zijn verlegenheid rondom de onverminderd voortgaande secularisatie. “Zonder een radicale bekering komt er geen opwekking en herleving van de kerk in Nederland”.