Printen

Zoeken naar ware eenheid in de kerk

 

A. Velthuis

04-10-14

 

De gereformeerde kerken vrijgemaakt hebben hun synode gesloten. Op dit internetmagazine is uitvoerig verslag van gedaan van de genomen besluiten. Zou deze synode breken met een koers die jaren geleden is ingezet? Een koers die afvoert van het vaste en betrouwbare fundament? Het is niet nodig daar nu uitvoerig op in te gaan. De verslagen en impressies van de vergaderingen zijn voor iedereen vrij toegankelijk. De inhoud spreekt voor zich. Was er iets van terugkeer zichtbaar of zijn er definitief wissels omgezet? In één van de laatste synode-impressies lazen we dat deze synode cruciaal geweest is en dat er gehoopt en gebeden werd dat er nog een koerswending zou komen. Zodat verontrusten weer verlicht kunnen ademhalen en perspectief hebben in hun kerkelijke leven.[i]

 

En, is er nu opluchting? Wie de verslagen leest, de besluiten bestudeert weet dat dit niet zo is. De GKV hebben hun koers met vaste hand gehandhaafd. Oproepen vanuit eigen gelederen en buitenlandse vermaanbrieven konden dit niet stoppen. Het is onmiskenbaar: de GKV heeft op deze synode de koerswending bekrachtigd en zal het ingezette spoor voort zetten. Al dan niet vertraagd door verontrusten uit eigen gelederen. Maar de koers ligt vast! Het meest sprekende voorbeeld is misschien wel het (nog) niet toestaan van vrouwelijke ambtsdragers in eigen kring en tegelijk uitspreken dat vrouwelijke ambtsdragers binnen de NGK geen belemmering meer vormen op weg naar kerkelijke eenheid. Daaruit kan niet anders opgemaakt worden dan dat, ondanks het feit dat de GKV zelf nog geen vrouwelijke ambtsdragers toestaat, de principiële bocht wel genomen is.

 

Intussen wordt door verontrusten in eigen kring openlijk de vraag gesteld of de GKV nog wel ware kerken zijn.[ii] Of roept de Here intussen elders? Deze vragen worden verschillend beantwoord. In 2003/2004 gingen groepen kerkleden over tot vrijmaking en vormden samen DGK. Rond 2010 kwamen er nieuwe vrijmakingen op gang. Gedeeltelijk sloten zij zich aan bij DGK[iii] en een ander deel voegde zich bij de uit DGK getreden gemeenten die nu, samen met de gemeente te Kampen, de GKN[iv] vormen. Nog weer anderen ‘vluchtten’ richting HHK, CGK of de PKN. Maar een deel van de verontrusten is tot nu toe gebleven in de GKV. Zij zagen nog mogelijkheden in eigen verband en vonden vrijmaken (nog) niet verantwoord. Verschillende wegen, verschillende kerken maar één ding hebben ze gemeen. Hun gezamenlijke zorg om de GKV en de noodzaak tot reformatie, een koerswending zodat teruggekeerd wordt naar het vaste fundament. En de vraag of dat fundament nog gevonden kan worden in de GKV wordt steeds nijpender. En zo nee, waar dan wel naar toe? Waar wordt werkelijk in getrouwheid aan Gods Woord en de belijdenis van de kerk in waarheid vergaderd? Gelet op de grote kerkelijke versnippering onder de kerken van de Reformatie een begrijpelijke vraag.

 

Om eerst maar eens dicht bij huis te blijven. In DGK en de GKN trekken twee groepen “ex-vrijgemaakten” gescheiden op. Moet daartussen gekozen worden? En hoe moet er dan gekozen worden? Of gaan ze elkaar op korte termijn toch (weer) vinden? Of toch maar liever naar een heel ander kerkverband? Eentje waar ook best wel gemeenten zijn waar trouw gepreekt wordt? Begrijpelijke vragen. Maar de belangrijkste vraag is waar Christus roept. Want dat is toch de kerk waar we bij willen horen? We belijden toch dat elke gelovige de roeping heeft zich te voegen bij de kerk van Christus? De kerk waarvan we belijden dat die een heilige vergadering is van ware gelovigen (art. 27 en 28 NGB)? Maar waar is dan die kerk? Nog in de GKV? Of bijvoorbeeld in de PKN, HHK, CGK, DGK of GKN? Of is die kerk gewoon versplinterd onder deze en alle andere zich gereformeerd noemende (kerk)genootschappen?

 

Zoeken

Hoe ga je op zoek naar kerkelijke eenheid met hen die staan op het ware en vaste fundament van Gods Woord en de gereformeerde belijdenis? Er zijn zoveel verbanden die de hartelijke overtuiging hebben werkelijk gereformeerde kerken te zijn maar toch niet samen optrekken. En de broeders en zusters waar tot voor kort nog samen het avondmaal mee werd gevierd trekken gescheiden op in DGK en de GKN. Hoe kom je daar nu als buitenstaander uit? Zoveel breuken en zoveel kerken. Daarvoor is zorgvuldig onderzoek nodig. Bouwen deze en andere kerken (o.a. de GKV) inderdaad op het fundament zoals Christus heeft geboden?

 

Het komt er dus op aan te onderscheiden welke de ware kerk is (art. 29 NGB). Want ook naast de kerk kunnen er kerken zijn die lijken op de ware kerk. Uiterlijk veel overeenkomsten. Maar zullen ze allemaal standhouden? Staan de zuilen (draagconstructies) even stevig? Maar hoe kom je erachter welke kerk de wettige openbaring is van het lichaam van Christus? Ogenschijnlijk hoeft er helemaal geen verschil te zijn tussen verschillende kerken. Ze kunnen zelfs exact dezelfde belijdenis hebben. Hiervoor is dus nodig het onderzoeken van het bouwwerk op het fundament van die kerken. Dat is het zorgvuldig en nauwgezet onderscheiden welke de ware kerk is (art. 29 NGB). Hoe doen we dat? Vanuit Gods Woord. Onderzoeken of, maar ook hoe er gebouwd wordt op het ware fundament. Dat is waarover Paulus schreef: “Overeenkomstig de genade van God die mij gegeven is, heb ik als een wijs bouwmeester het fundament gelegd en een ander bouwt daarop. Ieder dient er echter op toe te zien hoe hij daarop bouwt. Want niemand kan een ander fundament leggen dan wat gelegd is, dat is Jezus Christus.” (1 Kor. 3:10-11, HSV) Niemand kan een ander fundament leggen, er is maar één fundament en dat is het Woord. En laten we zorgvuldig inspecteren hoe er gebouwd wordt om te onderscheiden waar Christus’ Zijn kerk vergadert.

 

Levensstroom

Wij geloven en belijden dat Christus zijn kerk vergadert vanaf het begin van de wereld tot het einde toe. Op bevel van Jezus Christus zijn apostelen en evangelisten na de uitstorting van de Heilige Geest op de grote Pinksterzondag uitgegaan. Eerst in Jeruzalem en vanuit daaruit verder de wereld in. Terecht heeft prof. dr. K. Schilder, voor dit kerkvergaderend werk van Christus, de beeldspraak gebruikt van een levensstroom. Een stroom van levend water welke door de kracht van de Geest vloeit tot aan het einde van de aarde. De stam Juda, waaruit de Verlosser werd geboren, wordt in de Schrift aangewezen als de levensbron. Zo werden de ballingen in Babel aangesproken door de profeet Jesaja. “Hoor dit, huis van Jakob, u die genoemd wordt met de naam Israël, en die uit de wateren van Juda bent voortgekomen” (Jes. 48:1, HSV). Hiermee dit volk aanwijzend als de wettige voortzetting van de toenmalige kerk. Tegelijk een terugverwijzing naar de tijd van de kerkstad Jeruzalem in een overwinningslied van koning David. “Loof God in de samenkomsten, loof de Heere, u die voortkomt uit de bron van Israël.” (Psalm 68:27, HSV) En een bron bevat geen dood, maar levend water. En na Pinksteren ging die stroom zich uitbreiden vanuit Jeruzalem tot aan de einden der aarde. Jesaja profeteerde daar al over:  “Want Ik zal water gieten op het dorstige en stromen op het droge. Ik zal Mijn Geest op uw nageslacht gieten en Mijn zegen op uw nakomelingen. Zij zullen opkomen tussen het gras, als wilgen aan de waterstromen.” (Jes. 44:3-4, HSV) Dit is niet oudtestamentisch maar gaat over de tijd na Pinksteren. Over onze tijd en de tijd die nog gaat komen.  In een stroom van levend water vergadert Christus Zijn kerk. Zowel in de oudtestamentische tijd als in de tijd na Pinksteren kunnen we spreken over de wettige vergadering van de kerk. Kerkvergadering in de levensstroom welke ook naar ons land uitvloeide. Ook over de eens zo dorre “Europese grond” is het water, ja is de Heilige Geest uitgegoten. Ook hier kwamen levensstromen op gang. Zo gaat de levensstroom van het evangelie de wereld over. En deze levensstroom loopt door de bedding van de kerken. De kerk is dus te vergelijken met een rivier. Een rivier van levend water.

 

Geschiedenis

Deze levensrivier liep de eerste eeuwen door de katholieke kerken. Toen deze stroom al meer vertroebelde  (deformatie) bewerkte de Here de grote reformatie in de 16e eeuw. Toen verlegde de levensstroom zich in de bedding van de Nederlands Hervormde kerken. En van daaruit in de Afscheiding van 1834 naar de Christelijk Gereformeerde Kerken. De Here bewerkte opnieuw een Reformatie in de Doleantie van 1886. Deze twee levensstromen vloeiden samen in de Vereniging van 1892. Vanuit daar liep de levensstroom door de bedding van de Gereformeerde Kerken en na vrijmaking in 1944 door de bedding van de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). Steeds duidelijker wordt het dat ook deze kerk aan het deformeren is en de levensstroom zich opnieuw aan het verleggen is. En zoals dat dan gaat in tijden van reformatie kunnen er op verschillende tijdstippen levensstromen ontstaan uit de gedeformeerde rivier. Dit moet ons tegelijk zorgvuldig maken om het eigen instituut niet exclusief en direct te verheffen tot de enige ware kerk. Zeker in tijden van kerkreformatie kan het overzicht op de reformatie missen. God kan op verschillende manieren en tijdstippen leven wekken uit een gedeformeerde kerk. We behoeven niet oeverloos te twisten over de vraag of we ons eigen instituut wel mogen zien als ware kerk. Want dat hoeft geen twistpunt te zijn. Een kerk die dat van zichzelf niet durft te zeggen heeft zichzelf ernstig te beproeven! Maar veel belangrijker is de vraag of anderen ook de kenmerken van de ware kerk vertonen. Dan twisten we niet over wie zich bij wie dient te voegen maar zullen we pogen ons te verenigen met elkaar. Het zo spoedig mogelijk laten samenvloeien van verschillende levensstromen in één levensrivier.

 

Wettig en zuiver

Belangrijk is wel te onderscheiden in welke kerkelijke bedding de levensstroom zich bevindt. Waar vergadert de wettige openbaring van de levende geloofsgemeenschap, het lichaam van Christus? Want in die bedding vergadert Hij zijn kerk. Ook in die bedding kan het water troebel zijn, maar zolang de Here geen nieuwe reformatie heeft bewerkt blijft toch die bedding de wettige kerk. Wordt dan uit die troebele levensstroom water geschept en in gezuiverde vorm in een vijver gegoten dan lijkt dat helder water. Zie daar de kerk! Maar dat is het niet. Want dat water in die vijver stroomt niet. En op dat stromen komt het juist aan. De kerkgeschiedenis leert ons dat het er op aan komt te onderscheiden in welke kerkelijke bedding het levende water stroomt. Want niet stromend water zal uiteindelijk, als God het niet verhoedt, vervuilen en dood water worden. De kerkelijke bloei, zoals Christus dit geboden heeft, blijft dan uit want er is geen stromend water. De eerste vraag is niet:  waar is het meest zuivere water? Maar: in welke bedding stroomt het levende water? Dus niet eerst: welke is de meest zuivere kerk? Maar: welke is de wettige kerk? Terecht mag verondersteld worden dat deze kerk ook een zuivere kerk is. Maar geen kerk zonder onvolkomenheden. In de levende gemeenschap zit veel zonde, en ook kunnen er onzuivere uitspraken zijn van kerkelijke vergaderingen. Op aarde is er geen volmaaktheid. Daarom moet tegen onzuiverheid gestreden worden. Een gedeformeerde kerk moet ge-reformeerd worden: “ecclesia reformata semper reformanda”. Dat is terugkeer naar de zuiverheid van woord en leer. Maar de ware kerk moet telkens weer gezuiverd worden: “ecclesia reformata semper puranda”.

 

Om fundament én bouwwerk

Als we op zoek zijn naar kerkelijke eenheid is het nodig om te kijken naar en het beoordelen van kerkelijke papieren. Want naar het slotwoord van de Dordtse Leerregels zullen wij de kerken oordelen op grond van haar belijden én de uiteenzetting daarvan door de kerkelijke vergaderingen. Zo zullen we toetsen of een kerk werkelijk gereformeerd is of niet. Zo kan beoordeeld worden of een kerk werkelijk is gebleven bij Schrift en belijdenis. Om zorgvuldig en nauwgezet te onderzoeken met welke kerk vereniging gezocht kan worden. Nooit zal een kerk zich schuldig mogen maken aan het oordelen op basis van geruchten en/of uitspraken van individuen. Dat kan maar zo gebeuren. Er wordt zoveel gepraat. Als snel kan er een verkeerde stemming ontstaan over een bepaalde kerk, voorgangers of andere personen. En dat kan weer uitmondden in het ongegrond en lichtvaardig veroordelen van een kerk als geheel of individuele leden of voorgangers van die kerk. Dan maken we ons schuldig aan zonde tegen het negende gebod. Nee, natuurlijk is niemand volmaakt, ook de kerk is niet volmaakt. Daarover mogen we elkaar best wel aanspreken, ja moeten we elkaar soms wel aanspreken. Maar als we een kerk beoordelen dan doen we dat niet op basis van personen, persoonlijke uitspraken van voorgangers die vaak ook nog verminkt en/of verkeerd uitgelegd worden. En al helemaal niet op her en der bijeengeraapte lasterpraat. Daartegen worden we heel ernstig gewaarschuwd in het slotwoord van de Dordtse Leerregels. Laten we die woorden ernstig ter harte nemen!

 

En wanneer er dan inderdaad gebouwd wordt op het fundament van Schrift en belijdenis dan kan er stevig en duurzaam gebouwd worden. “Jeruzalem is gebouwd als een stad, die wèl samengevoegd is” (Psalm 122:3, HSV) zong de kerk voor de komst van Christus. Een hecht bouwwerk voor de plaats van de wettige eredienst onder het oude verbond. Maar ook de nieuwtestamentische kerk zingt deze Psalm. De ware kerk is gegrond op Gods Woord en vormt ook een hecht bouwwerk. Want de kerk: “is de gemeente van de levende God, zuil en fundament van de waarheid.” (1 Tim. 3:15b, HSV) Pijler en fundament van de waarheid dat is de gemeente van Jezus Christus. En daarmee is het gelijk van levensbelang dat de kerk niet alleen bouwt op dit fundament maar er ook in waarheid naar leeft. Want ook dat is van fundamenteel belang willen we de ware kerk onderscheiden van de valse kerk en de vele sekten (art. 29 NGB). Nu hoeven wij bij sekten beslist niet te denken aan allerlei “enge” groeperingen rondom een bepaalde leider. Te denken valt ook aan schisma’s van de ware kerk. Een schismatieke kerk is een afsplitsing van de kerk op onwettige gronden en/of zaken van ondergeschikt belang. In zo’n kerk kunnen kenmerken van de ware kerk zichtbaar zijn. Ook zij kunnen bouwen op het fundament van Schrift en belijdenis. Ook daar kan een levendige gemeente van ware gelovigen gevonden worden. En daarom zal ook zeker de ware eenheid met deze kerken gezocht moeten worden. Maar het is goed om eerst te onderscheiden welke kerk de wettige openbaring is van het lichaam van Christus.

 

Met Christus meevergaderen

Maar, zo zouden we nu kunnen zeggen, dan is het toch heel goed mogelijk dat er meerdere kerken zijn die hieraan voldoen? In verschillende kerkgenootschappen zijn toch de kenmerken van de ware kerk toch zichtbaar? De preken zijn Schriftuurlijk, de sacramenten worden zuiver bediend en de kerkelijke tucht wordt beoefend. En ook als we kijken naar de leden van de kerk zien we een oprechte en levende geloofsgemeenschap. Het zou maar zo kunnen en het doel van dit artikel is dan ook niet om even een ‘rijtje’ kerken langs te gaan om ze langs de meetlat te leggen. Maar we schreven al dat niet elke kerk waarin wel zuiverheid te onderscheiden is gelijk ook een (of de) wettige kerk van Christus is. Want Christus zelf staat aan het hoofd van Zijn kerkvergadering. Hijzelf brengt zijn schapen bijeen in één stal (Joh. 10:16). Daar is Hij nog volop mee bezig en daarmee zal Hij doorgaan tot Zijn terugkomst op de wolken. Dat maakt kerkvergadering dynamisch, dat is volop in beweging. We kunnen nu wel spreken over wettige kerken maar niet over een afgerond geheel. De kerk is niet statisch maar dynamisch, volop in ontwikkeling en groei. Er kunnen (tijdelijk) meerdere levenstromen naast elkaar bestaan, nationaal en internationaal.

 

Maar belangrijk kenmerk is of wij met Hem willen bijeenbrengen in één kerk. Want wie dat niet doet staat Zijn kerkvergaderend werk tegen. De Here Jezus zelf zei daarover: “Wie niet met Mij is, die is tegen Mij; en wie niet met Mij bijeenbrengt, die drijft uiteen.” (Matt. 12:30, HSV) Daarom is het op onwettige gronden afscheiden van de kerk, hoe begrijpelijk de bezwaren wellicht ook zijn, te verwerpen als zonde. Ook al is zo’n kerk verder best wel ‘goed gereformeerd’ te noemen, toch moeten we dan spreken over een schisma van de kerk waarmee zo’n kerk haar wettigheid verliest. Maar dan ook andersom. Als er kerken zijn die wel de drie kenmerken van de ware kerk vertonen maar eenheid met andere volop gereformeerde kerken op onwettige gronden afhouden, vervallen ook zij tenslotte tot een schisma van de ware kerk. Hoe goed en gereformeerd het kerkelijk leven er verder ook is. Wie niet met Christus vergadert, dat is bijeenbrengt, die verstrooit en jaagt de schapen uiteen. Laat deze waarschuwing ons in tijden van kerkelijke verdeeldheid ernstig aangezegd zijn! Maar nogmaals, laten we tegelijk ook voorzichtig zijn in het betitelen van elkaar en onze blik vooral richten op de kenmerken van de kerk en de wil om te komen tot kerkelijke eenheid. Want dat is met Hem bijeenbrengen in één kerkgezin. Gehoorzaam de weg volgen die de Herder van de kerk ons wijst en waarvoor Hij hartstochtelijk tot Zijn Vader gebeden heeft (Joh. 17:21-23).

 

Verschil in taxatie moment van vrijmaken

Maar, zo stellen velen de vraag, als ik nou vind dat de vrijmakingen in 2003/2004 te vroeg geplukte vruchten zijn? Wat dan? Kunnen we ons dan nog wel met deze kerken (DGK) verenigen? Belangrijk is allereerst te onderscheiden of de (vermeende) “te vroeg afgescheiden kerken” de kenmerken van de ware kerk vertonen. En of deze kerken van harte de eenheid willen zoeken met allen die willen staan op hetzelfde fundament. Dat is, dienstbaar zijn aan Christus’ kerkvergaderend werk. Met Hem bijeenbrengen in plaats van verstrooien. En zo ja, als er in deze kerken daadwerkelijk terugkeer is naar Gods Woord na hun vrijmakingen uit de deformerende GKV en zij daadwerkelijk gereformeerd zijn met alle lek en gebrek. Wat dan? Dan kan het toch niet anders dan daarin ook de hand van de Here te zien? Ook als je jezelf in 2003/2004 niet geroepen wist maar nog volop mogelijkheden zag (ja zelfs de plicht) om te blijven?

 

De taxatie van 2003/2004 was een belangrijk bespreekpunt in de vereniging van de Gereformeerde Kerk (dolerend) te Dalfsen en DGK. Vanuit Dalfsen zag men in 2003/2004 niet de roeping tot vrijmaking. Gesteld werd dat als DGK van Dalfsen dezelfde overtuiging verwachtte over de vrijmaking van 2003/2004, dit voor de laatste teveel gevraagd zou zijn. Naar hun overtuiging werden zij in 2010 geroepen tot vrijmaking. Tegelijk onderscheidde Dalfsen in 2003/2004 ook de hand van de Here omdat er immers wel sprake was van terugkeer naar het vaste fundament. Dit leidde ertoe dat DGK ten aanzien van hun eigen vrijmakingen geloofsuitspraken deden over het kerkvergaderend werk van Christus na 2003/2004. Tegelijk spraken zij uit de vrijmaking van 2010 ook te erkennen als het werk van de Here waarbij zij Dalfsen niet wilden binden aan een bepaald jaar en aan dezelfde visie op de gronden voor afscheiding. Dan is er toch een Schriftuurlijke basis om samen verder te gaan? Als men over en weer elkaar erkent en herkent als kerken die staan op hetzelfde fundament? Dat men ook de hand van de Here ziet in elkaars vrijmakingen ook al verschillen de overtuigingen over het moment van vrijmaken? Wanneer men elkaar niet veroordeelt over een eigen geloofsovertuiging ten aanzien van het moment van vrijmaken. Dat men elkaar ook niet dwingt om over 2003/2004 exact dezelfde overtuiging te hebben. Wanneer over en weer de kenmerken van de ware kerk gezien worden. Wanneer over en weer de hartelijke begeerte en bereidheid is met Christus bijeen te brengen in één verband. Ja dan, gebeuren er wonderen die niemand voorzag. Dan vloeien twee levensstromen samen in één levensrivier. Dat wonder voltrok zich begin 2013 in die gemeenschappelijke vergadering te Zwolle. Daar werd over en weer de broederhand naar elkaar uitgestoken en deelde men voortaan samen brood en wijn aan één avondmaalstafel!

 

Ja dan, zien we de hand van die machtig Herder die zijn schapen bijeenbrengt in één stal! Want voor die schapen gaf Hij zijn bloed op Golgotha. Voor die schapen gaf Hij zijn leven. Eén kudde omdat er ook één Herder is. En zou zo’n Herder geen nieuwe wonderen kunnen verrichten? Zou Hij niet bij machte zijn “nieuw-vrijgemaakten” en verontruste GKV’ers te verenigen in één kerkgezin? Ja, zou Hij zelfs niet ook de weg kunnen openen naar hereniging van DGK en de GKN?

 

“Zou bij Hem iets te wonderlijk zijn?”

 

 



[i] GS Ede - Impressie 09, D.J. Bolt 28-06-14 http://www.eeninwaarheid.info/index.php?rub=7&item=998

[ii] Blijven? D.J. Bolt 20-09-2014 http://www.eeninwaarheid.info/index.php?rub=10&item=1002

[iii] De Gereformeerde Kerken (hersteld). Gevormd uit groepen kerkleden die zich in 2003/2004 vrijmaakten en die zich in 2013 verenigden met de gereformeerde kerk (dolerend) te Dalfsen (ds. E. Heres). Predikanten zijn ds. C. Koster, S. de Marie, E. Heres, P. van Gurp (emeritus), G. Blijdorp (emeritus) en M. Dijkstra.

[iv] Gereformeerde Kerken Nederland. Gevormd uit DGK uitgetreden groepen kerkleden die in 2010 een eigen verband vormden met Kampen-Noord (ds. E. Hoogendoorn) en waartoe later ook nieuwe, vanuit de GKV vrijgemaakte, gemeenten toetraden. Predikanten zijn ds. E. Hoogendoorn, R. van der Wolf en L. Heres