Vaste Burcht en Struikelblok
Redactie een in waarheid
05-11-11
Hervormingsdag.
Herdenken van Gods grote daden
in de grote Reformatie.
Verwondering over een standvastige monnik
tegenover een paapse overmacht.
Wat is het geheim?
We hoorden het antwoord in een verkondiging van het Woord.
Jesaja 8:10-14
10 Beraamt een plan, maar het wordt verbroken; spreekt een woord, maar het zal niet tot stand komen, want God is met ons. 11 Want aldus heeft de HERE tot mij gezegd, toen zijn hand mij overweldigde en Hij mij waarschuwde niet op de weg van dit volk te gaan: 12 Gij zult geen samenzwering noemen alles wat dit volk een samenzwering noemt en voor hetgeen zij vrezen, zult gij niet vrezen noch schrikken. 13 De HERE der heerscharen, Hem zult gij heilig achten en Hij moet het voorwerp van uw vrees en Hij moet het voorwerp van uw schrik zijn. 14 Dan zal Hij tot een heiligdom zijn, en tot een steen, waaraan men zich stoot, en tot een rotsblok, waarover men struikelt, voor de beide huizen van Israel, tot een klapnet en tot een valstrik voor de inwoners van Jeruzalem.en zullen de breedte van uw land vullen, o Immanuel.
Geliefde gemeente van de Here Jezus Christus, broeders en zusters, jongens en meisjes.
Wij hebben zopas Psalm 46 gelezen en gezongen.
Psalm 46. Een heel bekende Psalm!
Die prachtige bemoedigende woorden:
‘God is een toevlucht en een sterkte, die in benauwdheid heil bewerkte’.
‘Een vaste burcht voor Israël, is Jakobs God, Immanuël’.
Het was voor veel mensen een verrassing, toen president Obama kortgeleden Psalm 46
citeerde, bij de 10-jarige herdenking van 9/11, bij Ground Zero, in New York.
Waar Psalm 46 óns deze dagen vooral aan doet denken is: Hervormingsdag.
Morgen is het 31 oktober, de dag waarop wij stilstaan bij het begin van de Reformatie van de 16e eeuw.
Maarten Luther sloeg zijn 95 stellingen aan de deur van de Slotkapel te Wittenberg.
Maarten Luther kwam op voor het Woord van God, het ware evangelie.
Nou, broeders en zusters, jongens en meisjes, u weet dat Psalm 46 wordt ook wel genoemd ‘de Lutherpsalm’!
Waarom? Nou, omdat Luther deze psalm als leidraad heeft gebruikt, toen hij dat bekende gezang gemaakt heeft, ’Een vaste burcht is onze God, een bolwerk in gevaren’.
Dat lied, Gezang 34, dat we in de gereformeerde kerk graag zingen op Hervormingsdag!
Nee, gezang 34 is niet een vertáling van Psalm 46.
Maar, je proeft in alles dat Maarten Luther zich door die Psalm heeft laten leiden.
En dat is begrijpelijk….
Psalm 46 is geweldig bemoedigend.
De Psalm zingt van Gods nabijheid, voor het volk van de HERE dat er slecht voor staat.
Een tijd vol dreigend gevaar: Jeruzalem belegerd, crisistijd voor de kerk.
Maar, als de HERE in ons midden is, God met ons, dan hoef je niet bang te zijn.
‘Een vast burcht voor Israël, is Jakobs God, Immanuël’.
‘God met ons’, ja, maar wíe mag dat zeggen en wannéér mag je dat zeggen?’
Je kan die woorden ‘God met ons’ toch ook mísbruiken?
Wat zíjn die woorden ook vaak misbruikt, zelfs door iemand als Adolf Hitler.
Je kan toch ook ten onrechte jezelf rijk wanen, en denken dat de HERE aan je zijde staat?
Waarom kon Maarten Luther troost putten uit de belofte van Immanuël?
Waarom mogen wíj vandaag troost putten uit de belofte van Gods nabijheid?
In deze tijd vol kerkelijke moeite en strijd?
Hoe kan je als kleine kerk, getroost en zonder angst leven en de toekomst tegemoet zien?
Voor het antwoord op die vraag willen we luisteren naar de boodschap van onze tekstverzen uit Jesaja 8.
Het thema van de preek heb ik zo geformuleerd:
De HERE leert zijn dienstknecht, de profeet Jesaja, hoe het kerkvolk veilig kan leven.
Dat kan:
1. Door alleen voor de HERE te beven
2. Door aan Zijn Woord gehoor te geven
1 - Door alleen voor de HERE te beven
In onze tekstverzen, hier in Jesaja 8, gebeuren merkwaardige dingen.
De profeet Jesaja wordt door HERE krachtig opgeroepen om niet mee te doen met de
ongeloofstaal van de meerderheid van het volk. Er staat in vers 11 echt dat de HERE ‘met Zijn hand’ Jesaja overweldigde. Dat betekent: de HERE heeft op een bijzondere manier Jesaja ertoe gebracht, om zich te keren tegen de algemene gedachtegang van die dagen, de publieke opinie.
Wat was er dan aan de hand?
Nou, om te begrijpen wat hier gebeurt, moeten we eerst die historische achtergrond in beeld hebben. Het was in de tijd waarin Achaz koning was over Juda, het tweestammenrijk. Als je de historische boeken Koningen en Kronieken leest, dan merk je: het is niet best in de tijd van deze koning.
Achaz is een nakomeling van koning David. Maar hij is in veel opzichten het tegenovergestelde van David. II Koningen 16 geeft een opsomming van zijn goddeloosheid. Achaz laat zelfs zijn eigen zoon door het vuur gaan!
Dat betekent dat hij een kind geofferd heeft aan de heidense afgod Moloch …
Er is in die tijd sprake van een ernstige oorlogsdreiging.
Syrië en Israël (het tienstammenrijk) willen samen iets op touw zetten tégen het machtige Assur, maar daar hebben ze ook koning Achaz en Juda bij nodig.
Rezin de koning van Syrië en Pekah de koning van Israël dwingen Juda om mee te doen in de opstand tegen Assur. En als koning Achaz dat niet wil, dan zullen ze hem wel dwingen. Gaat het niet goedschiks, dan moet het maar kwaadschiks.
Zo is er op eens een geweldige dreiging voor het kleine kerkvolk van Juda. Twee koningen, Pekah en Rezin hebben samen een verbond gesloten tégen Jeruzalem!
Een ramp en ook een straf van de HERE. Want het volk is afvallig geworden van de HERE en ontrouw aan het verbond van de HERE. Ja en dan ontstaat er paniek, paniek in Jeruzalem en bij het kerkvolk van Juda.
En in die paniekstemming zoeken de koning en het volk steun bij een andere grote bondgenoot, namelijk Assyrië. Men heeft er heel wat voor over om de grootmacht Assyrië zover te krijgen om Jeruzalem en het volk van Juda te helpen.
Maar het is dwaasheid, gemeente!
Koning Achaz is bereid om zo ongeveer alle schatten van Jeruzalem in te leveren, om maar de gunst van Assyrië voor zich te winnen. Er wordt zelfs al een groot altaar in Jeruzalem gebouwd, volgens Assyrisch model. De eredienst wordt aangepast, bij voorbaat, om tegemoet te komen aan de wensen van de heidense koning van Assyrië!
Jesaja heeft er tegen gewaarschuwd: Van Assur komt geen echte hulp. Maar die waarschuwingen, die worden hem niet in dank afgenomen! Hij krijgt een slechte naam door, die profeet, die lastpost,die altijd meent tegen de stroom in te moeten roeien.
Waarom, broeders en zusters, is Jesaja zo tegen die pro-Assyrische politiek? Is dat omdat hij het altijd beter wil weten? Is dat omdat hij persoonlijke belangen heeft? Of is hij bang voor de Assyrische soldaten?
Nee, gemeente, dat allemaal is het niet.
Maar, de profeet Jesaja weet van die ene, machtige werkelijkheid: Niet de mensen met hun plannen regeren de wereld! Gods plan is doorslaggevend! De weg die de HERE wil gaan met het overblijfsel van Juda en Jeruzalem!
Jesaja en anderen willen vasthouden aan het Woord van de HERE. Van zichzelf zijn ze zwak en machteloos, en ze worden ook nog eens gewantrouwd door het volk. Maar de HERE heeft immers de ‘Immanuël-belofte’ gegeven!?
En kijk gemeente, zie dan wat er gebeurt in vers 11:
Jesaja wordt door de HERE krachtig aangegrepen en gewaarschuwd. Hoe de HERE dat gedaan heeft weten wij niet, maar wat de HERE bij hem deed moet op Jesaja enorme indruk hebben gemaakt.
En dit is wat de HERE hem laat weten: Jesaja en zijn leerlingen, zij moeten zich niet laten meevoeren met de gedachten van de meerderheid van het volk.
Jesaja en de kring van trouwe gelovigen om hem heen, zij krijgen te horen:
U mag niet wandelen op de weg van dit volk.
Wat dat betekent wordt verder uitgelegd: De weg die het volk van de HERE in die dagen gaat, is de weg van het ongeloof. De mensen laten zich leiden door hun menselijke verwachtingen en berekeningen.
Vers 12 zegt: ‘U zult niet een samenzwering noemen, alles wat dit volk een samenzwering noemt’. Dat woord ‘samenzwering’: volgens sommige uitleggers zou Jesaja beschuldigd worden van een samenzwering tegen koning Achaz.
Maar, gemeente, dat kan hier niet de bedoeling wezen.
Dat woord ‘samenzwering’ dat slaat op dat verbond, dat monsterverbond tussen het tienstemmenrijk en Syrië. Nou, dat monsterverbond, die samenzwering om Juda en Jeruzalem aan te vallen, dat ís er toch? Moeten ze dat dan ontkennen?
Nee, dat niet. Maar het punt is dat de HERE zegt: U moet er niet op een ongelovige manier mee omgaan en er over praten. De zonde van het volk is, dat ze over de politieke en de kerkelijke situatie eigenlijk op een wereldse manier denken en praten. Men heeft het als maar over die dreiging, álsof er geen God in de hemel is, die ook Pekah en Rezin in Zijn hand houdt. Het kerkvolk van die dagen, de mensen, vrezen voor koning Pekah en Rezin, ze zijn bang voor de dreigingen en ze beven voor de komende ontwikkelingen.
Maar de HERE zegt: U moet niet voor de mensen of voor bepaalde ontwikkelingen vrezen en beven. Nee, vers 13: De HERE van de heerscharen, Hém moet u heilig achten, Hém moet u vrezen, Hij moet het voorwerp zijn van Uw vrees en van Uw schrik.
Kijk, gemeente, dát is waar het in de kerk op aan komt: Niet de positie van mensen is beslissend, wat zij doen en denken en vinden. Maar de HERE, om Hém gaat het, Hij staat voorop, Hij maakt de dienst uit.
‘HERE van de heerscharen’, zo wordt Hij hier in vers 13 genoemd. Zo presenteert de HERE Zichzelf, ‘HERE van de legermachten’, dat betekent: Al kunnen de machthebbers nog zoveel mensen, zoveel soldaten, in stelling brengen, Pekah en Rezin en Assyrië, hebben zeker grote legers, maar tegen de legermachten van de HERE moeten zij het laten afweten.
‘Zij die bij ons zijn, zijn meer dan die bij hen zijn’, zei Eliza tegen zijn knecht (2 Kon. 6:16). En zo is het ook: Als je bij de HERE hoort dan hoef je geen mensen te vrezen.
Want de HERE schaart Zijn legermachten rondom hen die Zijn wil betrachten.
Maar, dáár komt het dan ook op aan, dat je de HERE vreest!
Daar komt het in de kerk dan ook op aan, dat ‘de HERE vrezen’, in alles voorop staat!
In Juda siddert men voor de macht van Syrië en van Israël. Maar wat stellen die in werkelijkheid voor als je het vergelijkt met de macht van de HERE?
Kijk, broeders en zusters, dan is er sprake van ‘omgekeerde bezorgdheid’. Dan maak je je zorgen om wat ménsen kunnen doen en denken en vinden. Nee, maar je moet je zorgen maken om die grote zaak waar veel mensen helemaal niet mee zitten. En dat is, dat je er niet voldoende mee rekent wie de HERE eigenlijk is. Hij, de HERE van de legermachten, de Almachtige God, Zijn Naam moet geheiligd worden!
Ik denk aan de preek van een paar weken geleden over Jesaja 6, over het roepingsvisioen van Jesaja: ‘Heilig, heilig, heilig is de HERE van de heerscharen’…
In plaats van dat je beeft voor Syrië en Israël komt het er op aan dat je beeft met eerbied en diep ontzag voor de HERE, de heilige God.
Mensen, ja juist ook kerkmensen, zijn als het er op aan komt soms veel banger voor ménsen, dan voor God. En dat terwijl de HERE zo oneindig hoog verheven is boven de mensen, als nietige schepselen.
Als de HERE Zijn volk treft met Zijn slaande hand als gevolg van de zonden, dan moet dat volk niet aan politiek spel gaan doen, moet men niet mensen naar de ogen kijken.
Nee, dan komt het er op aan om in ootmoedig schuldbesef te beven voor de HERE,voor Zijn ontzaglijke majesteit. En tegelijk zich vastgrijpen aan Zijn Woord, aan Zijn beloften van heil!
Kijk, dat is de stijl van de kerk!
Maar, gemeente, wat staat die kerkstijl vaak onder druk, wat wordt die kerstijl gemakkelijk losgelaten. Kijk maar naar de geschiedenis van de kerk na Pinksteren. Ik denk aan de tijd van (vóór) de Reformatie. In de dagen van Maarten Luther, was de kerk van Christus in Europa in veel opzichten een menselijk systeem geworden. Daar werd een mens, de paus, vereerd alsof hij de kerkelijke keizer was. Daar werd aan politiek gedaan, ten koste van de dienst aan de HERE. Daar werd geleerd dat een mens zelf, met geld, een deel van zijn redding kan betálen. U weet wel,de aflaathandel.
Het is een wonder van genade, dat de HERE mensen heeft gegeven, als Maarten Luther en Johannes Calvijn, die, met Gods hulp, durfden op te roeien tegen de hoofdstroom van die tijd. Door de Geest geleid riepen zij op tot terugkeer naar de HERE alleen.
De HERE die alleen helpt en redt uit alle nood.
En vandaag, gemeente, ook vandaag is dat de grote bedreiging voor het volk van de HERE, dat de stijl van de kerk wordt aangepast aan de wil, aan de verlangens van de mensen, aangepast aan de macht van de wetenschap, aangepast de stijl van de wereld.
Wij leven in een tijd waarin de kerkelijke grenzen worden verdoezeld. Er wordt drukker dan ooit propaganda gemaakt voor eenheid over de kerkgrenzen heen. Met kerkgenootschappen waar de dwaling vrijspel heeft. In plaats van op te roepen tot gehoorzaamheid aan heel het Woord van God, worden de verschillen gebagatelliseerd.
Protestanten, mensen die zich gereformeerd noemen, kunnen vandaag zomaar zeggen: ‘Ik zou ook best Rooms Katholiek kunnen zijn’. Alsof er geen kerkreformaties zijn geweest, en alsof er wezenlijk herstel is gekomen… Alsof de HERE niet telkens weer, door de eeuwen heen bevrijding heeft gegeven van het juk van dwaling en hiërarchie.
En hoe kan het dat vandaag verschillen zo worden gebagatelliseerd?
Nou, dan moet je vaststellen dat heel vaak menselijke berekeningen een rol spelen. De vrees met name voor de teruglopende ledentallen. Die vormen zomaar een belangrijke drijfveer om de stijl van de kerk aan te passen.
De angst om jongeren te verliezen als leden van de kerk, die er toe leidt om de stijl van kerkdiensten aan te passen. Aanpassen naar een stijl waarin maar al te vaak tekort wordt gedaan de eerbied en het ontzag voor de HERE. Afbreuk wordt gedaan aan het ontzag voor de heilige God.
En moeten wij onszelf nu op de borst kloppen dat wij aan zulke dingen niet meedoen? Nee, gemeente, helemaal niet. Niemand van ons kan ontkennen dat ook wij tekort schieten in het heiligen van de HERE van de legermachten en in het eerbiedige en gelovige ontzag voor Hem.
Maar laten wij dan, broeders en zusters, ons verder laten leiden op de weg van kerkherstel, in ootmoedig besef van die diepe werkelijkheid waar de profeet Jesaja het volk van de HERE bij bepaalt: Die werkelijkheid van ‘Immanuël’, God met ons. Die evangelische waarheid is voor ons vandaag nog zoveel groter dan in de tijd van Jesaja. Want wij leven immers zoveel eeuwen na de komst van Christus. De Here Jezus Christus is toch Zelf de Immanuël! God in het vlees verschenen! Hij heeft door Zijn middelaarwerk het verbond met God toch onnoemelijk sterk gemaakt! Krachtens dat verbond van de genade, gaat de HERE toch telkens weer verder met de vergadering van Zijn kerk, door de geschiedenis heen, langs de weg van reformaties blijft er een kerk, die blijft vasthouden aan het Woord.
Laten wij daarom des te meer, broeders en zusters, door de kracht van die genade de waarschuwing van onze tekst ons aantrekken: ‘De HERE van de legermachten, Hem zult u heilig achten, en Hij moet het voorwerp zijn van uw schrik’.
Betekent dat dan dat je in de kerk van Christus in angst en verlammende schrik met de HERE leeft? Nee, juist niet een angstig leven. Juist als je door genade in gemeenschap met de HERE mag leven, dan leef je niet in angst en schrik. Maar dan besef je wel dat de heiligheid van de HERE wérkelijkheid is, dan besef je dat ongehoorzaamheid aan Zijn Woord consequenties heeft. Dan wordt je plek in het dagelijkse leven, dan wordt ook je kerkelijke positie bepaald door gehoorzaamheid aan het Woord van de HERE.
En ja, dan ben je ook beducht voor de gevolgen van elke ongehoorzaamheid aan de HERE. Zo kom ik bij het tweede en laatste stukje van de preek.
2 - Door aan Zijn Woord gehoor te geven
De HERE leert zijn profeet Jesaja hoe het kerkvolk veilig kan leven. Dat kan door aan
Zijn Woord gehoor te geven.
Vers 14 begint met het woordje ‘dán’. Dán zal Hij tot een heiligdom zijn! ‘Dán’, dat betekent, als u hoort, als u luistert naar het Woord van de HERE. Als uw concrete levensinstelling gericht is op de heiliging van de HERE, in gehoorzaamheid aan Zijn Woord. Als u de zaken van het geloof en van de kerk niet meet met de maatstaven van de wereld. Als je werkelijk de HERE vreest en Zijn Naam heiligt, dán zal Hij voor u ‘tot een heiligdom’ zijn.
Wat betekent hier dat woord ´heiligdom´?
Bij ‘heiligdom’ denk je aan de tempel, de plaats waar de HERE in het bijzonder dichtbij
is. De plaats van Gods bijzondere aanwezigheid! Het heiligdom, dat is de plaats waar de HERE Zijn genade en Zijn vrede geeft, Zijn zegen en Zijn bescherming. Inderdaad, in het heiligdom, daar is ook de dienst van de verzoening van de zonden, daar worden de offers voor de zonden gebracht.
Als de HERE hier zegt: ‘Dan ben Ik u tot een heiligdom’, dan betekent dat: Dan ben Ik een veilige schuilplaats voor u, voor jou! Daar bij de HERE is je leven veilig! Dan word je beschermd! Dan is de HERE Zelf als de tempelmuren om je heen!
Kijk, dan zie je wat Psalm 146 bedoelt! Met die woorden: Toevlucht en ‘een vaste burcht’, ‘een vaste burcht voor Israël is Jakobs God, Immanuël’. Dan mag je wonen bij de HERE! Dát is echte veiligheid!
Dan mag er een storm van dreiging zijn voor het volk van de HERE, maar de kerk die
daadwerkelijk vasthoudt aan het Woord van de HERE kan veilig leven!
We mogen dit doortrekken, broeders en zusters, naar de tijd van het Nieuwe Testament. Naar Christus, die dé Immanuël is! Hij bewaart en beschermt en regeert de Zijnen door Zijn Geest en Woord! Hij is de Rots, de Hoeksteen op Wie je veilig kunt bouwen, door Zijn Woorden niet alleen te horen, maar ook te doen!
Maar, gemeente, er is óók een andere kant. Dat zien we in het vervolg van vers 14: De Basissteen van Sion, de HERE, is voor hen die trouw zijn aan de HERE en Zijn Woord, een heiligdom, een vaste Burcht…Maar, Hij is óók een steen waarover je kunt struikelen! De HERE is dus beide: Heiligdom én Aanstootsteen!
Hier heb je één van de bekende ‘steenteksten’ uit de bijbel, die ook in het Nieuwe
Testament worden aangehaald! Als je gelovig bouwt op de HERE en Zijn Woord, dán zal je niet beschaamd uitkomen! Maar, als je net als in de dagen van koning Achaz, je aansluit bij de meerderheid van het volk, als de publieke opinie altijd belangrijker is dan het concrete Woord van de HERE en als je de HERE maar laat praten, Zijn beloften en dreiging eigenlijk niet serieus neemt, ja dan is diezelfde steen, een struikelblok. Dan krijg je te maken met de wraak van het verbond van de HERE. Vers 14 gebruikt krasse woorden: De HERE wordt tot een klapnet en tot een valstrik voor de bewoners van Jeruzalem.
Dat klinkt cru, broeders en zusters, we horen liever andere woorden in de kerk. Maar we moeten er niet overheen lezen. Dat gebeurt veel te veel vandaag. Mensen horen liever niet van de wraak van Gods verbond en van oordeel. Soms wordt beweerd dat de taal van het Nieuwe Testament veel milder is dan die van de profeten in het Oude Testament.
Maar gemeente, het is niet waar! Ook de Here Jezus heeft dringend gewaarschuwd! Denk aan wat de Christus zegt tegen de Farizeeën in Matth. 21:
‘Wie op deze steen valt, zal verpletterd worden, en op wie hij valt, die zal Hij vermorzelen’. De HERE keert Zich tegen het ongeloof en de ontrouw.
En dan kan het gevaarlijk worden in de kerk.
Daarom klinkt ook vandaag de oproep: Wees getrouw, laat niet toe dat het Woord van de
HERE wordt aangepast, aan de smaak van de mensen, aan de geest van de tijd. Vertrouw je gelovig te aan de Hoeksteen Christus, en blijf bouwen op het fundament dat
Hij Zelf gelegd heeft. Dan is de HERE voor U, voor jou een heiligdom, een vaste Burcht. Dan zal Hij u bewaren bij de vrede die Christus Zelf bewerkt heeft.
In de geschiedenis van de Kerk heeft de HERE telkens weer de weg gebaand naar herstel van Kerk.
Morgen is het Hervormingsdag. Voor Maarten Luther draaide alles om het gezag van de Heilige Schrift, het Woord van God. Het Woord, zij zullen het laten staan’, zingen wij met het Lutherlied. Dát is ook waar het in de kerkstrijd vandaag om gaat. Als je het Woord niet laat staan, dan gaat het ook niet goed met de heiliging van Gods Naam.
En waar dat gebeurt, daar kan de kerk niet langer bestaan. Dan slaat de verblinding toe. Dan loop je het gevaar dat je het op de duur ook niet meer ziet! Kijk maar hoe dat beschreven wordt in de volgende verzen van Jesaja 8.
Inderdaad, de vijand van weleer gaat ook vandaag nog tekeer. En nog steeds moeten we zeggen: ‘Zijn wapenrusting is, de gruwel van zijn list’. Maar ook al gaan de vijanden tekeer, het volk van de HERE kan veilig leven, door voor de HERE alleen te beven en door aan Zijn Woord gehoor te geven.
Dán mag je inderdaad zeggen: God is met ons!
Een vaste Burcht voor Israël, is Jakobs God, Immanuël!
Amen.
Dalfsen/Hoogeveen, 30 oktober ’11
Ds. E. Heres