Printen

Vrijgemaakt van de Vrijmaking

 

N. van Dijk

13-12-14

 

Veel aandacht is er in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt niet gegeven aan het feit dat het 11 augustus 70 jaar geleden was dat op een vergadering in Den Haag de Vrijmaking begon. Aan het eind van zijn inleiding in het boek ‘Vrijgemaakt?’ herinnert Lammert Kamphuis, die de redactie voerde, aan de datum. Hij schreef zijn inleiding 11 augustus, “precies 70 jaar na de geboorte van de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt”.

Al eerder noemden we het onlangs uitgegeven boek dat in het dagblad Trouw omschreven werd als ‘pijnlijk en openhartig op zoek naar de vrijgemaakte God’.

 

“Dit boek bevat vijftien persoonlijke bijdragen van dertigers die opgegroeid zijn in de vrijgemaakt-gereformeerde kerk. Sommigen hebben de kerk vaarwel gezegd, anderen hebben een nieuw kerkelijk thuis gevonden, een enkeling is vrijgemaakt gebleven. Wat hen bindt is hun jeugd: op zondag twee keer kerkgang, een rationalistische godsdienstbeleving, opgroeien met de overtuiging dat de vrijgemaakte kerk de enige ware kerk was, en vooral de volstrekte vanzelfsprekendheid van dit alles”.

 

Ook het Nederlands Dagblad laat zich niet onbetuigd. In een artikel in nd Gulliver schrijft de hoofdredacteur Sjirk Kuijper onder de titel ‘Vrijgemaakt van de geest van die verleden halve eeuw’:

 

“De zeventigste verjaardag van de Vrijmaking is niet gevierd. De enige die er wat aan deed, is uitgeverij Kok. Die serveerde een heruitgave van Aleid Schilders Hulpeloos maar schuldig en een bundeltje verhalen van dertigers over hun jonge jaren in de vrijgemaakte kerken: Vrijgemaakt? Onder redactie van Lammert Kamphuis”.

 

Kuijper constateert dat de laatste grootse herdenking twintig jaar geleden was, een halve eeuw Vrijmaking. Hij was erbij als verslaggever. De leegloop in de drie grootste kerken in Nederland was al een kwart eeuw gaande en nu begon het ook bij de ‘vrijgemaakten’. De hoofdredacteur van het Nederlands Dagblad noemt enkele ‘eigenaardigheden van de vrijgemaakte episode in de kerkgeschiedenis’ :

 

“Radicaal exclusivisme en een alles-hangt-met-alles-samen-denken. In andere opzichten echter was het een geloofsgenootschap als vele andere. Tal van de ervaringen die de (ex)-vrijgemaakte dertigers nu van zich afschrijven, zijn inwisselbaar met wat jongeren in andere kerken meemaakten. Verplichte kerkgang die werd verzacht met pepermunt. Onhandigheid tegenover kritische vragen. Verdringing van ontluikende seksualiteit. Een dagelijkse portie schuldbesef en zondelast, maar ook het behaaglijke gevoel dat je behoorde tot een selecte, begenadigde minderheid. Naast het exclusieve ‘kerkbesef’ waren er ook in de structuur en de sociale samenhang krachten die bijdroegen aan een monocultuur, waarin een zelfstandig denkend individu het spaans benauwd kon krijgen. Bij de kerk hoorde een minizuil, waardoor je in allerlei verbanden steeds dezelfde mensen tegenkwam. En heel die zuil was doortrokken van het zelfgezochte en opgedrongen leiderschap van ‘de School der Kerken’, van de hoogleraren die daar doceerden en de dominees die er vandaan kwamen. Die Kamper dominantie werkt door in het boek van Lammert Kamphuis en de zijnen: meer dan de helft van de schrijvers studeerde in Kampen of heeft daarvan als domineeskind een tik meegekregen; enkele zijn er om opportunistische redenen gewoon te lang blijven hangen. Hoog opgeleid zijn ze allemaal. Misschien verklaart dat waarom ze niet als veel anderen schouderophalend vertrokken zijn, maar aandrang voelen zich te verantwoorden”.

 

Een treurig verslag van de hoofdredacteur. Treurig ook om te lezen dat meer dan de helft van de schrijvers in Kampen studeerde.

 

Ook theoloog en oud student van de TU Kampen, David Heek, geeft in het ND  zijn oordeel over het boek ‘Vrijgemaakt?’ en over de GKv. Hij herkent zich in de beschrijvingen van het leven in ‘de vrijgemaakte zuil, die zo goed als verdwenen is’. Hij roept de dertigers op om uit de slachtofferrol te komen en zich los te maken van de vorige generatie, hij citeert daarbij Gen. 2: 24.

 

“De ontzuiling is een verademing, de dertigers kunnen het weten. Niet langer je identiteit hoeven zoeken in kerkelijke voornaamwoorden als ‘gereformeerd’, ‘vrijgemaakt’, ‘evangelisch’, of ‘baptist’. Het is zelfs de vraag of het wijs is om je bijvoorbeeld in je Twitterprofiel ‘christelijk’ te noemen. De eerste Jezusvolgers noemden zich ‘aanhangers van de weg’, een verborgen verwijzing naar de man die zichzelf ‘de weg’ noemde. De naam wijst niet terug op de groep zelf of op een gebouw, maar op the way of life  die door een groep gewone mensen wordt onderzocht, uitgeleefd en gevierd. Heerlijk”.

 

Opbouwend en van een heel andere toonzetting was een artikel van ds. E. Heres (hersteld gereformeerde kerk), geciteerd in  het gereformeerd kerkblad De Bazuin. Hij schrijft over psalm 126, lied van een bevrijd volk. Ook ds. Heres herinnert aan de Vrijmaking, 70 jaar geleden waarbij een synode de Gereformeerde Kerken had gebonden aan een leer, die boven de Bijbel uitging.

 

“Enkele decennia lang is er in de GKv gedankt voor de Vrijmaking. Dankbaarheid voor de grote daden van de HERE, die bevrijding gaf van synodebesluiten die tegen de Schrift, de gereformeerde belijdenis en de kerkorde ingingen. De HERE gaf herstel aan Zijn kerk, in ons land”.

 

Hij noemt dan psalm 126, één van de psalmen die in de tijd na de Vrijmaking veel gezongen werd. In deze psalm gaat het over de grote bevrijding van de ballingen uit Babel. Maar, zo vraagt de predikant zich af,

 

“Mag je dat nu zomaar toepassen op de latere kerkgeschiedenis? Mag je dat ook toepassen op de Vrijmaking van 1944? Het antwoord is ‘ja’, als je let op de éénheid van het werk van God. De HERE is alle eeuwen door Dezelfde! En altijd weer is Hij het die herstel geeft aan Zijn volk. Wederkeer! Zoveel keren laat Hij zien dat Hij Zijn volk bevrijdend terzijde staat. Psalm 126 is een pelgrimslied voor grote feesten, herdenkingsfeesten voor Hèm die Zijn volk verlost. En dan zie je dat deze psalm ook voor de kerk  vandaag actueel is. Want de verlossingswerken van God zijn één. In de Here Jezus Christus! Wij mogen Christus zien staan achter alle herstel en terugkeer van Zijn volk. Christus, die triomfeerde op Pasen, onze grote Bevrijdingsdag. Déze Christus vergadert Zich een gemeente, van het begin van de wereld tot het einde van de wereld. Deze Here werkte ook de Reformatie van de 16e eeuw. Hij stond Luther en Calvijn als een sterke Held terzijde. En het is dezelfde Here die werkte in de Afscheiding en de Doleantie in de 19e eeuw. En in de Vrijmaking nu 70 jaar geleden. Ja óók in de recente vrijmakingen aan het begin van deze 21e eeuw. In psalm 126 staat een ootmoedig smeekgebed centraal. Laat ons niet los HERE, maar blijf met ons verder werken! Want we vallen zomaar weer terug in oude zonden. We worden zomaar minder kritisch tegenover oude dwalingen. En dit is een gebed voor de kerk van alle tijden, ook voor vandaag, 70 jaar na de Vrijmaking van 1944.  De wereld om ons heen verandert snel. Het kerkelijk leven om ons heen verandert snel. De synodaal Gereformeerde Kerken bestaan eigenlijk al niet meer. Die zijn in 2004 opgegaan in de PKN. De GKv-kerken zijn oecumenistisch geworden. Het danken voor de Vrijmaking van 1944 is opgehouden. Met schaamte wordt gesproken over het ‘ware-kerk-denken’. Alsof het niet de eigen gereformeerde belijdenisgeschriften zijn die spreken over ware en valse kerk. De omgang met Gods Woord is daar nu vergelijkbaar met wat 40 jaar geleden in de synodale kerken gebeurde.

Psalm 126 eindigt heel bemoedigend. De psalm eindigt met een belofte. ‘Wie met tranen zaaien, zullen met gejuich maaien’! Dat betekent: Doe maar gelovig wat van je verwacht wordt, de HERE zorgt voor de oogst. De Zoon van God houdt niet op met het bijeenbrengen van Zijn kerk. De HERE is erbij. ‘Houdt vast wat u hebt, opdat niemand uw kroon neemt’! (Openb. 3: 11b) De HERE zelf is onderweg naar het grote feest van Zijn Oogst”!