Signalen 08
R. Sollie-Sleijster
07-03-15
Waarom ze in de kerk bleven – RD 23/02/2015
Dr. H.J.C.C.J. Wilschut, voormalig predikant in de GKv, over de PKN waar hij in 2013 lid van werd: 'als geheel is het een valse kerk'.
In zijn pas verschenen boek Gebleven en meegegaan verdiept Dr. Wilschut zich in de argumenten waarom bij de Afscheiding van 1834 en de Doleantie van 1886 zoveel mensen achterbleven in de Hervormde Kerk. Zij zagen nog ruimte voor Bijbels belijden en verkondigen. Hij ziet overeenkomst met de vorming van de PKN in 2004, toen velen meegingen omdat zij ook nog ruimte zagen.
In de GKv vond dr. Wilschut die ruimte steeds minder, zo verklaart hij zijn afscheid in 2013.
De Afscheiding van 1834 was niet nodig?
Zo ver wil dr. Wilschut niet gaan. Die was onvermijdelijk, omdat De Cock e.a. werden geschorst. Zij pretendeerden de voortzetting van de Gereformeerde Kerk in Nederland te zijn.
Niettemin heeft dr. Wilschut begrip voor de leden die achterbleven, want er was nog ruimte.
De echte noodzaak om te vertrekken ontbrak.
Tegenwoordig is niet meer een beroep op het belijden doorslaggevend, maar een beroep op het verbond. Dr. Wilschut sluit zich aan bij dr. W. van Vlastuin, Hersteld Hervormd (HHK), dat 'de heiligheid van Gods verbond vraagt om gehoorzaamheid aan het Woord, oftewel het blijven in de weg van de belijdenis', maar daarmee wil hij de HHK toch niet legitimeren, want in de PKN wordt gereformeerde prediking nog gedoogd.
Voor de vrijzinnigheid binnen de PKN voelt dr. Wilschut zich 'wel én niet verantwoordelijk'. Als lid deelt hij in haar schuld, maar inhoudelijk voelt hij zich niet verantwoordelijk, 'al hebben we wel de opdracht onze stem tegen dwaalleer te laten horen'. Zoals dat gebeurt in de brief van de gereformeerde bond aan het moderamen over ds. E.J.A. Van der Kaaij, die de historische Jezus loochent. Het ontbreken van persoonlijk gerichte leertucht blijft een 'pijnpunt', want 'dwaalleraars kunnen en mogen principieel niet ongemoeid gelaten worden'.
Dr. Wilschut verwijst naar het adagium van Groen van Prinsterer: 'de dwaalleraars moeten weg, niet de gereformeerde belijders', maar hij constateert tegelijk dat dit maar theorie is: 'de praktijk is weerbarstig'. Desondanks hoopt hij dat er door zijn boekje meer begrip komt bij de afgescheiden traditie voor de PKN, hoewel hij die tot voor kort zelf nog als 'valse kerk' betitelde. Want, zo stelt dr. Wilschut, we hebben elkaar nodig in onze geseculariseerde wereld om zo één geluid te laten horen op allerlei gebied.
Ouweneel enthousiast over de Heidelberger
In Nieuwe Koers nov. 2014 via Nader Bekeken dec. 2014
In Persrevue bespreekt ds. P.L. Storm het interview dat Tjerk de Reus met dr. Willem Ouweneel had. De Reus uit zijn verbazing over zoveel enthousiasme binnen een evangelische setting (Vergadering der gelovigen), wat dr. Ouweneel verklaart met 'die Gereformeerden hebben er natuurlijk wel vier tot vijfhonderd jaar over nagedacht' en: 'je kunt niet zonder gezond theologisch bewustzijn je verbeelden dat je met bijbellezen wel op nul kunt beginnen'. Veel evangelische mensen komen uit reformatorische kerken en door frustraties over hun verleden zetten zij zich af tegen hun gereformeerde achtergrond, wat het idee versterkt dat zij 'met de Heer en in de kracht van de Geest' opnieuw moeten beginnen. Maar 'zij en ik staan op de schouders van ons voorgeslacht en daar hebben we ongelooflijk veel aan te danken'. Veel christenen vandaag zijn ontzettend a-historisch en ontkennen de geschiedenis, wat jammer is omdat je dan jezelf niet goed begrijpt.
Waarom vindt dr. Ouweneel de catechismus zo bijzonder? Omdat deze van zeer veel invloed is geweest, ook op wie zich vandaag evangelisch noemt. Het geschrift wil samenbindend zijn en is ontstaan door de wens terug te keren naar de Schrift, die Rome het volk had ontnomen. Dr. Ouweneel wijst erop dat de Reformatoren niet bij nul begonnen. Luther en Calvijn zijn gevormd door Augustinus en de vroege kerkvaders en zij wilden weten hoe die alleroudste generatie christenen over de Bijbel dacht. Die verwerking van de Vroege Kerk heeft de catechismus gestempeld en niet een willekeurige mening van een paar eigenzinnige protestanten, maar de eeuwenoude traditie van het christendom tot op de eerste eeuwen.
Verrassend en onthutsend is de gedachte dat 'ik het eigendom van Christus' ben. 'Dat is mijn enige troost'. Dr. Ouweneel vindt dit relevant, omdat het tegen ons zelfbeeld ingaat. Wij houden onszelf liever overeind, maar de catechismus zegt Paulus na: 'Wij zijn gekocht'. Ik ben eigendom van Jezus en niet Jezus is van mij. Dit zijn we kwijtgeraakt: 'De mens is belangrijk geworden, ook in de kerk, waar we over navolging praten, maar we zijn geneigd onszelf te handhaven'. We zeggen graag: 'Ik ben een vriend van Jezus', in plaats van: 'Ik ben een slaaf van Jezus'. Het eerste is populair. Zo heeft 'elke tijd zijn eigen theologische modeverschijnselen'. Wij praten graag over de 'liefde van God' en veel minder over 'de gerechtigheid van God'. Maar in Handelingen wordt vrijwel nooit over de liefde van God gepreekt, maar wel over de goddelijke gerechtigheid. Ouweneel is van mening dat 'de catechismus veel scherper is afgestemd op dergelijke bijbelse lijnen dan de hedendaagse populaire geloofscultuur'.
Tot zover het interview. Ds. Storm kondigde deze steun vanuit onverwachte hoek aan met de opmerking: een interview in de categorie van 'nou hoor je het ook eens van een ander' en sluit af met de oproep om vooral zuinig te zijn op de catechismusprediking.
Mentale training politie discutabel – RD 20/02/2015
De weerbaarheidstraining van de politie roept vragen op, zo stelt drs. R. van der Ven.
45 miljoen euro had minister Opstelten in 2012 uitgetrokken om in drie jaar 40.000 politieagenten te trainen in mentale weerbaarheid. Dit vanwege vermeende klachten over posttraumatische stress. Meer dan de helft van de agenten geeft echter aan door de training niet weerbaarder te zijn geworden. Dr Van der Ven wil de aandacht daar nu niet op vestigen, maar op de inhoud van de mentale training zelf. Die heeft naast goede onderdelen ook kanten waar 'ernstige bezwaren zijn te noemen'.
Als eerste noemt drs. Van der Ven de hartcoherentietraining. Vanuit een lichte trance, opgewekt door meditatie, moet men 'ademen naar hun hart' en 'visualiseren van positieve gevoelens', zodat er groene staafdiagrammen geproduceerd worden op een beeldscherm. Het lijkt veel op een occulte hindoeïstische meditatietechniek pranayama. Bij dit spiritueel ademen speelt het hartchakra, het middelpunt van de borst, een grote rol. Daar zou alles samenkomen, 'de ontmoetingsplek van hemel en aarde'.
Drs. Van der Ven wijst op de gevaren van visualisatie, dat niet tot de onschuldige verbeeldingstechnieken behoort, maar tot de basistechnieken van sjamanen, spiritisten, heksen en magiërs. Het is een occulte techniek om verbinding te krijgen met het rijk der duisternis.
De haka, een traditionele dans, die uit de voorouderverering van de Maori's komt, gaat gepaard met 'er woest uitzien, op de dijen en armen slaan, kreten uitstoten, ogen woest laten rollen en de tong ver uitsteken'. Dit zou de agenten in stress-situaties alerter maken.
De spirituele achtergrond van sommige cursusleiders wijst in de richting van de beoefende technieken: gespecialiseerd in hartcoherentie en mindfulness (psycholoog), aurareadings en healings (waarzeggerij en toverij) en newagecursussen (verpleegkundige), yoga, transcendente meditatie enz. afkomstig uit newagebron, alles is één goddelijke energie (trainer Daniel Zavrel).
Ook in de jaren 90 waren er al cursussen 'positief denken', gratis aangeboden door Brahma Kumaris Spirituele Akademie, waarbij de religieuze termen door psychologische werden vervangen. Achter die termen ging een hindoeleer schuil van reïncarnatie en geloof in 'de god in jou'
Brandpunt toonde in 2014 een reportage 'Knuffelen met de korpschef', leiderschapsoefeningen voor de complete top van de politie die op zoek moest naar de zachte innerlijke waarde van authentiek en persoonlijk leiderschap met behulp van 'meditaties, paardencoaching, koeienknuffelen, trommelsessies, vlotten bouwen, je eigen grafrede schrijven, al je gevoelens laten gaan en gedichten schrijven'. Kosten 30.000 euro per persoon.
Het is duidelijk dat de cursussen het spirituele pad op zijn gegaan en dat occulte elementen vervlochten zitten in 'mentale' handreikingen. Voor christenen geldt het Bijbelse gebod om alles te toetsen en alleen het goede te bewaren. Helaas zijn er velen die dat niet meer serieus nemen.
Drs Van der Ven constateert dat de cursus vraagt om alternatieven en hij roept op tot nuchterheid en waakzaamheid.