Printen

Christelijke Gereformeerde Kerken – Troje 2

 

D.J. Bolt
13-06-15

 

In het christelijke gereformeerde blad Bewaar het Pand komt ds. P. Roos terug op zijn artikel Troje in de editie van 28 april 2015. Daarin betrekt hij ook onze reactie op zijn eerdere artikel, zie Christelijke Gereformeerde Kerken – Troje 1, rubriek In de pers.

Het is goed om kennis te nemen van wat deze predikant naar voren brengt. Het geeft opnieuw een inkijkje in de moeiten in de CGK als het gaat om kerkelijke eenheid en de verhouding met o.a. de vrijgemaakte kerken. We laten het artikel van ds. Roos in zijn geheel volgen. Daarna geven wat commentaar en stellen enkele vragen.

 


 

BYPASS

 

Van Vrijgemaakte zijde werd gereageerd op mijn artikel dat ging over de voorgenomen eenheid met de GKV. Ik gebruikte toen het beeld van het paard van Troje. De Grieken kwamen de stad Troje binnen omdat zij zich verborgen hadden in een enorm houten paard, wat door de nietsvermoedende Trojanen binnen de stadsmuren werd gehaald.

 

In "Waarheid en eenheid" (bedoeld is een in waarheid, djb), een groepering Vrijgemaakten, die ook verontrust is over de koers van die kerken, merkt de heer Bolt op dat hij ook binnen onze kerken nog veel meer Trojaanse paarden ontdekt. Hij noemt namen. Of ik dat wel wist?
Ik heb de betreffende namen zelf meermalen benoemd. Ik moet erkennen dat er inderdaad binnen onze muren ook heel veel is, dat het spoor verlaat. Dat zou zelfs ook gezegd kunnen worden van onze stichting. Trojaanse paarden met een niet vermoede lading. Het grootste gevaar zou het zijn als we dat zelf niet onderkennen. Ik wil hiermee zeggen dat ik geenszins de bedoeling heb naar de GKV alleen te wijzen. Het is goed dat we daar weer eens nadrukkelijk op geatten­deerd worden.

 

Ik blijf nog in de sfeer van kerkelijke eenheid. Naast een­heid ter linkerzijde, moeten we ook nadenken over eenheid ter rechterzijde.
Er blijven in onze kerken een aantal gemeenten over, die niet zullen meegaan met de Vrijgemaakten. Hoe moeten zij verder? Hoe kunnen ook zij, op hun eigen manier, gestalte geven aan de eis tot eenheid met allen die eenzelfde geloof belijden? Ik denk aan de stichting van de Geref. Bond, een eeuw geleden.
Het is voorstelbaar dat er nu een Bond of een Convenant zou kunnen ontstaan, waar leden en gemeenten uit diverse echt Reformatorische kerken zich kunnen aansluiten. Een soort boven kerkelijke binding. De leden binden zich aan de Gereformeerde Belijdenis. Zij vormen met elkaar een verbond en zoeken samen naar gemeenschappelijke doelen. Kanselruil is een middel om te streven naar eenheid. Het betreft voornamelijk gemeenten uit de CGK, de HHK en de GG (het is een droom). Maar zeker is er ook plaats voor werkelijk Bijbelgetrouwe gemeenten uit de bevindelijke sec­tor van de PKN en de GKV. Zo'n convenant heeft niet de status van een nieuw kerkverband, maar het zou dat ooit wel kunnen krijgen. De eigen, oude kerkverbanden blijven bestaan, maar dat hangt dan wel af van de ontwikkelingen. Als de CGKV dwingend gestalte aanneemt, wordt de band met de oude structuren daardoor steeds minder gevoeld. Het is nu, op dit moment, niet mogelijk om allerlei zaken zodanig inzichtelijk te krijgen dat de beide niveaus (oude kerkverband en nieuw te vormen convenant) hun juiste evenwicht hebben. Dit is, heel kort en vaag geformuleerd, een denkbare ontwikkeling. Ik denk aan Hiskia, die ook de Tienstammen uitnodigde om het Paasfeest in Jeruzalem bij te wonen. Dat was wel heel wat anders dan een kerkver­band of een Bond stichten, maar het betrof toch wel een zekere oproep tot eenheid. Er zijn meer Bijbelse gronden te noemen voor een dergelijke wederzijdse erkenning.

 

Er zijn echter heel veel bezwaren. Alles hangt af van wat God doen zal. Ontwikkelingen hier of daar tellen mee. Een daarvan: wat gaat er in onze CGK gebeuren? Blijft er na een fusie met de GKV toch nog een eigen kerkelijk leven over? Er blijven zeker gemeenten over. Wij zijn zover, dat we deze samensmelting niet meer kunnen en ook niet meer willen tegenhouden. Tegelijk opent een dusdanige ontwikkeling nieuwe mogelijkheden. Een andere vraag: moeten de overblijvende kerken van de CGK niet "terug" naar de HHK? Die weg is het overwegen waard, maar dan worden wel andere kerken uitgesloten. Er bestaan binnen de "Hervormde" Kerk ook een aantal gemeenten, die onze aandacht niet mogen ontgaan. Ook daar leeft droefheid over de geslagen breuk. In een over­koepelend convenant zouden ook zij een plaats kunnen krijgen.

 

In de medische wereld kent men het verschijnsel van de bypass. Bloedvaten raken veelvuldig verstopt. Bijvoorbeeld rond het hart. Veel patiënten ondergingen een operatieve ingreep. Dat moest wel want ze kregen last van benauwd­heid. Als het over geestelijke vernauwing gaat, krijgen we het niet zo gauw benauwd.
Maar als de vitaliteit wordt belemmerd en de dood dreigt, gebeurt het ook dat er andere mogelijkheden ontstaan. Wat een arts doet door een operatieve ingreep, kan ook spontaan optreden. Een bypass kan ook als vanzelf ont­staan. Dat gebeurt soms in vitale aders die naar de herse­nen leiden. Ik houd het maar op een geestelijke bypass naar het hart van de kerk!
En boven dit alles klinkt het woord: "Niet door kracht, noch door geweld, maar door Mijn Geest zal het geschie­den". In Jeruzalem werd door de uitstorting van Gods Geest de Nieuw Testamentische kerk gegrond en het was een groot probleem wat men aan moest met de Oud Tes­tamentische structuren. De Heere gaf toen uitkomst. De Heilige Geest kan ook in onze situatie wegen vinden. Pasen kan ons onderwijzen. De Heere noemde de discipe­len toen "Mijn broeders". Zo hoog waren ze nog nimmer getaxeerd. Vroeger noemde de Heere hen dienstknechten en vrienden. Christus heeft na Zijn opstanding Zijn ver­strooide kerk weer bijeengebracht. Ook een Maria Magda­lena en een Thomas. Zelfs Petrus werd niet uitgesloten. Moge zo de Kerk vergaderd worden door Zijn hand. Het grootste wonder zou het zijn als u en ik een levend lidmaat van die Kerk mogen zijn.

 

Het bovenstaande is niet meer dan een schets, een ont­werp, een hardop uitgesproken gedachte. De werkelijkheid ligt alleen in Gods hand. Daar moeten we meer oog voor krijgen.

 

P. Roos
 


 

Enkele opmerkingen en vragen

 

Het lijkt me een eerlijke reactie op hetgeen we in ons vorige artikel naar voren brachten. Ds. Roos blijkt een open oog te hebben voor de ontwikkelingen in zijn kerken en verbloemt die niet. 'Heel veel' van wat binnen de muren van de CGK gebeurt verlaat het spoor, stelt hij met verdriet vast. Het trof ons dat hij zelfs niet schroomt daarbij de eigen stichting die het blad uitgeeft, te noemen.

 

De predikant stelt nu vooral de 'kerkelijke eenheid ter rechterzijde' aan de orde. Hoe moet het verder met de christelijke gereformeerde kerken die niet met de vrijgemaakten willen fuseren?

Een oplossing waar ds. Roos hardop over nadenkt is de vorming van een bovenkerkelijke Bond of Convenant waarbij leden en gemeenten zich kunnen aansluiten die zich binden aan de gereformeerde belijdenis. Gemeenten uit de CGK, HHK en GG, samen met 'werkelijk Bijbelgetrouwe gemeenten uit de bevindelijke sector' van PKN en GKv.

Zo'n Bond zou dan toekunnen groeien naar een nieuw kerkverband. Als middel daarvoor zou kanselruil kunnen dienen.

 

Ik probeer me het in te denken. Kan een nieuwe Bond (de PKN kent er ook al een) de kerkelijke eenheid redden of bevorderen? Belangrijker nog, wil Christus als Heer van zijn Kerk, zo'n 'eenheid' wel? Dat zal toch de kernvraag moeten zijn bij al onze overwegingen over eenheid en oecumene.

Ds. Roos wil dat de Bond zich bindt aan de gereformeerde belijdenis en dat is natuurlijk geheel terecht. Daarin vinden we immers de gezamenlijk beleden 'hoofdsom' van ons geloof. Maar deze confessie omvat ook datgene wat we al eeuwen belijden van de heilige algemene christelijke kerk. En niet slechts in enkele zinnen maar uitgebreid geeft zij aandacht aan wat de Schrift leert omtrent Christus' kerkvergaderende werk.

Mijn vraag aan ds. Roos is: zouden we daar niet met elkaar eens serieus over na moeten denken en spreken wat dat betekent voor ons huidige kerkelijke leven en praktijk? Bijvoorbeeld over wat het betekent dat de ene katholieke of algemene heilige kerk een vergadering van ware gelovigen is, die al hun heil verwachten van Jezus Christus (NGB art 27). En eerlijk nagaan wat de belijdenis daarover verder zegt, en hoe zich dat verhoudt met de praktijk van ons actuele kerkelijke samenleven.

 

Nu zou gemakkelijk een reactie kunnen zijn: 'weer zo'n typisch vrijgemaakte enige-ware-kerk-denken' van 'er is maar één kerk en dat zijn (tegenwoordig waren) wij'. Echter laten we nu eens niet in deze Pavlov-reactie schieten (dat doen vrijgemaakten tegenwoordig zelf wel). Laten we met elkaar onze eigen belijdenis zoals die de Schrift naspreekt serieus nemen en ons verwarde en versnipperde kerkelijke leven langs die meetlat leggen. Elkaar daarop aanspreken en wellicht ons op vele fronten bekeren.

 

Een bovenkerkelijke Bond? Ik heb eerlijk gezegd mijn bedenkingen. Ik noem er een paar.
Kan zo'n Bond niet gemakkelijk gaan functioneren als een soort narcoticum voor schrijnende (en onschriftuurlijke) verdeeldheid? En daarmee eerlijke oecumene juist in de weg staan?

En hoe functioneert dan zo'n Bond als bovenkerkelijke gemeenschap? Is het eigenlijk wel confessioneel verantwoord om kanselruil te plegen op basis van bondslidmaatschap? Ik weet dat hier (vroeger) heel verschillend over werd gedacht in de CGK en de GKv. Predikanten van de CGK mogen tegenwoordig voorgaan in de PKN, zij het alleen in gemeenten die een gereformeerde stempel dragen. Maar toch, het is wel voorgaan in De Protestantse Kerk (enkelvoud) waar in de praktijk waarheid en leugen gelijke rechten hebben. Dat wringt en knarst toch? Of denk ik nu 'te vrijgemaakt'?

Daarbij komt dat eenheid in Christus beoefenen breder en dieper gaat dan alleen de Woordverkondiging. Hoe staat het met het gezamenlijk vieren van de 'Maaltijd der Heren'? Daarin wordt toch de eenheid met Hem en met elkaar bij uitstek zichtbaar?

Kan dat ook in zo'n bondsgemeenschap?

De vraag komt bij mij op of we toch dan hiermee niet 'kerkje gaan spelen' over kerkmuren als lapmiddel dat in plaats komt van echte gehoorzaamheid aan Christus' gebod een te zijn in Hem.  

 

Ik laat het hierbij hoewel ik nog veel andere vragen ook zou willen stellen. Het lijkt me dat deze 'voorvragen' in elk geval een schriftuurlijk antwoord behoeven willen we enthousiast worden over het bondsidee.

 

Nog een laatste opmerking.

Ds. Roos memoreert dat Hiskia de Tienstammen uitnodigde om het Paasfeest in Jeruzalem te vieren. Dat zou misschien wel kunnen worden gezien als een soort oproep tot eenheid, poneert hij, hoewel dat natuurlijk iets anders was dan het stichten van een Bond of kerkverband.

We kunnen inderdaad veel van deze zeer indrukwekkende Paasfeestviering  leren voor vandaag. Want Hizkia herstelde met zijn uitnodiging van broedervolk Israël de centrale eredienst in Jeruzalem. Een van de goddeloosheden van dat volk was immers dat het een eigenwillige eredienst in Dan en Bethel had ingesteld dat 'een oorzaak tot zonde' werd? De Noorderlingen bleken zelfs niet meer te weten hoe ze zich moesten heiligen voor het Paasfeest!
Toch wordt het een feest als 'sinds de dagen van Salomo' niet was geschied, zeggen de Kronieken. Omdat de Here schuldbelijdenis zag die tot nieuwe gehoorzaamheid leidde. En dan doet Hij genadig verzoening, ook over kerkzonden.

 

We verlangen naar kerkelijke eenheid. Een eenheid waarin broeders en zusters die hetzelfde kostbare geloof hebben ontvangen bij elkaar zijn gebracht. Waarin de eenheid in Christus ook daadwerkelijk zichtbaar wordt in kerkelijke gemeenschap. Dan zijn we niet tevreden met een bypass, om dat beeld ook maar even te gebruiken, maar gaat het ons om een nieuw hart en bijbehorende gezindheid.

Maar of daar een Bond of Convenant het goede middel voor is? Laten we doorspreken met elkaar over wat we als gereformeerden belijden. Dat moet onder de zegen van de Here haast wel tot vernieuwing van ons leven met Hem en met elkaar leiden.