Printen

Signalen 16

 

R. Sollie-Sleijster

03-10-15

 

Na een periode in de Verenigde Staten te hebben gestudeerd en daar het kerkelijk en geestelijk leven meebeleefd, is prof. dr. A.L.Th. de Bruijne weer op vaderlandse bodem teruggekeerd. Wat heeft deze studiereis de hoogleraar Ethiek & Spiritualiteit gedaan? We volgen hem in enkele belangwekkende persartikelen door of over hem.

 


 

Schooldag in Kampen: met Kuyper verschillen overbruggen

RD 26-9-2015 (digitale editie)

 

Prof. dr. A.L.Th. De Bruijne heeft zaterdag tijdens de jaarlijkse Schooldag waar zo'n 500 mensen aanwezig waren op de openingsbijeenkomst gesproken over spiritualiteit en levensstijl.

De Bruijne verwees naar de waarschuwing van Kuyper dat gereformeerden op hun seculiere tijdgenoten leken doordat zij te veel een geloof hadden in een denkwereld naar eigen tijd. Dat min of meer rationele geloof moest actief  en iets van hart en ziel worden. Vandaar dat volgens De Bruijne neocalvinisten gevoelig lijken voor moderne spiritualiteit en doorslaan van weinig emotie naar heel veel emotie. Je kunt God ervaren, zijn nabijheid is te doorleven voor wie met het Woord bezig is. Maar alleen verstandelijk daarmee bezig zijn is onvoldoende. Door de zonde is die nabijheid weliswaar nog niet volmaakt te ervaren, maar het zien van Jezus met de ogen van het hart roept reactie op zoals affectie, geloofsgevoelens, ontzag, eerbied. De hoogleraar gaf praktische tips om dichtbij God te leven en zo spiritualiteit en levensstijl bij elkaar te houden. God vormt je om op Hem te lijken, innerlijk en ook in het dagelijks leven. Navolging staat centraal. Ook moeten we op vaste tijden bidden en bijbel lezen. Mijn verbondenheid met Jezus wordt daardoor inniger en Gods bedoeling met mijn leven wordt duidelijker.

Wanneer we vragen om Zijn leiding bij de dagelijkse bezigheden, staan de antwoorden vaak al in de Bijbel, maar Hij wil het op zo'n moment aanwijzen. Ook in medechristenen kun je vaak iets van Gods werk zien. Woont Hij in jou, dan herken je dat ook in het leven van anderen. God liefhebben is elkaar liefhebben. Zoek elkaar op op alle terreinen van het leven en leg overal in je gewone leven relaties met medechristenen. Zo vul je elkaars ruimte met Gods aanwezigheid.

 

Tot zover De Bruijne op de Schooldag.

 

De uitdaging van de lange adem

TU Magazine september 2015

 

In een interview met hoogleraar ethiek en spiritualiteit, Ad de Bruijne, geeft hij aan dat het thema op de Schooldag zal zijn 'Met hart en ziel leven en geloven dicht bij God'. Een spannend onderwerp, omdat mensen soms snel beweren dat God moeilijk te ervaren is.

Het ervaren van God is een uitdaging. Het is een uitdaging van de lange adem om het besef van God in te oefenen en dan nog blijft het afhankelijk van Gods Geest en genade. Het is niet maakbaar. Kuyper zag de spirituele dimensie naar de achtergrond verdwijnen doordat de gereformeerden de nadruk te eenzijdig legden op het handelen in deze wereld. Zo kon het leven gemakkelijk verwereldlijken. We zijn de bevinding steeds meer kwijtgeraakt. We moeten Gods aanwezigheid weer leren herkennen in deze wereld, in onze 'woestijncontext', maar ook in Zijn oordelen.

Spiritualiteit is een werkelijkheid die van binnenuit plaats vindt. Daarbij kunnen we ons lichaam veel meer gebruiken. In de VS ondervond de Bruijne dat aan den lijve in verschillende kerken en theologische instellingen. Niet alleen gingen de handen in de lucht, maar ook door instemmend roepen tijdens de preek of het gebed, door hun lichaam te bewegen en elkaar christelijk te huggen (omhelzen). Hoe meer je je valse schaamte prijsgeeft, hoe meer je wordt meegenomen om te doorleven wie God is, aldus de hoogleraar.

Tot zover dit interview.

 

De Bruijne zegt op de Schooldag en in dit interview mooie en goede dingen. Regelmatig je Bijbel lezen en bidden en zo dicht bij de Here leven en oog hebben voor je christelijke naaste is goed. En het geloof mag niet iets zijn van alleen je verstand of alleen je hart. Nee, het moet samengaan: hoofd en hart en handen.

Maar wat mij verdriet doet is de ondertoon waarin ik afwijzing proef van diegenen die dan ook werkelijk naar het Woord willen leven. Daar in hun leven blijk van geven door Gods Woord in alles onvoorwaardelijk betrouwbaar te achten en het hoogste gezag te geven. Die geen vertaalslag willen maken, waarbij de woorden van de Bijbel cultuur- en tijdgebonden worden verklaard en daardoor hun geldigheid voor vandaag verliezen. Wie die vertaalslag niet willen maken komen alleen te staan. Binnen de TU en de GKv ontmoeten zij geen medestanders, geen christenen die relaties willen onderhouden met medechristenen. Nee, zij worden buitengesloten of genegeerd, zij krijgen de 'cold shoulder'. Liever worden banden aangehaald met hen die nog wel christenen willen heten, maar die Christus woorden loslaten, verdraaien of tijdgebonden verklaren.

Hoe kun je vrijwel iedereen welkom heten en je trouwe broeders en zusters in de kou laten staan? Zij worden door de hoogleraar niet genoemd, laat staan dat ze een 'hug' krijgen en toch hebben al duizenden van hen de GKv kerken verlaten. Verlaten om de onschriftuurlijke koers van die kerken. En net als in de gebonden synodale kerken destijds gingen en gaan ook in de GKv de theologen voorop in het verlaten van de smalle weg.

 

De naam van Abraham Kuyper wordt genoemd. Zijn eerbied voor Gods Woord en heiligheid was groot. Met zijn vruchtbare pen heeft hij ons veel gegeven, maar ons ook op dwaalsporen geleid. Enerzijds was Gods Woord voor hem wet, veel meer dan wij vandaag de dag zien binnen de GKv. Anderzijds is ook hij door menselijk redeneren uitgegleden (o.a. veronderstelde wedergeboorte). Kuyper aanhalen zal daarom met voorzichtigheid en genuanceerd moeten gebeuren.

 

Goede genade en onkruid

Column ND 8/8/2015

 

In deze column wijst Ad de Bruijne op genade. Genade die vaak wordt beperkt tot vergeving van zonden. De 'positivo's' binnen de westerse kerken negeren het onkruid van de 'oude mens'. Ze zeggen Paulus na dat wij in Christus een nieuwe schepping zijn en verzwijgen dat Paulus ons ook oproept om dat oude leven metterdaad te doden. De oude mens gaat niet vanzelf weg als de nieuwe mens maar groeit. Confrontatie met Gods geboden is nodig. Mijn oude ik moet blijven schrikken van de boodschap dat met Jezus' kruisdood Gods oordeel over mensheid én kerk alleen nog maar is begonnen (1 Petrus 4:17). Zo spreekt De Bruijne in deze column.

 

Wanneer onze hoogleraar ethiek zich in deze column zo schriftuurlijk uitspreekt, zijn we daar blij mee. Maar hoe rijmen we dit met zijn opvattingen en publicaties over schriftgezag, gemeente-ethiek, homofilie, huwelijk en samenwonen? Wordt hier  omgekeerd, meer nog  vindt hier bekering plaats van vroegere opvattingen? Dat zou ons bijzonder verheugen.

'Wie Mij liefheeft onderhoudt mijn geboden', schrijft Johannes. De vraag blijft: buigen we daar voor? Vinden we in dat Woord onze kracht en troost en bemoediging of verdwalen we op de brede weg van 'spiritualiteit' naar menselijke snit? Dat zijn wezenlijke vragen in onze postmoderne tijd. Daarom zullen we ook met bijzondere interesse verdere publicaties van prof. De Bruijne volgen.