Printen

Signalen 27

 

R. Sollie-Sleijster

02-04-16

 

In de vorige signalen wezen we op het inkrimpen van de godsdienstvrijheid in Nederland. Hier nog een voorbeeld uit onverwachte, seculiere hoek. Is D66 bang voor Spakenburgs salafisme? Moeten daarom de laatste christelijke sporen uit de wetten worden gehaald?

 

De zondagsrust is niet meer

NRC 14/03/16

 

Jutta Chorus, NRC-columniste, betreurt het met een achteloze pennenstreek schrappen van de wet op de zondagsrust. Met de dooddoener van de seculiere hervormers “Het is niet meer van deze tijd” werd het door Kamerlid Fatma Koser Kaya afgedaan. In Utrecht staat om half elf het fietsenrek voor AH al vol en bij het Centraal Museum zit het personeel al om de vergadertafel. Drukte alom.

De rust van de zondagochtend in Utrecht, de relatieve stilte – gewaardeerd ook door niet-kerkgangers en onderstreept door het luiden van de kerkklokken - is voorbij.

 

D66 viert het einde van de zondagsrust als een overwinning op de achterlijkheid. Ook al was het gevecht allang beslecht - in 2012 werd de winkelsluiting vrijgegeven en gemeenten hadden al de mogelijkheid om evenementen voor 13.00 uur op zondag toe te staan – het maakt voor het effect niet uit. Niemand kan nog worden verboden de kerkgang of wat voor rust dan ook van anderen te verstoren.

Keuzevrijheid heet dat, maar Jutta Chorus noemt het seculiere dogmatiek.

 

In het wereldbeeld van D66 zijn alle Nederlanders zelfstandig, welvarend en goed opgeleid en in staat hun eigen leven vorm te geven. Maar het rapport God in Nederland laat zien dat veel voormalige kerkgangers geen atheïst zijn geworden en nog twijfelen over wat ze geloven.

En zo'n 120 katholieke vrouwen bijeen in een debatclub – ook een vorm van geloven - waren blij met de liberale ideeën van de nieuwe paus, maar niet met de rijksoverheid die vrijheden als de zondagsrust gaat beperken.

 

Minister Plasterk (PvdA) van Binnenlandse Zaken wilde het wetsvoorstel ter afschaffing van de Zondagswet naast zich neerleggen. Hij vond dat deze “voor sommige bevolkingsgroepen nog een belangrijke symbolische waarde heeft”.

De meerderheid beslist in een democratie, maar, zo vraagt Jutta Chorus zich af “waarom zou die meerderheid zich niet over de minderheid ontfermen en ruimte voor hen laten” en “waarom die liberale D66'ers, fanatiek als de Inquisitie, met de stofkam de laatste christelijke sporen uit de wetten trekken. Zijn ze bang voor Spakenburgs salafisme?”

 


 

In ND en RD lazen we twee elkaar aanvullende verslagen van een symposium over schepping en evolutie.

Vragen blijken er nog genoeg te zijn in deze discussie. Bijvoorbeeld:

 

Water, jaren oude wijn en de evolutietheorie

ND 12/03/16

 

Marc Janssens doet verslag van deze op 11 maart gehouden bijeenkomst, georganiseerd door de Evangelische Hogeschool, over schepping en evolutie. Vijf hoogleraren gaan in discussie met elkaar en de zaal. Hoewel de professoren allen in een Schepper geloven, geloven ze niet allen in de evolutietheorie. Met name oudtestamenticus Mart-Jan Paul kan die theorie maar moeilijk aanvaarden. Hij voert maar liefst veertien theologische bezwaren aan.

Prominent is daarbij het probleem van het lijden: Hoe kan de wrede God van de evolutie (de sterken overleven, de zwakken moeten sterven) verbonden worden met de God en Vader van onze Here Jezus Christus?

 

Theoloog Gijsbert van den Brink (GB in de PKN) stelt dat de evolutietheorie een gegeven is en dat het bewijs dat biologische groepen gedurende miljoenen jaren zijn verschenen, vast staat. Hij ziet wel dat het botst met de gegevens van de Bijbel, maar vindt dat de tegenstanders van de evolutietheorie de wreedheid in de natuur moeten accepteren. Het is geen gevolg van de zonde, maar bestond al. Volgens Van den Brink straft God geen dieren vanwege de zonde van mensen.

Daar is astrofysicus Heino Falcke het mee eens. Waarom zou het overlijden van dieren wreed zijn? Het hoort bij de natuur. Falcke denkt dat de aarde 4,5 miljard jaar oud is en het heelal zo'n 13,8 miljard. Dat correspondeert met wat hij als sterrenkundige waarneemt. Een aarde van zo'n 6000 jaar oud past niet bij Falckes idee van de grootheid van God.

 

Maar, zo vroeg een student, het wonder op de bruiloft in Kana, hoe kan het dat water in wijn verandert en die misschien wel smaakte als goede wijn van jaren oud, terwijl ze nog maar net gemaakt was. Kan zoiets ook niet bij het heelal mogelijk zijn?

Falcke is hier niet van overtuigd, maar de filosoof Henk Jochemsen wijst erop dat bij feiten altijd interpretaties van waarnemingen meespelen. Het 13,8 miljard jaar oud zijn van het heelal is dan misschien wel aannemelijk voor wetenschappers, maar zij moeten dan wel uitgaan van een constante lichtsnelheid de eeuwen door. Ook een aanname dus.

 

Geneesmiddelenonderzoeker Chris Kruse komt tot de relativerende conclusie dat de Bijbel ruimte openlaat voor de evolutietheorie met daarbij een natuur die kan wijzen op een scheppende Ontwerper. We weten niet alles en daar hoeft ons geloof niet onder te lijden, zo denkt hij.

 

Adam of aap: de vraag is nog springlevend

RD 12/03/16

 

Bart van den Dikkenberg verslaat hetzelfde symposium 'Schepping en evolutie'. Hij constateert dat de standpunten lijnrecht tegenover elkaar staan. De vragen zijn: hoe interpreteer je de Bijbel en welk gezag heeft de wetenschap? Hoe oud is de aarde? Is er gemeenschappelijke afstamming? Hebben Adam en Eva echt bestaan? Is er wel een zondeval geweest?

Gijsbert van den Brink, hoogleraar geloof en wetenschap aan de VU in Amsterdam, gaat in zijn volgend jaar te verschijnen boek hierop in, maar geeft hier al een voorproefje. Bijbel en natuurwetenschap kunnen niet met elkaar in tegenspraak zijn, omdat beide een openbaring zijn van dezelfde Schepper. God heeft zich in het begin van Genesis aan het begrip van mensen willen aanpassen, de zgn. accommodatieleer. Christenen moeten de Bijbel nu anders lezen dan vroeger, de wetenschappelijke feiten eisen dat. Van den Brink noemt zich een 'theïstisch evolutionist'.

 

Prof. dr. Mart-Jan Paul, Bijbelwetenschapper aan de universiteit van Leuven, ontkent deze claim door te wijzen op misbruik van de accommodatieleer. Dan kunnen we een tekst het tegenovergestelde laten zeggen van wat er staat. Dat is altijd afgewezen, ook door de kerkvaders. Zij hielden bij hun interpretatie vast aan de regels daarvoor en zo aan een schepping in zes dagen.

 

Een vraag uit de zaal was of de mens een unieke schepping naar Gods beeld is of dat hij afstamt van de mensachtigen, de hominiden.

Van den Brink stelt dat de mens het resultaat is van geleidelijke ontwikkeling en van levensvormen die ons zijn voorgegaan. Op een bepaald moment heeft God mensen uit een groep hominiden geroepen.
Maar Paul vindt dit nergens in de Bijbel en noemt dit inlegkunde.

 

Een andere vraag is: Wat is de zondeval geweest?

Volgens Van den Brink heeft Adam uit de bevolking van eerste mensen gezondigd als verbondshoofd en wel door zijn dierlijke natuur de vrije loop te laten. Maar, zo wordt gevraagd, heeft dan God die kwade dierlijke natuur van de mens geschapen en wordt Hij zo niet tot auteur van de zonde gemaakt?

 

Ds. M.A. van den Berg uit Zoetermeer verzucht tenslotte of er de laatste 40 jaar in de discussie 'Adam of aap' wel enige vooruitgang is geboekt. Maar Van den Brink tracht dit op te lossen door het antwoord: “Het is nu Adam en aap”.

Waarop Paul nog opmerkt dat hij “mensen ongelooflijk veel creativiteit aan de dag heeft zien leggen om evolutie te kunnen lezen in Genesis”.