Verzuiling en Ontzuiling
Dr. M.J. Arntzen, Bilthoven
28-01-12
Men hoort de laatste tijd, ook onder belijdende christenen dat we in Nederland tot voor kort leefden in een periode van verzuiling. Elke levensbeschouwing had in de politiek, in het maatschappelijke leven, en ook in het onderwijs zo zijn eigen organisaties. De liberalen hadden hun vrijheidsbond, later de VVD, en verder zgn. neutrale maatschappelijke organisaties. De socialisten organiseerden zich in hun SDAP, de latere Partij van de Arbeid, en hadden óók hun eigen vakbonden voor de werknemers, en jeugdbonden zoals eertijds het AJC.
Zo was het ook bij de rechtzinnige christenen. De "rechtse" protestanten stemden voor en ook nog wel na de oorlog antirevolutionair of christelijk historisch, maakten zich sterk voor gereformeerd, in elk geval schriftgelovige scholen met een Vrije Universiteit in Amsterdam. We hadden en hebben nog het CNV voor de gelovige werknemers.
En ook de Rooms Katholieken beschikten lange tijd over eigen invloed op een aanvankelijk sterke fractie in de Tweede Kamer. Voor de oorlog stemde bijna een derde van onze bevolking op de R.K. Staatspartij (na de oorlog de KVP) maar dat werd wel minder evenals bij de AR en de CHU na de oorlog. De Roomsen hadden ook eigen scholen en een universiteit in Nijmegen, evenals eigen vakbonden.
Dit is een wat grove schets, maar die geeft toch wel weer, dat de levensbeschouwelijke groepen hoewel ze zich samen Nederlander wisten, toch enigszins geïsoleerd van elkaar leefden. Soms werd de begeerte om eigen organisaties te hebben wel wat sterk doorgedreven. Uit mijn Zeeuwse tijd (van 1948-1952 in Anna Jacoba polder bij St. Philipsland) herinner ik mij, dat er strijd was om een eigen landbouworganisatie. Zo had men de ZLM, de Zeeuwse Landbouworganisatie. Je zou zeggen dat het in zo'n samenwerking slechts om zakelijke belangen gaat. We hebben toch ook geen christelijke vereniging van effectenhandelaren gehad, om maar iets te noemen. Maar er waren ook drijvers die een eigen christelijke landbouworganisatie voorstonden. Dit riep de spot op van tegenstanders, die suggereerden dat we christelijke geitenfokverenigingen voorstonden.
Je kunt beginselen ook al te ver doordrijven.
Omslag in het denken
Het is opvallend dat de papieren van de zgn. verzuilers in deze tijd dalen. In het algemeen wordt erover gesproken als iets uit een verleden tijd. Ook onder belijdende christenen hoor je wel zulke klanken. En ga maar eens na, hoe het nu in de praktijk geworden is. Vroeger was er een christelijke meerderheid in de Eerste en Tweede Kamer, waren er tal van scholen met de Bijbel met serieus bijbels onderwijs, vooral ook in de bijbelse en vaderlandse geschiedenis.
Dat is nu sterk vervaagd. De drie eertijds christelijke partijen smolten ineen tot het CDA. Die is verworden tot een partij zonder een eigenlijke, bijbelse, christelijke identiteit, met een steeds slinkend aantal aanhangers. Wat overbleef is de ChristenUnie en de Staatkundig Gereformeerde Partij, die samen maar een klein gedeelte van ons volk vertegenwoordigen (plm. 5%).
Op veel zgn. christelijke scholen is het bijbels karakter sterk verbleekt, en is het onderwijs nauwelijks van het openbare te onderscheiden.
En wat te denken van de Vrije Universiteit met haar gereformeerde beginselen. De ultra vrijzinnige dr. H.M. Kuitert en de evolutionist dr. J. Lever konden er vrijelijk doceren. Nu is de laatste tijd wel enige verbetering ingetreden maar het is allang niet meer het hoger onderwijs, dat dr. A. Kuyper en de andere oprichters voor ogen stond.
De blijvende waarde van de verzuiling
Wat dan nu? Moeten we de verzuiling dan maar failliet verklaren en zeggen dat het nu anders moet? Daarvoor zijn zeker pleitbezorgers. Prof. Ad de Bruijne oordeelt dat we in de politiek geen eigen partijen moeten vormen, dat is maar macht willen oefenen, en dat past een christen niet.
Is dat nu echt zo? Toegegeven moet worden, dat Nederland met zijn verzuiling vrij geïsoleerd stond. In veel Europese mogendheden en ook in de V.S. van Amerika vormen de christenen geen eigen politieke partij en hebben zij geen eigen vakbonden.
Maar ook dat geldt niet overal. In Duitsland is de CDU wel degelijk christelijk (vooral rooms katholiek). Men heeft in het buitenland ook wel christelijke scholen. Maar op maatschappelijk en politiek terrein (nogmaals) staat (in elk geval stond) Nederland wat apart.
Toch wil ik een goed woord doen voor de eigen christelijke politieke en maatschappelijke organisaties. Daartoe wil ik allereerst wijzen op een mijns inziens afnemend moreel besef, afnemend respect voor Gods geboden in de Nederlandse samenleving.
Afnemend moreel besef en afnemend respect voor Gods geboden
Het is toch een feit, dat er in onze tijd veel makkelijker wordt gedacht over allerlei morele kwesties, zoals we reeds constateerden. Denk eens aan de trouw in het huwelijk. Tot voor enkele decennia was het toch een algemeen gevoelen, dat men in het huwelijk voor het leven aan elkaar gebonden was. Echtscheiding kwam wel voor maar werd toch als iets onwaardigs beschouwd. Er waren ook wel minder gelukkige huwelijken, maar men zou toch niet uit elkaar gaan.
In onze dagen denkt men er toch anders over, ook in kerkelijke kringen. Gaat het niet langer met elkaar, waarom zou je dan jezelf levenslang kwellen? Ga dan maar uit elkaar. Ook kerkenraden durven niet meer zulk een uiteengaan duidelijk te veroordelen. Huwelijken van gescheidenen worden meermalen kerkelijk bevestigd, na een vage betuiging van spijt dat men met een vorige partner gebroken heeft.
We noemen ook de kwestie van het aborteren van ongeboren kinderen bij ongewenste zwangerschappen. Het is toch in feite kindermoord, een vernietigen van ontluikend leven, een doden van de allermeest weerlozen. We gaan er toch vanuit, dat vanaf de conceptie van het allereerste begin, er menselijk leven is, en niet dat het in de eerste weken maar een hoop slijm is, zoals wel gesteld.
Hierin moeten we de heer Dorenbos en de stichting Schreeuw om leven, gelijk geven. Het zal waar wezen, dat deze stichting te ver ging toen zij het aborteren van ongeboren op een lijn stelde met het vergassen van Joden in Auschwitz, het blijft een gruwel een leven in de allereerste ontwikkeling, van een aantal weken, soms bijna van 20 weken, ruw te beëindigen. Het is mijns inziens te betreuren, dat men ook in zgn. christelijke milieus wel verontwaardigd is over Dorenbos, en daarbij ook zegt, dat men tegen abortus is, maar geen vlammend protest laat horen of lezen, dat er in Nederland jaarlijks tienduizenden jonge levens in wording worden afgebroken, ongeboren kinderen in de vuilniszak terecht komen. Men is dan al tevreden, als men bereikt dat een abortus niet meer mag plaats hebben na ruim twintig weken zwangerschap. Hoort men in de kringen van het CDA nog wel van verontwaardiging over deze volkszonde? En wat heeft de ChristenUnie in de tijd dat ze mee regeerde, op dit gebied bereikt?
Maar er is meer moreel verval. Meer en meer is er een wereldse levensstijl ook in kerkelijke kringen. Ook in de gereformeerde kerken vrijgemaakt. Bij het in gebruik nemen van een nieuw kerkgebouw komt het voor, dat men de niet-kerkelijke buurtbewoners hierbij betrekken wil. Men nodigt ze uit bij de festiviteiten bij de officiële opening van die plaats van gebed en verkondiging van het evangelie. Dat kan goed en mooi zijn als men de naaste voor Christus en zijn dienst winnen wil. Dat is immers ook onze opdracht. Maar het is in onze tijd ook niet zonder risico’s. Want men is bang, dat we al te duidelijk laten horen, dat we in onszelf verloren zondaren zijn en dat we alleen behouden kunnen worden als we breken met een wereldse levensstijl, de niet gelovigen zullen kwetsen, en daarom wordt de boodschap van het evangelie vervaagd en verhuld. De praktijk van het zgn. missionaire gemeente zijn wijst uit, dat men zo eerder de kerk tot de wereld bekeert, dan de wereld tot de kerk en het geloof in Christus. En er is toch geen andere naam gegeven door Wie we zalig worden dan de naam Jezus?
Nog eens, moeten de christelijke organisaties verdwijnen? Geen christelijke politieke partijen meer?
Als we zien hoe in de tijd voorafgaande aan de verkiezingen de ChristenUnie propaganda maakt, om op deze partij te stemmen dan zou je zeggen: houd er maar mee op. Men noemt in de propaganda spots de naam van Christus en zijn geboden niet of zeer terloops en dan alleen in het horizontale vlak. Maar zolang in ons land de naam van onze Zaligmaker nog kan gesmaad en gelasterd worden, door zgn. humoristische opinieleiders, zolang het kwaad van de moord op zoveel ongeboren kinderen kan doorgaan, zolang christelijke scholen zo ernstig bemoeilijkt worden als ze alleen leerkrachten willen benoemen die ernst maken met hun geloof en hun christelijke levenswandel, en die moeite hebben als ze een leerkracht willen ontslaan die er een duidelijk onchristelijke levenswandel op na houdt, zal het nodig blijven, dat er echt christelijke politieke partijen zijn.
De antithese
Het gaat er tenslotte om, dat er uiteindelijk maar twee soorten mensen zijn, de ware gelovigen en de ongelovigen. Zo zal het ook op de grote dag van het oordeel blijken te zijn, als Christus terugkomt om te oordelen de levenden en de doden. Dan zijn er alleen schapen en bokken.
En zo is het ook al in onze tijd. De grote scheiding tussen christgelovigen en ongelovigen is er nu al. En dat komt er ook hierin uit, dat ze zich apart organiseren. De scheiding is nu nog niet overal zo duidelijk zichtbaar. Ook oprecht gelovige mensen kunnen een tijdlang ver afdwalen, soms een hele periode ver van de Here afdwalen, (zie artikel V van de Dordtse Leerregels, waar David wordt genoemd en Petrus die de Here driemaal verloochende). Maar ze keren terug met bitter berouw. Met een verbroken en verslagen hart. Dat kent de wereld niet.
En dit is toch ook bijbels. Om maar enkele teksten te noemen. In Maleachi 3 vers 18:
Dan zult U het onderscheid zien tussen de rechtvaardige en de goddeloze, tussen wie God dient en wie Hem niet dient.
En in Efeze 4 vers 20 lezen we, dat wij geheel anders zijn, omdat we Christus leerden kennen. Het zij verre van ons dat we ons dan beter achten, ons verheffen, het is immers alleen vrije genade.
Ziehier enige overwegingen waarom we willen vasthouden aan wat men dan wel de verzuiling noemde en noemt. De Here beware ons bij zijn Woord.