Printen

Signalen 31

 

R. Sollie-Sleijster

28-05-16

 

Gezamenlijk vesper RKK en CGK/GKv/NGK Deventer

RD 25/05/16 – digitale versie

 

In de Maria Koninginkerk in Deventer vindt 25 mei de gezamenlijke viering van een vesper plaats. Deze viering is ter gelegenheid van de overdracht van het rooms katholieke kerkgebouw aan de samenwerkingsgemeente CGK/GKV/NGK (Christelijke Gereformeerde Kerk, Gereformeerde Kerk vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerk). Leden van het rooms-katholieke pastorale team gaan voor samen met de twee predikanten van de samenwerkingsgemeente. De invulling van de viering is met gebeden, zingen en Bijbellezing, terwijl zowel een voorganger uit de rk-gemeente, als een voorganger uit de samenwerkingsgemeente een meditatie zal houden.

 

CGK en GKV in gesprek over prediking in kerkverband

RD 24/05/16 – digitale versie

 

Twee regioavonden worden deze maand belegd (23 en 31 mei) over de prediking in het kerkverband van CGK en GKv.

Beide kerkverbanden zoeken sinds 1998 (synode CGK) en 1999 (synode GKv) naar een nauwere wijze van samenleven. Ds. D. Quant (emeritus predikant en preses van de laatste CGK synode) en ds. P. Niemeijer (predikant en oud-preses GKv synodes 2007 en 2011) gaan de eerste avond met elkaar in gesprek. Het onderwerp is de prediking.

Binnen de CGK (Christelijke Gereformeerde Kerken) staan de leerdiensten onder druk en in de GKv (Gereformeerde Kerken vrijgemaakt) gaan de preken zich steeds meer richten op het discipelschap en preken moeten vooral praktisch zijn.

 

Geestelijk

Ds Quant vraagt zich af of de drieslag ellende, verlossing en dankbaarheid nog wel overal in de preken te horen is. Het zijn de “geestelijke tonen” uit de Heidelbergse Catechismus. In het geheel van de prediking zal deze geestelijke verworteling hoorbaar moeten zijn. Als kenmerk voor de CGK preken noemt ds. Quant dat predikanten proberen de stem van God dicht bij het hart van de hoorders te krijgen: “Het liefst in het hart, maar dat is het werk van de Heilige Geest.” De leerdiensten met daarin een open Bijbel en de Catechismus stellen thema's die niet zo snel via de tekstprediking in de morgendienst te horen zijn: “Als we daar steeds meer op gaan bezuinigen ten gunste van andersoortige diensten, zal ons dat vroeg of laat een keer opbreken.” Die bijzondere diensten, zo vraagt ds Quant zich af, zoals opendeurdiensten, vriendendiensten en praisediensten, passen die wel bij het gereformeerde belijden en kunnen ze de toets van de kritiek wel doorstaan?

 

Verbondsautomatisme

Ds. Niemeijer benadrukt dat in de GKv de preken Bijbels èn eigentijds moeten zijn. Onze houding tegenover actuele trends lijkt in onze kerkdiensten bepalender dan de verbinding met de Reformatie.” Dat kan een valkuil worden, want de trend is momenteel discipelschap, maar “volgens mij is Christus de redder van de kerk door het geloof, maar vandaag lijkt het alsof de redding moet komen van het discipelschap van de leerling en van zijn attitude.”

Ons werd verbondsautomatisme verweten, maar dat heeft Niemeijer lange tijd bestreden. Maar nu denkt hij “dat we er inderdaad vanuit lijken te gaan dat onze kinderen van de moederschoot af gelovigen zijn. Waarschuwingen voor goedkope genade en crisisloos geloof zijn geen overbodige luxe.” Wat vrijgemaakten graag horen, vervolgt de predikant, zijn “praktische preken waar je wat mee kunt. Het betekent dat men geniet van hapklare therapeutische en moraliserende brokken. Het uitluisteren wat de Bijbel zegt, duurt te lang en is te saai. Bediening van de sleutelmacht is al gauw te zwaar.”

 

Toe-eigening van het heil

Dit blijft een heikel punt in de besprekingen tussen de kerkverbanden. Hoe verwerft een zondaar het heil? Niemeijer: “Wie zegt dat de GKv de ware toe-eigening van het heil niet kennen, zet ze in feite buiten het heil.” en “Waar de toe-eigening des heils het krachtigst wordt beklemtoond, is vaak de meeste mijding van het avondmaal. Laat dat niet zien dat er onderweg iets misgaat bij de toe-eigening van het heil?”

Dit punt moet volgens hem niet de enige invalshoek zijn om de verhouding tussen beide kerken af te meten. De hoorder van de preek en wat er met hem gebeurt en moet gebeuren neemt ook een te grote plaats in.

Bij een sterke nadruk op de toe-eigening des heils hoort een onderscheidenlijke prediking. Iedereen een eigen boodschap? Maar ds. Niemeijer verwijst voor het onderscheid naar Zondag 31: “Iedereen moet het doen met het ene zaad, dat gelóóf vraagt. Dat ene evangelie dat een verschillend effect heeft, omdat het door de één aanvaard en door de ander verworpen wordt.”

 

Speciaal signaal voor predikanten:

Kansel te heilig voor verhaaltjes

RD 18/05/16 – digitale versie

 

“Verhaaltjes en persoonlijke ervaringen vertel je niet op de kansel.”

De calvinistische predikant dr. John F. MacArthur (1939), sinds 1969 predikant van de Grace Community Church in Sun Valley (ten noorden van Los Angeles), wijst op het belang van goede preken. Je staat niet op de kansel voor een praatje, maar je staat daar met de Goddelijke opdracht om het Woord van God te brengen en uit te leggen. Studeren, studeren en nog eens studeren in de Bijbel. Dat gaat bij dr. MacArthur voor alles. De Woorden Gods zijn aan de predikant toevertrouwd. Daarmee bezig zijn staat bij hem dan ook op één. Dat heeft prioriteit en alle afspraken komen op de tweede plaats zolang de preken voor de zondag nog niet klaar zijn.

 

Schrift met Schrift vergelijken

MacArthur: “Schrift met Schrift vergelijken, de Bijbel is de beste uitlegger van zichzelf. Zo deed Jezus het tijdens Zijn verblijf op aarde. Zo moeten zijn dienaren dat ook doen.” Dat vraagt structuur en volharding. En geduld omdat het hart van mensen keihard is. Niet alleen de teksten kiezen die je goed uitkomen. Niet je eigen boodschap, maar met volharding werken, “want het ontkiemen van het zaad onder de grond duurt vaak langer dan het groeien boven de grond.”

 

Explosieve groei

Kerkdiensten van bijna twee uur met preken van een uur verzorgt de predikant. “Voor een gezond lichamelijk leven moet je meer dan één keer per dag eten, voor een gezond geestelijk leven kun je niet met één dienst per week toe.” zo stelt hij. De kerk is gegroeid van 600 naar meer dan 6000 en de kerkzaal (voor 2500 mensen) zit vol, om half elf 's morgens begint de tweede dienst. Daarnaast worden catechisaties gegeven en wordt de gemeente opgeroepen de zondagavonddienst te bezoeken. Jeugddiensten zijn taboe. De zorg voor jongeren heeft de kerk wel, maar het gaat om gedegen onderwijs in de Bijbel en de leer van de Bijbel. Alle andere activiteiten zijn korte termijn gericht. We moeten ons niet laten dicteren door de jeugdcultuur. De Vroege Kerk groeide vooral omdat ze geleid werd door gerijpte christenen, niet omdat ze speciale aandacht had voor de wensen van jongeren, zo voegt MacArthur er aan toe.

 

Geen goedkoop pilletje

De genade van Jezus Christus moet in de prediking worden aangeboden, maar dat is geen goedkoop pilletje. MacArthur: Veel evangelicale predikers stellen: “Kies voor Jezus en alle problemen zijn opgelost; het geluk lacht je toe.” Maar zo is het niet. Paulus begon allereerst over de wraak van God over de zonde van mensen. Hij wees op de schuld die mensen bij God hebben en die betaald moet worden. Maar dat lukt geen mens. “Een zondaar is zo ellendig dat hij ook nog het recept voor genezing niet wil aanvaarden. Hij wordt niet genezen omdat hijzelf kiest, maar omdat God hem genadig verkiest.” (–) “Dat zelf kiezen voor Jezus is goedkoop vlagvertoon. De aantallen zijn goed (bijv. bij Billy Graham) voor de aardse statistieken, maar de grote vraag is of die kloppen met de namen in het Boek des Levens, zoals dat in de hemel wordt bewaard.” Een ander punt van kritiek op Graham is diens sympathie voor rooms-katholieken. Maar MacArthur noemt Rome “een van de belangrijkste gedaanten van de antichrist. De paus noemt zich de plaatsvervanger van Christus. Dat is precies het kenmerkende dat de Bijbel zegt over de antichrist.”

 

Wat de predikant opvalt is dat Bijbelgetrouwe evangelicals zo kritiekloos de charismatische beweging hebben omarmd. Sinds de voltooiing van het Nieuwe Testament bedient God Zich van het geschreven Woord om Zijn wil bekend te maken. Bijzondere geestesgaven hebben opgehouden. De huidige charismatische beweging laat zich meevoeren met een verleidelijke geest. Bijzondere openbaringen, spreken in tongen, wonderen, het wordt ten onrechte toegeschreven aan de Heilige Geest, maar het zijn leugens en misleidingen.

 

Eindtijdprofetieën

Eindtijdprofetieën zijn vaak populair binnen evangelicale kringen, maar vaak zijn ze nergens op gebaseerd of slechts op inzichten van mensen die de Bijbel oppervlakkig lezen.

Ook de neiging om toe te geven aan de moderne tijd om zo een brug te slaan naar bijv. de evolutieleer is iets waardoor Christenen zich niet van de wijs moeten laten brengen. Het zijn leugens die bestreden moeten worden. Het gaat om het geloof in de Schrift tegenover het geloof in antitheïstische veronderstellingen. Compromissen zijn niet mogelijk, aldus MacArthur.

 

Tenslotte: Ook op ethisch terrein ziet de predikant verontrustende verschuivingen onder evangelicals. De geest van de tijd dringt door. Bijvoorbeeld de veranderde visie op de taak van de vrouw. “Een gehuwde vrouw heeft primair een taak in haar gezin.(-) Zij heeft een geweldige taak : kinderen opvoeden in de vreze des Heeren. Wie dat ondergeschikt maakt aan inkomen, carrière en zelfontplooiing, handelt tegen het Woord van God.”

 

Kort commentaar

MacArthur leerde hard te studeren, secuur te zijn in het analyseren van Bijbelteksten en vooral ook veel te lezen van dr. Charles L. Feinberg (sprak meer dan 30 talen, waaronder Nederlands, dat 'wonderlijke taaltje'. Dit laatste vooral om werken van reformatorische theologen uit de Nederlandse geschiedenis te kunnen lezen. Van Feinberg is de uitspraak:

“Wie minder dan duizend pittige theologische studiewerken heeft doorgenomen, moet niet denken dat de waarschuwing van Salomo dat veel lezen vermoeiing des vleses is, voor hem is bedoeld.” MacArthur, die in zijn jeugd overigens meer van voetballen dan van lezen hield, heeft van Feinberg de studiezin geërfd.

Van MacArthurs Study Bible zijn meer dan 1 miljoen exemplaren verkocht, evenals van zijn commentaar op het Nieuwe Testament.