Signalen 32
R. Sollie-Sleijster
04-06-16
De volgende signalen helpen ons over deze vragen na te denken.
“Calvinisme heeft veel meer dan vijf punten”
RD 30/05/16 – digitale versie
Dr. W.Robert Godfrey, kerkhistoricus en president van het Westminster Theological Seminary in Californië, vraagt onze aandacht voor het 'vijfpuntencalvinisme'. We zien een opleving van de belangstelling van evangelicals voor het calvinisme, met name voor vijf punten. Maar die vijf punten kwamen van de arminianen en de calvinisten hebben daarop in de Dordtse Leerregels hun vijf antwoorden gegeven. Het gedachtegoed van Calvijn is echter veel breder dan deze vijf punten. Godfrey hoopt daarom dat de evangelicals echte belangstelling krijgen voor het hele calvinisme en dat het geen hype blijkt te zijn, want de Amerikaanse kerkelijke geschiedenis 'huppelt van revival naar revival'.
Orthodox calvinisme was een randverschijnsel geworden binnen het Amerikaanse protestantisme. De vrijzinnigheid won terrein en bij de evangelicals versloeg het arminiaanse gedachtegoed zijn duizenden. Godfrey ziet twee oorzaken in de huidige reactie:
Lutherse invloed beperkt
Waarom terug naar Calvijn en niet naar Luther? De Lutherse invloed in Amerika is beperkt, want deze kerken zijn sterk etnisch bepaald. Zij blijven graag 'onder ons'. Maar Godfrey benadrukt dat dit bij de andere kerken in de gereformeerde traditie anders ligt. Zij staan open voor debat met de actuele theologie en de samenleving. Hij wijst op Princeton, al in de 19de eeuw een bolwerk van gereformeerde theologie. Daar ging men heen als er behoefte was aan wapens voor de verdediging van het christelijk geloof. Ook tegen de sterke aanvallen op het gezag van de Schrift zocht men in de zeventiger jaren van de vorige eeuw steun bij trouwe gereformeerde theologen.
Onvolledig verstaan
Wat vindt Godfrey van het feit dat juist baptisten het vijfpuntencalvinisme omarmen?
Hier wijst hij op de vraag wat het calvinisme eigenlijk is. Die vijf punten zijn de antwoorden op de vijf dwalingen van Arminius. Maar de Dordtse Leerregels zijn geen samenvatting van het geloof en de theologie van Calvijn. Die worden samengevat in de Heidelbergse Catechismus en de Nederlandse Geloofsbelijdenis, niet in de Dordtse Leerregels. Die zijn een prachtige belijdenis, maar bevatten slechts één thema uit de gereformeerde leer en verdedigen het geloof in de uitverkiezing.
De geïsoleerde aandacht van de nieuwe calvinisten voor de uitverkiezing heeft risico's. Het moet samengaan met een goed verstaan van de rechtvaardiging. Als dat ontbreekt, ben je geen calvinist. Ook geringe aandacht voor Calvijns opvatting van de sacramenten en zijn kerkopvatting zijn risico's. Bij onvolledig verstaan en accepteren van het hele calvinisme kun je eigenlijk niet spreken van calvinisten.
Wel is er onderscheid. Albert Mohler, president van het baptistenseminarie in Louisville is meer calvinist dan alleen een predestinatie-calvinist. Dit leidt tot problemen. Hem wordt hypercalvinisme verweten. Zijn tegenstanders zien het calvinisme van Mohler als in strijd met hun missionaire opdracht.
In veel Amerikaanse kringen bestaat bovendien geen eenheid tussen theologie en kerkelijk leven. Men kan baptist zijn en theologisch gereformeerd. Dit past bij het typisch Amerikaanse individualisme. Ook liturgie en theologie passen niet altijd goed bij elkaar, terwijl liturgie juist belangrijk is om de theologie handen en voeten te geven.
Puriteinen
Positief noemt Godfrey de hernieuwde belangstelling voor werken van puriteinen, en opvallend de aandacht voor het werk van Abraham Kuyper. Amerika is in moreel opzicht failliet. Dat vraagt heroriëntatie van christenen. Kuyper is daarvoor bruikbaar medicijn. Hij zocht naar een antwoord op de vraag hoe we als christenen kunnen overleven in een wereld die we niet meer regeren. 'Maar Kuypers idee van een christelijke politieke partij past niet in ons (Amerikaanse) politieke systeem.'
Godfrey geeft tenslotte uiting aan zijn zorg of deze belangstelling voor het gereformeerde denken toch geen hype is. Amerikanen zijn niet alleen individualistisch, maar ook pragmatisch. Als het niet werkt, als het niet leidt tot meer kerkbezoek en meer leden, dan kan de belangstelling voor het gereformeerde denken ook zo weer voorbijgaan:
“Veel veranderingen worden namelijk geïnitieerd met het argument dat ze nodig zijn uit het oogpunt van evangelisatie. Vaak blijkt echter dat vernieuwingen op de langere termijn niet werken. De ervaring leert dat een eigentijdse invulling van de kerkdienst geen ingang is naar de kerk voor buitenstaanders, maar dat die juist een uitgang blijkt te zijn voor kerkmensen.”
Zijn orthodoxe christenen voldoende zichtbaar?
Om Sions Wil – overgenomen via Kerkelijke pers RD 28/05/16
Ds. W. Visscher uit Amersfoort vraagt of orthodoxe christenen wel voldoende zichtbaar zijn in onze samenleving. Dit omdat hij onlangs een rabbijn hoorde over toenemend antisemitisme met dagelijkse beledigingen en geweld. Er zijn delen van steden waar Joden beter niet kunnen komen. Vooral de orthodoxe Joden met hun herkenbare kleding, haardracht en uitstraling zijn mikpunt van beledigend gedrag. De rabbijn pleitte voor een krachtige bestrijding van dit grote kwaad.
Maar orthodoxe christenen? Hebben wij hier ook last van? Of zijn wij onvoldoende zichtbaar in onze samenleving? Wij worden met rust gelaten, want wie herkent ons? Maar is het wel goed dat wij onze weg gaan, ongehinderd door spot en minachting? Staan er in de Bijbel ook geen andere zaken?
Misschien kunnen de mannen een zwarte hoed gaan dragen. Maar dat doet onze minister van Binnenlandse Zaken, een atheïst, ook. Dus dat zegt niet zo veel. Wat dan wel? Een hugenotenkruisje of een visje? Maar de meerderheid van ons volk weet niet wat dat betekent. Iets anders dan? Ds. Visscher ziet veel mensen die druk met hun smartphone zijn. Appjes lezen en verzenden. Dagvulling voor veel Nederlanders. De sociale media bepalen het beeld in wachtkamers, treincoupés en andere plaatsen. Zouden wij als orthodoxe christenen niet gewoon een Bijbel mee kunnen nemen? Gewoon onze reisgids door dit leven in de hand, zodat mensen kunnen zien wie we zijn, zo stelt ds. Visscher voor.
Internet stimuleert pluk-maar-raakreligie
RD 28/05/16
Eindeloos kun je preken beluisteren of toespraken volgen en leesvoer, blogs, boeken en artikelen zijn er in overvloed. Maar biedt internet alleen maar voordelen? Dit is de vraag die W.B. Kranendonk, journalist/redacteur RD, ons stelt.
“Voorheen moest je diep in je buidel tasten, wilde je een Bijbelverklaring in huis hebben, maar tegenwoordig zijn een paar muisklikken voldoende om bij de rijke inhoud van de uitleg van Calvijn of van Matthew Henry te komen. Gratis en goed doorzoekbaar. Idem voor theologische werken. (–)
Niet alleen moderne, Schriftkritische theologen geven hun mening, maar ook geleerden die in de reformatorische traditie staan, zetten hun gedachten en opvattingen om in bits en bytes.”
Maar niet alleen lof, er zitten ook minder positieve kanten aan deze ontwikkeling, zegt Kranendonk.
Citaten plukken
Dit zien we in het “National Study of Youth and Religion”, een Amerikaans onderzoek naar Jeugd en Religie, naar voren komen. Jongeren gaan op zoek naar antwoorden op werkelijke levensvragen. Maar zij zijn niet kieskeurig in wat ze selecteren en zich eigen maken. Een gedachte die aanspreekt, passen ze in hun eigen godsdienstige visie in. Kleur of keurmerk van het vaatje waaruit de theoloog tapt, maakt hen niet uit. Maar zo leidt deze pluk-maar-raakaanpak ertoe dat ieder zo zijn eigen theologie opbouwt, die nauwelijks meer aan een confessioneel kader getoetst wordt.
Daarnaast kan de preek op internet gezien worden als een alternatief voor het bezoeken van de kerkdienst.
Verleiding
Zo wijst de Amerikaanse theoloog en filosoof Douglas Groothuis op de geraffineerde strategie van de boze. Hij wijst ons op de werkwijze van Satan om ons los te pellen van de christelijke gemeente.
“De computer stilt de vraag naar geestelijk voedsel. Dat zal op termijn leiden tot de volstrekt geïndividualiseerde mens die als een vereenzaamd wezen naar het scherm zit te staren, los van God, los van Gods gemeente en los van zijn medemens.”
Te somber? Misschien wel, maar het stimuleert het individualisme. De hele wereld in huis, ook de theologische. Maar een wezenlijk onderdeel van het christelijk geloof is de gemeenschap met anderen. In de gemeente zijn de leden bij elkaar om samen te luisteren naar wat God zegt, samen te bidden, te danken en de Here te prijzen, elkaar te bemoedigen en zo nodig te vermanen (zie Hebr. 10:23-25). Laat de onderlinge bijeenkomst niet na. De kerkgang hoort, mits verhinderd door ziekte of ouderdom, bij het christen zijn. Dat kan niet vervangen worden door thuis naar een preek te luisteren.
Calvijn schrijft:
“Velen worden door hoogmoed, afkeer of naijver gedreven en komen tot de overtuiging dat ze er wel voldoende aan hebben als ze voor zichzelf lezen of mediteren. Daarom verachten ze de openbare bijeenkomsten en vinden ze de prediking overbodig” (Institutie IV, I.5).
De grote reformator van Genève wist nog niks van internet, maar hij wist wel waar het spoor van eigenzinnige, individualistische zoekers naartoe leidt: “Het loopt altijd op de dood uit wanneer men de kerk verlaat.” Kranendonk sluit af met de opmerking dat de computer nut heeft, maar geen vervanger voor de kerkdienst is, ook niet voor mensen die vooral behoefte hebben aan godsdienstige keuzevrijheid.