Printen

Vastberaden nee 10

 

D.J. Bolt

01-04-17

 

Als we el­kaar hebben erkend als ware kerken, hoe kan het dan dat we op veel plaat­sen toch nog steeds niet tot werkelijke eenheid willen komen. Of blijft het al­leen maar bij een belijden met de mond, maar komen we nooit tot een daad van kerkelijke eenheid, omdat we ons 'eigen cultuurtje' belangrijker vinden, dan de roeping van Jezus Christus. Dan moeten we elkaar ook niet nog langer voor het lapje houden en maar eerlijk zeggen, waarom we elkaar niet vertrouwen. Is er soms sprake van gebrek aan liefde en moed om de dingen die nodig zijn aan te pakken? Laten we ons werkelijk leiden door de Geest?

 

Bovenstaand letterlijk citaat, want dat is het, is een gedeelte uit een artikel in het vrijgemaakte gereformeerd kerkblad van het midden [1]. Nee, het artikel gaat niet over de kleine GKv-afgescheiden kerken maar is er haast naadloos op van toepassing. De scherpe vragen die er in staan zou ik in het bijzonder aan de GKN willen stellen. Ik wil dat graag toelichten.

 

Het GKN-synodebesluit (18 maart 2017)

 

In Vastberaden nee 9 hebben we geconstateerd dat het gesprek tussen DGK en GKN vertegenwoordigers op 17 februari jl. naar verluidt in positieve sfeer is verlopen. In een gezamenlijk persbericht werd gesteld

 

Dit [gesprek, djb] heeft over en weer verhelderend gewerkt. Duidelijk is geworden: het fundament van de kerk is Schrift en belijdenis. De kerkorde, kerkelijke rechtspraak en kerkgeschiedenis behoren niet tot het fundament zelf. 


Deze conclusie was voor ons als lid van DGK in het geheel niet verrassend natuurlijk. We hebben nooit anders geleerd en geloofd. Het fundament van de kerk is Christus. Zijn Woord en de leer daarin, samengevat in onze confessies, is de grond waarop het kerkhuis wordt gebouwd. Nooit anders geweten dus. Kennelijk was het een mooie verrassing voor de GKN-deelnemers dat te horen van DGK-zijde ...

 

Nu hebben velen in dit persbericht gelezen dat hier door de broeders over en weer werd erkend dat hun respectieve kerken daadwerkelijk op dat fundament staan. Maar die conclusie is voorbarig. Laten we horen wat de GKN-synode die op 18 maart jl. bijeenkwam, na de rapportage van hun gesprekscommissie, besloot:

  1. Met blijdschap kennis te nemen van de verklaring van de deputaten van de DGK dat alleen Schrift en belijdenis het fundament van de kerk vormen en dat op grond daarvan verdere gesprekken kunnen plaats vinden.
     
  2. Om deputaten eenheid gereformeerde belijders de opdracht te geven het oriënterende gesprek met de DGK voort te zetten. 
     
  3. Om daarbij door te spreken over de functioneren van Schrift en belijdenis als fundament van de kerk en over de katholiciteit van de kerk.
     
  4. Om aan de synode van oktober 2018 rapport uit te brengen van de voortgang van de gesprekken en dan te besluiten hoe verder te gaan.     

We veroorloven ons enige opmerkingen en vragen.

 

Gemeenschappelijk fundament?
 

De synode is blij. Met de verklaring van deputaten. Dat is natuurlijk mooi maar had de blijdschap niet moeten zijn over het feit dat De Gereformeerde Kerken ook op het fundament van Schrift en belijdenis blijken te staan? Of op z'n minst iets had moeten zijn 'herkend' van het fundament dat we delen?
Maar dat lezen we niet. En wordt ook niet bedoeld. Lees maar verder.

 

Oriënteren

 

De GKN-deputaten krijgen de opdracht oriënterend verder te praten. Kennelijk zijn gesprekken gericht op eenheid nog steeds buiten het gezichtsveld. De gesprekken tussen DGK en GKN verkeren volgens de synode nog in een voorfase van kerkelijk snuffelen aan elkaar. Waarin nog nagegaan moet worden of de DGK-kerken ook werkelijk wel op het fundament staan.
Hoe anders zou het toch geweest zijn als, op het getuigenis van de GKN-deelnemers aan het februari-gesprek, de GKN-synode tot een royale erkenning was gekomen, als bijvoorbeeld:

 

Ja broeders, we constateren met blijdschap dat we hetzelfde fundament delen. En we willen nu verder praten hoe we op dat fundament gebouwd hebben, en hoe we samen daarop verder kunnen gaan bouwen.

 

Maar nee, de GKN wil weer verder oriënteren. Daarbij worden alvast twee zaken op tafel gelegd: hoe Schrift en belijdenis functioneren en over de katholiciteit van de kerk. Prima punten, en er zijn wederzijds heel wat vragen te stellen, zie voor vragen o.a. de Acta van de DGK synode Groningen 2014. Echter het hebben van een gemeenschappelijke basis is niet erkend. Dáár zit het punt. En dat doet pijn.

 

Op de lange baan

 

We hebben met verbazing naar het laatste onderdeel (4) van het besluit gekeken. De GKN-deputaten moeten rapporteren aan hun synode in oktober 2018. 2018, anderhalf jaar vanaf nu? Terwijl elk half jaar een GKN-synode wordt gehouden, en de eerstvolgende al in oktober 2017 bijeenkomt?!

We hebben navraag gedaan: is hier niet sprake van een vergissing, een drukfout? Nee, is het antwoord, deputaten rapporteren pas in oktober 2018 en dan pas zal er weer worden besproken wat er verder moet gebeuren. GKN wil zich de komende anderhalf jaar blijven oriënteren, en dan maar es verder zien …  

 

'Vastberaden nee' volgehouden

 

R. van der Wolf

De GKN-synode van 12 maart 2016 stuurde op voorstel van ds. Van der Wolf de beruchte brief aan DGK waarin de zware veroordeling voorkomt:

 

Uw agenda [van DGK, djb] beperkt bij voorbaat de bandbreedte van het katholiek belijden en geloven en stelt kerkelijke afspraken op gelijke hoogte met Gods Woord.   

 

De brief schreef daarom letterlijk 'een vastberaden nee' tegen DGK, de titel van deze artikelenserie is er aan ontleend. Deze brief ligt nog steeds tussen de kerken en is op geen enkele voor ons waarneembare wijze teruggenomen of afgezwakt. We lezen er tenminste niets van in het besluit hierboven.
Het was nee, en blijft nee. In elk geval tot oktober 2018.
En dan maar es weer zien …   

 

Achtergronden

 

Ieder die vurig verlangt naar eenheid van gereformeerde christenen zal zich verwonderd afvragen hoe het toch kan dat dit proces zó moeizaam en traag verloopt? De vraag is langzamerhand te stellen of dit wel ooit tot iets anders zal leiden dan tot narigheid en frustraties.
Inmiddels zijn wij na vele waarnemingen en gesprekken geneigd op deze vraag ontkennend te antwoorden. We willen dat nader toelichten.

 

Onenigheid

 

In de eerste plaats, er is binnen de GKN diepe onenigheid over de vraag of het wel tot eenheid met DGK moet komen. Toen wij kritiek hadden op de genoemde brief van 12 maart vorig jaar stuurde ds. J.R. Visser ons een protesterend ingezonden:

 

Als u [DJB] er was geweest had u geproefd dat de vergadering verlangt naar een gesprek met de broeders van de DGK. Dat we juist graag het open gesprek willen aangaan om samen kerk van Christus te zijn. Er was op de vergadering niemand die zich daartegen uitgesproken heeft. Integendeel!

J.R. Visser

Het is dus echt in strijd met de waarheid om te schrijven dat de GKN geen verdere gesprekken met de DGK wil! Wij dringen er in onze brief op aan om de hindernissen die in de instructie die deputaten van de DGK meegekregen hebben op te ruimen om dat open gesprek te kunnen aangaan!  Wij zouden dat graag heel snel willen doen. Er is zelfs in onze vergadering de hoop uitgesproken dat de synode van de DGK eerder zal samenkomen om dit mogelijk te maken. Er is dus geen sprake van niet willen. Juist wel.

 

Maar met dit enthousiasme hebben we niemand van zijn collegae horen instemmen. Visser bleek een roepende in de woestijn, zijn warme woorden stierven stilletjes weg in de verte. 

Vorig jaar ruimden de DGK-deputaten binnen veertien dagen (22 maart 2016!) de misverstanden weg die kennelijk voor GKN de aanleiding waren na het allereerste gesprek met DGK al te stoppen met praten. Nu, na meer dan een jaar daarna, mag een volgend oriënterend gesprek plaatsvinden. En waarvan dan weer het resultaat over anderhalf jaar door de GKN behandeld gaat worden.
Is dat hopend verlangen?, is dat heel snel?, is dat juist wél willen?

   

Ja, we weten: er zijn (gelukkig) velen in de GKN die niets liever willen dan dat de eenheid tussen de broeders en zusters zo spoedig mogelijk wordt hersteld. Maar zij botsen tegen een muur van onwil en traineren aan. Is het een wonder dat de laatste tijd nogal wat broeders en zusters in de GKN zelf daar de consequenties van te trekken?

 

Pluriformiteit

 

Soms krijgen we de indruk dat de oude Kuyperiaanse leer van de pluriformiteit der kerk een belemmerende rol speelt in de GKN. In die leer wordt, metaforisch even kort door de bocht, de kerk gezien als een appartementencomplex waarin ieder zijn eigen optrekje heeft. En natuurlijk richten de bewoners zich daarin naar eigen smaak zo comfortabel mogelijk in. Tegelijk is je domicilie wel dat ene flatgebouw.
Toegepast op de kerk: we zijn samen één kerk, één lichaam van Christus. Ieder heeft zijn eigen kerkelijke voorkeur en voordeur. Bevalt de kleur en cultuur je niet van een kerkgemeenschap, wel dan sticht je er eventueel eentje naast met de gewenste nestgeur. Als je maar belijdt dat je samen één in Christus bent. Dan zijn kerkmuren geen echt probleem en is het al gauw activistisch als je je druk maakt om die neer te halen. Geen haast, want we zijn toch al één eigenlijk?
 

Planning

 

Nog een observatie.
In maart 2016 besloot de GKN-synode dus het eerste oriënterende gesprek met DGK niet voort te zetten. Eerst moest de DGK-synode (synode!) de opdracht aan haar deputaten wijzigen.  Die opdracht zou namelijk veroordelingen en voorwaarden bevatten die een open gesprek onmogelijk maakten voor GKN. Echter de DGK-deputaten maakten, zoals gezegd, binnen veertien dagen duidelijk, dat het niet ging om veroordelingen of voorwaarden maar om gesprekspunten.

 

Maar de GKN-synode was en is daarmee niet tevreden. Weliswaar mogen nu haar deputaten zich verder gaan oriënteren maar het resultaat daarvan staat zoals gezegd pas geagendeerd op de synodeagenda in oktober 2018. Daarmee is bewust de zaak zó gepland dat alsnog de DGK-synode van 2018 eerst de GKN-brief van maart 2016 moet beantwoorden vóór eindelijk in oktober 2018 de GKN-synode gaat overwegen of er mogelijk verder zal worden gesproken.  

Vorig jaar 19 maart scheven we al: Hopelijk neemt de lezer het me niet kwalijk, maar lijkt dit niet heel veel op een vertragingstactiek?[2] We zien hier het bewijs.

 

GKv uitstroom

 

GKN verwacht dat de mogelijke uitstroom van leden uit de GKv zich bij haar zal aanmelden. Zij hebben immers een gepropageerd profiel van 'ruimte' en 'breedte'. Daar past het meer kerkelijk denkende DGK niet goed bij.

In dit jaar van de GKv-synode Meppel waar naar verwachting ingrijpende beslissingen zullen vallen moet dus DGK een beetje uit de buurt van GKN worden gehouden. Tegelijk is een houding van starre onverzoenlijkheid ook niet aantrekkelijk voor potentiële leden. Het GKN-besluit is daarom een vondst: slechts oriënterende gesprekken (geen verplichtingen, het kan nog álle kanten op), en beslissingen wegschuiven tot achter de horizon, tot ver in 2018.

 

Vaak krijgen we te horen wanneer we aandringen op gesprekken over eenheid met DGK, dat GKN dat óók wel wil maar ja, die ziet eenheid veel breder, veel katholieker[3]. Want GKN wil eenheid met alle gereformeerden. En dan worden de christelijke gereformeerden, de hersteld-hervormden, de bonders en ger-gemmers genoemd.
Prachtig natuurlijk, wie zou dat niet willen?! Maar als het al meer dan 70 jaar niet is gelukt tussen bijvoorbeeld vrijgemaakt en christelijk gereformeerd, zou GKN - een landelijke kerkgemeenschap ter grootte van één middelgrote CGK-gemeente(!) - daarin wel slagen op korte termijn? Enige nuchterheid is toch wel op zijn plaats, lijkt ons.

En, zou het niet aanbeveling verdienen om eerst eens het oecumenisch willen in praktijk te brengen ten aanzien van een broederschap waaruit de GKN voor het overgrote deel is ontstaan en waarmee een gemeenschappelijk geschiedenis is? En de geestelijke banden in velerlei opzichten nog sterk zijn?

 

GKN-voormannen willen dus eenheid met wat wordt genoemd 'de gereformeerde gezindte'. Echter beseffen zij wel dat dit voornemen uitstromers uit de GKv zal doen overwegen dan toch maar liever 'de binnenbocht' te nemen en niet eerst lid te worden van GKN, met alle problematiek van dien? Dus zich gelijk maar aan te melden bij één van genoemde kerkgenootschappen?
Dit is geen fantasie van een opgewonden DGK-standje. Ieder kent inmiddels (vele) broeders en zusters uit de GKv die deze beslissing hebben genomen of het voornemen daartoe hebben. En als we ons niet vergissen is er zich vanuit de GKN zelf een groeiend uitstroom(pje?) aan het vormen.

 

Wanneer zal men in GKN doorkrijgen dat haar handelen bepaald geen uitnodigend karakter heeft en de zaak van Christus' kerk geen goed doet?

 

Tenslotte

 

Wij hadden zo graag gezien dat de GKN-leiding een open en royale houding zou aannemen om ook van haar kant met spoed de struikelblokken met DGK uit de weg te ruimen. En dat in ware liefde en genegenheid die bergen vlak en zeeën droog maakt, echte gesprekken worden aangegaan. Zodat we het citaat aan het begin van dit verhaal kunnen vergeten en samen uit volle borst Ps 133 zingen.

   

NOTEN

[1] Gereformeerd Kerkblad 24 maart 2017. Het artikel is van ds. H.J. Visser. Hij maakt deze opmerking n.a.v. het GTU-project (Gereformeerde Theologische Universiteit).

[2] Vastberaden nee 1 in de rubriek Kerkverband, click hier.

[3] Ds. Lourens Heres (GKN) bijvoorbeeld in zijn toespraak in Assen.