Printen

Vastberaden nee 11

 

D.J. Bolt

15-04-17

 

De vorige aflevering in deze serie artikelen heeft nogal wat reacties losgemaakt. Naast veel herkenning van mijn situatieschets ook enkele kritische reacties. Ds. J.R. Visser van de Gereformeerde Kerken Nederland (GKN) reageerde in e-mails op het verhaal. We hebben hem gevraagd zijn bezwaren publiek te maken om zo (meer) helderheid te verschaffen over het besluit van de GKN-synode m.b.t. de gesprekken met DGK. We waarderen dat hij dat heeft willen doen en plaatsen hieronder zijn open brief aan mij. Daarna geef ik er graag een antwoord op. 

 

Voor degenen die het GKN-synodebesluit dat de aanleiding vormt niet helder voor ogen hebben volgt het hier nog eens:

  1. Met blijdschap kennis te nemen van de verklaring van de deputaten van de DGK dat alleen Schrift en belijdenis het fundament van de kerk vormen en dat op grond daarvan verdere gesprekken kunnen plaats vinden.
     
  2. Om deputaten eenheid gereformeerde belijders de opdracht te geven het oriënterende gesprek met de DGK voort te zetten. 
     
  3. Om daarbij door te spreken over de functioneren van Schrift en belijdenis als fundament van de kerk en over de katholiciteit van de kerk.
     
  4. Om aan de synode van oktober 2018 rapport uit te brengen van de voortgang van de gesprekken en dan te besluiten hoe verder te gaan.     

 

Open brief van ds. J.R. Visser (GKN)

 

Beste broeder Bolt

 

Ik wil hiermee eenmalig reageren op wat u naar aanleiding van het laatste besluit van de GKN over de gesprekken met de DGK hebt

 
J.R. Visser

geschreven. Dit is mijn eerste en laatste reactie. Het gaat mij hierbij alleen om het rechtzetten van de feiten. Het verder spreken over deze dingen is weggelegd voor het gesprek met de  broeders die daarvoor door de DGK zijn aangewezen. We voeren het gesprek daar niet buiten.

 

Ik heb alles meegemaakt wat geleid heeft tot dit besluit van de GKN-synode. Ik ben heel erg teleurgesteld over uw artikel niet omdat u laat blijken dat u tegen bepaalde dingen anders aankijkt. Wel omdat u de feiten niet goed weergeeft en ons ook dingen in de mond legt die er nooit waren. Daarmee worden delen van uw schrijven laster en komen ze op het niveau van roddelbladen te staan. Ik verwijs u naar een veel geestelijker reactie. Namelijk die van broeder Johan Trip op werkenaaneenheid. 

 

Ik wijs u op de belangrijkste zaken waarin u de feiten geweld aandoet.

  1. Ds van der Wolf zou een voorstel tot een brief gedaan hebben die naar de DGK gestuurd is. Dit is onjuist. Deze brief was het voorstel van de overgrote meerderheid van de commissie die met de broeders van de DGK gesproken had.
     
  2. Er zou onenigheid zijn binnen de GKN over het wel of niet willen van eenheid met de DGK. Er zullen zeker verschillen van beoordeling zijn onder broeders zoals die er bij de DGK ook zullen zijn ten aanzien van de GKN. Maar het is pertinent onjuist om de woorden van mij uit te spelen tegenover wat er verder op de synode besproken is op dit punt. Ik roep in herinnering dat ik de afgevaardigden op de vergadering van 1 oktober 2016 publiek gevraagd heb of er de wil is om eenheid te zoeken met de DGK. Daarbij is nadrukkelijk om instemming gevraagd en door de hele vergadering gegeven.  Er is geen sprake van onenigheid. Dat is ook in artikel 28 van de acta van de synode van 1 oktober 2016 weergegeven.  Wat daar staat was in het concrete geval toegespitst op de bespreking van de gesprekken met de DGK.
          
  3. Het wordt nog erger als br Bolt schrijft dat de GKN synode het bewust zo gepland heeft dat de de DGK-synode eerst moet antwoorden. Dit zou het bewijs zijn dat we van onze kant aan vertragingstaktiek doen. Ik was de opsteller van het voorstel en daarna is er in de redactie maar niet inhoudelijk nog iets aan veranderd door de commissie. Bij het opstellen van dit voorstel was bij mij op geen enkele manier deze gedachte aanwezig. Ik heb er zelfs helemaal niet aan gedacht. Ook bij het overleg in de commissie en bij het overleg op de synode heeft het geen rol gespeeld. Al met al zegt dit meer van de gedachtegang van br Bolt dan van ons.
     
  4. Het laatste dat ik wil noemen is de gedachte die broeder Bolt ons in de mond legt namelijk dat we afstand van de DGK willen houden om makkelijker mensen uit de GKV te krijgen. Ook dat was bij mij bij het opstellen van het voorstel en ook bij de bespreking in de commissie en op de synode totaal afwezig. Het is heel vreemd dat zo gedachten in je mond worden gelegd.  Dat is in strijd met de wil van onze God, in strijd met Gods liefde en in strijd met het negende gebod. Dit is een voorbeeld van het onverhoord veroordelen van anderen en komt  in plaats van het goede gerucht over anderen verspreiden. Het gevolg is ook dat er weer obstakels moeten worden opgeruimd die niet nodig waren en weer tijd en moeite kosten.

We hopen verder te gaan met de gesprekken. Die zullen we niet in de pers voeren. Ook niet gedeeltelijk. De gesprekken zullen er zijn met de deputaten en op de synode. Wij bidden de HERE daarbij om Zijn zegen en wijsheid.

 

Ds  J.R.  Visser

 


 

Antwoord aan ds. Visser

 

Geachte ds. Visser

 

Ik ben blij dat u de moeite hebt genomen te reageren op zaken die ik in mijn vorige artikel[1] aan de orde stelde. U bent bepaald niet gelukkig met hetgeen ik daar heb aangesneden. U concludeert zelfs dat mijn schrijven op punten in strijd komt met de wil van God en zijn liefde, en met het negende gebod. Ja, het is laster en heeft het niveau van roddelbladen!
Dat is nogal wat. Een antwoord hierop kan ik natuurlijk niet schuldig blijven. Is hetgeen ik dacht waar te nemen uit mijn duim gezogen en zijn mijn inschattingen en conclusies uit de lucht gegrepen, niet op feiten gebaseerd?

 

U haalt allerlei (detail)zaken aan. Daarover heb ik al meerdere keren geschreven, en in de vorige (10) artikelen in deze serie uitvoerig toegelicht waar ik mijn conclusies op baseer. Mijn reactie op uw brief nu bestaat uit twee delen. Eerst waar het m.i. ten diepste om gaat, en daarna antwoorden op uw concrete vragen of opmerkingen. Het vraagt wat ruimte omdat u feiten wilt.

 

Waar gaat het om?

 

Ieder kan weten hoe groot de geestelijke nood is bij velen van onze broeders en zusters die nog in de GKv verkeren. Zij merken hoe groot de afval in meerdere opzichten is. Hoe het vaste fundament van Schrift en belijdenis langzaam maar zeker wordt uitgehold en vervangen door wat de moderne cultuur biedt en van ons eist. Het gezag van het Woord is in geding, velen hebben dat al aangetoond, ook op deze site. Het vrijgemaakte kerkverband is losgeslagen van zijn gereformeerde ankers en op drift geraakt. De afbraak van wat ons dierbaar was is in volle gang. De ontreddering bij velen gaat diep.

 

Deze ontwikkelingen hebben grote gevolgen voor het leven met de HEERE. Met name ook voor de wekelijkse prediking en erediensten. We kennen broeders en zusters die niet meer hun eigen kerkdiensten kunnen bijwonen omdat hun geloof wordt ondermijnd. Er soms huilend uit vertrekken. Ze zien met smart hoe een afvallige geest hun kinderen beïnvloedt en de band van het gemeenschappelijk geloof wordt verbroken. Vertwijfeld vragen zij zich af het verder moet, waar moeten we heen?

 

Dit jaar vergadert de generale synode van de GKv. Er moeten cruciale beslissingen worden genomen: over de vrouw in het ambt, over homoseksueel samenleven, over kerkelijke eenheid met de NGK. In al deze zaken is de fundamentele vraag: waar laten we ons door gezeggen: door de Schrift of de wereldse cultuur[2].

In binnen- en buitenland worden met intense aandacht de verrichtingen van deze synode gevolgd. Dringende waarschuwingen klinken om terug te keren tot het sola Scriptura. De grote vraag die ieder bezig houdt is: laten de broeders in Mennorode zich gezeggen en keren ze terug naar 'de aloude paden'? Of zal opnieuw, en nu beslissend, in de al eerder gekozen kerkkoers worden volhard?

En met nog meer kracht vragen onze broeders en zusters in de GKV zich af: waar moeten we dan heen?

 

In deze kerk-dramatische situatie zouden u, ds. Visser, en ik eendrachtig moeten kunnen zeggen als uit één mond: Kom ga met ons en doe als wij! Híer vergadert Christus zijn kerk in de eenheid van het ware geloof, en wordt verworpen alles wat er mee in strijd is.

Maar daar zit nu precies het grote probleem. Velen (echt!) melden ons dat ze het problematisch vinden om de stap te nemen naar onze kerkverbanden zolang daar oneenheid en strijd tussen heerst. Zij zien hoe beschamend moeizaam het gespreksproces tussen onze kerken verloopt. Hoe traag er gesprekken tot stand komen, hoe weinig of geen inhoudelijke vorderingen worden gemaakt. Hoe de indruk wordt gewekt dat het nou ja, zo nodig móet, maar vurige liefde om 'daad-elijk' met elkaar verder te trekken mist. Het blijft veelal bij warme woorden.

 

Dit is wat mij betreft dat het grote geding tussen u en mij, tussen uw kerken en de mijne!


De vraag die ik dus niet meer kan en wil onderdrukken is: wilt u eigenlijk wel op korte termijn verder met ons komen? Hebt u wel voldoende oog voor de grote nood van broeders en zusters die ons na aan het hart liggen? Die zich vertwijfeld afvragen: waarheen toch?

Ziet u in bewogenheid ook de interne nood van onze versplinterde kerken waardoor we aan veel noodzakelijke taken niet toekomen? En hoe noodzakelijk het is om jongeren gezonde(re) mogelijkheden en perspectieven te bieden door eenheid van onze kerken?

We laden een zware verantwoordelijkheid op ons door niet vurig van geest (Geest!) ons in te zetten voor Christus' kerk en in plaats daarvan maar wat voort te sukkelen met moeizame agenda's en toelichtingen op onderlinge brieven.

 

Daarom roep ik u, ds. Visser die ik ken als een oprecht mens, op, om met uw kerkverband de mantel van traagheid af te gooien en een andere koers in te slaan dan toe nu toe werd gevolgd.
Tot hulp van onze broeders en zusters elders, die in nood verkeren.

Tot heil van onze kerken, want we hebben elkaar zo nodig.

Tot eer van Christus' naam, ja dat vooral.

 

Mijn antwoorden

 

U stelt concrete vragen. Daar ga ik niet omheen en wil proberen ze te beantwoorden met feiten.

 

Betrokkenheid van ds. R. van der Wolf

 

Ik meen zeker te weten dat ds. Van der Wolf de opsteller is van de brief aan de DGK-synode, verstuurd door uw Landelijke Vergadering van 12 maart 2016 (deze brief duid ik verder steeds aan als De Brief). Ook de stijl van het schrijven verraadt dat. Zeker, de commissie waaraan hij zijn input gaf heeft deze besproken en vervolgens vastgesteld. En daarna lichtte ds. Van der Wolf De Brief toe op de synode waarvoor hij tijdelijk zijn voorzitterschap moest overdragen aan u als assessor van die Landelijke Vergadering.
Volgens mij zit het zo. Ik weet niet anders. Maar als ik geheel abuis ben hoor ik dat graag van ds. Van der Wolf. We bieden hem daartoe alle ruimte op deze site.

 

Onenigheid binnen GKN

 

Ja, ik constateer onenigheid binnen GKN over de vraag of er wel eenheid met DGK moet komen. Een paar observaties.

 

Voorstanders

 

Ik heb u al vaker aangehaald als een destijds enthousiast voorstander van een snelle eenwording van uw kerkverband en het mijne. Gesprekken daarover moesten zo snel mogelijk plaatsvinden. Een citaat uit uw publieke schrijven aan mij:

 

Wij dringen er in onze brief [De Brief, djb] op aan om de hindernissen die in de instructie die deputaten van de DGK meegekregen hebben op te ruimen om dat open gesprek te kunnen aangaan! Wij zouden dat graag heel snel willen doen. Er is zelfs in onze vergadering de hoop uitgesproken dat de synode van de DGK eerder zal samenkomen om dit mogelijk te maken.
Er is dus geen sprake van niet willen.
Juist wel.

 

Prachtig! Ik wil er aan toevoegen dat ik liever vandaag dan morgen samen met u (en vele GKN-leden die deze vurige wens delen) aan het Avondmaal van onze Heer zou willen zitten (uiteraard nadat wij eerst mijn vermeende zonde tegen het negende gebod hebben uitgepraat).

 

Tegenstanders

 

Maar, ik weet en hoor ook heel iets anders uit de GKN. Ook dát noem ik niet voor het eerst. Een paar dingen. Een citaat uit een gespreksverslag tussen broeders uit nu DGK en GKN[3]:

 

'Er is een kloof tussen de DGK en ons', zei ds. Van der Wolf. Hij achtte zijn gemeenten 'niet veilig' in de DGK. Deze kerken willen 'niet oecumenisch zijn', oordeelde hij. 'DGK staan niet op hetzelfde fundament. Kerk, ambt, Heilige Schrift, binding aan de belijdenis, gereformeerde kerkregering, dat is in geding'.

Ds. Hoogendoorn sloot zich daarbij aan en liet zich op vergelijkbare wijze uit: 'Wij kunnen met de DGK geen verband zoeken', was zijn conclusie.

 

Van deze beide predikanten heb ik tot nu toe publiek nooit enig ander geluid vernomen. En ook hun handelen is ermee in overeenstemming. Korte tijd na dit gesprek werd door hen een separaat zgn. voorlopig kerkverband gesticht, later GKN. De gemeente van Dalfsen (toen nog niet DGK!) werd verscheurd. De predikanten Hoogedoorn en Van der Wolf begeleidden dat.
Wat een gemiste kans om samen verder te gaan! Wat een schade is hiermee aangericht in kerkelijke verhoudingen.

 

Willen

 

U verwijst naar uw eigen toespraakje op de synode dat in de acta is weergegeven (Acta 1-10-16, Artikel 28/Contact DGK):

 

…De preses ds. Visser uit het hartelijke begeren en de wil om kerkelijke gemeenschap te zoeken met allen die op het zelfde fundament van Gods Woord en de gereformeerde belijdenis staan. De wil om samen te leven met al Gods kinderen is het startpunt van onze bespreking. Die wil is door de GS van 12 maart uitgesproken en verwoord in het schrijven aan de GS van de DGK. Die wil spreken we ook nu publiek uit. Click hier.

 

Daaruit moet blijken volgens u dat bij GKN alle neuzen dezelfde kant op staan. Maar is deze algemene uitspraak niet één die élk gereformeerd mens voor zijn rekening neemt? Wie wil niet dat al Gods kinderen die op dit Schriftuurlijke fundament staan zich verenigen? Echter de hamvraag is, waar is hier de concrete toespitsing op het 'broedervolk' DGK? Ik zie die níet. Laat staan in de link die u hier noemt met De Brief, zie hierna.

 

In dezelfde acta komt ook een verslag voor van een gesprek (29 juni 2016) tussen ds. F.J. Bijzet van de VGKSA en ds. E. Hoogendoorn, samen met anderen. Daarin wordt weer zonder blikken of blozen een stereotype beeld van DGK opgehangen alsof er geen misverstanden zijn toegelicht en rechtgezet door deputaten DGK. Citaat: 

 

De wijze waarop de DGK de kerkorde toepasten in de praktijk van het kerkelijk samenleven, alsook de gereformeerde confessie (met name op het punt van de artikelen over de [ware] kerk), getuigde niet van een katholiek gereformeerde opstelling. De indruk van de synode van de GKN (in maart 2016) was, dat de DGK de meetlat van hun eigen kerkelijk verleden en van hun interpretatie van de kerkorde aan de GKN oplegde. Officieel worden wij door hen als scheurmakers gezien, waarom het ons verbaasde dat men desondanks contact met ons wilde zoeken. Wij zijn ons bewust van het feit dat ook startpunten in het verleden bij verschillende gemeenten van ons kerkverband geen schoonheidsprijs verdienen en ons tot ootmoed hebben te stemmen. Maar wij willen met elkaar gewoon gereformeerd verder gaan. 

 

'Wíj willen met elkaar gewoon gereformeerd verder gaan'! Het rotte DGK-beeld is weer mooi bevestigd! Er is kennelijk niets verwerkt van hetgeen aan misverstanden uit de weg werd geruimd. En mocht iemand toch nog hoop putten uit de erkenning van eigen 'startpunten die geen schoonheidsprijs verdienen' en 'ootmoed', vraag dan maar eens aan leidinggevenden in de GKN of die vuile startpunten niet opgeruimd zouden moeten worden. Het antwoord is steevast: nee, dat is DGK-stuff, daar hebben wij niets mee te maken, wij zijn een kerkverband van 2009 en wassen daarom onze handen schoon in onschuld…

 

De Brief

 

De beruchte brief, De Brief, werd noch door de oktober-2016-synode noch door uw laatste maart-2017-synode teruggenomen. De Brief waarin een keihard oordeel over mijn kerken voorkomt:

 

'Uit de letter van uw acta spreekt een geest waar de gereformeerde kerken zich door heel de geschiedenis heen in kerkelijke samensprekingen ver van hebben willen houden.'[4]

 

Ik ervaar hier een echo van het boven weergegeven citaat uit het gespreksverslag van zes jaar eerder, geïllustreerd door het spreken van ds. Hoogendoorn met ds. Bijzet. Ondanks dat DGK-deputaten vorig jaar maart met gezwinde spoed (binnen veertien dagen) de misverstanden rond de DGK-acta opruimden, blijven uw synoden onder uw leiding toch De Brief met deze inhoud handhaven.
Ik herinner u er aan dat u op deze zware veroordeling bent aangesproken door o.a. verontruste GKv-predikanten maar u hebt daarop tot vandaag geen weerwoord[5].

 

Woord en daad

 

Ik zie ook zo bitter weinig in het handelen van uw kerken dat wijst op een vurige liefde en hartelijk begeren om daadwerkelijk de breuken die er tussen broeders en zusters werden geslagen zo spoedig mogelijk te helen om samen verder te trekken.
Integendeel. Nog in 2016(!) werd een alternatieve GKN-gemeente te Amersfoort, pal naast de bestaande DGK-kerk gesticht. Feiten in lijn met de aangegeven koers van uw kerken die de verwijdering alleen maar verdiepen én consolideren.

 

 

Eerlijk, ik kan dat allemaal niet meer met elkaar rijmen. Daarom nodig ik u graag uit helder te maken waar ik mogelijk dingen over het hoofd zie of volledig verkeerd taxeer. Misschien is het nog beter dat een van de predikanten Hoogendoorn of Van der Wolf dat doet. Hen spreken we immers vooral aan. En zij kennen de geschiedenis van uw kerken langer en beter.

 

Planning en timing

 

Inderdaad concludeerde ik dat de behandeling van de rapportage van de GKN-deputaten zo is gepland dat eerst de DGK-synode een uitspraak over De Brief moet hebben gedaan. Ja, ik kom er maar rond voor uit: ik denk dat hier sprake is van bewust wachten met een volgende bespreking van de zaak van eenheid tot na de DGK-synode van voorjaar 2018. U geeft aan dat er bij u geen enkele gedachte daaraan is geweest. Ik wil u geloven op uw woord. Maar de signalen die ik krijg en de feiten wijzen in een andere richting. En laten we het rijtje data nog maar weer eens te voorschijn halen.

  1. Juni 2015
    DGK zenden een uitnodiging naar GKN voor een open gesprek.
     
  2. September 2015
    GKN besluiten om een oriënterend gesprek aan te gaan met deputaten DGK.
     
  3. Januari 2016
    Het oriënterend gesprek vindt plaats tussen afgevaardigden van DGK en GKN.
     
  4. Maart 2016
    De GKN-synode stuurt een brief, De Brief, naar de DGK-synode 2018 o.a. met het verzoek eerst de instructie aan hun deputaten te wijzigen. In deze instructie staan oordelen over de GKN die een open gesprek in de weg zouden staan. 
     
  5. Maart 2016
    DGK-deputaten sturen binnen veertien dagen een brief naar de GKN-synode waarin wordt aangegeven dat de punten in hun instructie geen oordelen of voorwaarden inhouden, het zijn gesprekspunten.
     
  6. Oktober 2016
    De GKN-synode laat een commissie een reactie voorbereiden op de brief van DGK- deputaten.
     
  7. December 2016
    De GKN-synode besluit om een mondelinge toelichting te gaan geven op De Brief die de GKN in maart 2016 heeft verzonden aan DGK.
     
  8. Februari 2017
    GKN geeft DGK een toelichting op De Brief. Geconstateerd wordt dat kerken op het fundament van de Schrift en de gereformeerde belijdenis moeten staan.
     
  9. Maart 2017
    De GKN-synode besluit tot oriënterende gesprekken met DGK tot oktober 2018.
    De Brief aan de DGK-synode wordt niet teruggenomen.

     
  10. Voorjaar 2018
    DGK-Synode zal De Brief van GKN-synode (landelijke vergadering) maart 2016 alsnog moeten behandelen.
     
  11. Najaar 2018
    GKN synode zal volgens de planning (zie synodebesluit) resultaten van oriënterende gesprekken met DGK behandelen. En het DGK-synode antwoord op De Brief op de agenda zien staan.  

Iedereen met gevoel voor timing zal de logica van deze planning, m.n. van de laatste drie items, inzien: eerste De Brief behandelen en dan zien we wel weer. Die gedachte over timing wordt ook gesteund door uw eigen toelichting op de gesprekken met DGK in maart vorig jaar. Ik citeer uit een door uw kerken verspreid en door ons vertaald Engels persbericht dat bedoelde 'het buitenland' voorlichting te geven over hoe door de GKN synode (landelijke vergadering van 12 maart 2016) is gesproken over kerkelijke eenheid: 

 

Verschillende gevoelens en meningen worden geuit, ook het voorstel om de DGK deputaten te verzoeken ernstig te proberen de DGK Synode eerder bijeen te roepen om met deze zaak te handelen, aangezien dat mogelijk is volgens de DGK instructies. De DGK deputaten weten zich aan hun instructies gebonden, die alleen door de DGK Synode kunnen worden herzien en als GKN kunnen wij niet tussen beide komen in die verantwoordelijkheid.[6]

 

Alleen door de DGK-synode. Precies, pas dán kan natuurlijk in het najaar 2018 de GKN-synode weer verder. Mogelijk met verdere gesprekken.


Maar zoals eerder aangegeven (gebeurtenis 5), DGK-deputaten hadden al in maart vorig jaar de blokkades weggeruimd voor een verder gesprek met GKN. Daar is helemaal geen DGK synode-uitspraak voor nodig. Waarom dan toch weer anderhalf jaar(!) wachten voor er op synodeniveau gesproken kan worden over het resultaat van slechts 'oriënterende gesprekken'?

 

Graag zou ik van u, ds. Visser een plausibele verklaring vernemen van de achtergrond hiervan zodat ik tot een andere conclusie kan komen. Ik wil dat echt graag maar zoals het er nu voorstaat kan ik dat niet

 

Tot slot

 

Deze hele gang van zaken heb ik jarenlang met verdriet en frustratie waargenomen. En nu weer ruim drie jaar na het eerste verzoek van DGK bespreekt uw synode pas het resultaat van uw oriënterende gesprekken. Ik vraag u: leg dat nu toch eens aan tegen de urgentie die ik in het eerste deel van deze brief heb proberen aan te geven…

Vaak heb ik mij weerhouden en laten weerhouden, om vingers op zere plekken te leggen. Maar nu is het wat mij betreft meer dan tijd om helderheid van u te ontvangen. Zoals ik het nu waarneem houdt GKN inderdaad bewust afstand tot DGK. Ik kan er niets anders meer van maken.

 

Tegelijk koester ik hoop. Want ik schat in dat er velen zijn in DGK én GKN die wél, juist wél, zo spoedig mogelijk weer kerkelijk samen de Heere willen dienen. En die daar ook daadwerkelijk stappen voor willen ondernemen. Vóór het te laat is.
Wat zou het mooi zijn als het handelen van de eerstvolgende synode van GKN, oktober 2017, bewijst dat ik helemaal ongelijk heb gehad met mijn brief aan u. Bijvoorbeeld doordat De Brief van tafel wordt genomen en van oriënterende naar echte gesprekken gericht op eenwording wordt overgegaan!
Ik zou u mijn excuses aanbieden.

En de Heere op mijn blote knieën danken.

 

Met hartelijke broedergroet,

 

D.J. Bolt

 

NOTEN

[1] Vastberaden nee 10, rubriek Kerkverband, click hier.

[2] Ook NGK gezien allerlei zaken die daar allang breed zijn aanvaard als de vrouw in alle ambten, (homo)seksuele samenlevers aan het Avondmaal.

[3] Alle citaten zijn uit het 'Verslag van de afgevaardigden Gereformeerde Kerken Nederland (GKN) met kerkenraad Geref. Kerk Dalfsen (dolerend) op woensdag 23 juni 2010 in de "Ichthus" te Kampen'. Notulist br. A.J. Wijma, Kampen.

[4] Een ander onderdeel van De Brief:
'Broeders, tegen de agendapunten en de onderwerpen die volgens de [DGK-, djb]Acta Groningen 2014 aan de orde gesteld, onderzocht en beantwoord moeten worden, zeggen we als kerken vooraf principieel nee. Wij willen u, in de liefde voor de Here Jezus en voor u, ook graag uitleggen waarom we dit vastberaden nee laten horen. Wij wijzen uw agenda af, omdat wij Gereformeerde Kerken zijn en dat ook graag willen blijven.  De agendapunten die u aandraagt spreken grotendeels en merendeels van een intentie om boven de Schrift uit te binden aan uw interpretatie van de K.O., uw handelwijze in het verleden en uw kerkelijke traditie tot op heden.  Boven wat er in artikel 29 NGB staat over de kenmerken van de ware kerk, wilt u met betrekking tot de grondslag spreken over eventuele verschillen over het samenleven naar de gereformeerde kerkorde ten aanzien van onderscheiden onderwerpen.'

[5] Evaluatie Landelijke Dag 2016.

[6] Heel juist, ieder zijn eigen verantwoordelijkheid. Maar ik zou wel graag een toelichting willen op de achtergrond van deze 'binding' door GKN.