Printen

500 Jaar Reformatie

 

N. van Dijk

07-10-17

 

In zijn boek Geborgen in traditie schrijft priester-hoogleraar Antoine Bodar waardevolle dingen. In het hoofdstuk ‘Verdeeldheid’ haalt hij het gebed van de Here Jezus om eenheid aan (Joh. 17). Hij voelt zich verbonden met orthodox-protestanten-lezers van het Nederlands Dagblad en het Reformatorisch Dagblad. “Zij worstelen werkelijk met Jezus’ leer omtrent Zijn verzoek, en meer nog met de bede en eis om met alle andere christenen weer één te worden”

 

Als hij het heeft over Luther is de stellige overtuiging van Bodar dat de Kerk zeker hervormd moest worden, maar dan van binnenuit.

 

“Hadden in de uitgaande jaren van de vijftiende eeuw de hoogwaardigheidsbekleders van de Kerk geluisterd naar de prediking van de Dominicaanse priester Girolamo Savonarola in Florence, de hervorming zou al kloek ter hand zijn genomen. In plaats daarvan was hij door de Borgia-paus Alexander VI in 1497 geëxcommuniceerd en in 1498 als ketter verbrand”.

 

Over  de Kerk als instituut schrijft hij:

 

“Zou de Kerk als instituut voorbij zijn? Groter onzin heb ik niet gehoord. Kennelijk een Hollandse vraagstelling van mensen die altijd alles beter menen te weten. De Kerk is niet slechts het instituut van zondige en nog zondiger lieden, de Kerk is Christus’ bruid en lichaam dat Hij als gemeenschap steeds opbouwt en waarvan Hij de bruidegom is (Ef. 5:25) en het hoofd (Ef. 1: 22-23). Beide bestanddelen van de Kerk zijn te onderscheiden, niet te scheiden. Zij blijft wereldwijd zichtbaar – derhalve ook institutioneel. Jezus heeft beloofd met haar te blijven tot aan het einde van de tijden. Geen reden om daaraan te twijfelen.

Reden evenwel naar de eenheid onder de christenen te streven, zoals Hij ons heeft gevraagd. Het is de verdeeldheid onder de christenen die leidt tot verstarring omdat het hun ontbreekt aan deemoed en omdat velen volharden in het louter eigen gelijk. De werving van de Kerk is haar echtheid, haar eerlijkheid, haar getuigenis. Zij is als bruid geroepen waardig te zijn aan haar bruidegom. Zij huwt nooit met een bepaalde tijd. Met Christus gehuwd zou zij anders spoedig weduwe zijn. Trouw aan haar bruidegom – teken van tegenspraak geheten – dingt zij niet naar de gunst van lieden in een bepaalde tijd of in een bepaald land. Zij zoekt geen aantrekkelijkheid en vreest geen verstarring. Zij leeft van de verkondiging van Gods Woord, van de viering van de liturgie, van de betrachting van de liefde. Als Christus’ lichaam en Zijn bruid blijft zij heilig, als menselijk instituut blijft zij zondig. De zondigheid van haar leden verzwakt de Kerk en maakt haar voor buitenstaanders ongeloofwaardig”.

 

Bodar noemt vijfhonderd jaar Reformatie geen reden tot viering, maar reden tot herdenking van de zonden van de Kerk. Reformeren moet de Kerk zich steeds totdat zij als instituut de zondigheid achter zich laat en

 

“als ongerepte bruid en volkomen lichaam van Christus overblijft. Dat zal eerst zijn wanneer Hij wederkeert en de Kerk als zichtbaar teken wordt opgeheven”.

 

Bij de vraag: Reformatie – vergissing of vooruitgang? antwoordt Bodar  “Wegens hervorming vooruitgang, wegens scheuring vergissing”.

 

***

In het Gereformeerd Kerkblad ‘De Bazuin’ schrijft ds. M. Dijkstra een artikel:  500 jaar Reformatie: reformatiefeest of reformatieroes?

Op weg naar 31 oktober 2017 worden er allerlei activiteiten georganiseerd die verband houden met het vieren en gedenken van 500 jaar Reformatie. Reizen, tentoonstellingen en conferenties worden georganiseerd. Op de website www.refo500 is van alles te zien.

 

Wat de predikant opvalt is de verbroedering van allerlei protestanten en rooms katholieken bij de verschillende activiteiten. Men wil de verschillen achter zich laten en de blik richten op een gezamenlijke toekomst. Dijkstra vraagt zich af of het Schriftuurlijk onderscheidingsvermogen bij velen vandaag niet verzwakt is. Zo zou in het kader van 500 jaar Reformatie in februari een afvaardiging van de Evangelische Kerk in Duitsland (EKD) een bezoek brengen aan de paus om zo te streven naar een oecumenische herdenking, en een samen oplopen met de Rooms-Katholieke Kerk. Zo wilde de EKD het voortouw nemen in de wereldwijde oecumene.

 

In het vervolg van het artikel stelt Dijkstra de vraag waar het  bij de Reformatie ten diepste om ging. Welke motieven hadden Luther en Calvijn? Het was hun te doen om reformatie van de kerk. Terugkeer naar de gehoorzaamheid aan het Woord van God, boven menselijk woord, paus, kerk en traditie. Dat moet het hoofdmotief zijn bij de herdenking van 500 jaar Reformatie.

De predikant vraagt zich af of dit hoofdmotief wel genoeg aan de orde komt.

 

“Willen we echt zien waar het nu om ging bij de Reformatie en wat  écht verbroedert, dan zullen we het samen eens moeten zijn over de inhoud, over wat we gedenken als hoofdzaak”.