Printen

GS Meppel Verslag 21 – GKv/NGK fusie Kampen 1

 

D.J. Bolt

18-11-17

 

In de Nederlands gereformeerde Nieuwe Kerk te Kampen vergaderden de gecombineerde synodes van de vrijgemaakt-gereformeerde kerken (GKv) en de Nederlands gereformeerde kerken (NGK). De vergadering behandelde een vijftal conceptvoorstellen m.b.t. de eenwording van deze kerkengroepen. Na de middagsessie werd 's avonds het gebeuren feestelijk afgesloten met een kerkdienst waarin voor ieder die dit wilde het Avondmaal kon worden meegevierd.

 

We geven een verslag van de zitting van de combisynode met alle toespraken van alle synodeafgevaardigden die het woord wilden voeren, en dat in extenso. We vermelden daarbij alleen de achternamen van de afgevaardigden gezien de vaak onvolledige aanduiding door de voorzitter. Verder voeren we geringe tekstuele aanpassingen door, waar de spreektaal te zeer botste met correct Nederlands en mogelijk tot misverstaan zou kunnen leiden. 


 

Opening

 

Voorzitter ds. W. Smouter opent de vergadering.

 

Appel nominaal

 

Er blijken 31 GKv- en 28 NGK-afgevaardigden aanwezig te zijn.

 

Toelichting conceptbesluiten

Ds. Harmannij, GKv-synode scriba 1


Ik ga er vanuit dat u, in elk geval de afgevaardigden, de voorstellen gelezen hebben. Ik wil u attenderen op een aantal onderdelen, waarom het zo is neergezet en wat daar voor verhaal achter zit.

 

Besluit 1

het verlangen uit te spreken om zo spoedig mogelijk te komen tot één kerkgemeenschap, op basis van de Schrift als woord van God, in gebondenheid aan de Gereformeerde belijdenisgeschriften en ingericht volgens de beginselen van het Gereformeerde kerkrecht.

 

Gronden:

  1. De Heer van de kerk heeft onze harten tot elkaar gebracht, waardoor de uitnodiging van de landelijke vergadering van de NGK door de generale synode van de GKv royaal kon worden aanvaard.
  2. Na deze ontmoeting willen we tot eer van God verder gaan op weg naar eenheid.
  3. Met vreugde herkennen we over en weer de inzet om trouw te blijven aan de Schrift en de Gereformeerde belijdenis.
  4. In de vormen van het kerk-zijn baseren we ons beide op het Gereformeerde kerkrecht, waardoor onderlinge verschillen goed overbrugbaar zijn.

Het woord kerkgemeenschap is met opzet gekozen. Je zou ook kunnen zeggen één kerk. Maar terecht heeft iemand vanmorgen al gezegd: 'het maken van één kerk is niet ons werk'. Dat heeft de Heere Jezus gedaan. Hij heeft met zijn lijden en offer het fundament gelegd. En ooit komt Hij terug en dan zal het één kerk zijn. Het motto van deze dag is ook: 'onderweg naar één kerk'. En ik nodig u uit om dan niet te denken aan zes jaar, alsof dát het einddoel is, als we maar bij elkaar zijn dan is het goed. Het motto van onderweg naar één kerk als Jezus er ooit is. Tot die tijd hebben we heel veel plaatselijke kerken.

 

Het zit in onze gereformeerde genen, hoe belangrijk het is dat we zelfstandige plaatselijke kerken hebben. En dat delen we ook, dat is niet typisch NGK, ook niet typisch GKv, dat zijn onze gezamenlijke wortels, die zelfstandige plaatselijke kerken. Maar die hebben elkaar wel gevonden, juist omdat je onderweg bent naar één kerk. Omdat je onderweg bent naar die ene Heer. En daarom zoeken we elkaar op. Zo hebben we ook het verlangen om elkaar te vinden. Dus we zitten niet in één kerk, we worden ook niet één kerkgenootschap, maar het meer algemene woord 'kerkgemeenschap'. En hoe je dat verder invult kan heel spannend zijn. Maar dat het vooral ingevuld wordt door de Geest van Christus. Hij die gekomen is om ons één te maken in het ene getuigenis.

 

Een volgend punt ook in besluit 1, is het woord verlangen. Dat is iets van je hart, het is tegelijk iets, dat je zegt: 'ja OK, maar wat gebeurt er nu?' Wij besluiten vandaag nog niet dat we een gaan worden. Waarom besluiten we het niet? Omdat het niet binnen ons mandaat ligt. De generale synode aan de ene kant en de landelijke vergadering aan de andere kant hebben elkaar uitgenodigd, zij hebben die uitnodiging over en weer ook aanvaard en zijn nu samengekomen. Maar we gaan nu niet besluiten: 'hé, fijn dat we elkaar gevonden hebben, dat leggen we nu terug in de kerken, de zelfstandige plaatselijke kerken; en op de volgende synode en landelijke vergadering kunnen die eventueel besluiten om: inderdaad we gaan nu ook over tot kerkelijke eenheid, hoe dan ook.'

 

Betekent dit dat het in 2020 rond zal zijn? Ik denk het niet. Want er zal heel wat dienen te gebeuren, o.a. ook dit. Stel voor dat we in 2020 alle plannen rondkrijgen en alles wat erbij komt geregeld is, het alles in kannen en kruiken is, stel even voor. Het is zeer de vraag of dat lukt, hoor. Maar dan nóg zou je na 2020 nog weer gelegenheid moeten geven aan de plaatselijke kerken: 'kijk er nu naar, leef er in mee'. Want inderdaad wij horen als kerken bij elkaar. Het moet niet een fusie worden die je van bovenaf oplegt. Het moet niet een kerktoren worden die tot in de hemel reikt, dat lijkt meer op Babel. Het moet meer worden iets dat uit de hemel op ons neerdaalt, dat wij ontvangen van God, en dat gedragen wordt in de plaatselijke kerken.

 

Ondertussen staat er wel om het verlangen uit te spreken om 'zo spoedig mogelijk' te komen tot. Wat is dat? Dat is gewoon dat je verlangt. We kunnen nog niet besluiten maar we verlangen wel. Dat is niet een verlangen 'nou ja wie weet of het ooit wat wordt en we kijken nog wel eens'. Maar we hebben zolang om elkaar heen gedraaid en we zijn zó blij met elkaar. Dat heb ik ook ervaren in juni toen dit voor het eerst op de vergadering kwam. We ervaren het gewoon als een opluchting van 'hè hè eindelijk durven we de wissel om te zetten laten we die kant opgaan'. Nou, daar zit ook in van  'laten we nu niet langer treuzelen want er is nog genoeg te doen'. Overhaast werken lukt gewoon niet met dit gebeuren daarvoor is het ook veel te complex, daarvoor is het ook veel te gevoelig waarschijnlijk. Maar laten we wel zeggen: 'het zou mooi zijn als het bij wijze van spreken niet alleen vandaag maar ook morgen en overmorgen, als we komende zondag bij wijze van spreken al samen de Heere konden dienen'. Nou, dat verlangen zit er in dat 'zo spoedig mogelijk'. Denk alstublieft niet zoals sommigen het lijken te lezen: 'het moet maar effe snel gebeuren, overhaast', maar juist van: 'hé we doen het echt hoor', niet 'we doen het ooit wel eens een keer' maar 'laat het maar gebeuren'.

 

Verder vindt u ook alleen in besluit 1 de criteria genoemd. Andere criteria worden niet genoemd. Je zou natuurlijk ook kunnen noemen: 'nou ja, het blijft wel belangrijk dat meteen wordt vastgesteld dat plaatselijke kerken niet worden gedwongen om samen te gaan'. Dat wordt ook al gevraagd. Of dat we niet gedwongen worden om allemaal dezelfde liederen te gaan zingen en dat soort dingen. Kun je het allemaal over hebben, komt later wel. De enige criteria die voor ons van belang zijn waar we elkaar ook op gevonden hebben is de trouw aan Gods Woord, het luisteren naar wat de Heere zegt, en je dus ook samen willen binden aan de gereformeerde belijdenis. Zo hebben we elkaar gevonden en op die basis gaan we nu ook verder werken.

 

Besluit 2

met het oog op deze eenwording een regiegroep (RG) in te stellen met de volgende opdracht:

  1. Geef stuur aan het proces van hereniging en communiceer hierover regelmatig met de kerken.
  2. Inventariseer wat wanneer nodig is om de eenwording mogelijk te maken en zie toe op een tijdige uitvoering van deze werkzaamheden.
  3. Inventariseer welke deputaten, commissies of bijzondere kerkelijke organisaties werkzaam zijn op de terreinen die raken aan de eenwording, en betrek ze bij dit proces.
  4. Zie erop toe dat de werkzaamheden van de onder c genoemde instanties onderling convergeren en tezamen een consistent en afdoende geheel opleveren.
  5. Stem af met deputaten kerkelijke eenheid (GKv) en de commissie voor contact en samenwerking (NGK) inzake de uitvoering van hun opdrachten om de plaatselijke kerken, regionale vergaderingen en classes aan te moedigen en te steunen bij de groei naar eenheid.
  6. Rapporteer voor 1 januari 2020 aan de generale synode en de landelijke vergadering.

Besluit 2 laat zien dat we het niet laten bij alléén verlangen. We nemen vandaag nog niet het besluit om een te worden maar we nemen wel het besluit om te zeggen: 'laten we in ieder geval wanneer de kerken over drie jaar durven besluiten we gaan over tot eenheid, dat ze in ieder geval al heel wat werk gereed zien'. We gaan dus heel wat voorwerk verrichten. En daarvoor is de regiegroep om dat in werking te zetten.

 

Wat doet de regiegroep? Heel veel, maar ook weer heel weinig. De regiegroep is niet de club die het even gaat bedisselen. Het is juist veel meer de club die a.h.w. het centrum wil zijn om te zien: 'wat gebeurt er allemaal in het land?' Want overal is er activiteit gelukkig, op allerlei niveaus zie ik ook al samenwerking. Hou dat in de peiling, stimuleer dat zodat mensen elkaar vinden. Zorg dat er inderdaad iets moois opgang komt. Laat er een centraal punt zijn waar die lijntjes bij elkaar komen. Dat is de regiegroep.

Die stuurt het wel aan maar die is niet de club die even vanuit een vergaderzaal alles gaat bedisselen en u hebt het maar, ja, te accepteren. Zo werkt het niet in de kerk. Als je zelfstandige plaatselijke kerken hebt dan is het kerkverband dienend, ondersteunend. Ook op dit punt is het ontzettend belangrijk dit vol te houden. Anders worden we straks vreemden in een huis waarvan men zegt dat het ons huis is, maar het is alleen maar door anderen opgebouwd. Laat het het huis van de Heer zijn waar wij vanwege de Geest van God ons samen thuis voelen.

Nog een paar kleinigheden.

 

Besluit 3

  1. de onkosten van de regiegroep te laten vergoeden door de deputaten financiën en beheer van de GKv, die op hun beurt 22 % van deze kosten zullen doorberekenen aan de financiële commissie van de NGK;
  2. de regiegroep opdracht te geven om zo spoedig mogelijk een begroting te ontwerpen en deze ter goedkeuring voor te leggen aan de deputaten financiën en beheer van de GKv en de financiële commissie van de NGK.

In besluit 3 vindt u een onkostenverdeling en u zult wel raden dat dat te maken heeft met het verschil in ledenaantal. En we verwachten dat het op die manier ongeveer gelijk verdeeld zal zijn.

 

Besluit 4

de reeds verstrekte opdrachten aan deputaten kerkelijke eenheid (GKv) en de commissie voor contact en samenwerking (NGK) aan te vullen met deze opdracht, dat zij hun taken in het traject van hereniging van GKv en NGK, uitvoeren in afstemming met en onder verantwoording aan de regiegroep.

 

Besluit 4 is toegevoegd om duidelijk te maken: 'hé, hoe is nu de verhouding tot de bestaande gremia?' Je hebt al een deputaatschap kerkelijke eenheid bij de GKv, je hebt een commissie voor contact en samenwerking bij de NGK. Is dit nu een regiegroep die er onder hangt? En regiegroep die er boven zit? Als je haar er onder en er boven wilt hebben dan zou je kunnen zeggen dat hij erboven zit. Maar we hebben met opzet de term gebruikt van 'in afstemming met' en 'onder verantwoording aan'. Het gaat er niet om te heersen over elkaar maar wel dat je uiteindelijk weet: 'waar worden de knopen doorgehakt'. En waar wordt duidelijk wat we uiteindelijk met elkaar besloten hebben en welke kant we met elkaar op moeten.


Dat zijn mijn eerste opmerkingen bij de besluiten.

 

Bespreking

 

[Voorzitter ds. Smouter beperkt de spreektijd van de afgevaardigden tot '2 minuten maximum']

 

Gerritsen, NGK

Met de voorstellen zoals die er nu liggen, kan ik op zichzelf wel instemmen. Maar mij bekruipt wel het gevoel dat de vraag om de plaatselijke gemeenten erbij te betrekken en op plaatselijk niveau te zoeken op welke manier samengewerkt kan worden en hoe daar tot eenheid gekomen kan worden, eigenlijk ondergeschikt dreigt te raken aan alle discussies rond structuren en commissies. Dus ik zou dringend willen vragen om in ieder geval uit te spreken dat de opdracht van de regiegroep is om met de plaatselijke kerken in gesprek te gaan, dan wel die te stimuleren om met elkaar te zoeken op welke manier je lokaal tot eenheid kunt komen. Dank u wel.

 

Roth, GKv

Ik heb een punt van aandacht. De voorstellen zoals die geformuleerd zijn, daar kan ik wel mee uit de voeten. Maar ik merk aan datgene wat er vanochtend gezegd is en besproken, dat het heel vaak gaat over het spreken met elkaar van GKv richting de NGK en het spreken van NGK richting de GKV.

Maar er zit ook nog een heel andere dimensie die ik graag zou willen meegeven aan de regiegroep. En dat is deze, dat de mensen die aan het begin stonden van de scheuring en nu nog leven - waarvan Melle Oosterhuis een goede illustratie daarvan is – en die veranderd zijn van mening maar in de loop van de tijd wél hun eigen achterban, hun eigen gemeentes ook op een bepaalde manier hebben gevormd vanuit de bestaande opvattingen van toen. En misschien zeg je op dit moment wel: 'we hebben ze misvormd, we hebben ze beschadigd'. Als je het hebt over verantwoordelijkheid nemen en uitspreken wat niet goed is gegaan t.o.v. de andere kerkgemeenschap dan denk ik dat het ook heel belangrijk is om naar je eigen achterban te kijken en te zeggen: 'wat hebben we binnen de eigen gemeenten, wat hebben de kerkelijke leiders met hun eigen gemeentes gedaan?' Dat daarin, zeg maar ruiterlijk, man en paard worden genoemd. En misschien daar dan ook wel een vorm van verootmoediging en excuus naar de eigen gemeente moet worden uitgesproken.

Ik wou dit meegeven als aandachtspunt.

 

Heij, GKv

Ik had het voorbereid maar zal ter wille van de tijd een stukje overslaan. Waar ik vooral aandacht voor wil vragen is ook in de lijn van wat Robert Roth zegt.

We horen en lezen de laatste tijd nogal over mensen die spijt betuigen, erkennen of belijden van schuld, over het al dan niet excuses moeten maken, over vergeving moeten vragen voor fouten in het verleden. Dat wordt ons zowel binnen als buiten de kerk voorgehouden. Wij hebben in onze vergaderingen als generale synode van Meppel vooral gesproken over wat ons verbindt met de NGK. We hebben niet zo zeer stilgestaan bij de oorzaken van ons gescheiden optrekken. Dat is vanmorgen hier wel gebeurd.

 

Dat onze wegen kerkelijk uiteengingen is begonnen op de synode van Amersfoort-West. Van die synode was mijn vader eerste scriba. In de acta kunnen we nalezen hoe het toen allemaal is gegaan. Ook daarna zijn door diverse kerkelijke vergaderingen, plaatselijk, regionaal en landelijk uitspraken gedaan en besluiten genomen. Ik weet niet of daar enig overzicht over bestaat. Maar dat er grote verwarring ontstond en er veel emoties speelden, is helder. Ik vermoed dat als alles zou worden geanalyseerd wat in die jaren gebeurd is, er bij beide zijden ernstige tekortkomingen zijn aan te wijzen.

 

Ik zou de regiegroep de vraag willen meegeven of een diepgaand onderzoek naar de gebeurtenissen in het verleden nodig is. Enerzijds om tot verzoening van onze kerken te kunnen komen en pijn weg te nemen, en anderzijds om eerdere door een generale synode genomen besluiten eventueel terug te nemen. Persoonlijk vrees ik, en ik denk dat ik daarin niet de enige ben, dat als we tot een werkelijk onderzoek zouden overgaan, we op heel veel onmacht stuiten en op teveel pijn om objectief te kunnen oordelen. Ook al zouden we wel willen, kunnen we dat alsnog ontrafelen?
Toch vraagt de Heer van de kerk wel van ons dat we elkaar onze zonden belijden, concreet en met een oprecht hart. Niks geen hoogmoedigheid, en 'toch had hij meer ongelijk dan ik'. Ik bepleit geen houding van 'laten we er zand over gooien en verdergaan'. 

[interruptie voorzitter, afronden]

Dan rond ik af, dan wil ik afronden met dit. Die vragen houden mij bezig. Zelf vind ik het moeilijk om verder te gaan en ik zou het fijn vinden als de regiegroep daarover kan nadenken en aan de volgende synode eventueel een advies uitbrengen hoe dat verder zou moeten.

 

Hoekstra, NGK

Voorzitter, ik zal proberen tempo te maken. Bijna exact vijf jaar geleden verscheen een gemeenschappelijk themanummer van de bladen De Reformatie en Opbouw, werd door een aantal mensen verteld over hoe de kerk er in hun dromen uit ziet. Gedroomd werd van leven uit liefde, genade, gemeenschap, gastvrij en missionair zijn. En vooral ook dat de kerk zelf een boodschap is voor de wereld.

Ook gedurende het afgelopen jaar werden in het blad Onderweg, de inmiddels gefuseerde De Reformatie en Opbouw, veel mooie dromen en verlangens uitgesproken over hoe we graag zouden zien dat de kerk er nu en in de toekomst uitziet. In de mooie overdenking van ds. Melle Oosterhuis op de site van onderwegnaar1kerk wordt ook over de kerk gedroomd na een prachtige ervaring in de natuur. Gods openbaring in de schepping, daarvan wordt de wens geuit om dát meer te willen onderkennen in de kerk van de 21ste eeuw. Namelijk het onbevangen onderweg zijn, en af te leren alles van te voren dicht te timmeren, en van de kerk een plek te maken die alleen geschikt is voor een bijzonder soort mensen. In deze dromen gaan we graag en van harte mee.

 

We betreuren daarom ten zeerste de gekozen formulering van conceptbesluit 1. Waarom daar toch zo angstvallig de vrijheid beperken die we in Jezus hebben gekregen? Vele leden en ook gemeenten zowel NGK als GKv voelen zich allang niet meer geheel of gedeeltelijk gebonden aan de oude belijdenisgeschriften en de overregulering van het gereformeerde kerkrecht. Het enige boek dat naast de Bijbel in lijn gezet mag worden is wat ons betreft het boek van de natuur, Gods schepping. En wat de gebondenheid betreft is dat alleen in de liefde en genade van Jezus Christus, onze Heer. We kunnen en willen ons niet meer thuis voelen in de gereformeerde geloofsbunker.

We willen echter wel van ganser harte met elkaar onderweg zijn naar het nieuwe Jeruzalem, wat ook de titel van Ps. 133 is waar de meditatie vanochtend over ging. Dat het tempo of de omstandigheden van de gemeente op deze weg verschillend zijn zal daarbij geaccepteerd moeten worden. Elkaar in liefde dienen, bemoedigen en tot voorbeeld zijn is vanzelfsprekend en dat gaat heel wat soepeler zonder een betonblok aan de voeten.

De ruimte die wij als Tehuisgemeente binnen de NGK hebben, hebben we altijd ervaren als van God gekregen. Die mag niet worden ingeperkt. Juist de inperking van die ruimte in het verleden heeft geleid tot scheuringen en onnoemelijk veel verdriet. Laten we leren uit dat verleden. Laat de regiegroep daarom niet binnen deze strikte kaders aan het werk gaan.

 

En voor besluit 2 hebben we daarom als punten.

[interruptie voorzitter: afronden]

Ik ga nu heel snel afronden.

  1. Als randvoorwaarde mee te geven dat een nieuwe kerkorde alleen dát regelt dat strikt noodzakelijk is
  2. Vooraf te bezinnen over het gezag dat aan de belijdenisgeschriften wordt toegekend zowel theologisch maar zeker ook in de kerkelijke praktijk.
  3. Opdracht te geven tot het opstellen van een eigentijdse belijdenis.

En ik wil eindigen met de woorden van ds. Melle Oosterhuis: Laten we onbevangen onderweg zijn als vogels van de hemel, onbezorgd als mensen naar Gods beeld geschapen, die wandelend met God luisteren naar zijn Woord. Dank u.

 

Poutsma, GKv

Ik heb twee aandachtspunten. Voor mij is het allerbelangrijkste stappen die we vandaag kunnen zetten. Dat we op landelijk niveau, terwijl het Goddank al op heel veel plaatsen gebeurd is, nu ook op landelijk niveau toewerken naar eenheid in Christus. En wij ons zo presenteren in deze wereld. Dat is het waarom eigenlijk. Het waarom, het 'why'. En hoe het er dan uitziet en welke vormen wij daarvoor bedenken dat is voor mij secundair.

Er moet een gezamenlijk akkoord zijn uiteraard maar regels en structuren kunnen afstand scheppen. Een samen doorléven van het waarom en waartoe van 'het kerk van Christus zijn'. Laten we daarbij waken voor onze vrijgemaakte genen m.b.t. regels, structuren en beheersen, dat die niet gaan opspelen.

 

In besluit 1 lees ik, als ik van daaruit kijk, een nevenschikking van 'waarom gemeenschap zijn', en 'het hoe, hoe het dan ingericht moet worden'. Dus vorm en inhoud zijn nevengeschikt aan elkaar. Wat mij betreft, en dat is een aandachtspunt, zou het veel mooier zijn geweest als daar een 'ondergeschikt zijn' gestaan zou hebben. Als het eerst om 'het waarom' ging: kerk van Christus zijn, de belijdenisgeschriften, en vervolgens secundair namelijk het gereformeerde kerkrecht.

 

Tweede aandachtspunt. In dat besluit 2, het is eigenlijk ook al gezegd, vind ik te weinig aandacht voor plaatselijke kerken. Want wat mij betreft zou er gekeken moeten worden naar en geleerd moeten worden van concrete ervaring van al gerealiseerde plaatselijke samenwerkingen. Want daar is al concreet geleerd van het 'in praktijk kerkzijn', hoe om te gaan met verschillen. Voor mij zijn dat voorbeelden voor het landelijk traject dat we nu gaan. Start dáár nu ook. Dus voor de regiegroep niet alleen regie en de lijntjes oppakken wat er plaatselijk gebeurt, maar ook leren van wat plaatselijk gebeurt. Want daar is al heel veel geleerd.
Dat zijn de twee aandachtspunten.

 

Van der Tol, GKv

Ik wil op twee zaken wijzen: de inhoudelijke kant en de procesmatige kant van het werken aan eenheid.

 

De inhoudelijke kant

 

Besluit 1 spreekt over prachtige dingen: 'onze harten tot elkaar gebracht', 'tot eer van God verder gaan op weg naar eenheid' en 'over en weer de inzet om trouw te blijven aan de Schrift en de Gereformeerde belijdenis'.

En dat laatste is nu juist het pijnpunt. Het zal u niet ontgaan zijn, dat ik, hoewel ik voorstander van een schriftuurlijke kerkelijk eenheid ben, op onze synode tegengestemd heb met daarbij een stemverklaring waarin ik aangaf dat ik kerkelijke eenwording op dit moment nog niet wenselijk vind, maar prematuur. Dat is geen fijne boodschap om te horen, en ik zeg het dan ook met pijn in mijn hart. Maar de eerlijkheid gebiedt dit toch te zeggen en elkaar voor te houden. Ik spreek beide kerkengroepen erop aan. 

 

Er zou in hermeneutisch opzicht overeenstemming zijn. Ik heb daarover gezegd, dat dat slechts in algemene bewoordingen geformuleerd is, terwijl juist nodig is om elkaar specifiek aan te geven waarin die hermeneutiek, alsmede die overeenstemming dan bestaat. Dan wil ik het nu maar even niet hebben over onze Theologische Universiteit die een verandering van de hermeneutische benadering ingevoerd heeft (blijkbaar zonder de kerken en zonder de curatoren?) waarbij niet de norm van Gods Woord maatgevend is, maar de hoorder centraal gesteld wordt. (Dat staat op z’n minst op gespannen voet met art. 2 en art. 7 van de NGB.)

Daarnaast heb ik aangegeven dat nog steeds niet helder is geworden, hoe de gemeenten, de schapen van Christus beschermd zullen worden tegen vóórkomende dwaalleer. Dat is dus echt een duidelijke omissie.  

Tenslotte heb ik ook gewezen op de verwijdering van de CGK, veroorzaakt door zowel het besluit om de zusters in alle ambten toe te laten, en het besluit tot nadere eenheid met de NGK.

 

Mijn groot verlangen was juist om deze zaken open en eerlijk vooraf te bespreken, zodat we elkaar zouden vinden bij een open Bijbel en onder eerbiediging van de belijdenis die op dat Woord gegrond is en die dat Woord in alle delen naspreekt.

Nu is het echter een geforceerde eenheid en daarmee een schijneenheid, want inhoudelijk hebben we elkaar niet genoeg opgescherpt, zoals ik boven aangaf. Het is ook de vraag of men dat wil. Ik wil dat zeker wel! Want eenheid zonder de volledige  Waarheid van Gods Woord, daar heb je niets aan.  Dat mondt uit in vrijblijvendheid, ondanks mooie en vertrouwde woorden. Maar ze blijken dan een lege huls te zijn.

De Heere zal het ons mettertijd duidelijk maken welke waarheid en welke eenheid de werkelijke is geweest èn of wij daarin dus de juiste keuze gemaakt hebben.

 

De procesmatige kant

 

Op onze generale synode hebben we ingrijpende besluiten genomen. Ik wil daarom de volgende zaken aan de orde stellen:

  1. De vrouw in het ambt,
  2. Eenheid met de Nederlands Gereformeerde Kerken,
  3. De vraag naar de bevoegdheid van de generale synode.

1 - De vrouw in het ambt,

 

Wat dit onderwerp betreft zitten we in een interim-fase, mede omdat er grote bezwaren zijn tegen de gronden en onderbouwing van de genomen besluiten m.b.t. de toelating van de zusters in alle ambten. Daarom zullen vanuit de kerken zeker revisieverzoeken tegen deze besluiten met hun gronden in gebracht worden.

Als deze bezwaren door onze volgende synode terecht bevonden worden, zal één van de gronden tot een verdere eenheid met de NGK vervallen. En zullen de zaken teruggedraaid moeten worden.

 

Echter verzoeken om revisie worden ernstig gefrustreerd door het zgn. implementatiebesluit. In plaats van geduld te oefenen tot 2020 worden en zijn in de praktijk al zusters in het ambt bevestigd. 

Dus hoezó nog revisie? 

 

2 - Eenheid met de Nederlands Gereformeerde Kerken

 

Dit besluit is genomen zónder de bezwaren van een groot aantal kerken te beantwoorden. De 15 brieven, waaronder revisieverzoeken, werden eigenlijk 'geneutraliseerd' doordat de generale synode in meerderheid heeft beslist dat ze deel zullen uitmaken van het proces van bespreking over de punten die in deze brieven aangedragen worden. Dat lijkt sympathiek, maar het betekent in concreto: géén beantwoording op de gerezen bezwaren en revisieverzoeken.

Maar daar hebben deze kerken wel recht op!

[voorzitter interumpeert: afronden]

Daarnaast is besluit 4 van de vrijgemaakte generale synode met amendement (nadere eenheid met NGK), met een meerderheid van stemmen aangenomen: 18 tegen 12 stemmen. Deze meerderheid getuigt niet heel erg van eensgezindheid. Maar de helft + 1 (democratische verhouding) bepaalt wat doorgaat, helaas met voorbijgaan aan aangedragen principiële bezwaren in brieven en ter synode.

 

We kunnen helaas om bovenstaande inhoudelijke redenen van revisie en vanwege procedurele redenen (oude revisieverzoeken en te verwachte revisieverzoeken) noch met besluit 1, noch met besluit 2 instemmen.

Laten we liever de inhoudelijke vragen eerlijk onder ogen durven zien in het licht van de Schrift en dan werkelijk principieel meters proberen te maken. Ik ben ervan overtuigd dat de Here dat streven juist wél zal zegenen, terwijl de huidige haast grote verdeeldheid zaait in de Gereformeerde Kerken (vrijgemaakt). 

 

3 – Bevoegdheid

 

Waar ik de afgelopen weken ook mee geworsteld heb, is de bevoegdheidsvraag. Een gereformeerde synode die enerzijds ingediende bezwaren niet behandelt maar ze neutraliseert door ze in het lopende gesprek mee te nemen en anderzijds een besluit met zo’n kleine meerderheid neemt en dan ook nog een gezamenlijke vergadering arrangeert met aansluitend een gezamenlijk avondmaal.

Je zou haast geen revisieverzoek meer durven indienen of moedeloos worden want de trein lijkt maar voort te denderen. Dat is een verkeerd signaal van een synode naar de kerken en de kerkleden. Zo lijkt revisie een wassen neus geworden.  

[voorzitter interrumpeert weer].

 

Of raken ook wij in de ban van de democratie, de helft + 1 en dát is het dan. En van het populisme: 'kom meedenken, uw ervaringen en ideeën kunnen we gebruiken en zullen we meenemen'? Ik vraag me werkelijk af of deze manier van kerkzijn hoort bij de stijl van het Koninkrijk. De generale synode geeft uitvoering aan haar eigen besluiten, terwijl nu juist de kerken royaal de ruimte moeten krijgen.

 

Ik ben wel voor een landelijk feest, maar niet vandaag: het is te vroeg, te prematuur.  Eerst moeten we elkaar werkelijk principieel proeven en dan ook in liefde corrigeren en zó in werkelijk-inhoudelijke eenheid verdergaan. En procedureel net zo zorgvuldig te werk gaan als de synodes van de Christelijke Afgescheiden Kerk en de Nederduits Gereformeerde Kerk in de jaren vóór en in 1892 die voor ze zelf beslissingen namen, alles via de kerken lieten lopen en zelfs de laatst-ingebrachte bezwaren zorgvuldig behandelden voordat ze tot definitieve eenheid besloten. Dat is nog eens een staaltje van kerkelijk handelen. Waarvan acta!

(Zie: De vereniging van 1892, H. Bouma;  Vereniging in wederkeer, D.Deddens e.a.)

 

Messelink, GKv

Ik kan van harte achter de intentie staan van wat we vanmiddag willen besluiten. Om in liefde samen te willen werken om te komen tot één kerkgemeenschap. Ik besef wel dat dat een kerkverbandelijke beweging is, op basis van meerderheidsbesluiten van beide landelijke bijeenkomsten.

Waar ik nog een beetje mee worstel is dat het allemaal heel mooi en positief klinkt: er wordt een verlangen uitgesproken, er is sprake van herkenning, er wordt uitgesproken dat de onderlinge verschillen goed overbrugbaar zijn omdat we ons op hetzelfde kerkrecht baseren.

Maar dat klinkt allemaal heel erg positief en benoemt niet de verschillen die hierover leven in de kerken, wat we ook vandaag merken in de verschillende sprekers en alles wat we vanmorgen hebben uitgesproken. Zou het niet goed zijn om ook in dit officiële besluit iets terug te laten keren van onze gebrokenheid en voorlopigheid waarin we kerkzijn? Bijvoorbeeld de oproep van prof. Ad de Bruijne in het ND: als we deze weg graag met elkaar willen inslaan, om dan openlijk te erkennen dat we als vrijgemaakten in het verleden de grenzen van wat werkelijk gereformeerd is te nauw hebben getrokken? Zou het niet goed zijn behalve persoonlijke uitingen vandaag, om dat ook officieel te maken in wat we naar buiten brengen uit deze vergadering?

 

En verder denk ik, is het niet goed om ook iets uit te spreken over de verdeeldheid, en de verschillende gevoelens die er leven in beide kerkverbanden? Ook dat merken we vandaag de dag. Ja, en iets over de verootmoediging die we daarbij vandaag ook proeven, dat wíj het niet zijn die die eenheid even smeden maar dat we dat echt in vertrouwen op God willen doen.

En zouden we niet sterker staan als we verwijzen naar de hele aanloop naar deze toenadering, waarbij dat eigenlijk is uitgesproken, in bijvoorbeeld de Balans die is opgemaakt in 2006? Hoe staan wij tegenover de binding aan de belijdenis, zie het gesprek over kerkelijk eenheid en NKG commissie samensprekingen? Daar staat, ik vind het wel aardig hoe het verschil benoemd wordt tussen NGK en GKv: in de NGK wordt benadrukt dat een ambtsdrager niet gauw geschorst wordt wanneer er geen sprake van is dat het gaat om het ene fundament Jezus Christus, of dat de afwijking het bouwen op dat ene fundament niet verhindert; van de kant van de GKv wordt ook erkend dat nimmer snel tot schorsing zal worden overgegaan maar ligt er tegelijk meer accent op bescherming van de gemeente tegen dwaalleraar. En die twee aspecten komen eigenlijk ook terug in onze laatste synodebespreking waarbij best wel een aardig deel van de vergadering niet zomaar ronduit achter dit besluit kon staan vanwege zorgen over bescherming tegen dwaalleer.

 

Maar ik ga nog even verder.

[interruptie voorzitter: tijd is op]

Mag ik nog twee zinnen uitspreken? Mijn vraag is kortgezegd: Zou je niet iets meer tekst moeten toevoegen om het draagvlak van deze besluiten wat te vergroten? En dan vind ik dat wat er in het verleden al is besproken en besloten waardevol omdat hier ook de zorg wordt gedeeld, ja, in hoeverre we geestelijk verbonden zijn met de inhoud van Schrift en belijdenis. En dan, denk ik, daarin staan we als kerken in een gezamenlijke werkelijkheid. En hoop ik dat we als kerken gezamenlijk kunnen optrekken. 

Dank u wel

 

Smit (Jaap), NGK

Nog duidelijker is het om tijd te nemen. Ik vond de uitleg van ds. Harmannij over de besluiten heel goed. Ik ben ook heel blij dat er uitgesproken wordt, en ik hoop dat dat ook in de tekst opgenomen wordt, dat er geen enkele druk op plaatselijke kerken wordt uitgeoefend. Dat is essentieel om überhaupt draagvlak te krijgen. Maar ik zou graag er op willen aandringen om het besluit 1 in ieder geval zó te wijzigen dat 'zo spoedig mogelijk' eruit gaat om de druk ervan af te halen. En één kerkgemeenschap, of dat voldoende ruim is?

Het is niet één kerk heeft ds. Harmannij gezegd. Ik verlang naar geestelijke eenheid, laten we die verder uitbouwen maar laten we geen uitspraken doen over organisatorische eenheid. Daar wou ik het bij laten.

 

Ebbers, NGK

Ik wil nog onderstrepen wat de voorgaande spreker zei dat 'zo spoedig mogelijk' een ongelukkige formulering is. Inderdaad, als je verlangt dan wil je 'zo spoedig mogelijk'. Dat mag zo zijn, maar ik denk toch dat dit druk gaat leggen op veel kerkleden en ook kerken. Ik wil nogmaals benadrukken dat het gaat om groeien en vertrouwen. Vertrouwen moet echt groeien, dat kun je niet bouwen. Je kunt wel ruimte geven om te groeien, daar kun je iets voor bouwen, maar het niet afdwingen.

 

De voorzitter heeft gezegd: de helft van de NGKn werkt samen met de GKvn, de andere helft niet. In mijn eigen situatie in Steenwijk hebben wij de GKv praktisch om de hoek, maar wij werken niet samen. Ik kan fijn koffiedrinken met mijn collega maar dan houdt het ook wel op met de samenwerking.
Ik zeg dit maar even hardop want we moeten wel, beste mensen, met alle respect voor al deze broeders hier - we geloven in dezelfde Heer, het is prachtig dat er verzoening is - maar we moeten niet te hard lopen. Want als je dingen van boven afdwingt - dat zal ook zo met GKV-ers zijn, maar bij NGK-ers nog wel meer - dan breekt de boel kapot, dat wordt ongelukken. Juist als je verder wilt moet je ongelukken voorkomen. Voor je het weet hebben we drie kerkgenootschappen, of vier.

 

Ook om die synodale werkelijkheid toch echt te onderscheppen, staat er ook zoiets van:  'ja, die onderlinge verschillen zijn goed overbrugbaar op grond van het gezamenlijke gereformeerde kerkrecht'. Beste mensen, dit is gewoon praten over illusies, werkelijk! Dit moeten we niet doen. We verschillen echt pittig hoe we onze kerken inrichten. Jullie zeggen: ja, we bewegen naar elkaar toe, de vrijgemaakte kerk wordt wat minder centralistisch de laatste jaren, in de NGK wordt het een beetje centralistischer. Beste mensen, dit is echt een chotspe [brutaliteit], zou je kunnen zeggen. Natuurlijk, inderdaad, de GKv beweegt zich wat meer van het centralisme af, maar de NGK is al decentraal zolang als ik leef, en ik ben 50 jaar. Bij ons zit dat echt in de genen.

Wij moesten afgelopen jaar, wij moesten letterlijk, dingen centraal regelen omdat we tegen de praktijk aanliepen, het hoogstnodige regelen. We gingen tegen heug en meug dingen bovenplaatselijk regelen terwijl we dat niet wilden maar toch moesten. Zo zitten we in elkaar. En dat is echt een heel andere manier van denken.

 

Kijken we naar de binding aan de belijdenisgeschriften bijvoorbeeld. In Steenwijk hebben we bijvoorbeeld andere formuleringen gegeven voor ..

[interruptie voorzitter…]

… ik ben bijna klaar, andere formuleringen in het ondertekeningsformulier. Daar hebben we diep over nagedacht. Ik heb erover gesproken met collega's. Als we nu dit gaan doen, als we van bovenaf in naam van hereniging nu dit en dat formulier moeten ondertekenen dan zegt NGK Steenwijk, daag. En dan heb je een probleem dus. En dat gaat op meerdere punten gebeuren. ??foto4 25 50

Het is een hele mooie bus die hier rijdt maar hij moet niet de bocht uitvliegen. Dus ik ben ook voor het schrappen van die term 'zo spoedig mogelijk'.

 

Smit (Kees), NGK

Namens de regio Dordrecht kunnen we ons in grote lijnen wel vinden in de besluiten die er genomen zijn. We hechten er aan nogmaals het belang te benadrukken van het bij elkaar houden van de beweging op landelijk niveau en de beweging op plaatselijk niveau. Dat lijkt ons ook de core-business van de regiegroep om die twee bewegingen niet te maken maar om ze aan elkaar te verbinden. Daarin passen wat mij betreft woorden als stimuleren en faciliteren. Dat zijn woorden die ik in de besluit 2 tekst wat mis.

 

Verder zou ik willen benadrukken wat ik ook tijdens de laatste zitting van de landelijke vergadering benoemd heb, dat het belangrijk is om een analyse te doen van de huidige situatie. Waar staan wij als kerken? En doe dat als kerken, wat mij betreft, op praktisch theologisch gebied, het geleefde geloof. Daarbij zou het ook goed zijn dat waar de praktisch theologische expertise in onze kerken niet het meest uitbundig vertegenwoordigd is, om daarbij gebruik te maken van de expertise die bij de verschillende theologische universiteiten aanwezig is.

 

Een laatste opmerking. Zou het niet aardig zijn om in de regiegroep ook iemand van buiten onze beide kerken te hebben die met een frisse blik van buiten af in het hart waar beide lijnen bij elkaar komen, kan meekijken en kan meedenken.
Hier wil ik het bij laten.

 

De Boer (Ad), NGK

Voorzitter, ik laat de finesses van de besluiten even voor wat ze zijn en wil vooral even mijn hart laten spreken.

Ik heb de afgelopen week me vaak afgevraagd: waarom ben ik hier mee bezig?, en dus ook, waarom sta ik hier? Mijn vrouw heeft in de afgelopen decennia vaak tegen mij gezegd: 'Joh, stop er toch mee. Het wordt niks en je wordt er doodongelukkig van'. Ik ben daar doof voor gebleven en sta hier nu. Waarom?

 

In mijn eigen gemeente zal morgen vrijwel niemand vragen: 'Hoe was het gisteren in Kampen?' Op het grondvlak leeft het inderdaad niet. Waarom dus? Omdat hier een verbroken huwelijk wordt hersteld. Dat is helemaal waar, en dat is geweldig.

En toch wil ik veel liever een antwoord geven dat niet te maken heeft met het verleden maar met de toekomst. Ik ben hier voor mijn kinderen en mijn kleinkinderen. Ik ben hier voor de tieners en de twintigers in mijn gemeente. Ik ben hier om het met een woord van Kees Kraayenoord te zeggen: voor de heiligen en de twijfelaars. Want de hereniging gaat over de vraag: hoe zijn wij kerk in de 21ste eeuw? En dat is allereerst plaatselijk natuurlijk. En die plaatselijke kerken functioneren heel anders dan anders, vloeiender, veel netwerkachtiger. Prima, maar ze kunnen niet zonder een regionaal en landelijk kerkverband. Niet zonder afspraken waarin de kerken elkaar ondersteunen, hulp bieden en recht verschaffen. En daarin hebben we elkaar ongelooflijk en hard nodig.

 

NGK: dan denk ik aan klein, kwetsbaar, vrijblijvend, ieder zijn eigen ding doen, tien keer het wiel uitvinden. Daarvoor hebben wij de GKv nodig: belijnd, trouw, offerbereidheid, oog voor elkaar hebben als kerken, en samen doordenken. De kracht van de een is nodig in de zwakheid van de ander.

Bij de GKv denk ik ook aan: activistisch, beheersingsdwang, regelzucht, iedereen en overal hetzelfde.

En bij de NGK denk ik aan: flexibel, wendbaar, veelkleurig, ontspannen, cultuurgevoelig, meer geest dan letter. En daar kan de GKv veel aan hebben.

We hebben elkaar echt nodig als oog en oor, hand en voet om samen door al die megagrote vragen heen te gaan die op de kerken afkomen. Niet maar als een restauratie van wat vroeger was maar op weg naar een nieuwe kerk. Niet maar als een speeltje van kerkelijke bestuurders maar omdat we met elkaar de gemeenten van de Heer willen dienen. Dat is ook niet iets wat wij kunnen regelen of regisseren. Voor geen meter. De Heere heeft ons hier gebracht en zonder Hem kunnen wij niet verder. Maar het is wel aan ons, het is onze taak om de zeilen te spannen waarin de Geest van God kan blazen.

Dank u wel.

 

Basoski, GKv

Ik sta hier met enige schroom want ik ben waarschijnlijk de enige van de afgevaardigden die de scheuring niet persoonlijk heeft meegemaakt. En ik luister naar de verhalen over vroeger, en dat doet me wat. En tegelijk vraag ik me af, zonder daar ook tekort aan te willen doen, in hoeverre mag dat nog een hypotheek zijn die onder dit hele proces ligt, voor een generatie die dat niet heeft meegemaakt. En die, ik lees dan de rapporten van de commissies, ook die met die hele lange afkorting, en dan denk ik: het zijn prachtige rapporten, maar wordt het ook geen tijd om naar voren te kijken en het verleden te laten rusten?
Dank u wel.

 

Dijkema, GKv

Ik sluit me even aan bij een paar sprekers die even geleden wat zeiden over het 'zo spoedig mogelijk'. Daar ben ik ook wat op gestoten toen ik dit voorbereidde. Ik wil heel graag eenheid, ik wil het eigenlijk ook wel 'zo spoedig mogelijk'.

Maar ik zou het niet in de besluittekst willen hebben. Dan zet je jezelf erg onder een druk, zo ervaar ik dat. Het is me, ik weet niet of ik het mag zeggen, eigenlijk iets te vrijgemaakt. Alsof het uit de vrijgemaakte moderamenleden kwam, dat is een beetje het gevoel dat ik er bij krijg. Het zet mij wat teveel druk op het proces. De spoed en de aandrang zit in, wat mij betreft, de opdracht aan de regiegroep. Dat is duidelijk in een aantal opdrachten geformuleerd. Doe dit, geef dat, inventariseer, nou daar zit, ook taalkundig, kracht in. Laten we daar de spoed in zien. Er wordt ook een rapportage voor 1 januari 2020 gevraagd, helder, prachtig. Dus dat is een punt van mij.

 

Een ander punt is de verhouding tussen de regiegroep en het deputaatschap kerkelijke eenheid waar ik zelf lid van ben. We hebben in het voortraject van deze synode hier ook nog over doorgepraat met elkaar, zie uitleg van collega Harmannij, dank daarvoor. En ik begrijp als ik straks het besluit van de samenstelling van de regiegroep zie, dat het best wel goed zal gaan. Maar ik wil er toch even de vinger bij leggen dat er twee benaderingen zijn: 'afstemming met' en 'verantwoording aan'. Laat dat niet een sterk hiërarchische binding zijn maar een goede coöperatie.

 

Ik wil afsluiten met een verzuchting. We zitten hier vandaag als NGK-ers en GKv-ers. Er is één CGK-er. Er zijn mensen van de voortgezette gereformeerde kerken aanwezig of ze waren aanwezig. In dit proces van twee kerken mis ik zó de CGK en zeker ook de vGKN. Laat ik daarmee mogen afsluiten.

 

Beantwoording

Ds. Harmannij

 

Dank voor wat u allemaal hebt ingebracht. Ik vind het ook een teken van betrokkenheid dat u niet alleen maar applaudisseert voor de voorstellen maar ook er ook over nadenkt en er kritische kanttekeningen bij plaatst. Het zou niet goed zijn als u het niet had gedaan. Kritische kanttekeningen, ook heel veel in de trant van ik mis dit en mis dat. Logisch, als je er over gaat nadenken dan heeft ieder zo zijn eigen accenten die hij graag binnen ziet brengen. We hebben ze genoteerd en ik beloof u dat we zoveel mogelijk van die inbreng mee gaan wegen als straks de regiegroep aan het werk gaat en zich gaat bezinnen welke kant we opgaan. Het was de bedoeling en is volgens mij ook gebeurd, dat alle beoogde leden van de regiegroep ergens, eventueel in cognito, onder ons zijn en meeluisteren en dus weten wat de vergadering belangrijk vindt.

 

Dat betekent niet dat we alles kunnen overnemen. Is ook een beetje lastig vanmiddag. Is ook niet nodig. Ik denk dat we alleen moeten kijken: hebben we essentiële punten gemist? Iemand zei: staat het van de plaatselijke kerk er nog in? Nou, met dank aan DKE en CCS is er in besluit 2 punt e expliciet toegevoegd: zorg ook dat je aandacht hebt voor de plaatselijke kerken. We hadden het eerst niet zo expliciet genoemd, niet omdat we ze niet belangrijk vonden, maar omdat we zeiden: wacht es even, de regiegroep is niet de club die het nu gaat doen, de regiegroep is ook niet de club die het hele land af gaat reizen om alle plaatselijke kerken te benaderen, dat is niet te doen. Zo gaat deze groep die a.h.w. een centrale functie heeft, de signalen uit het land, zeker ook die van de plaatselijke kerken, opvangen. DKE en CCS zeiden: zet dat er dan ook maar nadrukkelijk in. En ik ben vandaag blij dat het er ook inderdaad in staat. Dat punt heeft uiteraard alle aandacht.

 

Lastiger vind ik de punten die genoemd zijn bij besluit 1. Ik respecteer br. Hoekstra als hij zegt: ik heb er moeite mee dat je je expliciet bindt aan de gereformeerde belijdenis. Van mijn kant zeg ik van wat ik ook zo net al zei: dit is wel waar we elkaar op gevonden hebben. In de werkgroep Convergentie Kerkorde en AKS was dit juist ook het punt waar we van zeiden: 'is dit nu alleen maar theorie'? Nee, ook in de kerkelijke praktijk vinden we elkaar daarop. En al eerder in de samenspreking tussen DKE en CCS zeiden we: 'hé, als we praten over de gereformeerde belijdenis zal geen van beiden zeggen: 'dat is een massief blok'. Het is mensenwerk. Maar wel is het juist mensenwerk waarin wij onze weerklank vertolken van wat we met elkaar gehoord hebben van onze God. We willen die weerklank ook onder woorden brengen. We willen elkaar daaraan ook houden, we willen elkaar vasthouden in het gereformeerde spoor. En juist daarom, omdat we hetzelfde hebben opgevangen van diezelfde Heer in de hemel, vinden we elkaar. En ook van weerskanten hebben we altijd gezegd, als iemand zegt: 'hé wacht even, maar ergens in de gereformeerde belijdenis zijn dingen toch een beetje ongelukkig geformuleerd', OK bespreek dat met elkaar. Het gaat om die weerklank, de belijdenis is niet het oorspronkelijke, het Woord van God is het enige oorspronkelijke. En juist daarom zijn we blij met een belijdenis die dat ook onder woorden brengt. Dat is inderdaad wat we niet prijs moeten geven op deze dag.

 

Het gereformeerd kerkrecht.

Het gaat niet om de DKO, het gaat niet om de vrijgemaakte kerkorde, het gaat niet om het AKS, het gaat erom dat we juist ook in de werkgroep ontdekt hebben dat hoe werkt het uiteindelijk? 'Hé, jullie met je AKS en wij met onze KO, we zitten uiteindelijk heel dicht bij elkaar.'

En dan hebben we natuurlijk ook over en weer in de eigen kring diversiteit. Dat is niet alleen bij de NGK zo, dat is ook bij de GKv zo. En het is uiteraard ook weer zo dat je daar rekening mee moet houden. Als je met elkaar probeert om ook kerkrechtelijk iets op poten te zetten, moeten we inderdaad niet uitgaan van illusies, niet uitgaan van dromen die we voor ons zelf hebben, maar inderdaad zien wat zinvol is, niet alleen wat noodzakelijk is, zo van strikt noodzakelijk. Het is ook iets van royaal zijn, hè?

We wil elkaar ook steunen, ook elkaar dienen. Geef elkaar ook iets. Geef elkaar ook middelen mee om elkaar te bereiken in de kerk. Ook dat is een kerkorde. Praat er niet te gauw over als een dwangbuis maar zie het ook als iets dat je middelen geeft om iets te gaan doen, om iets te bereiken.

Ik heb de kerkorde wel eens vergeleken met een taal. Als je elkaars taal spreekt kun je elkaar bereiken. Als je samen een kerkorde hebt weet je: hoe vind ik die ander, en hoe komen we bij elkaar, hoe kunnen we samen iets ondernemen. Hoe zorgen we dat we niet voortdurend in conflict zijn, botsen, maar elkaar begrijpen. Nou koester dat ook als een middel voor goede eensgezindheid.

 

Eén punt willen we wel wijzigen in voorstel 1: de woorden 'zo spoedig mogelijk'. Ik heb u verteld wat er mee bedoeld is. Ik merk dat het toch ook wel anders klinkt. Nou, als die woorden verdwijnen dan wat mij betreft, vervalt er niet iets wezenlijks want het verlangen blijft, het verlangen om kerk te zijn. En als die woorden een steen des aanstoots zijn laten we dat steentje snel uit onze schoen halen zodat we weer frank en vrij verder kunnen lopen.

 

Stemming

 

Voorzitter Smouter:

Heel hartelijk dank. Ik realiseer me in de eerste plaats dat er mensen zijn die nog aanvullende wensen hadden die niet vervuld zijn. In de tweede plaats realiseer ik me ook dat we niet tot een unaniem besluit zullen komen want er zijn al enkelen die gezegd hebben hier tegen te zijn. Dat respecteren we en dat gaan we niet proberen te veranderen. Dat in aanmerking genomen, zou ik willen toetsen of u het met me eens bent dat het moment gekomen is dat we zouden kunnen gaan stemmen over de voorliggende besluiten. Waarbij ik dus vraag van mensen die nog iets anders hadden toe te voegen, om dit te accepteren. Soms lukt dit niet. En mensen die het er gewoon niet mee eens zijn, daarvan heb ik willen zeggen, dat is ook te respecteren. En neem dan, hoe jammer we dit ook vinden, neem dan de ruimte om tegen te stemmen. Zouden we elkaar daarin kunnen vinden zodat we nu toe zijn aan besluitvorming?

Ja? [niemand reageert]

 

Dat is mooi. Dan wil ik nu deze besluiten afzonderlijk in stemming geven. En dat doe ik door steeds te vragen: wie is tegen, wie onthoudt zich. En dan weten we waar we terecht zijn gekomen.
Besluit 1 is door het moderamen gewijzigd. Dat betekent dat de woorden 'zo spoedig mogelijk' zijn geschrapt, niet omdat we dat niet zouden willen maar omdat ze een andere indruk bleken te wekken dan wij bedoelen.

 

Besluit 1

T02O02,  aanvaard. [Totaal aantal stemmen 31+28 = 59]     

 

Voorzitter Smouter:
Eentje tegen van de vrijgemaakten en eentje tegen van de Nederlands gereformeerden. Eerlijk verdeeld over de vrijgemaakten en de Nederlands gereformeerden.

[Iemand maakt bezwaar tegen deze opmerking en verzocht zulke opmerkingen in het vervolg achterwege te laten.]

Ik bedoelde inderdaad wél dat het goed is om te weten dat het niet aan één kant ligt. Ik zou het dus eigenlijk wél goed vinden om vast te houden dat het niet aan één kant was die tegen hing, maar dat er in beide kerkgenootschappen er een was die tegen was. Maar als je daar anders over denkt moet je het zeggen. [geen reactie].
Hier blijven we even bij.

 

Besluit 2

T01O02, aanvaard.

 

Besluit 3

T00O01, aanvaard.

 

Besluit 4

T01O00. Aanvaard.

 

Besluit 5

in de regiegroep de volgende personen te benoemen:

 

GKv K. Harmannij

GKv Mw M. Harmsen

GKv H.A. Vlieg-Kempe

GKv Ds. R.J. Vreugdenhil

 

NGK A.P. de Boer

NGK P.D. Dekker

NGK S. Huizinga

NGK J. van der Stoep

 

Voorzitter Smouter:

We hebben u die namen van te voren gegeven met het verzoek om als u daarover een vergadering in comité wenst dat aan ons te melden. Wij hebben dat van niemand gehoord. We hebben wel van iemand gehoord over dat er niet meer dames in zitten, zusters der gemeente. Dat is ook zo, dat is genoteerd.

Maar nu zijn we dus op het punt dat ik constateer dat we geen vergadering in comité behoeven. Erg fijn voor ieder die in de zaal zit, anders was het erg ingewikkeld geworden.

 

T00O01, aanvaard.

 

Voorzitter Smouter:

Gods beste zegen toegewenst.

 

Sluiting