Goede vrijdag, lijden en toch heerlijkheid?
Ds. M.A. Sneep
31-03-18
In de weken die voorafgaan aan Goede Vrijdag staan we in het bijzonder stil bij Christus' lijden en sterven. Zijn lijden en sterven aan het kruis voor al de Zijnen, vanwege onze zonden, onze schuld. Het lijkt dan wat bijzonder om rond dit gedenken te spreken over de heerlijkheid van Christus. Zou het niet beter zijn geweest om vanavond te spreken over Zijn vernedering, Zijn helse lijden, Zijn smarten? En dan hebben we het nog niet eens over ons zelf. Misschien dat iemand vanavond al wel heeft gedacht: moeten we het daar nu over hebben vanavond over de heerlijkheid van Christus? Want ik zit midden in de kerkelijke moeiten, met al mijn vragen. Midden in de strijd vanwege onschriftuurlijke synodebesluiten, om daarin trouw te blijven aan Hem. Ik kan de heerlijkheid van Christus soms maar zo moeilijk zien. Soms lijkt Christus’ heerlijkheid eerder verduisterd te worden door kerkelijke moeiten en zorgen. Soms zo heftig dat je kan lijden aan de kerk. Dat zomaar de vragen kunnen komen: Is Christus’ heerlijkheid er dan ook vandaag wel voor mij, in mij? Tot mijn troost zelfs?
En toch!
Toch is het goed om juist op een avond als hier te spreken over Christus’ heerlijkheid en onze betrokkenheid daarop, juist met het oog op kerkelijke moeiten. Want, en dat is het wonderlijke: er lag voor Christus in Zijn lijden ook heerlijkheid. En dan mogen we dat ook doortrekken naar vandaag en ons afvragen: Is daar ook heerlijkheid voor ons in het lijden om Christus wil?
Kerkelijke strijd – waar zoveel pijn en moeiten bij kunnen komen - voer je als het goed is niet om bijzaken, en ook niet vanwege je zelf. Maar vanwege Hem, omdat je trouw wilt blijven aan de Heere Jezus Christus en Gods Woord. En daarom mag ik u vanavond iets van de heerlijkheid van Christus laten zien, u troosten ter bemoediging en ook tot aanmoediging. De troost van de heerlijkheid van Christus die er juist is midden in de strijd van het geloof. Als daar geleden wordt om Christus' wil.
Ik hoop dat we vanavond samen opnieuw de heerlijkheid van Christus ontdekken mogen. En dat u dan getroost verder kunt in het spoor van Christus.
Betekenis van Christus’ heerlijkheid
Het is voor de helderheid goed om even kort stil te staan bij de heerlijkheid van Christus. Je zou kunnen zeggen dat het woord heerlijkheid een soort verzamelnaam is voor verschillende aspecten. Eer, roem, glorie, grootheid, majesteit.
Rijke woorden.
De Vader, de Zoon en de Heilige Geest hebben gelijke heerlijkheid. De heerlijkheid van God is de imponerende majesteit en luister die bij God hoort en die van Hem uitstraalt als Hij zich openbaart.
De Zoon die ook van eeuwig is. Die aan de boezem van de Vader lag. Deze Zoon van God is vlees geworden en naar deze wereld gezonden door de Vader zelf. Al in de eeuwigheid heeft God besloten om ons te verlossen. Het is daarom ook juist de gehoorzaamheid van de Here Christus die in het Nieuwe Testament vaak in verband gebracht wordt met Zijn heerlijkheid. Joh. 17,4: Ik heb U verheerlijkt op de aarde. Ik heb het werk volbracht dat U Mij gegeven hebt te doen.
Heerlijkheid in het kruislijden van Christus
Maar betekent dat dat Christus Zijn heerlijkheid die Hij had als de Zoon van God aflegde toen Hij naar de aarde kwam? En als dat níet zo is, waar was de heerlijkheid van Christus dan toen Hij op aarde was in de staat van Zijn vernedering? In Hebr. 10, 20 wordt Christus’ vlees vergeleken met een voorhangsel, het gordijn van het heiligdom. Net zoals het voorhangsel de verborgenheden van het heiligdom bedekte. Zo bedekte de menselijke natuur van de Here Jezus zijn heerlijkheid. Zijn Goddelijke glorie had Hij niet afgelegd, maar het was niet zichtbaar. Toch zijn er momenten tijdens Zijn leven op aarde dat dit gordijn even weggeschoven werd. Op cruciale momenten van Zijn ambtswerk. Denk aan de bruiloft te Kana en Zijn verheerlijking op de berg. Er was zelfs heerlijkheid in Zijn kruislijden. Door Jezus zelf ook aangewezen, in de nacht van het verraad door Judas, toen Hij zei: Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt. Als God in Hem verheerlijkt is, zal God Hem ook in Zichzelf verheerlijken, en Hij zal Hem metéén verheerlijken.
Nu, op het moment als Zijn lijden daar is, is er ook Zijn verheerlijking. Opmerkelijk, dat de Heere Jezus Zijn lijden en Zijn dood aan het kruis beschouwt als Zijn verheerlijking. Hoe dan? Laat ik vier aspecten noemen:
In zijn volkomen gehoorzaamheid.
In Zijn kruisdood toont de Heere Jezus, in tegenstelling tot de eerste Adam, dat Hij wel volkomen gehoorzaamheid toont. Tot de dood toe. Hij voert gehoorzaam uit wat in eeuwigheid is besloten door de Drie-enige God. En daarin, in die gehoorzaamheid ligt heerlijkheid voor Christus. Want, als door Zijn gehoorzaamheid de Vader wordt verheerlijkt, dan is dat ook tot verheerlijking van de Middelaar. Nu is de Zoon des mensen verheerlijkt!
In Zijn oneindige gerechtigheid en heiligheid.
Hij is het volkomen rein en smetteloos offer.
In het eren van de Vader.
Jezus' verheerlijking is verbonden aan de weigering om Zijn eigen eer te zoeken. Dat was zo gedurende heel Zijn leven, maar vooral aan het kruis. Het was zijn vreugde zelfs om de wil van Zijn Vader te doen.
In Zijn overwinning op de duivel.
Door Zijn dood aan het kruis vernietigde de Here de kracht van de dood, de duivel (Hebr. 2,4). Deze overwinning is tot heerlijkheid van de Zoon des mensen.
In de kruisdood van Jezus krijgt Zijn heerlijkheid die Hij al van eeuwigheid bij de Vader heeft dus nog een extra dimensie. Zijn heerlijkheid is van eeuwigheid af, maar mag nu ook schitteren in Zijn persoon als Middelaar in Zijn menselijke natuur. Dat was tijdens Zijn kruislijden nog niet volkomen zichtbaar. Sterker nog het was het diepste van Zijn vernedering en toch ontvangt Hij daarin heerlijkheid.
We staan hier voor een groot wonder en tegelijk voor de grens van ons door de zonden verduisterd verstand. Het uur van Zijn lijden en Zijn dood blijkt ook het uur van Zijn verheerlijking te zijn. Er zit voortgang in Zijn Middelaarswerk en ook in de heerlijkheid die Hij ontvangt. Van kruis naar graf, naar opstanding, naar hemelvaart, en nu zitten aan de rechterhand van God.
Heerlijkheid voor Zijn kerk
Wij kunnen Christus' heerlijkheid alleen zien door het geloof. Maar het gaat nog verder. Want alle mensen die van Christus zijn, ontvangen deze heerlijkheid ook!:
Wij allen nu, die met onbedekt gezicht de heerlijkheid van de Heere als in een spiegel aanschouwen, worden van gedaante veranderd naar hetzelfde beeld, van heerlijkheid tot heerlijkheid, zoals dit door de Geest van de Heere bewerkt wordt. (2 Kor. 3,18)
En
De uitverkorenen zijn in dit leven op weg om te veranderen naar het beeld van Christus. (Rom. 8,29)
Dit betekent dat de gelovigen op aarde in beginsel deel krijgen aan wat het Goddelijke kenmerkt, namelijk de verheerlijking van onze menselijke natuur. Door de kracht van de Geest gaan de gelovigen de gezindheid en het beeld van Christus vertonen. Wel blijft het te allen tijde gegeven heerlijkheid. Het is en blijft een cadeau waar de Zijnen in mogen delen. De Zijnen hebben van nature nergens recht op en hebben ook geen eigen heerlijkheid.
Christus, die als de tweede Adam Zijn verdiende heerlijkheid niet voor zichzelf houdt maar uitdeelt en aan de Zijnen geeft. Al is het een begin. Een begin dat, als het goed is, wel zichtbaar is in het leven van de Zijnen. Daar is veel over te zeggen. Ik wil twee dingen noemen waar Zijn heerlijkheid zichtbaar wordt in ons eigen leven: Eenheid en lijden.
Eenheid
Belangrijk hierbij is de gemeenschap met Christus. De apostel Johannes verbindt de heerlijkheid van Christus en de heerlijkheid van de Zijnen in Joh. 17:
En Ik heb hun de heerlijkheid gegeven die U Mij gegeven hebt, opdat zij een zijn, zoals Wij Een zijn (Joh. 17,22).
Door het Middelaarswerk van Christus delen de Zijnen in Zijn heerlijkheid. Hierin delen is tot heerlijkheid van de Zoon. Daarom is het Zijn heerlijkheid als de Zijnen ook daadwerkelijk één zijn. Een in Christus. Een in de liefde tot Hem en Zijn Woord. Het is volgens Johannes zelfs het doel van deze heerlijkheid: opdat zij allen één Zijn!
Gods kinderen mogen delen in de liefdesgemeenschap tussen de Vader en de Zoon. De Vader heeft de Zijnen lief omdat Hij Christus liefheeft. Christus heeft de Zijnen lief, omdat Hij de Vader liefheeft. Een grote rijkdom voor de kerk van Christus. En tegelijk een dure roeping om dit ook uit te stralen in de kerk, maar ook naar buiten toe. Laat zo uw licht schijnen voor de mensen, dat zij uw goede werken zien en uw Vader, die in de hemelen is, verheerlijken!
Een grote rijkdom, maar ook een dure roeping dus voor de gelovigen om in het heden, vandaag en morgen, al gevolg te geven aan deze heerlijkheid. Zij mogen deze verdiende heerlijkheid van Christus niet te grabbel gooien.
Concreet betekent dit voor de Zijnen dat zij de eenheid zoeken, ook in de kerkvergadering. Een eenheid die er is in het geloof, door het bloed van Christus. Een eenheid die ook de plicht heeft om concreet zichtbaar te worden in kerkelijke eenheid. Dat is de roeping van een ieder persoonlijk om zich bij de kerk van Christus te voegen. De zichtbare eenheid van de Zijnen is misschien wel de mooiste openbaring en demonstratie van Zijn heerlijkheid.
Heerlijkheid juist in het lijden om Christus wil
We zagen al dat er in het lijden van Christus tóch heerlijkheid voor Hem lag opgesloten. Maar hoe zit het met de heerlijkheid van Christus in het lijden om Christus' wil door de uitverkorenen? De apostel Petrus leert dat gemeenschap hebben aan het lijden van Christus iets is om je in te verblijden. Het leidt ertoe dat de uitverkorenen zich ook in de openbaring van Zijn heerlijkheid mogen verblijden en verheugen. (1 Petr. 4,13). En als het dan gaat om het lijden om Christus' wil en tegelijk het ontvangen van heerlijkheid daarin leert de Schrift ons drie dingen:
Het lijden weegt niet op tegen de toekomstige heerlijkheid die aan de Zijnen geopenbaard zal worden.
In het lijden mogen de Zijnen vooruitzien naar de eeuwige heerlijkheid die komen gaat. Denk aan Rom. 8: Het lijden van de tegenwoordige tijd weegt niet op tegen de heerlijkheid die aan ons geopenbaard zal worden. We mogen er zelfs blijdschap in vinden. Verblijdt u naar de mate waarin u gemeenschap hebt aan het lijden van Christus, opdat u zich ook in de openbaring van Zijn heerlijkheid mag verblijden en verheugen (2 Petr. 4, 13). Maar deze heerlijkheid is niet alleen weggelegd na dit leven hier op aarde. Deze is er ook al in dit leven, die is er zelfs al in dit lijden!
Christus geeft in het lijden zélf heerlijkheid aan de Zijnen.
Want zegt de apostel Petrus: Als u smaad wordt aangedaan om de Naam van Christus, dan bent u zalig, want de Geest van de heerlijkheid en van God rust op u (2 Petr. 4, 14a). Door de kracht van Gods Geest kunnen de gelovigen het lijden dragen. Daarin ontvangen zij zelf ook heerlijkheid.
Hoe kan dat? Dat kan omdat het een opdracht van de HEERE zélf is. De Zijnen mogen dit lijden om Christus' wil in geloof dragen en aanvaarden. En daarin God gehoorzaam zijn. Daarin ligt dan ook heerlijkheid voor de gelovige zelf.
In het lijden om Christus' wil verheerlijken de Zijnen God
Als iemand echter als christen lijdt, laat hij zich daarvoor niet schamen, maar God in dit opzicht verheerlijken (1 Petr. 4, 16). Daar gaat het om! De eer, de glorie van God. In het lijden om Christus' wil gaat het erom dat wij daarin God verheerlijken. Hij heeft ons waardig geacht en Hij maakt ons ook bekwaam om Hem daarin te dienen. Hoe moeilijk dat soms ook is.
Deelhebben aan Zijn lijden is deelhebben aan Zijn verheerlijking
Het vertonen van de heerlijkheid van Christus in het leven van de Zijnen is nog niet volkomen. Maar wel realiteit! Realiteit in een leven dat vaak gestempeld wordt door moeiten en lijden. Lijden om Christus' wil ook. Dat doet ons vooral uitzien naar de jongste dag. Johannes schrijft in zijn eerste brief:
Geliefden, nu zijn wij kinderen van God, en het is nog niet geopenbaard wat wij zullen zijn. Maar wij weten dat, als Hij geopenbaard zal worden, wij Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien zoals Hij is.
In dit leven mag ons door het geloof tot troost zijn dat wij gemeenschap hebben aan het lijden van Christus. Want dat betekent dat wij ook deel hebben aan Zijn heerlijkheid. Wat een troost voor de Zijnen, voor vervolgde kinderen van de HEERE in Syrië of Noord-Korea die vanwege Hem gemarteld worden in gevangenissen en strafkampen.
Wij, hier in Nederland, worden niet zo vervolgd. Maar ook hier in ons land is strijd. En waar strijd is, is ook lijden. Strijd om trouw te blijven aan Gods Woord als het gaat om bijvoorbeeld de positie van de vrouw t.a.v. het ambt. Strijd om de onfeilbaarheid van Gods Woord. Strijd tegen de verleidingen van de wereld, voor onszelf en onze kinderen.
Lijden om Christus wil. Ook voor verontruste kinderen van God, hier vanavond, die worstelen en lijden vanwege onschriftuurlijke synodebesluiten. Voor kinderen van God die misschien in hun eigen kerkelijke gemeente geen gehoor vinden voor hun moeiten en bezwaren en zich daardoor eenzaam of alleen voelen. Voor kinderen van God die moeiten ondervinden in hun familie of gezin omdat ze ook nu Christus gehoorzaam willen volgen in Zijn kerkvergadering. Christus volgen vraagt offers. En keuzes daarin maken is moeilijk en doet ook pijn.
Maar dan mag u weten, dat in dat lijden wat u daarin ondervindt, onuitsprekelijke troost is. De troost van de heerlijkheid van Christus. Een heerlijkheid die door ons verspreid mag worden doordat u en jij en ik in ons lijden om Christus' wil God verheerlijken door trouw en gehoorzaam dit lijden te dragen. Als beeld van Christus. En in dit alles openbaart zich dan dat voor ons zondige verstand niet te bevatten wonder, dat wij dan in dit alles deel hebben aan Christus’ heerlijkheid.
Op Goede Vrijdag gedenken we het lijden en sterven van onze Heiland. Onnoemelijk zwaar lijden, maar Hij is gegáán, in gehoorzaamheid aan Zijn Vader. Hij in onze plaats, Hij voor ons. Drie uren dikke duisternis op Golgotha, Godverlatenheid voor Jezus. Ons delen in het lijden van Christus stelt in dát licht niets voor.
Christus laat ons door Zijn lijden ook een voorbeeld na voor nu: dat u en jij en ik Zijn voetsporen zullen navolgen. Dat het u tot bemoediging mag zijn. Want, wie Christus gehoorzaam is en volgt, mag op die weg weten:
daar is Christus’ heerlijkheid voor Gods kinderen tot troost.
Ds. M.A. Sneep is predikant van De Gereformeerde Kerk (hersteld) te Groningen. Hij hield deze toespraak op de Infoavond te Hardenberg, 22 maart 2018.