Printen

Kerk en kansel 1

 

D.J. Bolt

15-12-18

 

Onderstaand verhaal heeft eerder in De Bazuin gestaan maar is ook van belang voor een breder publiek. We hopen na het 'kerstreces' een tweede artikel over deze zaak te publiceren waarin actuele ontwikkelingen zullen worden besproken.
Want die zijn er.

 


 

De Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK) zijn opnieuw in heftige beroering geraakt. Wéér, want eerder besloot haar synode toegang van homoseksuelen tot het Heilig Avondmaal af te wijzen. Ook een voorstel om dans en drama in erediensten een legale plaats te geven kreeg geen groen licht. En ieder herinnert zich dat op de valreep de vereniging van de Theologische Universiteit in Apeldoorn en Kampen door verzet in de CGK niet doorging.

Wat is er nu aan de hand?

Wel, een van de kerken heeft besloten de vrouw in het ambt toe te laten. En de  CGK-classis Apeldoorn keurde het zelfs goed. Een geweldige steen in de vijver want deze kerken oordeelden in 1998 nog dat

 

"Uit het geheel van het spreken van de Heilige Schrift is duidelijk dat het gezaghebbend leiding geven aan de gemeente aan de man en niet aan de vrouw toekomt."

 

Voortbestaan CGK

 

Het is dus niet verwonderlijk dat hier de nodige ophef ontstond. Zo publiceerde de CGK-modaliteit Bewaar het Pand (06-11-18) een verklaring waarin zij het besluit om (in Arnhem) de vrouw tot de kerkelijke ambten toe te laten 'in strijd achtte met de grondovertuiging binnen onze kerken' en 'in strijd met de Schrift'. Ja, dat 'dergelijke besluiten het voortbestaan van ons kerkverband ernstig bedreigen'

 

Maar niet alleen dit blad dat regelmatig ernstige bedenkingen uit t.a.v. ontwikkelingen in de CGK, ook andere broeders in deze kerken uitten hun grote zorgen. In De Wekker van 26 oktober jl. vraagt ds. J.A. Voorthuijzen zich af 

 

'Een gevoelig onderwerp als 'de vrouw in het ambt' kan niet los worden gezien van de vraag hoe het Woord van God gelezen moet worden en raakt daarmee ook aan de belijdenis. De brandende vraag is of dit verschillend lezen van de Bijbel past binnen de 'eenheid van belijden'.'

 

Eenvoudig kerkrecht

 

In hetzelfde nummer van het CGK-kerkblad schenkt prof. dr. H.J. Selderhuis, TUA-hoogleraar kerkgeschiedenis en kerkrecht, aandacht aan de kwestie. Onder de lichtvoetige titel Voetballen in Apeldoorn vergelijkt hij kerkrecht met straatvoetbal. Hij wijst er op dat zelfs bij zulke spelletjes er strikte regels gelden waaraan ieder zich moet houden: twee teams en goals, een speelveld en een bal. Wil je andere regels dan overleg en beslis je daar samen over:

 

Prof.dr. H.J. Selderhuis

'En aan die beslissing houdt ieder zich, ook al is een minderheid het er niet mee eens. Spelers die tijdens de wedstrijd ineens eigen regels gaan volgen, roep je tot de orde, geef je een waarschuwing en geef je, als ze toch doorgaan met hun eigen regels, de boodschap dat ze beter op een ander veldje kunnen gaan spelen.
Kerkrecht is zo eenvoudig.
'

 

 

Maar hoe heeft deze situatie toch kunnen ontstaan in een kerkverband dat de laatste jaren heeft laten zien dat het een gereformeerde koers wil varen en niet terugschrikt voor impopulaire besluiten?
 

Samenwerkingsgemeenten

 

De gemeente waarover het gaat is een zgn. samenwerkingsgemeente van CGK en NGK, de Kruiskerk in Arnhem (850 leden). Deze gemeente, sinds 1995 samen, onderhoudt ook nauwe banden met de vrijgemaakte Koepelkerk (met vrouwelijk ambtsdragers!) in die plaats.

Kruiskerkleden zijn, hoewel samen één gemeente, nog wel verbonden met hun respectieve kerkverbanden. En ziedaar, de bron van de ellende. Want het NGK-verband heeft al jaren vrouwelijke ambtsdragers. Na lang overleg wil de Kruiskerk die nu ook invoeren. Maar dat kan niet: het CGK-verband laat het niet toe. Zijn synode bepaalde in 2016 dat 'in samenwerkingsgemeenten de minst verstrekkende kerkorde geldt'. Dáár ging de Kruiskerk aan voorbij, en dáár is CGK-classis Apeldoorn tegen ingegaan. Alléén slechts verschillende interpretaties van een regeltje? Prof. Selderhuis:

'Hier gaat het om de uitleg van de Schrift, en dat is van een geheel andere orde dan een regeling voor praktische zaken. Ik hoop dan ook dat de classis zelf rap op het besluit terug zal komen en mogelijk nog voordat de appelschriften binnenstromen.'

 

Kleurverschieten

 

Wat is de achtergrond hiervan? Deze situatie komt niet uit de lucht vallen. En, we kunnen er van leren!

Jarenlang heeft de CGK een zeer open houding aangenomen naar andere kerken van wat heet 'gereformeerde signatuur'. Kanselruil was aan de orde van de dag. Met GKv, NGK, PKN/GB en HHK. Met deze kanselruil, beter predikantenruil werden kerkgrenzen geperforeerd. En natuurlijk bleef het niet bij de herders die kansels ruilden, ook hun schapen volgden hen in grote getale. Is het dan een wonder dat het kerkbesef, de loyaliteit en trouw aan 'eigen' kerk en -verband in hoog tempo erodeerden?

Dat blijkt ook uit een getalsmatig onderzoek, gepubliceerd door dr. C.S.L. Janse in het Reformatorisch Dagblad (22-09-18). Hij geeft grafisch weer hoe in de jaren 2008-2018 het grensverkeer in 'de gereformeerde gezindte' is geweest. Voor de CGK leiden we daar het volgende plaatje van af.

 

 

Enig rekenwerk leert dat er een aardverschuiving heeft plaatsgevonden in de CGK: op een totaal van globaal 72.000 zielen (2016) zijn er 12.000 vertrokken én 12.000 binnengekomen! Van die laatste vormen de vrijgemaakten een groot deel (27%). De CGK is aan het kleurverschieten.
Zij heeft de naam een stabiel kerkverband te zijn dat sinds 1892 nauwelijks grote scheuringen heeft gekend. Maar de cijfers geven nu toch een andere indruk. Alle christelijke gereformeerde kerkverlaters vormen als het ware reeksen mini-scheuringen samen goed voor een kerkverband van 12.000 zielen of wel 40 gemeenten van 300 zielen…

 

Independentisme

 

Is het grote kerkverloop (ook) niet in belangrijke mate te wijten aan het gemak waarmee de CGK allerlei samenwerkingen aanging? Als christelijke gereformeerden al jaren met Nederlands gereformeerden (en vrijgemaakten) samen gemeenten vormen en daarin alles delen (alleen formeel nog behorend bij hun oorspronkelijke kerkverband) dan moet dat toch wel leiden tot uitslijten van het gereformeerde kerkgeloof?

Een markant voorbeeld daarvan gaf het blad Bewaar het Pand in januari 2018. De schrijver, ds. P. Roos, constateert met lede ogen 'het steeds maar verder sleutelen aan een model van samenwerkingsgemeenten'. Hij laakt het dat een gemeente tot twee kerkverbanden behoort, maar beseft moedeloos dat 'het tij niet meer te keren is, () het is een roepen in de woestijn'. En áls het dan toch moet, dan wil hij gelijke monniken gelijke kappen. Samenwerkingsgemeenten met GKv en NKG?, dan óók met HHK en PKN/gereformeerde bond! Want zegt hij

 

'als het independentisme werkelijk wil binnen gehaald zijn, moet dat dan ook naar alle kanten gelden. Meer samenwerking dus ook aan de andere kant van het schip.() We hebben ook de roeping de beide andere genoemde kerken te zoeken en te dienen'.

 

Koekje van eigen deeg

 

Hoe spoort dit nog met de rijke gereformeerde belijdenis van de kerk?

Het besef dringt door dat het niet goed gaat. Prof. Selderhuis reflecteert

 

'…eerlijk gezegd hebben we als CGK trouwens wel een beetje een kerk­rechtelijk koekje van eigen synodaal deeg gekregen. De regels die we op het gebied van oecumene hebben afgesproken waren bedoeld voor voorlopige situaties onderweg naar kerkelijke eenheid, maar nu 'voorlopig' al zo lang duurt, loop je tegen deze kwesties aan. Hadden we met elkaar niet kunnen voorzien dat dit probleem er een keer aan zou komen? Wat dat betreft begrijp ik de kerkenraad van Arnhem wel, ook al deel ik zijn standpunt niet. Maar hoe moet dat straks met die CGKV-gemeenten als men ook daar vrouwelijke ambtsdragers wil? Hebben we een oplossing voor die CGK'ers die daarin niet mee willen gaan en liefst weer een eigen gemeente willen, eventueel samen met die GKV' ers en NGK'ers die ook tegen vrouwelijke ambtsdragers zijn? Kerkrecht blijft eenvoudig maar de spelers - en dat zijn wij - kunnen het spel wel complex maken.'

 

Groeien naar chaos

 

De kerkelijke/kerkverbandelijke chaos wordt rap groter als confessioneel kerkbesef gaat ontbreken. Het is ook zo pijnlijk paradoxaal. Na vele jaren samenspreken van CGK en GKv, werd het obstakel 'toe-eigening des heils' geslecht. Een zgn. federatief groeimodel bood een voorzichtige weg om de kerken te verenigen. Helaas kon de CGK dat 'niet dragen' (2008) door interne spanningen die het zou geven en mogelijk tot scheuring zou leiden.
Maar nu is er geen ontwijken meer aan, het federatief groeimodel is de facto volop in werking en moet worden verdragen op straffe van scheuringen. Federatief groeiend naar eenheid met partners die 'elkaar vrijlaten' en pleidooien voeren die onmiskenbaar in strijd zijn met de Schrift en haar uitleg (Selderhuis).

De spanningen groeien. Classis Apeldoorn is er een exponent van. 

 

Belangrijke les

 

Wat kunnen wíj hiervan leren? Is niet de belangrijkste les dat samenwerken op landelijke én plaatselijk niveau met elkaar moet sporen? Landelijke eenheid kan niet zonder plaatselijke eenheid, en omgekeerd. Immers, wat betekent dat samenwerken op plaatselijk niveau? In de praktijk blijkt men daar al gauw heel veel onder te scharen. Niet alleen samen spreken over allerlei zaken van gemeenschappelijk geloof en belijdenis, maar ook samen doen. Zoals gemeenschappelijke kerkdiensten; predikantenruil; aanschuiven aan elkaars avondmaalstafels; gezamenlijke evangelisatieprojecten; in elkaar geschoven catechisaties, enzovoort. Terwijl er tegelijk landelijk gesproken wordt over belangrijke zaken die (nog) kerkscheidend zijn. We zien in de ontwikkelingen rond CGK, GKv en NGK waartoe dit leidt: kerkelijke chaos.

 

Wederzijdse erkenning

 

Wanneer zijn we dan één en kunnen kerkgrenzen geperforeerd of zelfs gewist worden? Je hoort steeds meer: ach zo belangrijk is die 'institutionele eenheid' niet, want we zíjn toch al één in Christus als we dezelfde Bijbel en confessie hebben?! Zeker, ook wij zijn blij als we mensen ontmoeten die blijk geven Christus te kennen en met Hem willen leven. Tegelijk komt Christus naar ons toe in zijn Woord en daarin met zijn Geest. En draagt Hij ons op zijn Woorden ongerept te bewaren( o.a. Openb. 22:18-19), er naar te leven. In zijn liefde te blijven door zijn geboden te bewaren (o.a. 1 Joh. 2 en 3).

Kerkelijke eenheid kan alleen beoefend worden na wederzijdse erkenning van gezamenlijk fundament van belijden én leven naar de Schrift. Kernen daarvan zijn de prediking als bediening van de verzoening, en de viering van de vergeving van zonden in het Avondmaal in z'n diepe betekenis van gemeenschap met Christus en elkaar.

 

Baken in zee

 

Dat belijden en beleven is in gereformeerde kerken altijd met stevige waarborgen in hun kerkverband omgeven. Om maar iets te noemen: de hoge eisen die aan opleiding, roeping en aanstelling van predikanten worden gesteld; aan het toezicht op hun leer en leven; de regelingen van kerkelijke rechtspraak; de zorgvuldigheideisen t.a.v. de inrichting van erediensten. Enzovoort.

Daarom zijn predikantenruil, gezamenlijke kerkdiensten en evangelisatie onverantwoord vóórdat er wederzijdse erkenning als kerken van Christus is vastgesteld. Het kan ruim en breed lijken om het eerder te doen maar is onaanvaardbaar. Het leidt tot kerkelijk independentisme, indifferentisme, tot ondermijning van het kerkbesef. De ontwikkelingen in de CGK zijn als een baken in zee.

 

Contacten

 

Is er dan geen enkel contact tussen broeders en zuster mogelijk of gewenst waar over en weer het ware geloof wordt herkend? Natuurlijk wel. Allereerst in persoonlijke gesprekken, om elkaar dieper te leren kennen. Een mooie oefening ook om in liefde elkaar te bejegenen zodat gesprekken niet ontaarden in twisten. Maar ook bijvoorbeeld door wederzijds bezoeken van informatieve bijeenkomsten, conferenties, publieke uitwisseling van gedachten en discussies. Hoe nuttig zijn daarbij 'wandelgangen'!

Kortom, laat het kerkverbandelijke brede gesprek zorgvuldig en met kracht worden voortgezet. Eerbiedig daarbij de kerkgrenzen. En houdt het onderlinge gesprek waar maar mogelijk gaande.

 

Verlangen

    

Wat kun je verlangen naar een nieuwe eenheid van allen die het gereformeerde geloof aanhangen en daarnaar willen leven. Waar afstand wordt gedaan van het Kuyperiaanse pluriformiteitsdenken waarin daadwerkelijke eenheid niet zo belangrijk wordt gevonden omdat alle 'plukjes' gereformeerden in de onderscheiden 'instituten' samen die ene kerk al zouden vormen.
Nee, we verlangen naar échte eenheid waarin geen kerkelijke LAT-relaties meer worden aangegaan maar waar de kerken daadwerkelijk in één Lichaam samenleven.

Hoe belangrijk is zo'n eenheid ook als signaal voor en zoutend zout in een steeds meer seculariserende samenleving. Daar zouden de CGK een belangrijke aandeel in kunnen hebben.

 

Maar eerst moet deze CGK in de extra ingelaste Apeldoornse classisvergadering op 6 december a.s. een fundamentele beslissing nemen. Om het in lijn met de beeldspraak van prof. Selderhuis te zeggen: óf deze vergadering schiet de bal in het gereformeerde doel, óf er naast…

Laten we bidden om veel wijsheid voor de broeders daar.

 

Naschrift

 

Inmiddels heeft de classis Apeldoorn vergaderd en het eerder genomen besluit teruggenomen. Geen vrouwen in de ambten van de Kruiskerk in Arnhem dus! Zie voor meer informatie Signalen 76.

Dat is goed nieuws!

 

We komen er in het kader van bovengenoemde zaken in een volgend artikel nog weer op terug.

 

Wordt vervolgd