Printen

Gewetensbinding

Redactie een in waarheid

24-03-12

 

Problemen die gereformeerden ondervinden in Nederland zijn niet specifiek voor onze contreien. Het is boeiend om te lezen hoe ook gereformeerde broeders in verre landen worstelen met dezelfde vraagstukken.
Prof.dr. G.J.C. Jordaan van de Gereformeerde Kerke in Suid-Afrika (GKSA) waarmee de GKv een zusterkerkrelatie is aangegaan, publiceerde enkele jaren geleden een artikel over gewetensbinding. Daar kunnen we van leren omdat dat ook een voluit actuele zaak in onze kerken is.

Het artikel verscheen in 2008 en is opgenomen in de webbibliotheek www.christelikebiblioteek.co.za

 



Gewetensbinding

 

Prof.dr. G.J.C. Jordaan

 

Tijdens de afgelopen Synode (van de Gereformeerde kerken van Zuid Afrika)) is er bij verschillende gelegenheden tegen het gevaar van gewetensbinding gewaarschuwd. Vooral in de bezinning over hoe het Avondmaal gevierd moet worden, is gewetensbinding dikwijls ter sprake gekomen. Dit leidt tot de vraag: Wat is gewetensbinding nu eigenlijk?

 

Geweten

Nergens in de Bijbel komt men het woord "gewetensbinding" tegen. Wel lezen we van het geweten van de mens (bv. Hand. 23:1; 1 Kor. 10:25-29). Over wat al onder "het geweten" verstaan kan worden, zouden geleerde mensen een lange psychologische of filosofische discussie kunnen voeren. Zo iets zou echter niet in deze rubriek passen. Daarom trekken we hier slechts enkele lijnen vanuit de Bijbel.

In het Nieuwe Testament wordt het geweten aangeduid met het Griekse woord suneidesis. Letterlijk betekent dit "samen-weten". Men zou dus kunnen zeggen dat je geweten een weten is wat niet op zichzelf staat, maar wat samen met iets anders staat. Het is aan iets gebonden. Een geweten wat aan niets gebonden wil zijn wordt gewetenloosheid.

In zijn doctorale proefschrift (Das Gewissen, 1925) heeft wijlen prof. H.G. Stoker over het geweten van de mens gezegd (p. 257): "Waar het geweten spreekt, hangt het samen met de waarheden die voor het individu als hoogste en absolute waarheden gelden". Het geweten van de christen wordt dus bepaald door de waarheden die hij in het geloof als hoogste en absolute waarheden omhelst. En dat zijn de Schriftwaarheden.

 

Een goed en een slecht geweten

Bovenstaande beschouwing klopt met wat we in de Bijbel verder van het geweten lezen. In de Bijbel lezen we dikwijls van een goed geweten (bv. Hand. 23:1; 1 Tim. 1:5) en van een slecht geweten (Titus 1:15; Heb. 10:22). Volgens 1 Timoteus 1:5 gaat een goed geweten gepaard met een rein hart en een standvastig geloof (vgl. ook 1 Tim. 1:19 en 3:9). "Een goed geweten", zegt dr. C Bouma ter verklaring van 1 Timoteus 1:5, "is een geweten wat getuigt dat de persoonlijke verhouding met God goed is, zedelijk goed, en in de bepaalde zaak aan de norm van Gods wet beantwoordt". Dit betekent dat men een goed geweten heeft als men weet dat het optreden niet indruist tegen dat wat God in zijn Woord aan je beveelt. Een slecht of bezoedeld geweten, daarentegen, ontstaat wanneer je iets doet waarvan je weet dat het  indruist tegen dit wat God in zijn Woord beveelt.

 

Goede gewetensbinding

Het geweten van de gelovige is dus gebonden - in het geloof aan het Woord van God. Dit is een goede binding. Tegen binding van geweten aan Gods Woord mogen wij geen bezwaar hebben. Trouwens, een kenmerk van een goed geweten is juist dat het gebonden is aan Gods Woord. Als Gereformeerden zouden wij dit nog fijner kunnen omlijnen: een goed geweten is om innerlijk gebonden te zijn aan de Schriftwaarheid zoals we deze in onze belijdenisgeschriften omhelzen (vgl. prof. G.C. Berkouwer, Het Dogma der Kerk, p. 27)

Elke belijdende lidmaat verklaart wanneer hij belijdenis doet dat hij zijn geweten aan de Gereformeerde belijdenis bindt. Op de vraag: "Is het uw voornemen om door de genade van God in deze leer tot het einde van uw leven standvastig te volharden?" komt het geloofsantwoord: "Ja, met mijn hele hart". Dezelfde binding vinden we bij ouders die hun kinderen laten dopen, en bij ambtsdragers die in hun ambt bevestigd worden. Bij het ondertekeningsformulier van ambtsdragers verklaren zij zichzelf gebonden aan dezelfde belijdenis. In de openlijke verklaring bij meerdere kerkelijke vergaderingen stellen wij het in zoveel woorden als een gewetenszaak: "Wij omhelzen van harte en met een goed geweten de Formulieren van Eenheid ..." Dit is een goede gewetensbinding. Tegen deze gewetensbinding durven wij geen bezwaar te hebben.

Indien de kerken dan bij zo'n meerdere vergadering (bv. synode) bij een bepaald optreden overeenkomen wat niet met de Schrift en belijdenis in strijd is, dan zijn allen daaraan gebonden. Het is dan een goede binding.

 

Slechte gewetensbinding

Er is echter ook een slechte gewetensbinding. Dat is namelijk wanneer jij of iemand anders  je handelen verbindt met iets waarvan je in je geweten weet dat het tegen Schrift en belijdenis indruist. Tegen zulke gewetensbinding moeten wij altijd waarschuwen en ervoor waken. Een voorbeeld van slechte gewetensbinding vinden we in onze eigen geschiedenis, bij de afscheiding van de Gereformeerde Kerken in Zuid-Afrika in 1859. In zijn Gids voor Kerkgeschiedenis (1992, p. 215) schrijft prof. V. E. d'Assonville:

 

"Zonder dat de gezangen volgens de Bijbel getoetst zijn, zijn de gewetens van lidmaten gebonden alsof het een Belijdenis van de Gereformeerde kerk is".

 

En verder (p. 223):

 

"De gezangen zijn zonder de toets van de Bijbel bij de bezwaarden afgedwongen. Dit was gewetensbinding".

 

Gebondenheid en gewetensbinding

Wij moeten dus voorzichtig zijn om al te gemakkelijk iets waarop de kerken in meerdere vergadering overeenkomen als (slechte) gewetensbinding te beschouwen. Krachtens ons kerkverband zijn wij geboden aan besluiten die wel de toets van de Schrift en de belijdenis kunnen doorstaan. Dit is een gezonde gebondenheid. Daaraan blijven wij gebonden totdat we overtuigend kunnen aantonen dat het in strijd met de Schrift en belijdenis is.

Mogen wij er echter voor bewaard worden dat wij als kerken elkaars gewetens zouden willen binden aan zaken die niet de toets van Schrift en belijdenis kunnen doorstaan. Als Gereformeerden blijft ons uitgangspunt: Sola Scriptura - door de Schrift alleen. Ons geweten in het geloof moet onwankelbaar gebonden blijven aan deze Schrift. Daarmee brengen wij aan God de eer toe.

 

De vorige synode van de GKSA heeft een voorstel van de hand gewezen waarin gevraagd werd dat de GKSA zich zal uitspreken over zijn aansprakelijkheid voor wat onder het stelsel van apartheid op politiek-maatschappelijk terrein in het verleden gebeurd is. Daarop heeft de pers heftig gereageerd, als zou de GKSA een gouden gelegenheid hebben laten voorbijgaan om óók schuld te belijden over apartheid.

Dr. Neels Smit toont aan dat het voorstel in werkelijkheid om een politieke schuldbelijdenis vroeg. De pers heeft het synodebesluit op dit punt verkeerd gebracht.

De verkeerde interpretatie door de pers bevestigt nu precies dat de synode een wijs besluit genomen heeft. Als de synode besloten zou hebben om wel aan het voorstel gevolg te geven, dan zou de pers dit gebracht hebben als zou de GKSA nu ook haar stem mengt in het koor van politieke schuldbelijdenissen die zo kenmerkend voor onze tijd zijn. En zo iets past niet bij de kerk van de Here.

 

Het argument in de media dat de GKSA alleen relevant zal blijven in het Nieuwe Zuid-Afrika als ze politieke schuldbelijdenissen doet, berust op een geweldig misverstand. Namelijk het niet begrijpen wat de kerk werkelijk is. De kerk is geen organisatie die met andere organisaties in de samenleving om status en aanzien moet mededingen. De kerk is geen vereniging die met mooie uitspraken mensen en groepen mensen moet proberen te paaien.

De kerk is het lichaam van Christus. Zij ontvangt haar opdracht van de Here zelf. Die opdracht is zijn evangelie in een verloren wereld te verkondigen en zijn koninkrijk te dienen. Zolang de kerk aan deze opdracht getrouw blijft, is zij relevant - in welk tijdsgewricht en welke omstandigheden ook. Daarnaar heeft de GKSA gestreefd in het oude Zuid-Afrika. Daarnaar moet ze blijven streven in het nieuwe Zuid- Afrika. Zouden wij ons door welk mooiklinkend politieke argument ook laten verleiden om de wereld beginnen na te spreken, dan hebben we daar en dan onze relevantie verloren.

 

Vertaling Ad Mol