Printen

Signalen 91

 

R. Sollie-Sleijster

02-11-19

 

Verdraagzaam of gehoorzaam?

Nader Bekeken – oktober 2019

 

In het septembernummer van Nader Bekeken heeft ds. Bart van Egmond (GKv) de christelijke verdraagzaamheid besproken aan de hand van wat de 17de-eeuwse theoloog Jacobus Trigland (1583-1654) daarover schreef in zijn boekje ‘De recht-gematigde christen’. Aansluitend bespreekt Van Egmond nu een vorm van verdraagzaamheid die door Trigland in zijn boekje wordt bestreden. Wat kunnen we hier vandaag binnen onze kerken van leren?

 

Gods Woord is precies

De beste manier om de vrede in de kerk te bewaren is wat toegeven of iets van je mening laten vallen, zo spreken sommige gematigde mensen. Maar Trigland zegt: nee, dat mag niet.

Waarom niet?

Omdat heel de Schrift leert dat de waarheid van Gods Woord altijd openlijk in de kerk uitgedragen en verdedigd moet worden. Wat daarmee strijdt, moet worden verworpen.

Zijn wij dan ‘preciezen, hardhoofdigen en onrekkelijke mensen’?, zo vraagt Trigland.

Ja, maar niet omdat wij zo nodig gelijk willen hebben, maar omdat Gods Woord precies en onrekkelijk is. Je mag er niet mee sjoemelen. Gods Woord is de norm voor ons geloof en leven.

 

Relativisme

Waarom is dit zo belangrijk? Omdat wij dienstknechten van God zijn en als knecht van je meester moet je nauwkeurig gehoorzamen aan wat Hij je opdraagt. De kerk mag niet toegeven aan de onwil van mensen om zich aan Gods Woord te onderwerpen. Geen verdraagzaamheid in dienst van de ondermijning van de onvoorwaardelijke gehoorzaamheid aan Gods Woord.

Als de waarheid op ondergeschikte punten, die niet zo belangrijk lijken, mag worden tegengesproken, dan is de volgende stap snel gemaakt. Dat werkt relativisme in de hand. Je hoort dan: ‘Je kunt er ook zo tegen aankijken’. De waarheid krijgt daardoor meer het karakter van een mening of interpretatie. Als de waarheid mag worden tegengesproken, zal dat tenslotte het gezag van de waarheid ondermijnen en tot een menselijke mening devalueren.

 

Bovendien, zo zegt Trigland, is ons leugenachtige mensenhart uit zichzelf veel meer geneigd de dwaling aan te nemen dan de waarheid van Gods Woord.

Hij wijst op de christelijke leer als een ketting met veel schakels. Trek er één schakel uit en de ketting valt uit elkaar. Dwaalleraars blijven niet bij dat ene punt, maar komen met steeds nieuwe punten.

Trigland vraagt de gematigden: Willen jullie de gereformeerde leer verduisteren en spreken jullie daarom zoveel over vrede en verdraagzaamheid? Vinden jullie eigen rust belangrijker dan de waarheid van God? Dan staat die verdraagzaamheid niet meer in dienst van de doorwerking van Gods Woord, maar in dienst van de mens en zijn vrijheid.

 

Leren van Trigland

Van Egmond wil laten zien wat wij vandaag van Trigland kunnen leren. Hij noemt vier punten.

 

Hoe stel je je op?

Hoe gaan we met elkaar om in de gemeente? Boosheid en frustratie mogen ons niet beheersen. Vraag je af of je uit bent op de eer van God en het heil van je naaste. Zelfbeproeving is nodig. Blijf ook bidden voor de ander.

 

Het mechanisme van relativisme

Als veel proefballonnen worden opgelaten in de kerken en veel nieuwe ideeën worden gepropageerd die strijden met wat wij belijden, werkt dat door. Als iets maar vaak genoeg beweerd of bestreden wordt, gaan mensen vanzelf denken: zo kun je het kennelijk ook zien. Zo is het volgens Van Egmond ook gegaan met de vrouw in het ambt. Als je maar lang genoeg zegt dat de Bijbel daar ook ruimte voor laat, gaan mensen vanzelf geloven dat wat de kerk altijd leerde, niet zo duidelijk in de Bijbel staat. De waarheid wordt een mening of interpretatie. En zo wordt de eenheid van het geloof steeds verder ondergraven.

 

Kerkelijke eenheid

Het streven naar kerkelijke eenheid is op zich goed. Maar dat mag je nooit doen door ruimte te geven aan verkeerde leer. Veel sekten/kerkgenootschappen zijn ontstaan doordat ze zich niet aan heel de leer van de Bijbel wilden verbinden. We mogen de belijdenis niet even tussen haakjes zetten en naar een nieuwe belijdenis zoeken om maar eenheid te forceren, zoals bij de Nationale Synode gebeurt. Als we uitgaan van verschillende kerken met eigen opvattingen, die als het ware op hetzelfde niveau staan, naar consensus zoeken, zelfs met remonstranten, dan relativeer je de gereformeerde leer. Dit komt voort uit, of leidt tot relativering van je eigen belijdenis.

 

Nieuwe tirannie

Humanistische tolerantie leidt tenslotte tot een nieuwe vorm van tirannie in de kerk. Zolang je de dwaling de hand boven het hoofd houdt, vreet die dwaling door. Zo werd bijvoorbeeld eerst ruimte gevraagd om anders te mogen denken dan wat de kerk altijd leerde en praktiseerde. De synode keurde dit goed en daarmee heeft zij de overtuiging van de kerk op dit punt gedegradeerd tot een mogelijke mening. Je mag nu zeggen dat het regeerambt ook voor de zusters bestemd is. Maar vervolgens zit in diezelfde synode al de tendens om te zeggen: wie de vrouw in het ambt afkeurt, onthoudt haar eigenlijk iets waarop ze recht heeft. De heilsgeschiedenis is doorgegaan en de klassieke overtuiging moet overboord. Dit soort verdraagzaamheid dient uiteindelijk om die ‘mening’ overboord te krijgen.

Er is waardering voor wie daaraan toegeeft en de zaken niet op de spits drijft.

De predikant vervolgt:

 

Maar zo ging het ook in de tijd van de Dordtse synode. De remonstranten die vroegen om verdragen te worden, riepen uiteindelijk het geweld van de overheid te hulp om de gereformeerden die daarin niet mee wilden, te vervolgen. Dat is de ‘intolerantie van de tolerantie’.

 

Slot

Van Egmond sluit af met de waarschuwing:

 

Ik hoop dat deze artikelen helpen om op een gereformeerde manier te denken over het bewaren van de eenheid van de gemeente en de kerken onderling, om het humanisme te kunnen ontmaskeren dat ook in onze kerken in een ‘christelijk jasje’ is binnengedrongen.

 

Open brief aan de synode

RD 23-10-2019

 

Broeder P.H. van der Kamp (GKv Zwolle-Berkum) is verontrust over de ontwikkelingen in de GKv en zegt in een open brief (10-10-2019) aan de komende synode, dat hij en velen met hem van mening zijn dat Paulus’ apostelschap in diskrediet wordt gebracht door te veronderstellen dat zijn bevoegdheid niet verder zou reiken dan de cultuur van zijn dagen. Door deze opvatting hebben velen op de laatste synode bezwaren tegen de vrouw in het ambt laten vallen. Maar door gebrek aan bewijs vanuit de Schrift verzoekt Van der Kamp de aanstaande synode Goes tot herbezinning van de besluiten te komen.

Nadat Van der Kamp gewezen heeft op de bedreigde eenheid binnen de GKv na de besluiten van de synode Meppel 2017, vervolgt hij:

 

“Luisteren wij wel naar wat de HERE zegt? Immers, Gods wil is wet!

Wat de HERE zegt, beschouwt Paulus als Gods scheppingsorde en wet. Ook de door Oosterhuis bedoelde “zwijgteksten” zijn, als apostolische instructies, op Schepping en Zondeval gegrond.

In verband met de m.i. vreemde opvatting van M. Oosterhuis, voorzitter van de Synode 2017, over de bevoegdheid van de apostel Paulus de volgende vraag:

Moeten wij de benoeming van Paulus door de Heer Jezus Christus in Hand. 9:15 HSV, niet in acht nemen boven de zelf bedachte, onschriftuurlijke constructie van Oosterhuis? Lees en luister ook maar, wat de Heer Jezus zegt!

En Christus staat als Hoofd van Zijn Kerk boven alle culturen!

 

Met het nadrukkelijke opschrift “OVER ZWIJGTEKSTEN GESPROKEN” vraag ik mij af, suggereert Oosterhuis daarmee eigenlijk niet, dat er theologen zijn die uit beide instructies afleiden, dat vrouwen als het ware met een pleister op de mond moeten rondlopen? (het gaat om 1 Kor. 14:34, 35 en 1 Tim. 2:12-15).

Iets dergelijks heeft nooit iemand beweerd, al helemaal niet in de GKv of CGK. Vrouwen mogen in de gemeente spreken en ze mogen op school het evangelie vertellen, (voor mij persoonlijk was dat onvergetelijk), ook aan ongelovigen. Ook in persoonlijke gesprekken is dat vanzelfsprekend toegestaan. Zij mogen dit echter niet van de kansel in de gemeente prediken.

 

In 1 Kor. 14:34 baseert de apostel de daar gegeven instructie op de wet. Dat betekent, Paulus wijst op de eerste hoofdstukken van de Heilige Schrift, dus ook op de Scheppingsorde. Deze geldt zoals in alle gemeenten, ook in Korinthe. Daarvan heeft hij ook reeds in 1 Kor. 11:8-10 gesproken.

Hij voegt daar aan toe, dat het geboden ondergeschikt zijn van de vrouw niet betekent, dat zij minder waard zou zijn. (1 Kor. 11:11, 12). De vrouw is gelijkwaardig, maar ze is niet gelijk aan de man.

 

Laten wij de HERE bidden, dat Hij ons bewaart voor de wereldgezindheid van de emancipatiebeweging en de raad opvolgen van de apostel Jacobus: Verneder u voor de HERE en Hij zal u verhogen. Jac. 4:10.”